toren van Babel

Wij leven in een EU waarin de maakbaarheidsideologie steeds meer oprukt. Een prominent voorbeeld hiervan is ‘de mens aan de knoppen van het klimaat’. Geen continent dat hiervan zo overtuigd is als de EU, al moet men Obama, met zijn Democraten, ook niet uitvlakken.

Het zijn vooral lieden die zich als hoeders van deze planeet menen te moeten opwerpen: Gutmenschen zoals fabulerende clubs als Greenpeace en Milieudefensie, die van mening zijn dat behalve de maatschappij ook het klimaat maakbaar is.

Het is altijd oppassen geblazen met dergelijke lieden, zo leert de geschiedenis. Ze hebben de neiging tot moralisme, dwang, overmatige staatsbemoeienis door regelgeving en ten slotte autoritarisme. Dit is geen uniek verschijnsel; het komt in de hele menselijke geschiedenis voor. Volgelingen van dergelijke ideologieën beriepen zich niet zelden op wetenschap als alibi voor het uitventen van hun onverdraagzame ideeën.

In alle gevallen was er sprake van een nogal dubieus omspringen met wetenschap. Pseudowetenschappelijke doemscenario’s, zoals wij die kennen uit vooral de mond van mevrouw Minnesma van Urgenda, zijn hiervan een voorbeeld.

In dit verband is het interessant er aan te herinneren dat de doemscenario’s van Paul – ‘Population Bomb’ – Ehrlich keer op keer door de feiten zijn weerlegd. Malthus struikelde hier ook al over. Zo ook Al Gore met zijn in 2013 ijsvrije Noordpool. De voorbeelden zijn legio.

Na 3.000 jaar doemdenken is onze maatschappij echter bloeiender en welvarender dan ooit. Ditzelfde lot is ook de doemdenkende protagonisten van de CAGW-hypothese (‘Anthropogenic Global Warming’: door de mens veroorzaakte catastrofale opwarming) beschoren. De cruciale fout die zij namelijk gemaakt hebben, was hun contraptie van beweringen waarbij de niet-antropogene oorzaken van klimaatverandering op voorhand werden buitengesloten. Als dan onverhoopt, wat inmiddels is gebeurd, de antropogene invloed niet zou kunnen worden aangetoond, zou in hun visie, conform Europese regelgeving, het voorzorgprincipe in werking moeten treden, in plaats van de alternatieve hypothese, die van de niet–antropogene invloeden.

Met deze pseudowetenschappelijke intentie zijn de klimaatmodellen in het leven geroepen. Er is weinig fantasie voor nodig om zich te kunnen voorstellen dat we hier te maken hebben met het GIGO-principe, garbage in garbage out. Dit zegt een bèta-gevormde jurist ervan:

Ik denk dat men toch aan een belangrijk kenmerk van een goede wetenschappelijke these voorbij gaat, namelijk de mate waarin de these voorspellingen kan doen. Vooralsnog hebben Gore en het IPCC een veelheid aan voorspellingen gedaan die niet zijn uitgekomen. Dat brengt de AGW-these dus al in de problemen en zou deze op zijn minst terugwijzen naar de tekentafel.

Een ander punt waaraan voorbij wordt gegaan is de alternatieve causaliteit. Als je stelt dat de waargenomen opwarming inderdaad antropogeen is, dan leg je de bewijslast bij jezelf neer. Immers, je moet alle andere oorzaken voor temperatuurstijging kunnen uitsluiten om te kunnen stellen dat slechts de antropogene factor de oorzaak is. In concreto moet je dus natuurlijke schommelingen kunnen uitsluiten en aantonen dat deze niet van invloed zijn geweest op te temperatuurstijging.

Men behoeft zich geen hoeder van de wetenschap te noemen om dit te snappen. Van het begin af aan immers was alle doemdenken over catastrofale opwarming gedoemd te mislukken doordat de achterliggende agenda geen integere wetenschap behelsde, maar een streven naar wereldmacht.

Een dergelijke wereldheerschappij kan alleen bestaan wanneer de mens als unieke schuldige kan worden aangewezen van het pseudowetenschappelijke doemscenario van catastrofale opwarming, met als vehikel het IPCC. Alleen zo kan men greep krijgen op de menselijke maatschappij net als de Kerk d.m.v. de erfzonde in het verleden. Niets nieuws onder de zon met deze nieuwe religie.

Het is dan ook verklaarbaar dat niet–antropogene oorzaken worden vermeden of gemarginaliseerd. In alle regelgeving en akkoorden zoals het Protocol van Kyoto, de Clean Air Act (die er ten onrechte vanuit gaat dat CO2 een luchtvervuiler is) en ons Nationale Energieakkoord, klinkt die verborgen wereldheerschappij–agenda, lees autoritarisme, door via de opeenvolgende ‘Summaries for Policymakers’, de regelgeving van het EPA, onze Crisis- en Herstelwet en de Rijkscoördinatieregeling.

Onze Westerse democratie verandert langzaamaan in een Lysenko–achtige pseudowetenschappelijke planeconomie ten detrimente van de democratie en markteconomie. Het is verontrustend dat de VVD dit niet onderkent en het optreden van partijgenoot Nijpels in dezen zo maar accepteert.

Er is dan ook meer dan genoeg reden om zich zorgen te maken over dit afglijden naar een EU–autoritarisme, waar pseudowetenschap wordt verabsoluteerd tot een dogma en als machtsmiddel (lees: wij weten wat goed voor u is) wordt misbruikt om de maatschappij te onderwerpen aan dat dogma. Aanbevelenswaard is het boek van Albert Koers, emeritus hoogleraar rechtsgeleerdheid: Windenergie en de Overheid. Een belangrijk mysterie, zoals in dit boek beschreven, is waarom de overheid een zo voorname status toekent aan de feitelijk onjuiste beweringen van met name Greenpeace en Milieudefensie.

Het was te verwachten dat al die klimaatmodellen van het IPCC uit de pas zouden lopen met de temperatuurmeetreeksen. Maar het IPCC probeert telkens met statistische trucs deze ongemakkelijke waarheid te verdoezelen Zij verzetten de doelpalen, bijvoorbeeld door het verbreden van betrouwbaarheidsintervallen en doen het hiermee voorkomen alsof het voortschrijdend inzicht is. Voortschrijdend bedrog is echter de geëigende term voor dergelijk onwetenschappelijk gedrag.

Helaas zijn er velen die hier intrappen, zeker ook politici. Op zijn best kan men stellen dat de kiezer gekozen heeft voor volksvertegenwoordigers die zich laten misleiden door onbetrouwbare en fabulerende organisaties als Greenpeace, Urgenda en Milieudefensie.

Vooralsnog hebben deze organisaties een grote invloed op het Nederlandse energiebeleid. Het wekt verbazing dat deze groenbevlogenen nog steeds zo maar kunnen aanschuiven bij besluiten van nationaal belang – uitsluitend zij, niet de burger noch de echte deskundige ingenieurs.

Hoe zit het bij dit alles nu met de borging van onze rechtstaat? Wij mogen van een rechter verwachten dat deze zijn of haar uitspraak uitsluitend aan de wet toetst. Dit blijkt lastiger dan gedacht naarmate de Nederlandse rechterlijke macht steeds meer wordt geïnfecteerd door het virus van het autoritarisme van Greenpeace, Urgenda en Milieudefensie. In de Urgenda–zaak ging de rechter op de stoel van de wetenschap zitten zonder enige inhoudelijk kennis. Dit brengt de rechtspraak schade toe.

Opnieuw de mening van de hierboven eerder aangehaalde jurist over de Urgenda–zaak:

Nu ben ik werkzaam in de advocatuur – dus ik ben óók een alfa. Toch ben ik goed bekend met de wetenschappelijke werken van Popper en Kuhn. Helaas zie ik dat veel rechters en ook veel advocaten deze basale kennis niet hebben.

Zowel vanuit juridisch als vanuit wetenschappelijk perspectief klopt de uitspraak van geen kant. …

Waarschijnlijk het belangrijkste vereiste is, zoals gezegd, is die van de causaliteit. Het is in het beantwoorden van deze vraag dat de rechter voluit op de stoel van de wetenschap gaat zitten en daarbij ook nog eens de verkeerde criteria aanlegt. Hij bepaalt, aan de hand van het consensus-argument, wat wetenschappelijke waarheid is en wat niet. Het vonnis gaat daar zeer uitgebreid op in. Om de causaliteit aan te kunnen tonen, moet de rechter wel op de stoel van de wetenschap gaan zitten, want zonder oorzaak is er immers geen gevolg. Een heel merkwaardige, niet-academische en verwerpelijke benadering.

Maar terugkerend naar mijn belangrijkste pointe. Zolang dit vonnis overeind blijft, bestaat er de mogelijkheid om de overheid op nog veel meer zaken aansprakelijk te stellen, puur en alleen op beleidsfalen. Wat als de doelstellingen uit het regeerakkoord niet gehaald worden? Mag een ondernemer de overheid aansprakelijk stellen voor winstderving? Mag een werkloze het loon vorderen dat hij verdiend zou hebben, als de overheid ervoor had gezorgd dat er minder werkloosheid in zijn vakgebied was ontstaan? Dit zet de rechter op de stoel van de uitvoerende macht en daar hoort hij niet.

Lees verder hier.