Er zijn in de laatste decennia ontwikkelingen in onze samenleving gaande die mij ernstig zorgen baren. Het blijkt dat de politiek op steeds meer terreinen besluiten neemt die in strijd zijn met gezond verstand. Gezond verstand en resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden steeds meer genegeerd. Het lijkt dat er in de politiek ideeën heersen, gebaseerd op bepaalde idealen, die prevaleren boven rationele argumenten. Hier is ook duidelijk sprake van modeverschijnselen. We zien dit vooral op het gebied van klimaat, energie, milieu, e.a. Hier wil ik een poging doen om dit probleem te analyseren.
Het lijkt mij dat er ook een sterk toegenomen streven is naar persoonlijke macht, niet alleen in de politiek, maar ook bij de overheid en in het bedrijfsleven. En vooral in de politiek is die macht als regel niet gebaseerd op relevante capaciteiten, maar op status. Soms worden er zogenaamde “deskundigen” geraadpleegd, maar die zijn meestal zorgvuldig geselecteerd op politieke voorkeuren. Verder zien we dat er bij het algemene publiek een voorkeur bestaat voor de ideeën van machthebbers boven die van vaklieden en wetenschappers. Die ideeën worden vooral gekenmerkt door eenzijdigheid. De grote vraag is waarom “het volk” zo gedwee meeloopt met de ideeën van de praatjesmakers.
Een ander aspect dat hier van belang is, is de voorkeur van de moderne mens voor allerlei soorten van bijgeloof. Wellicht heeft dit te maken met de teruggang in de belijdenis van het Christelijk geloof.
Het klimaat als probleemgebied is het bekendste voorbeeld van het succes van “macht door eenzijdigheid” van politici. In de jaren ’80 bleek het CO2-gehalte van de atmosfeer sterk te stijgen. Dit kwam waarschijnlijk door het toenemend gebruik van fossiele brandstoffen (er bestaan overigens ook andere verklaringen hiervoor). Verschillende wetenschappers dachten toen dat het mogelijk zou kunnen zijn dat de temperatuur van de atmosfeer daardoor geleidelijk zou stijgen. Dat werd de “broeikas-hypothese” genoemd. Omdat er in de jaren 1979-1998 inderdaad een lichte stijging van de wereldgemiddelde temperatuur in de atmosfeer werd gemeten (van ongeveer 0,4 °C), leek dit een bevestiging van de hypothese. Overigens deed deze temperatuurstijging zich voornamelijk voor op het noordelijk halfrond, en de CO2-stijging over de hele wereld. De “warming” was dus niet “global”.
Een ander belangrijk tegenargument was dat de temperatuur licht gedaald was in de voorafgaande drie decennia. En na 1998 hield de temperatuurstijging op, terwijl het CO2-gehalte van de atmosfeer vanaf 1945 tot nu voortdurend was gestegen. Inmiddels is de “broeikas-hypothese” op overtuigende manier weerlegd. De meeste politici hebben zich echter van deze hypothese meester gemaakt en doen net of het om een bewezen theorie gaat. Dit is gewoon niet waar, maar allerlei politici hebben hun status hierop gebaseerd en kunnen niet meer terug (vinden ze). Hun eenzijdige standpunt heeft hun machtspositie bevestigd. Het “klimaatalarmisme” is voor veel politici een machtsmiddel geworden.
Maar zelfs als de broeikashypothese wel juist zou zijn, dan kan de temperatuur van de atmosfeer in de toekomst door dit effect nooit meer dan nog 1 à 2 graden toenemen en dat heeft altijd nog meer voordelen dan nadelen. Er dreigt dus in het geheel geen gevaar.
Een duidelijk effect van CO2 op de gemiddelde temperatuur van de atmosfeer is overigens nooit aangetoond. Dit was slechts een verwachting, gebaseerd op (in vergelijking tot de atmosfeer) gesimplificeerd laboratoriumonderzoek.
Verder is het enige effect van een verhoging van het CO2-gehalte van de atmosfeer dat werkelijk is aangetoond, een aanmerkelijke toename van de plantengroei. Dit heeft uiteraard grote voordelen voor de voedselvoorziening van de mensheid.
Het gewone publiek kan inderdaad de indruk krijgen dat het klimaat soms verandert. Dat gebeurt voortdurend in honderden regio’s over de hele wereld. Als het hier warmer wordt, wordt het elders kouder en omgekeerd, zonder dat de gemiddelde temperatuur van de aardatmosfeer merkbaar verandert. Toevallig is in West Europa de temperatuur in het laatste kwart van de vorige eeuw merkbaar gestegen (ongeveer 1 à 2°C). Het oppervlak van West Europa is echter minder dan 1% van het aardoppervlak. Zo’n locale temperatuurstijging zegt dus niets over een eventuele “global warming”. Maar het is wel koren op de molen voor politici die de opwarming van de aarde preken.
Een heel bijzondere rol is weggelegd voor het “Intergovernmental Panel on Climate Change” (IPCC). Dit instituut selecteert en verzamelt wetenschappelijke publicaties over klimaatonderzoek en geeft daarover elke vijf jaar een dik rapport uit (de zogenaamde “Assessment Reports”). Maar de invloedrijkste publicaties van het IPCC zijn de “Summaries for Policy Makers”. Deze zijn in feite geen “summaries”, maar politieke commentaren en conclusies afkomstig van de leiding van het IPCC. Deze worden als propagandamateriaal verspreid. Het IPCC is in feite geen wetenschappelijke maar een politieke organisatie, gerund door politici en ambtenaren. De wetenschappers die bijdragen aan de “Assessment Reports” hebben beperkte invloed op de inhoud van de “summaries”. Die worden trouwens al meestal gepubliceerd vóór de “Assessment Reports”. Het is opmerkelijk dat veel politici dwepen met het IPCC, ik denk omdat die past in de gedachte van een toekomstige wereldregering.
Allereerst moet ik hier wijzen op de rapporten van het NIPCC (Non-governmental International Panel on Climate Change). Het laatste rapport heeft als titel: “Why Scientists Disagree about Global Warming” (2015). Dit rapport is gebaseerd op dezelfde artikelen als het IPCC-rapport, maar het is wetenschappelijk veel beter onderbouwd.
Belangrijke boeken die een overzicht geven van de klimaatproblematiek zijn geschreven door R.W. Spencer (The Great Global Warming Blunder, 2010), R.M. Carter (†) (Climate: The Counter Consensus, 2010) en Marcel Crok (De staat van het klimaat, 2010).
Wat er zoals allemaal is mis gegaan in de klimaatwereld is geanalyseerd door Tim Ball in zijn boek: ‘The Deliberate Corruption of Climate Science (2016).
Maar je ziet ze ook op andere gebieden dan die van het klimaat. We zien dit bijvoorbeeld ook gebeuren in de energiewereld. Een organisatie als Urgenda is daarvan een griezelig voorbeeld. De mensen van Urgenda verkondigen op een zelfverzekerde en arrogante wijze de boodschap dat Nederland in enkele tientallen jaren geheel op “duurzame” energiebronnen moet zijn overgegaan. Die boodschap is onzinnig. Ook de voorzitter van NLingenieurs doet hieraan mee. Overigens wordt het begrip “duurzaam” in deze redeneringen verkeerd gebruikt.
Bevlogenen beweren dat kolencentrales binnen afzienbare tijd overbodig zijn en moeten worden gesloten. En deze boodschappen worden, net als het klimaatalarmisme, zonder meer door de politieke elite overgenomen, ten koste van tientallen miljarden aan gemeenschapsgeld. Maar de bevlogenen blijven glimlachen, want zij hebben immers gelijk (vinden ze zelf) en ze hebben het beste voor met de mensheid (denken ze). Ook een politieke partij als Groen Links stelt er een eer in om dit soort waanideeën te prediken. En inmiddels heeft ons kabinet bekend gemaakt dat het inderdaad zal overwegen een aantal kolencentrales te sluiten. Maar ook als je werkelijk zou inzetten op windenergie heb je de volledige capaciteit van al die kolencentrales nodig om in de stroombehoefte te voorzien als het niet waait, of als het te hard waait.
Van eenzelfde dwaasheid is de rage die in de politiek heerst voor elektrische auto’s. Gemeentes zijn overal bezig om laadpalen aan te leggen, ten koste van veel geld en van algemene parkeerruimte. Maar waaróm weet bijna niemand. Elektrische auto’s hebben één belangrijk voordeel: minder luchtverontreiniging in de steden, maar dat argument wordt zelden gebruikt. Ze verbruiken echter méér brandstof dan gewone auto’s en ze veroorzaken dus meer CO2-uitstoot (wat overigens niet van belang is). Het rendement van een elektrische centrale plus hoogspanningsleiding plus transformator plus gelijkrichter plus accu plus elektromotor is namelijk lager dan het rendement van een olieraffinaderij plus benzinemotor. Net als windmolens (zie hierna) zijn ze dus alleen maar nadelig voor de energiehuishouding. Maar dat wil men niet weten. Het is mode en dus belangrijk.
Hoe kan dat allemaal? Hoe kan de mensheid zich zo laten misleiden en hoe kunnen de groen bevlogenen daarmee wegkomen? Ik geloof dat de oorzaak van deze stromingen veel dieper zit, en zich niet beperkt is tot huidige mode-onderwerpen als klimaat en energie.
Een analyse van wat er zoal is mis gegaan in de wetenschap is het boek “Science Friction; Wetenschap tussen crisis en vooruitgang“, van Arthur Rörsch (2016). Een uitvoerige studie van recente ontwikkelingen over de rol van de wetenschap in de samenleving vinden we bij C. Le Pair, “De toekomst achter ons” (2011). De schrijver kenmerkte deze ontwikkelingen met het woord “verduistering”, een beweging die tegengesteld is aan die van de “verlichting” van de laatste twee eeuwen en die zich vooral manifesteert sinds ongeveer 1970.
In het algemeen zien we dat veel ellende in de wereld is het gevolg van oorspronkelijk goed bedoelde initiatieven, waarbij onvoorziene neveneffecten uiteindelijk rampzalige gevolgen kregen, die niet tijdig werden gecorrigeerd of zelfs maar herkend. Soms kwam dat doordat een dictator ten koste van alles zijn ideeën wilde doorzetten (zoals Stalin en Mao, die daardoor tientallen miljoenen doden op hun geweten hebben). Voor hen ging het hoofdzakelijk om continuering van hun extreme macht. Maar de weg van eenzijdigheid naar macht kan zich ook voordoen in democratieën waar teveel macht in handen is van een kleine elitegroep of van één persoon, die zijn ogen sluit voor de werkelijkheid.
Het gekke is dat dit onbedoelde “kwaad” vaak niet voldoende wordt herkend. We hebben begrijpelijkerwijze meer aandacht voor het kwaad dat als kwaad bedoeld is, zoals misdaad en terrorisme. Zonder het gevaar daarvan te willen bagatelliseren, wil ik hier toch vooral aandacht vragen voor het meer verborgen kwaad dat voortkomt uit eenzijdige goede bedoelingen. Hiervan worden namelijk de gevaren en risico’s vaak niet tijdig herkend.
Ik denk dat het sleutelwoord van deze problematiek het woord macht is. Waar je ook kijkt in de wereld, zie je dat bij politici het streven naar macht in het algemeen de sterkste drijfveer is. En je ziet dat bij allerlei aankomende leiders, overal in de samenleving, niet alleen in de politiek. Het streven naar macht is veelal sterker dan het streven naar bevordering van het algemeen belang (zie ook Dolf van Wijk over “De Angstindustrie“, Climategate, 18-10-2015).
We zagen die eenzijdigheid het duidelijkst bij beruchte dictators. Mao en Stalin lieten liet mensen uit het eerste échelon uit de weg ruimen, omdat zij hij bang was waren dat een van hen wellicht ooit de macht van hem zou overnemen. De ideologie waren zij zelf en die moest ten koste van alles gehandhaafd worden. Maar de voorzitters van organisaties als Urgenda, Greenpeace, e.d., hoewel hun gevaar van een andere orde van grootte is, zijn toch in dit opzicht wel vergelijkbaar. Zij hebben een grote machtspositie verworven, die niet gebaseerd is op de waarde van hun ideeën noch op feitelijke kennis. En zeker niet op steun van “het volk”. Toch ondervinden ze weinig tegenstand, omdat ze door de politiek zijn geaccepteerd.
Wanneer je macht hebt, doet kennis niet meer ter zake, dus doen ook rationele argumenten niet meer ter zake. Maar wie verleent hen die macht? Allereerst de politici en verder de media. De media hebben een enorme macht die ze afleiden van de politiek. En de macht van de politici wordt gesteund door de media, die hen tegenwoordig onevenredig veel aandacht geven. Als een politicus iets beweert, ook al is dit evidente onzin, krijgt hij veel media-aandacht. En bijna altijd onkritische aandacht.
Streven naar “duurzaamheid” is tegenwoordig een nieuw geloof geworden. Het is losgerukt van zijn oorspronkelijke betekenis, de vertaling van het Engelse woord “sustainability”: iets dat in dezelfde toestand kan worden gehouden. Een “sustainable” wereld is een wereld waarin bij het bevredigen van de huidige behoeften die van het nageslacht niet in gevaar worden gebracht. Dit was een idee van Gro Harlem Brundtland (1987). Nu is “duurzaamheid” een modewoord geworden dat te pas en te onpas wordt gebruikt (waar Brundtland overigens al voor waarschuwde). Duurzaamheid slaat in de oorspronkelijke betekenis alleen op de gehele wereld en niet op bepaalde processen of producten. Het is tegenwoordig een reclameslogan geworden, die in feite nergens op slaat. De termen “duurzame groente”, “duurzame vis”, “duurzame vakanties”, “duurzame energie”, enz. zijn allemaal volstrekte onzin. Het zijn alleen reclame-kreten, die zoals de meeste geen werkelijke betekenis hebben.
We kunnen wel streven naar een duurzame wereld, ook al kunnen we die waarschijnlijk nooit meer echt bereiken. In de oertijd hadden we een duurzame wereld. De mensen aten in een bepaalde tijd niet meer beesten en planten op dan er diezelfde tijd aangroeiden. Maar nu verbruiken we alleen al enorme hoeveelheden olie, die niet meer aangroeien. Er worden overigens wel steeds meer olievoorraden ontdekt (meer dan wij verbruiken) en er bestaan aanwijzingen voor reusachtige olievoorraden op grote diepte, die van abiotische (dus anorganische) oorsprong zouden zijn. Hier is dus sprake van een tijdelijke “sustainability”: we brengen door het grote verbruik van olie de beschikbaarheid ervan voor toekomstige generaties nog niet in gevaar.
Het probleem blijft echter in principe bestaan: ooit raakt de olie een keer op, ook al duurt dat waarschijnlijk nog eeuwen. Maar wind- en zonne-energie zijn niet de oplossing, want die kosten meer geld en dus ook meer energie, dan ze ooit opbrengen. Wij moeten goed begrijpen dat iets dat economisch niet verantwoord is, ook niet bijdraagt aan een duurzame wereld.
Het werkelijke probleem in de wereld is namelijk de ARMOEDE. En om die te bestrijden heb je vooral goedkope energie nodig, bijvoorbeeld op basis van steenkool of kernenergie. Door het duurzaamheidsbeleid zullen armoede en ellende in de wereld alleen maar toenemen.
Onze minister van EZ zegt dat we om de in Europa afgesproken “duurzaamheids-doelstellingen” te halen, flink moeten investeren in windturbines. Deze kosten echter veel meer dan ze ooit kunnen opbrengen (zie bijvoorbeeld de berekeningen van Fred Udo en van Kees Le Pair), dus de Europese doelstellingen zijn evident onjuist. Toen de minister werd gewezen op tegenvallende resultaten van metingen van de opbrengsten van windmolens in andere landen, merkte hij op dat hij zijn beleid baseerde op modelberekeningen en niet op metingen (een standpunt dat in de wetenschap geldt als de allerergste ketterij).
Het is gebleken dat windmolens geen voordelen hebben, noch wat betreft het klimaat noch wat betreft energiebesparing (dit komt ook omdat de conventionele centrales, die nodig zijn om bij veranderende windsnelheden voldoende stroom te garanderen, een lager rendement hebben bij lagere capaciteiten, waardoor de winst van de goedkope windenergie grotendeels teniet wordt gedaan).
De gevolgen van grootschalige windenergie voor onze samenleving zijn rampzalig, omdat in feite vele miljarden worden weggegooid. En bovendien brengen windmolens ons verder af van een duurzame wereld, omdat ze meer energie kosten dan ze ooit opbrengen. Tevens wordt er door onze overheid gelijktijdig bezuinigd op werkelijk noodzakelijke uitgaven, bijvoorbeeld op de gebieden van gezondheidszorg, jeugdzorg, zwakzinnigenzorg, gehandicaptenzorg, ouderenzorg, allemaal voorzieningen die in onze moderne wereld onmisbaar zijn. Onze overheid beweert echter dat ze daar nu ineens onvoldoende geld voor heeft. Hoe kan onze overheid op noodzakelijke uitgaven bezuinigen en gelijktijdig vele miljarden per jaar verkwisten? En niet alleen onze overheid doet dat, maar ook die in vele andere westerse landen. Het bestuur van de EU geeft hierin het slechte voorbeeld.
De duurzaamheidspolitiek is blijkbaar gebaseerd op de simplistische gedachte dat de wind voor niets waait en dat windenergie dus gratis is. Maar windturbines en de bijbehorende installaties zijn duur, en de rente en afschrijving op de benodigde investering plus de kosten van onderhoud zijn aanmerkelijk meer dan de waarde van de stroom die zij kunnen leveren (alles per tijdseenheid berekend).
Bovendien heeft windenergie (evenals zonne-energie) twee principiële bezwaren: de energiedichtheid (W/m2) is laag en de energielevering varieert enorm. Ze vragen dus zeer grote oppervlakken en je kunt ze alleen op grote schaal toepassen als je ook geschikte systemen van grootschalige energieopslag hebt. En die zijn er nog niet. Bestaande systemen zijn veel te duur en geven te veel energieverlies.
Maar dat kan de huidige minister van EZ blijkbaar niets schelen. Hier wordt de zaak nog extra vertroebeld door bijvoorbeeld te zeggen dat een windpark zoveel megawatt levert, wat echter slaat op het geïnstalleerde vermogen. Hij levert dat alleen bij gunstige wind. De gemiddelde stroomopbrengst is meestal minder dan 20% van het geïnstalleerde vermogen.
Ook de stelling dat een windpark energie levert voor zoveel huishoudens is misleidend, want er zijn ook altijd conventionele centrales nodig die stroom moeten leveren wanneer het te zacht of te hard waait terwijl de mensen toch stroom nodig hebben. Ja, wanneer men voor een bepaald vermogen aan windturbines bouwt, moet er nog altijd voor hetzelfde vermogen aan conventionele centrales beschikbaar zijn om stroom te leveren als de wind uitvalt. De bouw van windmolenparken is dan ook in feite een nationale ramp, die bijdraagt aan de ruïnering van onze economie. Maar onze minister van EZ en de directeur van Urgenda hebben daar blijkbaar niets van begrepen. Of ze houden ons voor de gek, omdat ze hun machtsposities belangrijker vinden dan het landsbelang.
Of, simpeler gezegd, omdat het gewoon mode is.
(Wordt vervolgd.)
Dick Thoenes doet net alsof de broeikashypothese uit de jaren tachtig is. Wat hij verzwijgt:
“Het broeikaseffect is in de loop van de 19e eeuw ontdekt door de gecombineerde observaties van drie wetenschappers. In 1827 kwam de Fransman Joseph Fourier met het idee dat de temperatuur alleen verklaard kon worden door onzichtbare warmtestraling. De Engelsman John Tyndall maakte in 1861 resultaten bekend van laboratoriummetingen, waaruit bleek dat waterdamp en gassen als kooldioxide warmtestraling opnamen. Hij dacht dat variaties in die gassen klimaatveranderingen konden verklaren. In 1896 publiceerde de Zweed Svante Arrhenius berekeningen van temperatuurveranderingen op Aarde door variaties in de hoeveelheid kooldioxide. Een verdubbeling leidde volgens hem tot een opwarming van 4 tot 6 graden. In 1906 stelde hij dat echter bij naar 1,6 graden. Arrhenius wordt dan ook beschouwd als de ontdekker van de opwarming van de Aarde. ”
En de rest van zijn betoog? Ach ja, wat moeten we er van zeggen. Alles behalve wetenschappelijk. Laat ik er een paar onwetenschappelijke krenten uitpikken. Thoenes doet allerlei waarnemingen: Wat dacht u van deze:
Volgens Thoenes is er een sterk toegenomen streven is naar persoonlijke macht, die was er vroeger blijkbaar niet. ” Waar zijn bewering op gestoeld is? Een soort gevoel, een dikke duim. Thoenes gaat verder : “En vooral in de politiek is die macht als regel niet maar op status” [Goh, en dat was vroeger niet zo?] En tegenwoordig is iedereen zo bijgelovig volgens Thoenes. Tjonge, dat was vroeger natuurlijk ook niet zo.
En de rest van het verhaal? Soepsooitje met hutspot.
Nog een tje dan, te zot voor woorden.
” Inmiddels is de “broeikas-hypothese” op overtuigende manier weerlegd.”
Weerlegd? welke weerlegging? Thoenes ziet weerleggingen die er niet zijn. Waanbeelden.
Te zot inderdaad.
En ik blijf me (onverstandig) ergeren aan het feit dat deze zotheid door de lezer zomaar zou kunnen worden ge-interpreteerd als goede reden om de terechte kritiek elders op deze website op het Nederlandse energiebeleid dan ook maar als te zot voor woorden te classificeren.
Wat staat een weldenkend mens tegenwoordig te doen? Aan de ene kant de ‘groene’ misleiders en verraders die de mens als virus beschouwen en de moderniteit te gronde willen richten. En aan de andere kant de ‘klimaatsceptici’ die iets meer lijken te begrijpen van economie en techniek maar die zich hardnekkig belachelijk blijven maken door flagrante onzin over het wel en wee der klimaatwetenschap te publiceren.
Wat een nachtmerrie.
test
Hm. mijn berichten komen niet door.
Joris,
Ik weet niet hoe dat komt. Stuur maar naar mij op, dan zet ik je commentaar wel op de site.
h.labohm@freeler.nl
Politieke mode: Die houden we erin.
Mode is psychologische groepscreatie en socio-groepsformatie door marketing, mode is een rage overwegend gebaseerd op emotionele factoren, modepropaganda bevordert het groeps-/consensusdenken en wijst naar inhoudelijke kritiek als deviant.
Er zijn een aantal groene politieke modes die wel erg opvallend zijn.
* De windturbine: die doet niets aan het klimaat, en heeft 3/4 van het jaar een fossiele back-up nodig
* De woodpellets in kolencentrales: die vernielen moerasbossen in de USA en hebben een minder energetische waarde.
* De elektrische auto: De bespaart geen CO2 en is meer milieuvervuilend dan een fossiele brandstof auto
* Subsidiëring van elektrische auto’s , waarom eigenlijk, als ze niks bijdragen aan het klimaat.
* Biologische landbouw en veeteelt: is per definitie niet duurzaam vanwege aanzienlijk mindere opbrengst per hectare
* Biogewassen voor brandstof propageren, die concurreren op het schaarse agrarische potentieel, die daardoor de wereldvoedselprijzen opdrijven.
etc.
Zoals ik het begrijp kan de “broeikas hypothese” op twee manieren worden weerlegd.
a. Door aan te tonen dat de aarde geen (broei)kas is
b. Door aan te tonen dat de rol van oa CO2, het broeigas, verwaarloosbaar is.
Beide mogelijkheden zijn hier op Climategate verdedigd. Zo is verdedigd dat de aarde geen kas is door te verwijzen naar convectie. Ook is verdedigd dat CO2 geen rol kan spelen omdat de hoeveelheden in de atmosfeer verhoudingsgewijs gering zijn. Volgens de eerste bewering kunnen we extra warmte dus kwijtraken, terwijl dat in een kas wordt verhinderd. Volgens de tweede bewering wordt er gewoon weinig extra warmte veroorzaakt door de toename van CO2.
Ik weet niet of deze tegenwerpingen standhouden, maar ik kan wel begrijpen dat ze worden gemaakt.
Stel nou dat ze geen standhouden en dat we wel maatregelen moeten nemen. Dan is de zorg begrijpelijk, want als er moet worden samengewerkt, als de wereldgemeenschap (om maar eens een term te lanceren) moet worden ingeschakeld, wie gaat dat dan doen? Wie krijgt zeggenschap over wat? Die vraag hebben we helemaal niet opgelost, we navigeren volgens traditionele politieke routes naar nog meer overheid. Ik denk dat dit sommige mensen beangstigt en mijzelf eigenlijk ook. Bovendien, als de zittende macht zich deze agenda toe-eigent, dan zit ze sterker in het zadel en is politieke vernieuwing verder weg.
Als ik zeg politieke vernieuwing, dan klinkt dat misschien vaag, maar iedereen weet in welke richting deze vernieuwing moet plaatsvinden. Dat kun je namelijk zien door naar het verleden te kijken. Het individu neemt een steeds belangrijker plaats in. De gemeenschap verandert daarmee ook van karakter omdat ze niet langer zichzelf kan dienen ten koste van het individu. De gemeenschap wordt zelf dienend en geen doel in zichzelf. Dat kan alleen verder tot ontwikkeling komen als het machtstreven van individuen en groepen wordt verhinderd, want macht is erop gebaseerd dat je anderen in jouw wilsrichting meeneemt. Macht dient niet, maar wordt gediend.
De machtsvraag is dus een enorm relevante vraag. Als je door een kokertje kijkt lijkt het logisch dat de overheid moet ingrijpen om de “wereld” te redden. Als je het kijkvlak vergoot, dan zie je dat we niet voor één uitdaging staan, maar voor meerdere, waarbij onze politieke toekomst misschien wel de meest fundamentele is.
Waar is de weerlegging dan? Slechts een bewering:
“Ook is verdedigd dat CO2 geen rol kan spelen omdat de hoeveelheden in de atmosfeer verhoudingsgewijs gering zijn.”
Welke verdediging? Oh, wacht …. ‘omdat het aandeel klein gas maar klein is kan de opwarming niet plaatsvinden’….. En dat is dan de verdediging…. Giechel.
Herman,
Ik wacht nog steeds op het moment dat jij aantoont dat de klimaatgevoeligheid > 0,5 graad is.
Giechel
Dat kan ik niet aantonen beste Erik. Dat hoef ik ook niet omdat ik geen wilde beweringen gebaseerd op waanvoorstellingen doe zoals Thoenes verkondigt. Mijn bewering? Ik zal het nog maar eens herhalen: De klimaatgevoeligheid ligt tussen de NUL en TIEN graden. Zolang er geen duidelijke aanwijzing is dat de klimaatgevoeligheid kleiner is dan 1 graad is er geen aanleiding om de ingeslagen weg van mitigatie te onderbreken.
Goede bijdrage. Er is geen klimaatprobleem. Hoogstens een alarmisten en politiek probleem.
Enige feiten:
Tempo van opwarming 0,5 graad per eeuw.
CO2 verdubbeling leidt hoogstens tot 0,5 graad verhoging.
De hoeveelheid zeeijs neemt toe sinds 2000, ondersteuning van de hiatus.
Dus nauwelijks iets om je druk over te maken.
Huh? Klimaatgevoeligheid is 3.7 x dT / dRF. Wanneer is die lager dan 0.5 geweest Erik? dT is tegen de 1 zeg je zelf al, CO2 toename is 40%. Nog een keer rekenen a.u.b. En voor het geval je de opwarming van de 1e helft 20e eeuw niet aan de mens wil toeschrijven (waarvoor begrip) doe het dan over een meer recente periode, desnoods waarin de zon in kracht afnam om die invloed uit te sluiten.
Uitdaging voor Dick Thoenes: probeer je uitspraak “dan kan de temperatuur van de atmosfeer in de toekomst door dit effect nooit meer dan nog 1 à 2 graden toenemen” eens door de mensen die je aanhaalt (Spencer, Crok) bevestigd te krijgen.
Guido, ik volg een geheel andere, simpele lijn. Het komt hierop neer, klimaatfysici berekenen de temperatuur verhoging op aarde als gevolg van de totaal aanwezige broeikasgassen en komen zo tot 33 graden opwarming.
Ik doe hetzelfde, maar ik verhoog eerst de totale concentratie broeikasgassen met 280 ppm. En zie dan krijg ik er niet 33 graden uit, maar 33,5 graad. (Stephan-Boltzman is gebruikt)
Mijn conclusie is dan dat CO2 verdubbeling tot 0,5 graad temp. verhoging leidt.
Dus een kleine rimpeling van 280 ppm op het totaal aan broeikas gassen, heeft een (evenredig) kleine rimpeling op de gevonden 33 graden opwarming tot gevolg.
En inderdaad Herman heeft gelijk, 0,5 graad is tussen nul en tien.
Het energietransitiemodel zoals dat nu globaal op koers is gelegd, draagt veel eigenschappen in zich van de klassieke utopie, van het “grote plan” en de “finale oplossing”. Feiten en gezond verstand zijn al lang niet meer aan de orde. Zie ook de Franse Revolutie, Lenin, Stalin, Mao en Hitler. Utopieën ontlenen hun aantrekkingskracht aan het feit dat ze nooit kunnen worden gerealiseerd.
Het is veel aantrekkelijker om een onbereikbaar doel te kiezen dan een bereikbaar doel . Voor een onbereikbaar doel hoef je namelijk geen verantwoording af te leggen en heeft een abstracte zuiverheid, die je moeilijk kunt aanvallen of weerleggen. Immers iedereen heeft de plicht om de aarde te redden, die volgens de utopisten “in gevaar” is.
Het verheven doel en de abstracte zuiverheid levert de utopisten een aantal diabolische bijproducten, waarvan de contouren nu al zichtbaar worden:
a) Macht
b) Afwezigheid van verantwoording en aansprakelijkheid.
c) Het recht en mandaat om krachten en groepen die de “finale oplossing” in twijfel trekken of aanvallen, te sanctioneren.
Het is maar de vraag of die ontwikkeling doorzet. Ik denk het niet. Immers de harde grenzen van de transitie worden nu al bereikt, terwijl we nog maar nauwelijks uit de procesfase zijn. En, protagonisten en schuivers van producten die de transitie faciliteren, moeten steeds grotere reservoirs met demagogie en retoriek aanspreken om hun producten aan de man te brengen. Ook is de huidige maatschappelijke orde een andere dan die in de tijd van Stalin, Hitler of Mao, met mondige, berekenbare en kritische bevolkingen en sterke instituties en veel ingesleten conventies. We wachten het af.
Re; de Poorter
Nadat u “sanctioneren” in het woordenboek hebt opgezocht zult u denk ik een ander woord kiezen, met een tegengestelde betekenis.
Beste C.W. Schoneveld,
Ik geef het grif toe; Als Zeeuws-Vlaming bedien ik me soms uit het rijke Vlaamse taalpatrimonium, met zijn lelijke maar ook soms aangename gallicismen. Sanctioneren is inderdaad een lelijk gallicisme met (helemaal in de Vlaamse stijl) wel degelijk een dubbelzinnige betekenis. Het betekent zowel “ratifier” als “punir”. Ik hoop dat je het laatste begrepen hebt uit de context van mijn verhaal. Niets is wat het lijkt in het Vlaams.
Applaus mijnheer Dick Thoenes!
BV NL kan wel wat meer mensen als u gebruiken, héél veel meer als je het mij zou vragen.
Ik hoop meer van u te mogen horen/lezen.
Wat het klimaat betreft, wil ik sommige kritische lezers (met name Herman Vruggink en Guido van der Werf) aanraden wat meer literatuur te lezen. Ik kan de volgende ingangen aanbevelen:
De rapporten van Nongovernmental International Panel on Climate Change (NIPCC), met name de laatste van 2015 getiteld “Why Scientists Disagree about Global Warming”, door Robert M Carter (†), Craig Idso en S. Fred Singer.
Het boek “The Great Global Warming Blunder” van R.W. Spencer (2010) met 116 literatuurverwijzingen.
Het boek “Climate, the Counter Consensus” van R.M. Carter (†)(2010) met 354 literatuurverwijzingen.
De schrijvers zijn klimaatwetenschappers van internationaal topniveau.
Als inleiding kan ik aanbevelen het boek “De Staat van het Klimaat” van M. Crok met 364 literatuurverwijzingen.
Voor een nabeschouwing lees hoofdstuk 7 van het boek “Science Friction” (2016) van Arthur Rörsch.
Crok en Rörsch behoren tot de meest deskundige personen op klimaatgebied in Nederland.
Lees deze boeken, hierdoor kan je zeker nieuwe ideeën opdoen. En verouderde ideeën (zoals de broeikastheorie) verwerpen. Als ik deze zaken uitleg geloven jullie mij toch niet, want ik ben immers maar een eenvoudige onderwijzer.
–
Thoenes heeft niet beter om net te doen alsof Vruggink en Guido van der Werf nooit iets lezen…. Ach ja natuurlijk. Wat een zwakke argumentatie: “hier, je moet dit boekje maar eens lezen….”
Ik ben niet degene die claimt een bewijs te hebben. Dat doet Thoenes. En volgt dat bewijs uit zijn verwijzingen? Welnee ! Ik hou het heel simpel: klimaatgevoeligheid ligt tussen NUL en TIEN graden. Veel schattingen wijzen op een range tussen 1 en 3 graden. Hilarisch dat Thoenes verwijst naar Crok. Uitstekend, prima, zullen wij dan maar de schatting van Crok & Lewis volgen? ook tussen 1 en 3 graden…. dus. Weet je wat jij eens moet lezen beste Dick? Ga jij het rapport van Crok & Lewis maar eens lezen.
Het begrip “klimaatgevoleigheid” is een vergissing. Die is gedefinieerd als de temperatuurstijging bij verdubbeling van het CO2 gehalte. Dit is in strijd met de wet van Lambert Beer (1852). In werkelijkheid heeft de maximale temperatuurvehoging een limiet.
Volgens mij heeft Hans Erren je dat al eens uitgelegd. https://klimaathype.wordpress.com/2015/12/14/over-de-verzadiging-van-het-co2-spectrum/
Wat snap je niet van zijn uitleg beste Dick?
Herman, misschien kun jij de uitleg van Hans Erren even nader toelichten. En vooral ook waarom zijn laatste figuur niet goed is?
Erik, Het lijkt mij veel meer logisch om de vragen die je hebt direct aan Hans Erren zelf te stellen. De comments onder dat blog zijn gesloten, maar er is vast wel een andere manier om hem te bereiken.
Ik lees nog wel mee hoor:
https://klimaathype.wordpress.com/2016/07/01/open-discussie-over-dick-thoenes/
Nou Erik, ik ben erg benieuwd naar je vragen aan Hans Erren…
Kom op Herman, jij komt aanzetten met Hans Erren “Wat snap je niet van zijn uitleg beste Dick?”, suggererend dat jij het wel snapt in tegenstelling tot Dick. Dan vraag ik jou wat jij dan kennelijk wel snapt en geef je niet thuis. Slap hoor Herman.
Overigens heb ik er wel eens over ‘gesproken’ op deze blog met Hans en had ik daarna geen vragen meer. Dacht dat ik het snapte. Behalve misschien de laatste doorgehaalde figuur op zijn blog.
Beste Erik, Het verhaal van Hans Erren is zo duidelijk dat zelfs ik het heb begrepen. En dat wil heel wat zeggen. En dan vraag jij mij een toelichting te geven? Wat wil je nou toch man. Je vraagt mij hoe het zit met die grafiek? Hans Erren is zo vriendelijk om alle ruimte te geven voor vragen en heeft een draadje voor je opengesteld. Kom op, heerschap Zuidema, voor de draad er mee, welke brandende vragen heb je?
Hier Erik, een draadje helemaal speciaal voor jou…. https://klimaathype.wordpress.com/2016/07/01/open-discussie-over-dick-thoenes/
Bedankt Herman, jij geeft Hans Erren dus gelijk in zijn discussie met Dick Thoenes? Of heb ik dat verkeerd begrepen.
Erik, Wat ik van Erren lees is een goed opgebouwd verhaal. Waar het om gaat:
“……… dat voor het bereik van alle IPCC scenario’s de logaritmische relatie juist volgt uit de wet van Lambert-Beer. De afwijking van die logaritmische relatie vindt pas plaats bij concentraties rond de twee procent.”
Vervolgens komt daar geen antwoord meer op van Thoenes. Maar wat betreft gelijk of ongelijk hou ik wat de theorie betreft gerust alle deuren open. Dat is niet aan mij. Het maakt voor mij persoonlijk ook niet zo veel uit. Ik heb genoeg gehoord om te oordelen dat de AGW aannemelijk is en ook is het helaas aannemelijk dat het niet stopt bij 1 graad….
De berekening kan ik volgen, de implicaties niet Herman. Hans kijkt eigenlijk alleen naar absorptie van CO2 nabij 15 mu. Maar er zijn meer CO2 absorptie pieken.
Ik heb er ook moeite mee dat Hans kennelijk waterdamp of wolken alleen meeneemt als feedback.
Waarom niet als primaire belangrijkste forcing?
Waterdamp heeft grote invloed, vergelijk de situatie zonder waterdamp, als in de Sahara, met het iets zuidelijker gelegen tropisch woud met veel waterdamp.
Beide gebieden ongeveer evenveel CO2, maar groot verschil in waterdamp en groot verschil in temperatuur.
Wat denk jij ervan Herman?
Erik,
Waterdamp is inderdaad een feedback en geen forcing. De hoeveelheid waterdamp die de lucht kan opnemen is afhankelijk van de temperatuur.
Als het dus warmer wordt zal er meer water verdampen, zal de lucht meer waterdamp bevatten en koelt het minder snel af want H2O is ook eenbroeikasgas, dat werkt de andere kant ook op.
Vandaar dat een relatief kleine forcing zoals bijvoorbeeld de vernadering van de stand van de aardas tov de zon als gevolg van de milankovich cycly ook zulke grote gevolgen hebben.
Het koelt iets af -> de lucht kan minder waterdamp bevatten -> minder broeikas gas -> verdere afkoeling.
En natuurlijk in dat geval ook CO2 als feedback en niet als focrcing
Het koelt iets af -> de oceanen nemen meer CO2 op -> minder broeikas gas -> verdere afkoeling.
Hoe komt Vruggink er toch bij dat de broeikastheorie zou oud als de weg naar Kralingen is?
Het idee is inderdaad begin 19de eeuw geopperd. Sinds begin 20ste eeuw niet meer aangehangen De Encyclopeadia Britannica bevat uitgebreide hoofdstukken over meteorologie en klimatologie. In de drukken 1932 (vol 5 p 814-827) en 1964 (vol 5 p 914-927) zal men de term broeikas niet aantreffen. Noch de term broeikasGAS. Bij de Villach conferentie 1980 is de theorie weer opgegraven, zonder er experimentele ondersteuning in situ aan te geven. (Dat kon men overigens begin 19de eeuw ook niet)
Klimaat theorieën zijn op zich natuurlijk niet van vandaag of gisteren. Hun historische ontwikkeling is aardig te volgen aan de hand van de oude Britannica’s. Voor de stand van zaken in 1964, zie pagina 927:
The broad pattern of climate change since the end of the Ice Age is consistent with the hypothesis of an alternate weakening and strengthening of the planetary atmospheric circulation, associated with alternate pole-ward and equator-ward shifts of the wind zones. At times of minimum circulation the circumpolar belt of west winds contracts and anticyclones are frequent in middle latitudes. Winds are variable, rainfall is small and the climate ‘continental’, with cold winters and warm summers. When the circulation is stronger, westerly winds predominate, storms are more frequent and penetrate into lower latitudes; the rainfall is heavier and climate more ‘oceanic’. This with a few short interludes was the general condition after A.D. 1200
Bij de Villach conferentie haalde men echter de GAS theorie weer op. Wellicht zullen we het ter zijner tijd zien als een terugkeer naar een alchemistische benadering.
Tja hoe zou Vruggink er nou bij komen. Het broeikaseffect is in de loop van de 19e eeuw ontdekt door de gecombineerde observaties van drie wetenschappers. Te weten Joseph Fourier in 1827 John Tyndall in 1861 en in 1896 Arrhenius. En dat het dan niet opgenomen is in de Encyclopeadia Britannica uit 1932…. Wat zou dat zeggen eigenlijk?
Prima Arthur dat je het bewijs in de vrije atmosfeer onvoldoende acht, maar ga niet doen alsof het tegendeel bewezen is. En dat laatste doet Dick Thoenes zonder dat hij daar maar enige geloofwaardige onderbouwing voor geeft. Hij roept: die opwarming? “Dat is toeval !” Hoe sterk is dat argument….
En eigenlijk zeg je Arthur: In de Encyclopeadia van 1932 staan geen nobelprijs winnaars van 1903 of er is ook niet te vinden waarvoor ze deze hebben ontvangen….
https://www.britannica.com/biography/Svante-August-Arrhenius
Hoe geloofwaardig is dat….
Nobelprijs Arrhenius 1903?
Sorry, maar die kreeg hij niet voor zijn ‘klimaatonderzoek’. Was gebaseerd op elektrische geleidbaarheid van oplossingen
Begin 20ste eeuw heeft hij moeten toegeven dat de interpretatie van zijn IR metingen niet correct was. Daarom maakt de Britannica er geen melding van.
Nobelprijs winnaars zijn ook niet onfeilbaar. In Science Friction kun je een opsomming vinden van voorbeelden van vele grote geleerden ‘die vergissingen’ hebben gemaakt. (Newton,Brahe, Liebig, Helmholtz. Kirchoff, Kelvin). En voorts een verwijzing naar de literatuur wat daar de oorzaak van is.
Barber, Bernard. 1961. “Resistance by scientists to scientific discovery: this source of resistance has yet to be given the scrutiny accorded religious and ideological sources.” Science 134, pp. 596-602.
Voorts, ik zeg (in Science Friction) ook niet zo sterk als Thoenes dat het tegendeel van het CO2 broeikaseffect is bewezen. (Met dank aan zijn verwijzing naar hoofdstuk 7 en de appendix III ”Uitwerking van de alternatieve visie op de werking van het aardse broeikaseffect.” Met literatuurreferenties waarom de broeikasgastheorie twijfelachtig is.).
Mijn stelling is dat vasthouden aan de broeikasGAS theorie, een ernstige belemmering is voor de vooruitgang van de klimaatwetenschap. Met suggesties in paragraaf 7.6 ‘ Vooruitzichten bij het klimaatonderzoek’ hoe we belemmeringen kunnen doorbreken.
Daar heb je gelijk in. Bovendien kan je Arhenius er van verdenken dat hij invloed heeft gehad op zijn eigen toekenning. Hij was tenslotte nauw betrokken bij het hele nobel prijs gebeuren….
Neemt niet weg dat de broeikastheorie wel degelijk al in de 19de eeuw ontwikkeld is. Maar niemand stond er vervolgens bij stil dat CO2 aan het stijgen was.. Dat werd pas in de tweede helft 20ste eeuw duidelijk na meting vanaf de vijftiger jaren. Waar het omgaat en wat ik Thoenes verwijt: Hij doet net alsof er eerst metingen waren en dat vervolgens pas in de tachtiger jaren daar een hypothese bij bedacht werd. En dat is niet waar.
Heb je zijn boek eigenlijk gelezen? Zo niet, hier staat deze digitaal.
http://archive.org/stream/worldsinmakingev00arrhrich#page/n7/mode/2up
Het blijkt daaruit dat hij ook al nadacht over de gevolgen voor de Aarde…
Inderdaad het boek van Arrhenius zelf heb ik niet gelezen. Wist niet van het bestaan. Dank voor attendering daarop.Wellicht vooral interessant om de daarop volgende misvattingen over klimaat issues in historisch perspectief nog eens nader te bekijken.
Interessant, ik ga dit boek zeker lezen. Arrhenius schrijft bijvoorbeeld op pagina 63:
We often hear lamentations that the coal stored up in the earth is wasted by the present generation without any thought of the future, and we are terrified by the awfull destruction of life and property which has followed the volcanic eruptions of our days. We find a kind of consolation in the considerations that there, as in every other case, there is good mixed with evil. By the influence of the increasing percentage of carbonic acid in the atmosphere, we may hope to enjoy ages with more equable and better climates, especially as regards the colder regions of the earth, ages when the earth wil bring forth much more abundant crops than at present, for the benefit of rapidly propagating mankind. (pagina 63)
Het lijkt wel of hij climategate leest???
yep, hij woonde in Zweden, hij zag het wel zitten :) Hij voorzag de mogelijkheid om te ontsnappen aan ijstijden…
Ik houd me in ieder geval warm aanbevolen voor meer literatuurtips van de vaders van de “broeikastheorie”
Arrhenius heeft in zijn publicaties van 1896 en 1906 beschreven dat lucht die H2O of CO2 bevat infrarood absorbeert en dus warmer wordt. Hij meende dat hij hiermee het einde van de ijstijden kon verklaren. Mogelijk gebruikte hij het woord “broeikaseffect”, maar dat is niet zeker. Enige jaren later hebben Zweedse collega’s, zoals Knut Ångström, zijn metingen en zijn theorie bekritiseerd. Later kwam kreeg men toch het idee dat de heersende temperatuur van de atmosfeer mede bepaald werd door het broeikaseffect van H2O en CO2 (dat is overigens nog steeds niet zeker). In de jaren ’80 is deze theorie weer van stal gehaald (onder andere door Bert Bolin, ook een Zweed). Men had gemeten dat het CO2 gehalte van de atmosfeer merkbaar toenam en men onderzocht de mogelijkheid dat hierdoor de temperatuur van de atmosfeer zou kunnen stijgen. Dit werd het “extra broeikaseffect” voor de atmosfeer genoemd. Later bleek dat de analogie tussen de atmosfeer en de broeikas helemaal niet klopte, omdat er in de atmosfeer belangrijke verticale stromingen van lucht en van waterdamp optreden. Verder wordt het overgrote deel van het door de aarde uitgezonden infrarode straling geabsorbeerd door wolken en waterdamp. Het opwarmende effect van CO2 wordt bovendien grotendeels teniet gedaan door negatieve terugkoppelingen, zoals de verdamping van water. Overigens wordt nu reeds ongeveer 85% van het infrarood geabsorbeerd, zodat verdere stijging van het CO2 gehalte niet zoveel effect meer kan hebben (1 à 2 graden maximaal).
Ondanks kritiek is volgens mij de broeikas theorie nooit weggeweest of vergeten. En is deze pas in de jaren tachtig van stal gehaald? Zo lees ik op wiki het volgende:
“In 1966, Esso scientist James Black and the National Academies of Science published a report that the rate of build-up of carbon dioxide (CO2), the main contributor to climate change, in the atmosphere corresponded with the rate of production of carbon dioxide by human consumption of fossil fuels.”
Meekoppeling of tegen koppeling ik vind het allemaal prima, klinkt voor mij beiden aannemelijk. En een ieder mag daar het zijne over denken. Maar het lijkt als volgt te gaan:
1. Roepen dat de klimaatwetenschap geen sluitend bewijs heeft
2. Vervolgens met een eigen theorie komen en klakkeloos dat verkondigen als waarheid. Bewijs? dat is opeens niet nodig, het is zo.
Tja, en dat laatste gaat er bij niet in.
Verzadiging 2-7-2016
We zijn terug bij de interessante discussie tussen Dick Thoenes en Hans Erren in december 2015. Waarbij Hans tot de conclusie komt dat de bijdragen van de flanken van 15 mu lijn nog lang niet verzadigd zijn bij de huidige concentratie CO2 en als men de absorptie daarvan in aanmerking neemt de verzading pas een asymptoot (limit) bereikt bij 2 %. En dat we dus halfweg deze verzadiging zijn bij de huidige concentratie.
De vragen die hierbij echter rijzen zijn: (a) hoe komt de absorptie in de andere lijnen tot stand en (b) wat is de wisselwerking met de overlappende lijnen van de aanwezige H2O band in de atmosfeer?
CO2 rond het 15 mu gebied heeft boven deze hoofdlijn nog acht andere excitatieniveaus maar die zijn niet onafhankelijk van die van de hoofdlijn.
Ad (a) De 15 mu hoofdlijn ontstaat uit een primaire absorptie die het molecuul vanuit zijn grondtoestand naar de eerste aangeslagen toestand brengt. De andere lijnen kunnen ontstaan doordat uit deze eerste aangeslagen toestand fotonen met andere golflengten de acht hogere aangeslagen toestanden in een cascade opwekken. Het ontstaan van die acht andere excitatie niveaus is daarmede afhankelijk van de levensduur van de eerste aangeslagen toestand.
Die is op zich opmerkelijk lang (0.9 sec). Wat is nu het lot van deze eerste aangeslagen toestand? (1) Ze kan terugvallen in de grondtoestand en een foton uitzenden. Levert daarmede geen bijdrage aan de temperatuurstijging van de gassen (N2 en O2) in de omgeving. (2) die bijdrage ontstaat door botsingen met deze gasmoleculen waarbij de potentiële energie van de aangeslagen toestand in kinetische energie wordt omgezet. (hcv-> kT). Dit is het overwegende proces dat plaats vindt omdat deze botsingen zeer frequent plaats vinden. Daarom warmt IR straling ten principale op en noemen we IR in het Nederlands ook wel warmtestraling. Als gevolg dus van het ontstaan van de eerste aangeslagen toestand die vervolgens grotendeels in kinetische energie wordt omgezet.
Wat kan nu de bijdrage zijn van de veel geringere hoeveelheid hoger aangeslagen toestanden, omdat de overlevingskans van de eerste aangeslagen toestand gering is, aan de warmteoverdracht naar de omgeving, als ze niet spontaan terugvallen naar de eerste aangeslagen toestand?
Een complicatie is dat die hoger aangeslagen toestanden niet alleen ontstaan door absorptie van extra fotonen met andere golflengten dan die de eerste aangeslagen toestand opwekken, maar dat ook de uitwisseling (door botsingen) de kT van de omgeving vanuit de grondtoestand de hogere aangeslagen toestanden opwekt.
Die hogere kT lijkt echter primair overwegend te zijn opgewekt door de primaire overgang grondtoestand naar eerste aangeslagen toestand.
Dit werpt dus de principiële vraag op of toenemende absorptie bij CO2 concentratie verhoging, de bijdragen van de flanken ook werklelijk een effect kan hebben op de
overdracht van hcv-> kT. Dus aan de temperatuurstijging.
Heeft Hans hierover nagedacht? Waar het hierom gaat is dat zijn redenering dat toenemende concentratie van CO2 in de flanken tot toenemende absorptie een gevolg moet hebben voor de absorptie als zodanig nauwelijks lijkt te betwisten. Maar of dat nu ook werkelijk een effect kan hebben op de energie (warmte) overdracht van aangeslagen moleculen op een niveau boven de grondtoestand moleculen blijft voor mij twijfelachtig.
Ad (b) wat is de wisselwerking met de overlappende lijnen van de aanwezige H2O banden in de atmosfeer?
Het lijkt vrij duidelijk dat het merendeel van de door het oppervlakte uitgezonden golflengten ook in het 15 mu gebied van CO2, door H2O worden geabsorbeerd. En dat dus H2O met zijn hogere concentratie de belangrijkste oorzaak is waarom energie (warmte) in de atmosfeer wordt vastgehouden.
Men kan zeker de beschouwing van Dick T over Lambert Beer wat kortzichtig noemen. Omdat hij slechts één golflengte (15 mu) bekijkt . Maar het is wel de golflengte die, mijns inziens, de meest cruciale rol speelt in de wisselwerking ingevangen hcv naar afgedragen kT.
En dat is ook de mening van meerdere fysici die iets van de moleculaire fysica va het gedrag van CO2 begrijpen waarmee ik het laatste jaar van gedachte heb gewisseld. Zij erkennen dat de flanken van de 15 mu lijn bij toenemende concentratie van CO2 een invloed zullen hebben op toenemende absorptie. Maar met twijfels op welke gronden dit ook in een temperatuurverhoging zou moeten resulteren .
Van Vruggink verwacht ik geen verdere intellectuele inbreng, De voorgaande beschouwing gaat waarschijnlijk zijn begripsvermogen te boven. Maar met belangstelling zie ik commentaar van andere meelezers tegemoet.
In 1965 werd president Johnson gerapporteerd dat door de verbranding van fossiele brandstoffen het klimaat op aarde in een snel tempo kan veranderen. (Revelle et al 1965)
In 1966 publiceerde Esso wetenschapper James Black & the National Academies of Science een rapport dat CO2 de grootste oorzaak is van klimaatverandering en dat deze gelijke voet zal houden met de toename van menselijke uitstoot door verbranding van fossiele brandstoffen. En laat ik een citaat geven uit de abstract van Manabe and Weatherald (1967) : ” according to our estimate a doubling of CO2 has the effect of raising temperature by about 2 degrees.”
Het is maar een bloemlezing. Moet ik werkelijk verder gaan? Stapels papers die VOOR 1980 AGW onderzoeken of bevestigen. Maar Thoenes beweer zonder blikken en blozen dat pas ergens in de tachtiger jaren de AGW theorie weer van stal is gehaald.
Nu hebben wij de volgende mogelijkheden:
a. Thoenes heeft nooit de moeite genomen een letter over dit onderwerp te lezen,
b. Thoenes is vergeetachtig,
c. Thoenes wil zijn toehoorders verhaaltjes op de mouw spellen.
U mag het zeggen.
“Het is maar een bloemlezing. Moet ik werkelijk verder gaan? ”
Gaarne Herman, interessant.
Erik 2-7-2016 11.50 pm . Geschiedenis CO2 doctrine
Natuurlijk zijn er altijd wel individuele wetenschappers geweest die de Arrhenius theorie zijn blijven aan hangen, zoals bijvoorbeeld Revelle.(1965) (Dat was overigens een oceanograaf die de opname van CO2 in de oceanen bestudeerde, geen stralingsfysicus.) Zo ook Calandar al in 1938. In 1951 komt de American Meteorological Society echter nog met de stellingname: ‘that carbondioxide can alter climate was never widely accepted and was abandoned when it was found that all the long wave radiation (that might be) absorbed by CO2 is already absorbed by water vapor’
Waar Thoenes op doelt is, dat the consensus over het effect van CO2 op AGW onder de main stream klimatologen begint te groeien in de jaren na 1980. hoewel Bolin en Hansen, later invloedrijk in het IPCC circuit, daarop eerder hadden gewezen. Echter in 1979 nog, bij de eerste wereld klimaat conferentie van de WHO in Geneve konden de gedelegeerden het niet eens worden over het AGW effect. Bij de Villach conferentie in 1980 werd de pressure group gevormd waaruit het IPCC zou voortkomen.
De huidige stand van zaken, Mijns inziens is het nog steeds opvallend hoe weinig IR stralingsdeskundigen, IR spectroscopisten bezig zijn om het bewijs te leveren dat CO2 al dan niet een significant effect kan hebben.
Tussen de twee kampen – enerzijds de protagonisten en anderzijds de extreme antagonisten – die elk te verwachten effect van CO2 op het klimaat afwijzen – bevindt zich een kleine groep respectabele theoretisch-fysici en spectroscopisten die de modelberekeningen in IPCC-rapporten betwisten wat de grootte van het CO2-effect betreft. Zo komt bijvoorbeeld Harde in een recente publicatie (2013) op theoretische grondslagen tot de conclusie dat protagonisten het voorspelde effect ten minste 30 % overdrijven. Kort samengevat schrijft Harde deze overdrijving toe aan de overlap van het IR-spectrum van CO2 met dat van waterdamp. Voor golflengtes die in de atmosfeer worden geabsorbeerd – afkomstig van de Zon en het oppervlak – geldt dat zij slechts één maal, door één van beide kunnen worden opgenomen en een opwarming van de atmosfeer kunnen veroorzaken. Daarmee is echter nog niet bestreden dat CO2 toch wel een bijdrage kan leveren aan de vertraging van de IR-uitstraling van de atmosfeer naar het heelal (het broeikaseffect), met het gevolg dat de warmte-inhoud van de atmosfeer iets toeneemt. De meer extreme antagonisten stellen dan dat dit reservoir klein is in vergelijking met andere (zie figuur appendix III-12 in Science Friction) en nauwelijks een significante bijdrage aan het broeikaseffect – dat op zich zelf onmiskenbaar is – kan leveren. Zo zou de berekening van Harde van een 30% bijdrage van CO2 op zich ook nog overtrokken kunnen zijn.
Indien Thoenes bedoelt dat the consensus over het effect van CO2 op AGW onder de main stream klimatologen begint te groeien in de jaren na 1980 dan lijkt mij dat hij toch mans genoeg is om dat zo op te schrijven? Maar wat schrijft Thoenes?
“In de jaren ’80 bleek het CO2-gehalte van de atmosfeer sterk te stijgen. Dit kwam waarschijnlijk door het toenemend gebruik van fossiele brandstoffen (er bestaan overigens ook andere verklaringen hiervoor). Verschillende wetenschappers dachten toen dat het mogelijk zou kunnen zijn dat de temperatuur van de atmosfeer daardoor geleidelijk zou stijgen”
En dat geeft natuurlijk een totaal ander beeld. Namelijk:
1. Vaststellen dat de CO2 begint te stijgen
2. Dat zou misschien wel van fossiele verbranding kunnen komen
3. Misschien heeft het ook wel iets te maken met de temperatuurstijging die we nu waarnemen de laatste 15 jaar.
Het is niet alleen een totaal ander beeld, maar ook een misleidend beeld wat Thoenes zijn toehoorders voorspiegelt. Het is geschiedvervalsing. De feiten zijn anders.
Herman 3-7-2016 12.52 pm
Ben je niet erg aan het muggenziften ?
Voor mij is het beeld niet totaal anders. Zoals we beiden constateerden waren er voor 1980 al onderzoekers die meenden dat CO2 een invloed op het klimaat zou hebben. Zie de ijstijdverhalen. Die inmiddels wel onvoldoende doordacht blijken te zijn. (CO2 volgde de temperatuur, niet anders om).
In de geschiedschrijving van Leroux (Springer 2005, Global warming – Myth or Reality, hoodstuk 2) vind je een uitvoerige beschrijving hoe het doomsday syndroom over AGW zich ontwikkelde in WMO- en andere conferenties parallel aan allerhande andere ongunstige ontwikkelingen in het milieu. De vaststelling dat de CO2 stijging na WOII (versneld) toenam was een steun in de rug van een (kleine) pressure groep die de CO2 hypothese opnieuw wilde ‘verkopen’ . En dit op grond van de waarneming dat deze stijging over 50 jaar gepaard ging met een mondiaal gemiddelde temperatuurstijging. Coïncidentie of causaliteit? Over het hoofd werd gezien dat over kortere perioden van decennia er beslist geen directe correlatie tussen beide fenomenen kon worden vastgesteld. En zeker niet tijdens de laatste vijftien jaar. Wie misleidt hier nu eigenlijk, jij of Thoenes?
Nee, naar mijn mening ben ik zeker niet aan het muggenziften. En ik ageer en reageer ook niet op het beeld wat jij neerzet maar dat van Thoenes. Ben je nu zijn woordvoerder dan? Jij doet beweringen wat Thoenes bedoelt. De nuance die jij aanbrengt zou ik graag van hem zelf horen.
En wat je eigen opmerking betreft:
Dat de ijstijd verhalen onvoldoende doordacht blijken te zijn valt nog te bezien. De meeste klimaatwetenschappers zullen het niet met je eens zijn dat CO2 de temperatuur volgt maar andersom. Maar die discussie is met mij zinloos omdat ik toch al vrij snel zeg: Interessant. Persoonlijk accepteer ik alleen afkoeling de komende jaren als enige gamechanger.
Herman 3- 7 – 2016 3.32 pm
Je zult wellicht verrast zijn dat ik afkoeling in de komende jaren, in het geheel niet zie als bewijs da de CO2 hypothese onzin is. Te goedkoop om zieltjes bij het grote publiek te winnen voor het AGW antagonisme.
We zijn op een totaal ander wetenschappelijk niveau bezig om op klimaatvariabiliteit te doorgronden.
Dat ben ik met je eens Arthur, een echt bewijs is dat niet. Maar ik denk wel dat het een gamechanger is. De media zal er als de kippen bij zijn en wetenschappers zullen de druk voelen om te verklaren dat ze er altijd wel rekening mee gehouden hebben. Nee, een bewijs is het niet, maar een belangrijke AGW pijler, de modellen, zijn dan wel opgeblazen. Er zal een heroverweging komen, en zal invloed hebben richting 2023, de eerste klimaatakkoord evaluatie.
Wellicht krijg je nu een duimpje op.
Beste Dick,
Ik zag mijn naam hierboven een paar keer genoemd. Ik heb je advies opgevolgd en heb even naar de NIPCC rapporten gekeken. Volgens mij is het eenzijdige propaganda maar zelfs als ik het voor waarheid zou nemen krijg je wederom ongelijk. Zoek op climate sensitivity en je vindt dit:
“Climate models generally assume a climate sensitivity of 3°C for a doubling of CO2 above preindustrial values, whereas meteorological observations are consistent with a sensitivity of 1°C or less.”
Dus wederom een bron waar je naar verwijst (naast Crok, Spencer, etc) die niet jouw kritiek op het idee van ‘climate sensitivity’ delen. Daarnaast zal het je toch opvallen dat hier a) appels en peren vergeleken worden (namelijk ECS tegen TCR) en b) dat “1°C or less” eigenlijk “between 1° and 2°” zou moeten zijn (Crok / Lewis: 1.3, Spencer: 1.3, alleen Lindzen zat eronder maar gaf aan dat zijn studie niet klopt, mijn eigen werk: 1.6, etc etc.)
Ik schreef niet voor niets hierboven dat het goed zou zijn om eens bij de mensen die je aanhaalt te rade te gaan over een aantal fundamentele dingen. Wellicht dat je dan inziet dat niet de rest van de wereld, maar jij het bij het foute eind hebt.
JanvdH
Je zegt
“Waterdamp is inderdaad een feedback en geen forcing. De hoeveelheid waterdamp die de lucht kan opnemen is afhankelijk van de temperatuur.”
Dus een infrarood foton die de aarde verlaat, beschouwt een botsing met een CO2 molecuul als van andere aard dan een botsing met een waterdamp molecuul? De eerste wordt ‘vertaald’ in opwarming, en de tweede? Wat doet de tweede botsing Jan?
Beide moleculen zijn broeikas gas moleculen, beide met de mogelijkheid te exciteren en een nieuw foton uit te zenden, of naburige luchtmoleculen op te warmen.
“De hoeveelheid waterdamp die de lucht kan opnemen is afhankelijk van de temperatuur.”
Daarom dus.
Waterdamp kan van uit een stabiele toestand niet zijn eigen concentratie verhogen en is altijd een functie van T
Erik: beide opwarming zoals je zelf ook zegt, daarom kan een terugkoppeling (feedback) ook versterkend werken. Google a.u.b. even op feedback en forcing, het zijn logische en nuttige definities.
Dick: ik ben even te rade gegaan bij de mensen die je aanbeveelt als bron van kennis , geloof toch dat Crok iets anders over klimaatgevoeligheid nadenkt dan jij dus wellicht hem niet meer opvoeren als ondersteuning van jouw gedachten?
Guido 5-7-2016 9.35 am
Meer waterdamp in de atmosfeer versterkt de stralingsverschijnselen in de atmosfeer is een logische gevolgtrekking. Maar het effect wat er aan wordt toegeschreven is gekoppeld aan het concept van de terugstraling uit de atmosfeer naar het oppervlak, waardoor de energiebalans aan het oppervlak zou worden beïnvloed. Maar is dat wel zo’n goed idee? En zo ja hoe sterk is het effect dan op oppervlak- en luchttemperatuur? En de wisselwerking daartussen? Meer waterdamp zal de absorptie verhogen en door botsingen met N2/O2 de temperatuur verhogen maar ook tot meer uitstraling van de atmosfeer en dat zal op zich daarop ook een koelende werking hebben.
In feite is de invloed van die terugstraling op de energiebalans aan het oppervlak het grote strijdpunt tussen AGW protagonisten en antagonisten die zich met de stralingsverschijnselen en de convectie nabij het oppervlak bezig houden. Ik zie die nog niet zo snel beslist.
Een punt wat de moeite waard is om nader te overwegen is het volgende. Bekijken we wat de satellieten ‘zien’ aan uitstraling richting heelal geeft dit de emissie temperatuur en daarmede de emissiehoogte aan. Die emissie hoogte ligt wat waterdamp betreft opmerkelijk dicht bij de emissie hoogte nul van het oppervlak. (Geheel anders dan voor CO2). Zou het zo kunnen zijn dat de toename van de vochtigheid slechts een invloed heeft op de emissiehoogte richting heelal met weinig consequenties voor de oppervlaktetemperatuur? En dit dan op grond van de overweging dat de dampkring op zich zelf geen warmtebron is. De door waterdamp vastgehouden warmte, was oorspronkelijk al van dat oppervlak als stralingsbron afkomstig.
We gaan mijns inziens in dit soort discussies (zowel in de kring van AGW protagonisten als antagonisten), wat betreft interpretatie van waarnemingen te snel door de bocht door mogelijk primaire oorzaken met mogelijke gevolgen met elkaar te verwarren.
Een ander opmerkelijk verschijnsel is dat de aardse broeikas zich op verschillende breedte graden zich heel anders gedraagt. Rond de evenaar wordt meer zonenergie ingestraald dan IR uitgestraald. Boven 30 graden noorder en zuiderbreedte nemen de satellieten het omgekeerde waar. Hebben we buiten de equatoriale zone te maken met een negatief broeikaseffect? Hoe communiceren deze broeikas en koelkast met elkaar?