Onder de kop ‘Nederland krijgt een topinstituut tegen klimaatverandering’ rapporteerde Frank Straver in Trouw:

Nederland wordt de thuisbasis van een nieuw, internationaal kennisinstituut voor actie tegen klimaatverandering. Staatssecretaris Sharon Dijksma (Milieu, PvdA) zet vandaag haar handtekening voor de oprichting van dit zogenoemde ‘Global Centre of Excellence on Climate Adaptation’.

Het gaat niet om actie die klimaatverandering stopt door het broeikasgas CO2 te verminderen. Het instituut gaat kennis bundelen en advies geven over manieren om met de gevolgen van klimaatverandering om te leren gaan. Klimaatadaptatie heet dat.

Effecten treden nu al op. Het lijkt onvermijdelijk dat ze sterker voelbaar gaan worden. Wereldwijd zijn er verhoogde risico’s op natuurrampen en extreem weer, waarschuwen de initiatiefnemers van het topinstituut.

Het kennisinstituut wil zorgen dat landen en organisaties zich beter kunnen wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dijksma zegt daarover: “Over de hele wereld worden mensen hard getroffen door de opwarming van de aarde. Het historische klimaatakkoord van Parijs laat zien dat aanpassing aan klimaatverandering even belangrijk is als het bedenken van oplossingen om klimaatverandering tegen te gaan. Als wij niet goed omgaan met klimaatverandering, dan zal het risico op natuurrampen, sociale en economische tegenslagen en politieke spanningen toenemen.”

Lees verder hier.

Het wordt dus niet zo maar een instituut, maar een ’top’instituut. Gewoonlijk blijkt pas na vele jaren rijping of wetenschappelijke instellingen werkelijk een toppositie weten te bereiken. Maar hier ligt die pretentie bij de oprichting al vast! Is dat niet een tikkeltje voorbarig?

Ja, en de initiatiefnemers waarschuwen voor allerlei klimaatverschrikkingen in de toekomst. Maar in het SREX-rapport van het VN-klimaatpanel (IPCC)– door velen gezien als de gouden standaard van de klimaatwetenschap – zijn geen trends in weersextremen geconstateerd, noch een verband met CO2 van welke oorsprong dan ook (menselijke of natuurlijke). Denken de politici en bureaucraten het beter te weten dan het IPCC? Of was het SREX-rapport niet alarmistisch genoeg naar hun smaak?

Men kan zich bovendien afvragen wat de meerwaarde is van wéér een nieuw instituut. Hebben we niet al genoeg instituten, zoals het KNMI, het PBL, het RIVM en Wageningen, die zich alle met dit soort problemen bezig houden? En laten we ook Rijkswaterstaat niet vergeten, die er voor verantwoordelijk is dat we hier droge voeten houden.

En hoe ingewikkeld is het nu om maatregelen te bedenken. De belangrijkste daarvan zijn al decennia, zo niet eeuwen bekend, bijvoorbeeld dijken bouwen en onderhouden alsmede grotere rioleringscapaciteit.

Opmerkelijk was overigens dat het KNMI niet onder de deelnemers werd genoemd. Voor hen kwam het initiatief als een grote verrassing. Ra, ra, wat zit daarachter?

Zou dit initiatief misschien mede moeten worden gezien als opvangplek voor klimaatbevlogen bewindslieden en politici die bij de komende verkiezingen buiten de boot dreigen te vallen?

Tijdens het recente lijsttrekkersdebat in Groningen opperde D66-leider Alexander Pechtold het lumineuze idee om Groningen als vestigingsplaats te kiezen voor het nieuwe klimaatinstituut, ter compensatie van het leed van de bodemverzakkingen. Ik ben er niet zeker van of de Groningers daarmee wel gelukkig zijn.

Voor mijn eerdere bijdragen over klimaat en aanverwante zaken zie hierhier, hier, hier en hier.