Kosten 1 jaar MSC, meer kosten in 2015 en 2016

Kosten 1 jaar MSC, meer kosten in 2015 en 2016

Voedselblad VORK  interviewde voormalig FSC-certificeerder Scott Poynton voor zijn kritiek op certificering als synoniem voor ‘duurzaam’ in Beyond Certification. Volgens hem levert certificering in de ecologische praktijk vaak weinig op omdat bedrijven plichtmatig aan andermans normen moeten voldoen. Dat zien we exact nu gebeuren bij het proces van MSC-certificering bij de garnalenvisserij.

Bij de Stichting Verduurzaming Garnalenvisserij is ‘verduurzaming’ synoniem  met MSC-certificering. Maar de kosten van dat proces lopen op zonder dat vissers er iets voor terug krijgen. Dat kun je opmaken uit de notulen van SVG-vergaderingen waar ik de hand op kreeg. Controle van visafslagen en net-aanpassingen vraagt al om 2 consultants, waaronder 1 uit Duitsland die samen 110 duizend euro per jaar kosten. Ook huurt de Visssersbond voor 40 k per jaar een consultant die het MSC-proces moet begeleiden.

MSC KOST geld maar levert vissers niets extra's op. Ze pikken 3-5 procent aan royalties over de verkoopprijs, 'not for profit' uiteraard

MSC KOST geld maar levert vissers niets extra’s op. Ze pikken 3-5 procent aan royalties over de verkoopprijs, ‘not for profit’ uiteraard. Bron; EUmofa

Ook bij andere kleinschaliger visserijen als op Noorse kreeft is het animo voor MSC en FOS-certificering laag, omdat het niets oplevert behalve extra gedoe en kosten.

Zo blijven steeds vele onderzoeken nodig en controles die nu nog met subsidies gedekt worden, maar die vissers straks zelf moeten bekostigen. Ook de kosten van het op de been houden van de Stichting Verduurzaming Garnalenvisserij lopen op via de vele vergaderuren.  De SVG kampt zelf al met schulden bij visafslagen, en de contributie per aangeleverde kilo moet omhoog wil de SVG weer zwarte cijfers schrijven.

RZ16.discards (39)NMA
De SVG met Johan Nooitgedagt als voorzitter werd in 2007 opgericht om de garnalenvisserij onder het MSC-kartel te kunnen brengen. Dat proces liep in 2009 vast door inmenging van de Nederlandse Mededingings Autoriteit (NMA), omdat deelnemende garnalenvissers voor een beheerplan voor MSC dan onderlinge afspraken over aanlanding van garnalen moesten maken. Dat zou dan tot prijsafspraken leiden. In 2014 werd de certificeringstrein opnieuw in gang gezet.

De hoofdmotivatie voor dit proces is niet motivatie vanuit de visserij om natuurvriendelijk te werken, maar angst voor Niet Gekozen Organisaties (NGO’s) met teveel loterijgeld en subsidies op de rekening en door de overheid betaalde ecofascistische fanatici bij de Rijks Universiteit Groningen als Han Olff (tevens rvt WNF) en Waddenacademie. Die willen de garnalenvisserij van de Waddenzee verjagen, nadat ze eerder de mechanische kokkelvisserij er af kegelden en de mosselvisserij tackelden.

MSC moet dienen als een soort bezwering tegen de laster van deze ecofascistische entiteiten. Het is opgelegde verduurzaming, niet eigen motivatie en daarmee krijg je nooit een effectieve omslag in de visserij gedaan.

Screen Shot 2016-08-05 at 09.08.48Voorbij Certificering
Zo leidt certificering vooral tot papieren verandering, omdat vissers eisen van anderen krijgen opgelegd waar ze zelf het praktische nut niet van inzien. Die observatie is samengevat ongeveer letterlijk de kritiekBeyond Certification op certificering door ecolabels, die voormalig FSC-consultant Scott Poynton beschrijft. Hij schrijft vanuit FSC, het houtige broertje van MSC. Veel van wat hij opmerkt kun je rechtstreeks aan MSC koppelen, zoals ik al voor Elsevier beschreef.

MSC is steeds meer een handel in (producenten)wantrouwen, opgelegd vanuit NGO’s die hier een slaatje uit slaan.

Outside auditors are expensive, both in terms of travel to isolated locations and the additional hours they have to spend because they don’t know the locale. That latter point is even more paramount because it also means auditing, by its very nature, involves judgement calls based on insufficient knowledge.

en

The FSC itself reaps a lot of income from the fees charged by CBs (= van gecertificeerde bedrijven). A large training sector makes money off SMEs seeking certification. NGOs are part of this, urging companies to get certification and pushing their own workshops because this metric justifies further funding.

Dat zelfde geldt voor ‘non profit’-club MSC met haar jaarlijks groeiende omzet verkregen via een toeslag over verhandeld product om het label te mogen voeren. Voor Wereld Natuur Fonds en haar zusterclubs is het met Postcode Loterij-miljoenen gestutte MSC een indirecte cashcow: het maakt ze tot geloofwaardiger adviseur van het supermarktwezen, omdat ze een constructief alternatief lijken te bieden. En daar verdient het fondsenwervende miljoenenbedrijf WNF weer geld mee.

RZ16.discards (57)
Al 500 ecolabels

Ecolabels zijn een uitvloeisel van Agenda 21 van de Verenigde Naties in 1992, specifieker; de Convention on Biological Diversity. Op 1 januari 2015 waren er al bijna 500 van die labels in meer dan 15 verschillende bedrijfstakken.

Het goede idee van certificering is dat je de herkomst van hout kunt traceren op een ondoorzichtige wereldmarkt. Zodat je weet dat je geen illegaal gekapt spul in handen hebt. Vooral multinationals hebben baat bij die certificering, omdat ze bij hun hoge productievolumes een gegarandeerde toelevering nodig hebben. Als al je bos is weggekapt, valt je productie stil. Dat was ook de motivatie bij Unilever met haar vissticks om MSC met WNF op te starten: ze hebben gegarandeerde aanvoer van grote volumes vis nodig.

Maar je hoeft ook maar even je boerenverstand te gebruiken, om de zwakke plek er uit te vissen: wie doen er mee met certificering? Dat zijn vooral bedrijven en bedrijfstakken in landen die al dusdanig gereguleerd zijn dat ze al die papieren administratie kunnen voldoen. Landen met een redelijk functionerende overheid die toch al goede milieuwetgeving heeft. Zoals je ook vooral FSC-hout krijgt uit landen die toch al deugdelijke bosbouw-wetgeving hadden. De Nederlandse boswet is strenger dan wat MSC voorschrijft. Dat zie je ook bij MSC: je maakt naast de overheid nog een particuliere overheid waarbij die extra papieren eisen aanlevert.

RZ16.discards (51)

Papieren inspanningen
Veel eisen die MSC aanlevert voor de garnalenvisserij lijken op papier ook zinvol. Zoals een norm voor Landings per Unit Effort (LPUE), de hoeveelheid vistijd per hoeveelheid aangelande hoeveelheid garnaal. De aanname achter LPUE is dat teveel inspanning duidt op inzakkende bestanden. Dus moet je de vloot stil kunnen leggen bij overschrijding van een norm.De praktijk is echter weerbarstiger dan het MSC-papier.

  • Garnalenbestanden kunnen enorm fluctueren in ruimte en tijd, zonder dat  ‘overbevissing’ oorzaak is. Van garnalen zijn geen goede bestandsschattingen mogelijk, de enige graadmeter is eigenlijk een meerjarige relatief constante aanvoer. En die aanvoer schommelt al jaren rond de 35 miljoen kilo. Maar dat komt mede omdat dit ongeveer het gevraagde volume is dat de handel kan en wil verwerken.
  • Hier komen we bij een volgend punt waar MSC niets aan verbetert. Je kunt bij de garnalenvisserij niet van een gezonde markt spreken, en dat beperkt de mogelijkheden als zelfstandig ondernemer voor garnalenvissers. Er zijn enkele kartels als Puul en Heijploeg die samen met de afslagen de handel domineren en daarmee de prijzen. De vissers zelf hebben hier nauwelijks invloed. We zagen eerder hoe garnalenvissers de boot aan de kant zetten dankzij lage kiloprijzen. Maar lage kiloprijzen krijg je ook als je teveel garnalen tegelijk aanvoert. Momenteel zijn de aangevoerde volumes laag en de prijzen per kilo relatief hoog. Prijs en volume zeggen hier niets over de grootte van het garnalenbestand.
  • Zoals ik al besprak is MSC vanuit vis overgezet op garnalen, en dus spreekt men nu plots over ‘jaarklassen’. Maar die garnalen planten zich het gehele jaar door voort, dus die term is gewoon onzin.
  • Een andere eis is de hoeveelheid ziftsel, ondermaatse aangelande garnaal die door de zeef (afgesteld op 65 mm) valt op de afslag: die zou niet boven de 15 procent van de aangelande hoeveelheden mogen liggen. In de praktijk kom je makkelijk op tientallen procenten. Aan iedere eis van MSC kun je op papier wel voldoen, terwijl je in de praktijk een uitvlucht vindt.
  • Of neem selectiever visserijtuig waarmee je bijvangst mindert. Op papier kun je met de zeeflap dan aan MSC voldoen, maar hoe praktisch is die zeeflap in gebruik in de NB-wetgebieden, en dus: hoe selectief is het dan in de praktijk?
  • Of neem de soap rond de Blackbox: extra spionagetuig waarmee NGO’s dan aan boord van de garnalenvisser kunnen meespioneren waar ze vissen, en waarvoor de visser dan zelf moet betalen met minimaal 5000 euro. Wat is daar ‘duurzaam’ aan?

RZ16.discards (62)

Oplossing: Wat is gemeenschappelijke waarde, innerlijke motivatie?
We zien hier eigenlijk een 1 op 1 vergelijking met wat Poynton beschrijft bij zijn ervaringen met FSC en andere ecolabels. De vissers zelf zijn niet gemotiveerd, omdat ze het nut en de winst er eigenlijk niet van inzien. De enige reden voor certificering is de Al Capone-strategie: protectiegeld om te zorgen dat NGO’s hun media-miljoenen niet tegen ze aanwenden.

Duurzaamheid dus, vanuit negatieve emotie/motivatie: Angst voor NGO’s die hun visgebied willen inpikken voor een ecofascistisch ideologie: een natuur waarin de mens alleen bezoeker mag zijn en de NGO recreatie-ondernemer om die bezoeker tegen betaling te begeleiden.

De oplossing die Poynton aandraagt is tweeledig:

  • hij geeft zichzelf werk via een eigen filosofie/label (natuurlijk zet Poynton die pdf expres gratis op het web, dat is zijn eigen uithangbord), waarin de identiteit van een bedrijfstak gekoppeld wordt aan een visie op duurzaamheid
  • De eigen motivatie en gemeenschappelijke waarde van de bedrijfstak bepaalt de doelen die ze stellen, in plaats van dat ze andermans eisen met tegenzin invullen

Ik wijk van Poynton af omdat ik geen Moeder Aarde aanbiddende deeltijd-Boeddhist ben (Bram van de Klundert, Waddenfonds) of New Age-progressieve evolutie-globalist die de klimapocalypse ziet naderen. Tenzij we radicaal ons gedrag veranderen. Ons gedrag verandert niet. Mensen zijn wie ze zijn, van het Oude Testament af tot Piet Hein. En dat is prima, zolang creatieve en innovatieve mensen maar niet belemmerd worden bij het faciliteren van oplossingen.

Wij stellen hier de vraag: Waar aan werken vissers dan wel graag zelf mee?

Een blije visser is een visser die veel vangt voor een goede prijs

Een blije visser is een visser die veel vangt voor een goede prijs

Een goede besomming!
De gemeenschappelijke waarde van iedere garnalenvisser is een zo hoog mogelijke besomming, goede vangsten voor een goede prijs. Als je in minder vistijd meer kunt vangen is dat ook mooi meegenomen, dat scheelt arbeidsuren.

Want garnalenvissers zijn net gewone mensen, net als Marc van den Tweel (Natuurmonumenten) met zijn salaris van 185 duizend euro. En Arjan Berkhuysen van de Waddenvereniging die 36 procent van het budget van die club besteed aan het binnenhalen van meer leden/geld: veruit hun hoogste uitgavenpost. Wat zou Natuurmonumenten doen, wanneer de overheid ze plots niet meer 50 miljoen euro subsidies per jaar toeschoof?

Net als die overbetaalde hoogleraren Theunis Piersma en Han Olff, Han Lindeboom en al die pretentieuze praatjesmakers, willen garnalenvissers gewoon fatsoenlijk verdienen, en toekomstzekerheid. Tenzij Han Olff de helft van zijn salaris inlevert en dat zelf investeert in zijn eigen natuurvisie, kan hij van garnalenvissers niet verwachten dat zij zonder compensatie op hun commando even verkassen.

Voorbij certificering....

Voorbij certificering….

..en geen slap gelul
Vanuit dat gedeelde vertrekpunt – goede vangsten voor een goede prijs- kun je een filosofie ontwikkelen waarbij ook natuurvriendelijk vissen een onderdeel is. Een filosofie met een minimum aan slap gelul, waar ook de consument iets aan heeft in de vorm van een vers natuurproduct. Verder is ‘verduurzaming’ vooral een hoop slap gelul, een verhaaltje waarmee het academisch overschot zichzelf aan werk helpt over de rug van primaire producenten.

Als consument heb ik maar 1 eis aan garnalenvissers: waar is mijn verse Waddengarnaal zonder additieven/zeepsopsmaak tegen een normale prijs, waarom ligt die niet bijvoorbeeld in de Appie Heijn in Harlingen? Of bij de delicatessenzaak, de visboer enz?

De natuur, die redt zichzelf wel als die Waddenfonds-maffia er maar eens met haar tengels vanaf zou blijven.