Patrick van Schie

Patrick van Schie

Onlangs kreeg ik bij toeval KIS-bericht 32 onder ogen, getiteld: ‘Klimaatscepsis anno 2017 – Hoe kijkt de politiek en de burger aan tegen klimaatverandering?’

Het is een nieuwsbrief van het ministerie van I & M. KIS staat voor ‘Kennis, Innovatie en Strategie’.

Aan de inleiding ontleen ik het volgende:

Na alle successen die er zijn geboekt op het internationale toneel en de klimaatakkoorden in Parijs als kroonstuk op het harde werk. Maar toen werden we op een dag allemaal wakker met een nieuw gezicht aan het roer bij de grootmacht aan de andere kant van de oceaan. Trump twitterde “The concept of global warming was created by Chinese in order to make U.S. manufacturing non competitive”. Hoog tijd om weer eens in het klimaatdebat te duiken. Want wat gaat er gebeuren nu Trump aan de macht is? En hoe denken mensen in Nederland eigenlijk over klimaatverandering? Hoe wordt het debat gevoerd en beïnvloed? En welke argumenten zijn er eigenlijk tegen klimaatinvesteringen te maken? Over deze thema’s het nieuwste KIS-bericht. We wensen je veel leesplezier toe.

Wie verder leest komt bedrogen uit. Inhoudelijke argumenten vóór of tegen klimaatinvesteringen worden niet genoemd. In plaats daarvan mogen bekende klimaatalarmisten als Jan Paul van Soest en Bart Verheggen breed uitpakken en de klimaatsceptici discrediteren op een wijze die Orwell’s ministerie van waarheid niet zou misstaan.

Ik pik er een aantal krenten uit.

Jan Paul van Soest:

“Ik analyseer klimaatontkenning in termen van vraag en aanbod” aldus Jan Paul van Soest, terwijl hij mij telefonisch, al lopend diverse hindernissen ontwijkend, vertelt over zijn onderzoek naar klimaatscepsis. Hij legt uit dat er een enorm groot aanbod is van nepliteratuur, afkomstig van denktanks met namen als The Heartland Institute, Cato Institute en andere, en die wordt gefinancierd door gevestigde belangen in fossiele brandstoffen. Hij legt uit dat er honderden miljoenen worden gepompt in het verspreiden van achterhaalde argumenten, het organiseren van conferenties, etc. Dit systeem is gebaseerd op de lobby van de tabaksindustrie: zoveel mogelijk rookgordijnen leggen. Deze lobby bestaat soms uit dezelfde nepwetenschappers als destijds werkten in de tabakslobby. …

Maar er is ook een vraagzijde: “de latente behoefte van mensen om de realiteit niet te willen horen”. Volgens Jan Paul worden deze argumenten ook alleen maar overgenomen door mensen die hun wereldbeeld ermee gerust willen stellen: waarin marktideologie of godsdienst de boventoon voert. …

Aldus Jan Paul van Soest, auteur van ‘De twijfelbrigade’, waarin hij stelling neemt tegen klimaatscepsis.

Eerder ben ik al uitvoerig ingegaan op de verkeerde voorstelling van zaken, waaraan Jan Paul zich m.i. schuldig maakt. Zie ‘De hoofdboodschap van ‘De twijfelbrigade deugt niet’.

Tot dusver hebben mijn inhoudelijke argumenten hem niet van zijn waanideeën kunnen afhelpen.

Onder de titel, ‘Wat drijft klimaatsceptici?’, schrijft Bart Verheggen:

Waar komt het wijdverbreide wantrouwen jegens de klimaatwetenschap vandaan? Als je je diep in het publieke klimaatdebat begeeft zal die vraag zich nadrukkelijk aandienen.

Een belangrijk deel van het antwoord is: politieke ideologie. Veel zogenaamde “klimaatsceptici” zijn wars van overheidsbemoeienis en wantrouwen wetenschap waarvan de conclusies tot overheidsingrepen zou kunnen leiden. Vanuit die optiek is het niet verbazingwekkend dat enkele prominente personen die tientallen jaren geleden de gezondheidseffecten van roken bagatelliseerden nu actief zijn als klimaatscepticus. De gedachtegang is: als het kan leiden tot meer overheidsbemoeienis, dan kan het niet waar zijn. Het is overigens niet zo dat ze willens en wetens daarover liegen; ze zijn heilig overtuigd van hun eigen gelijk. Zo krachtig is het psychologische mechanisme van ‘motivated reasoning’: mensen zijn heel goed in het zichzelf voor de gek houden. …

Daarnaast kunnen er andere psychologische mechanismen meespelen. Bijvoorbeeld het idee een miskend genie te zijn (het “Galileo gambiet”) of de neiging om de underdog te steunen. Bovendien is klimaatverandering voor velen een abstract, ver-van-mijn-bed probleem.

Veel mensen zijn natuurlijk oprecht in verwarring. Niet zo vreemd als je de ene keer leest dat de opwarming is gestopt en de volgende dag dat de opwarming juist sterk doorzet. Hoe weet je nu wie er gelijk heeft? Die verwarring komt in niet geringe mate doordat veel media een podium bieden aan wetenschappelijk ondeugdelijke argumenten. Inderdaad geven sceptische wetenschappers aan vaker in de media te komen dan mainstream wetenschappers. Zo wordt de krantenlezer, televisiekijker en radioluisteraar in de waan gelaten dat de wetenschap er nog lang niet over uit is of het nu opwarmt en wat daar de oorzaak van zou zijn.

Aldus Bart Verheggen.

Ook in zijn betoog ontbreken inhoudelijke argumenten en wordt voorbij gegaan aan het feit dat de AGW-hypothese (AGW= ‘Anthropogenic Global Warming’) in strijd is met de waarnemingen en metingen en dus dient te worden verworpen. Voorts beweert hij dat veel media podium bieden aan de opvattingen van klimaatsceptici. Dat is reeds sinds vele jaren niet het geval. En hoe haalt Bart Verheggen het in zijn hoofd om te suggereren dat klimaatsceptici zichzelf voor de gek houden en zouden lijden aan een ‘miskend-genie syndroom’? En is het nu echt de taak van de overheid om dit soort weinig respectvolle, ja zelfs denigrerende denkbeelden met geld van de belastingbetaler te verspreiden?

De enige kritische noot in de klimaatpropaganda van de KIS-nieuwsbrief is afkomstig van Patrick van Schie, directeur van de Telders Stichting, het onafhankelijk wetenschappelijk bureau ten behoeve van het liberalisme, gelieerd aan de VVD.

Onder de titel, ‘Scepsis hoort een wetenschapper te sieren’, schreef hij:

Wie vraagtekens zet bij de these van de antropogene opwarming van de aarde, wordt met hoon overladen. Bijna alle wetenschappers zijn het erover eens dat de aarde opwarmt, dat de mens hieraan schuldig is, en er iets tegen kan ondernemen. Wie dit geloof niet deelt, valt dus de wetenschap aan.

Zelf zou ik niet weten of de these waar is. Maar het venijn richting de klimaatsceptici maakt mij achterdochtig. Dat er een (bijna-)consensus heerst over een these, maakt nog niet dat deze de waarheid bevat. Wetenschap komt meestal juist vooruit dankzij de enkeling die een consensus durft te betwisten. Natuurlijk heeft de minderheid evenmin automatisch gelijk, maar zij verdient wel op argumenten serieus te worden genomen. Verkettering door de meerderheid getuigt bepaald níet van een wetenschappelijk gelijk.

Er zijn twee aspecten van klimaatscepsis. Ten eerste wordt betwijfeld of er wel van een uitzonderlijke opwarming van de aarde sprake is. Het klimaat is namelijk altijd aan veranderingen onderhevig. Onze kennis over het klimaat in het verleden, dat wil zeggen in miljoenen ja miljarden jaren gemeten, is te gering om er met zekerheid iets over te kunnen beweren. Ten tweede zijn er sceptici die wel willen aannemen dat er nu een bijzondere opwarming plaatsvindt, maar zich afvragen of de mens daar werkelijk invloed op heeft gehad. Indien de mens geen merkbare invloed heeft op het klimaat, zijn maatregelen om opwarming tegen te gaan ook zinloos.

Beide tegenwerpingen verdienen het serieus te worden genomen. Ik ben geen deskundige, en volg het debat slechts op afstand. Maar betekent dit dat ik, en met mij de meerderheid van ondeskundige burgers, de zaak dan ook maar geheel aan de deskundige wetenschappers moet overlaten? Dat zou zo zijn, ware het niet dat op grond van de aanname dat de these waar is enorme claims op de politiek worden gelegd. Er worden klimaatdoelstellingen geformuleerd, die miljarden kosten en van invloed zijn op onze energieopwekking en -verbruik.

Maatregelen die niets kosten en die ook om andere redenen wellicht zinnig zijn – bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat wij in onze energievoorziening minder afhankelijk zijn van foute regimes (in het Midden-Oosten, maar ook Rusland) – verdienen serieuze overweging. Maar wie maatregelen bepleit die vele miljarden gaan kosten, zal richting de burgers die dit geld moeten opbrengen – alle ‘overheidsgeld’ bestaat immers uit door burgers en hun verbanden (bedrijven e.d.) te betalen belastingen – een overtuigend verhaal dienen te hebben. Het ‘gezagsargument’ – dé wetenschap zegt dat het nodig is – is geen argument. De belastingbetaler zal echt op inhoud moeten worden overtuigd.

Leve dus het debat. Of de klimaatsceptici gelijk hebben, weet ik als gezegd niet. Maar ik koester hen voor zover zij de klimaatgelovigen ertoe aanzetten hun these harder te maken. Dit dient de wetenschap. En uiteindelijk is zorgvuldige politieke besluitvorming erbij gebaat.

Aldus Patrick van Schie.

Met uitzondering van de waarschuwende woorden van Patrick van Schie, al met al weer een lawine van klimaatpropaganda. Wanneer gaat de knop nu eens om bij I & M?

PS,

Inmiddels is ook de Duitse versie van het recente artikel van Frits Bolkestein op de website van EIKE geplaatst: ‘Frits Bolkestein: Intellektuelle und Klima-Alarmismus.’

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.