dick-thoenes-achtergrond-sustainability

Dick Thoenes.

Verslag van de klimaatconferentie gehouden in Lidingö, nabij Stockholm, van 7-9 oktober 2016. Initiatiefnemer Fred Goldberg, die helaas wegens ziekte niet aanwezig kon zijn.

Georganiseerd door: Svensk Polarinstitut (Zweden), de vereniging Klimarealistene (Noorwegen) en het netwerk Klimatsans (Zweden). De taal van de conferentie was Zweeds, maar enkele voordrachten werden gehouden in het Noors (Zweden en Noren verstaan elkaar moeiteloos, maar ik versta Noors helaas wat minder goed).

Korte samenvattingen van de lezingen (N staat voor Noors, Z voor Zweeds):

Ole Humlum (N), Globaal klimaatoverzicht 2015-2016.

Hier werd gepresenteerd een actueel overzicht over globale en regionale luchttemperaturen. Temperaturen in Europa, Europees Rusland en Zuid Afrika zijn gestegen, in Siberië, een deel van China en van Zuidpoolgebied gedaald. Effecten van El Niño in 1983, 1998, 2015. Temperatuurstijging voornamelijk op noordelijk halfrond. Temperatuurveranderingen op verschillende hoogten in de atmosfeer: op grotere hoogte juist daling. Drijfijs neemt af bij Arctica en neemt toe bij Antarctica. Warmte wordt van tropen over aardoppervlak verdeeld door zeestromen, die warmen het land op en dat warmt de atmosfeer op.

Jan Erik Solheim (N), IJs in de Barentszee, zon en planeten.

Dankzij de Europese walvisvangst in de vaarwaters ten noorden van Spitsbergen vanaf circa 1580 is het mogelijk om een lage tijdserie te maken van de toestand van de ijsvlakte tussen Spitsbergen en Frans Jozefland. Een analyse daarvan wijst op stabiele, lange periodes, die wij ook terugzien in variaties in de banen van de zon en van planeten. Het blijkt dat de ‘Pacific Decadal Oscillation’ periodiek van draairichting verandert

Hans Jelbring (Z), De oorzaken van klimaatvariaties.

Klimaatveranderingen berusten op het verschil tussen de hoeveelheid energie per tijdseenheid die aan de aardatmosfeer worden toegevoerd en de hoeveelheid die de aarde verlaat. Met dit uitgangspunt kunnen allerlei fysische effecten worden geïdentificeerd. Een van de bepalende processen is de uitbreiding van koude lucht van de poolgebieden over de aarde. De veranderingen daarin kunnen worden veroorzaakt door processen die buiten de aarde liggen (zon en melkwegstelsel). De zonnevlekkencyclus is hier van belang. De Maunder-minima (weinig zonnevlekken) hangen samen met lagere temperatuur. Henrik Svensmark heeft hieraan baanbrekend onderzoek gedaan.

Nils Axel Mörner (Z), Over zeeniveaus.

Het is onjuist om te beweren dat het zeeniveau snel stijgt en dat er toenemend overstromingsgevaar is voor eilanden in de Indische en Stille Oceanen. Langs de Noorzeekust is het zeeniveau in de laatste 100 jaar gestegen met 1,1 ± 0,05 mm/jaar, in het Kattegatt met 0,9 mm/jaar. Satellietmetingen geven waarden van 3 mm/jaar, maar daarbij zijn interpretatiefouten gemaakt. De werkelijke waarde is 0,55 ± 0,1 mm/jaar. Aan het einde van deze eeuw zal de stijging bedragen 5 ± 15 cm (dus ergens tussen -10 en + 20 cm). Er is dus geen sprake van gevaar. Krantenverhalen over stijging van zeeniveaus van 1 m of meer per eeuw zijn volslagen ongefundeerd.

Stein Bergmark (N), De groene golf.

In Noorwegen wordt net als in andere landen veel subsidie gegeven aan windmolens en zonnecellen. In Noorwegen wordt vrijwel alle elektriciteit gewonnen door waterkracht, die veel economischer is. Het klimaateffect van deze kostbare groene beweging is verwaarloosbaar klein.

Anders Lindroth (Z), ICOS onderzoek naar broeikasgassen.

Er worden in Europees verband op allerlei plaatsen metingen gedaan naar de variaties in CO2- concentraties, met de bedoeling om bronnen en “putten” te identificeren.

Jan Erik Solheim en Thorstein Stein (N), Schoolexperimenten met CO2.

We hebben experimenten gedaan om het effect van CO2 op de opwarming aan te tonen. We zijn er niet in geslaagd om deze opwarming te demonstreren. Volgens ons wordt het grootste deel van de door CO2 geabsorbeerde IR-straling weer als IR-straling uitgezonden, zonder meetbare warmteontwikkeling.

Nils Axel Mörner (Z), Over de klimaatconferentie in Londen.

Het volgende werd met grote wetenschappelijke nadruk vastgesteld:

That CO2 is the “gas of life” and hence beneficial for plant growth (by no means a pollutant).

That CO2 plays a very small to insignificant role in climate change (when we view observational facts and physical laws instead of models that do not even agree with measured facts).

That climate change is predominantly driven by the sun, its emission of luminosity and solar wind, and the filtering and amplification of this emission with the terrestrial physical processes.

Wibjörn Karlén (Z), CO2 en het klimaat.

We horen dat in vroeger tijden er veel meer CO2 in de atmosfeer was dan vandaag. In het cambrium was het 7000 ppm. In diezelfde tijd was de gemiddelde temperatuur ongeveer 25°C, dus 10°C meer dan nu. Uit onderzoek van ijskernen blijkt dat deze getallen niet betrouwbaar zijn. Uit later onderzoek blijkt dat er geen correlaties zijn tussen het CO2 gehalte van de atmosfeer en de temperatuur.

Fred Goldberg (Z) Waar is de klimaatdreiging?

Goldberg, de initiatiefnemer van deze conferentie, was helaas (ernstig) ziek en kon niet aanwezig zijn. Zijn tekst werd uitgedeeld. Het is een uitstekend overzichtsverhaal, waar veel van wat de sprekers vertelden aan de orde kwam. Belangrijkste punten uit zijn betoog.

Wat is een broeikasgas? Waterdamp heeft gemiddeld een ongeveer 800x hogere concentratie dan CO2. Bovendien wisselt het gehalte met plaats en tijd. CO2 heeft een relatief gering effect omdat de absorptie van IR reeds bijna verzadigd is.

Heeft de uitstoot van CO2 door de mens invloed op het klimaat? De gemiddelde temperatuur van de atmosfeer is merkbaar gestegen tussen 1910 en 1940 en tussen 1977 en 2002. Alleen in de laatste periode steeg het CO2 gehalte sterk. Maar dat deed het ook in de perioden 1940-1977 en 2002 tot nu, en toen steeg de temperatuur niet (daalde zelfs van 1940-1977). Er is dus geen correlatie tussen CO2 uitstoot en temperatuur.

Waardoor is het CO2-gehalte van de atmosfeer in 100 jaar 30% gestegen? Van de aanwezige CO2 zit 98% in de zee en 2% in de lucht. De temperatuur van de atmosfeer en van de zee is de laatste paarhonderd jaar licht gestegen. Daardoor zijn er kleine hoeveelheden CO2 uit de oceaan verdampt (wet van Henry).

Wat kost klimaatonderzoek? Het internationale klimaatonderzoek heeft ongeveer 10 miljard euro gekost, zonder dat niet geleid heeft tot enig inzicht in de invloed van CO2 op het klimaat.

Hoe wordt de temperatuur gemeten? Helaas bestaat hierover onduidelijkheid. Toen Phil Jones (CRU) werd gevraagd temperatuurmetingen openbaar te maken weigerde hij dat. Toen hij door een nieuwe wet op openbaarheid werd gedwongen bleken alle cijfers gewist te zijn.

Smelt het noordpoolijs? De moeilijkheid bij de metingen vanuit satellieten is dat men alleen ijsoppervlakten kan meten maar niet de dikte van de ijslaag. Bij aanhoudende winden kan het ijs worden opgestuwd. Na 2009 is de ijsmassa toegenomen. In 2008 keerde de draairichting van de PDO om. Bij de officiële studies van het poolijs (door NSIDC in Boulder, Colorado) wordt de invloed van de PDO buiten beschouwing gelaten.

Hoe wordt het klimaat in de toekomst? Van doorslaggevend belang is de grootte van het wolkendek. Als deze 1% groter of kleiner wordt geeft dat 1°C temperatuurverandering. De grootte van het wolkendek wordt bepaald door de zonnewind, die samenhangt met de zonneactiviteit (aantal zonnevlekken).

De zeestroom PDO. De invloed van de PDO is ongeveer dubbel zo groot als die van de zonneactiviteit. De gecombineerde invloed van minder zonneactiviteit en omgedraaide PDO-richting duidt op toekomstige afkoeling.

Nawoord. Goldberg benadrukt dat de officiële klimaatpolitiek gebaseerd is op geloof en niet op feiten.

Commentaar

De conferentie verliep in goede sfeer. Er klonk geen onvertogen woord. Er bleken uitsluitend “sceptici” te zijn. Het was leuk om te zien hoe vriendelijk en ironisch de Noren en de Zweden met elkaar omgingen.

Klimaatalarmisten (die hier niet waren) gedragen zich in Scandinavië daarentegen net als elders: geven als regel geen rationeel antwoord op kritiek en proberen critici verdacht te maken door ad hominem aanvallen.

“Klimatsans” is een interessante naam voor een Zweedse blog. “Sans” betekent volgens mijn woordenboek: bewustzijn, beheersing, gevoel.

In Noorwegen is er een club die zich “Klimarealistene” noemt, de klimaatrealisten. Een veel betere term dan klimaatsceptici of (nog erger) climate deniers.

De belangrijkste conclusies die ik beluisterde waren, volgens mij:

Er is altijd een bijna-evenwicht tussen de atmosfeer en de oceanen. Als er meer CO2 in de atmosfeer wordt gebracht lost die grotendeels (98%) op in de oceanen. De recente stijging van het CO2 gehalte van de atmosfeer komt in de eerste plaats door een (zeer geringe) stijging van de gemiddelde temperatuur van de oppervlaktelaag van de oceanen. En dus niet door menselijke activiteit. Als wij CO2 in de lucht brengen lost die grotendeels op in de oceanen. En als we CO2 uit de lucht afscheiden (hiervoor bestaan kostbare plannen) zal dat geen merkbaar effect hebben op het CO2-gehalte van de atmosfeer. Er wordt dan weer evenveel CO2 door het oceaanwater in de lucht gebracht.

Het CO2-gehalte van de atmosfeer heeft geen belangrijke invloed op de temperatuur. De absorptie van infrarood door CO2 leidt tot extra IR-uitstraling (omhoog) waardoor de energie die het aardoppervlak ontvangt gewoon wordt doorgegeven naar hogere luchtlagen (en vervolgens naar de ruimte). IR-absorptie door CO2 leidt dus niet tot temperatuurstijging.

De veranderingen in de temperatuur van de atmosfeer komen allereerst door veranderingen in de zonne-activiteit (het Svensmark-effect) en door verandering in de PDO (‘Pacific Decadal Oscillation’).

Van groot belang zijn de veranderingen in lucht- en waterstromen over het aardoppervlak, waardoor de overmaat aan warmte in de tropen over het aardoppervlak wordt verdeeld. Hierin treden kleine variaties op. In landen in West Europa komt de warmte voornamelijk van de zeestromen. Hierdoor ontstaat een voor mensen leefbaar klimaat.

Stijging en daling van gemiddelde temperaturen zijn verschillend voor verschillende delen van het aardoppervlak. Opwarming treedt vooral op in Europa, Europees Rusland, Zuid Afrika en delen van China. Afkoeling vooral in Siberië, een deel van China en het grootste deel van Antarctica. De gemiddelde temperatuur van de atmosfeer verandert veel minder.

Het afsmelten van drijfijs bij de polen komt niet door warmere lucht die er overheen waait, maar door warmer water dat er onderdoor stroomt. Als er meer noordpoolijs afsmelt komt dat doordat er iets meer warm water naar de noordpool stroomt. Er stroomt dan minder warm water naar de zuidpool. Deze verschijnselen hangen samen met de PDO, die periodiek van draairichting verandert (met een onregelmatige periode van enkele tientallen jaren).

Er is geen sprake van significante afsmelting van landijs (in Groenland of Antarctica).

De gemiddelde stijging van het zeeniveau is niet meer dan ongeveer 1 mm per jaar (dus 10 cm per 100 jaar). Plaatselijke stijgingen zijn van dezelfde orde van grootte. Alarmistische berichten over stijging van een of meer meters zijn volkomen onverantwoord.

De mens kan het wereldklimaat niet beïnvloeden.