Het haventje van Neuharlingersiel prijkt op de voorkant van Myfish

Het romantisch ogende haventje van Neuharlingersiel in Ost Friesland prijkt op de voorkant van Myfish: ik bezocht het 3 jaar terug ’to drive my blues away’

Het wegvangen boven ‘duurzaam niveau’ van grote kabeljauwen zorgt voor hogere opbrengsten van andere commerciele vissoorten. Het is dus niet bij voorbaat gunstig om voor alle visbestanden per definitie MSY te forceren, Maximum Sustainable Yield.  Dat kun je opmaken uit het samenvattende verslag van 4 jaar Myfish, het ongeveer 6 miljoen euro kostende vergaderproject van Europese visserijwetenschappers dat dit voorjaar werd afgerond. De conclusie van 4 jaar Myfish is dat je geen eenduidige conclusies kunt geven over MSY.

De bruikbaarheid hangt af van de regio, het type visserij en sociaal economische factoren die met de ontstaansgeschiedenis van de visserij te maken hebben. De kleine bootjes die de Middellandse Zee (over)bevissen passen niet door 1 MSY, terwijl onze eigen platvisserij al grotendeels aan MSY voldoet.

Vissen op MSY hoeft ook niet voor iedereen in de visserij gunstig te zijn.

Zo kan het sturen op maximale economische opbrengst (NPV) per inspanning op de noordelijke Noordzee voor kabeljauw, wijting, koolvis en schelvis de werkgelegenheid met een factor 3 verlagen ten opzichte van traditioneel management.

Traditioneel management en opbrengsten

Traditioneel management en opbrengsten voor kabeljauw, wijting en makreel

Sturen op maximale economische waarde per visserij-inspanning

Sturen op maximale economische waarde per visserij-inspanning: bron Myfish

Voor platvisserij op de Zuidelijke Noordzee geldt iets vergelijkbaars. Het sturen op maximaal economische waarde per visserij-inspanning met verdere vangstreducties geeft een grote winsttoename (althans, in hun modellen), maar elimineert het gros van de werkgelegenheid.

Screen Shot 2016-08-18 at 10.17.59

Er lijkt een tendens bij beleidsmakers en NGO’s te bestaan om juist daarop aan te sturen: het verminderen van het aantal vaartuigen die dan meer zouden verdienen per schip. Dat doen ze ondermeer via het verder verzwaren van bedrijfslasten, zodat de kleintjes automatisch omvallen.

Je krijgt dan een Unilever-vriendelijker visserij, die precies onder de knoet van 1 ecolabel past en die hun fabrieken kan vullen. Een beetje zoals de grote pelagische vangmonsters nu doen, die ook bulken van het geld terwijl onze tongvissers nu met de puls en lagere brandstofprijzen enkele goede jaren hebben. Maar met de Brusselse aanlandplicht voor bijvangst kan het met de winst zo weer gedaan zijn.

Screen Shot 2016-08-18 at 10.18.35

 

 

MSY
De Europese commissie wil voor alle commerciele visbestanden de MSY invoeren, maximaal duurzame vangst. Dat is een voor afzonderlijke visbestanden ontwikkelde indicator voor hoeveel biomassa je mag onttrekken, zodat je op lange termijn de grootste gemiddelde vangst haalt. In de Duurzame Visserij Wijzer van de SWMN hebben we die MSY al besproken, het is de minst slechte indicator in omloop die ook door betrouwbare wetenschappers zonder NGO-spandoek wordt gebruikt als Ray Hilborn.

De wetenschappers voor Myfish geven al aan dat de MSY problemen geeft: want je verwaarloost zo de predatie/interactie van vissoorten onderling. En die is enorm, zodat je bij een kabeljauw op MSY bijvoorbeeld weer lagere opbrengst krijgt van alle vis kleiner dan grote kabeljauw: want die vreten zich een gat in de rondte.

Je kunt als beleidsmaker dus kiezen: ik stuur op zo groot mogelijke en economisch waardevolle kabeljauw. Daarvan profiteren dan een paar vissers. Maar die kabeljauwmonsters vreten zich weer een eind in de rondte op alles dat kleiner is en voor hun bek komt. Dus dan benadeel je de visserijen op die soorten.

Al sinds berekeningen van Lotka (van de Lotka-Volterra-vergelijking uit de ecologie) ten tijde van de Eerste Wereld Oorlog (toen visserijen op roofvis stopten) weten we dat het gunstig is om grote roofvis als tonijn enigszins kort te houden. Want dan hou je op lagere trofische niveaus meer vis over en meer opbrengst.

We wisten ook al dat de garnalenvisserij kon opbloeien dankzij het verdwijnen van de enorme predatiedruk door wijting en kabeljauw in de Noordzeekustzone.

Op blz 26 lezen we bij Biological Interaction Desctription voor de Noordzee:

to maximise total landings in kilos or value of the landings, a substantially higher fishing mortality than that leading to single species MSY of cod and saithe is required. This higher fishing mortality requires a higher fishing effort and leads to a cod stock below precautionary limits.

Garnalenvisserij profiteert van uitblijven terugkeer grote hoeveelheden kabeljauw en wijting NZ-kustzone. Predatie door zeehonden speelt daar ook een rol bij

Garnalenvisserij profiteert van uitblijven terugkeer grote hoeveelheden kabeljauw en wijting NZ-kustzone. Predatie door zeehonden speelt daar ook een rol bij

Visserij goed voor zeevogels
Wanneer je niet ideologisch kijkt naar de rol van de menselijke predator in het zee-ecosysteem (zoals activisten doen en pseudo-wetenschappers/ecologen) maar praktisch, zie je dat vissers voor vele soorten zowel positieve als negatieve rollen kunnen vervullen. Net als andere predatoren in zee.

Wanneer je schelvis en andere spieringvreters boven MSY bevist is dat weer goed voor spieringbestanden. En die bestanden zijn weer belangrijk voor zeevogels als papegaaiduikers en zeekoeten. Dus vogelliefhebbers moeten tot op zekere hoogte de visserij dankbaar zijn, zolang die zich niet op spiering storten voor de vismeel-industrie.

Daarom is een grote ontbrekende in Myfish de impact van de aanlandplicht voor ecologie en economie. Die aanlandplicht zal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het broedsucces van zeevogels doen kelderen als Jan van Genten en Noordse stormvogels.

Myfish-project vergeet werkgelegenheid bemoei-industrie mee te rekenen
Helaas is het Europese beleid voor de Kaderrichtlijn Marien verzonnen door milieu-activisten. Die bedachten een Good Environmental Status (GES) indicator die alle trends van gewenste ‘biodiversiteit’ in 1 blender doet als bij een smoothie, van zeevogels rond de Lofoten tot Christien Absils en soortgenoten in een vergader-zweethut in Scheveningen.

Het vals concrete getal dat uit die GES komt van trends zonder enige noodzakelijke samenhang laat staan duidelijke attributie, is voor hen dan een maat om vissertjes te pesten.

De grote ontbrekende berekening in het My-fish-model hierboven is dan ook: het aantal FTE aan Bureaucratische Academisch Complex dat traditioneel mismanagement van onze visserijen via het Europees Gemeenschappelijk Visserijbeleid met al die miljoenen euro’s visserijsubsidies op de been houdt. Nu staat alleen Martin Pastoors erbij van het Zentrum fur Meeresburokratisierung und Fischereibelemmerung in Wageningen (het heeft een Engelse naam; Centre for Marine Policy, maar Duits is zoveel mooier).

Wanneer er- zoals in Noorwegen en Nieuw Zeeland- eerder deugdelijk management was geweest op basis van biologisch advies in plaats van koehandel, dan was de bemoei-industrie genoodzaakt tot ontslagen en afslanking. Laten wij daarom na Myfish vooral pleiten voor ‘meer onderzoek’.