John Christy.

Toetsing klimaatalarmisme aan waarnemingen.

De Franse climato-réalistes hadden de Amerikaanse klimatoloog John Christy (samen met zijn collega Roy Spencer bekend van de UAH-satellietmetingen van de gemiddelde wereldtemperatuur) uitgenodigd als spreker voor hun recente bijeenkomst in Parijs.

Hij mocht in het Engels spreken en er was simultaanvertaling aanwezig. Dat is bijzonder voor onze Franse vrienden. Fransen zijn namelijk bijzonder gehecht aan hun prachtige taal. En als je geen Frans spreekt, kun je als buitenlander gewoonlijk niet tot het Franse debat doordringen. Nochtans viel mij de eer te beurt om destijds de eerste publieke bijeenkomst van de Franse climato-réalistes te mogen openen. Maar dat moest toen nog wél in het Frans. Zie hier.

Ik pik een aantal elementen uit het verhaal van John Christy.

Christy vergelijkt de veelal alarmistische beweringen van de aanhangers van de menselijke broeikashypothese (AGW = Anthropogenic Global Warming) met de waarnemingen. In 1994 schreef hij samen met Dick McNider een artikel waarin zij vaststelden dat de opwarming van de atmosfeer 0,09 graden Celsius per decennium bedroeg. Dat was veel lager dan wat de klimaatmodellen aangaven. In 2017 maakten zij een nieuwe berekening over een periode die twee en een half maal zo lang was. Zij elimineerden de effecten van El Niño en vulkanische activiteit en kwamen tot een effect van 0,095 graden Celsius per decennium. Dat levert een klimaatgevoeligheid op van ongeveer 1,1 graad Celsius voor een verdubbeling van de CO2-concentratie in de atmosfeer (in ongeveer 70 jaar). Maar hieraan dient te worden toegevoegd dat zulks geldt onder de heroïsche veronderstelling dat alle opwarming door CO2 wordt veroorzaakt, hetgeen onwaarschijnlijk is. De modellen laten daarentegen een meer dan twee maal zo hoge waarde zien.

Vervolgens schonk Christy aandacht aan de zogenoemde ‘hot spot’: een versterkte opwarmingstrend boven de evenaar op zo’n tien kilometer hoogte. Alle modellen laten zo’n ‘hot spot’ zien. 

Maar in de metingen is die niet terug te vinden.

Het IPCC heeft deze anomalie wel vermeld, maar niet verklaard en ‘verstopt’ in een bijlage van het rapport, die door slechts weinigen is opgemerkt. Volgens Christy zou deze discrepantie geen stand hebben gehouden als die aan een ‘kruisverhoor’ zou zijn onderworpen, zoals we dat uit de rechtspraak kennen.

M.a.w. de modellen falen. In de klassieke wetenschap worden zij dan verworpen en dient naar een alternatieve hypothese te worden gezocht. Maar in de klimatologie werkt dat anders.

Hoe komt dat? Een van de redenen is dat de rapporten van het VN-klimaatpanel (IPCC) niet ‘peer-reviewed‘ zijn in de traditionele betekenis van het woord. Binnen het IPCC hebben geselecteerde, leidende auteurs het uiteindelijk voor het zeggen. Die kunnen kritiek naast zich neerleggen.

Maar er is toch consensus? Alle geleerden zijn het er toch over eens dat de opwarming een bedreiging vormt? Dat geldt zelfs voor een prestigieuze instituut als de Amerikaanse Nationale Academie van Wetenschappen.

Hoe is dat dan mogelijk?

Allereerst moet worden opgemerkt dat consensus in de wetenschap irrelevant is. In de wetenschap gaat het om het reproduceren van resultaten.

Daarnaast hebben zij de uitkomst van de modellen niet vergeleken met de waarnemingen. Christy heeft dat wèl gedaan. Hij heeft 102 de modellen gedownload en bestudeerd en de resultaten daarvan vergeleken met de metingen. Onderstaande spaghettigrafiek was daarvan het resultaat. Modeluitkomsten en metingen lopen hoe langer hoe verder uit elkaar. Ergo:

The models are running too hot.

Verder schonk Christy aandacht aan weersextremen, die een prominente plaats innemen in de litanie van de klimaatalarmisten. Uit waarnemingen blijkt echter dat daarin geen trends zijn te ontdekken. Dat geldt bijvoorbeeld voor hurricanes, tornado’s, hitterecords, droogten, bosbranden, sneeuwbedekking, oppervlakte drijfijs en calamiteiten (bijvoorbeeld aantal doden als gevolg van weersfenomenen). Ook zou opwarming de landbouwproductie bedreigen. Maar de cijfers wijzen uit dat deze jaarlijks steeds maar weer stijgt.

Ten slotte vestigde Christy nog de aandacht op het feit dat lagere inkomensgroepen onevenredig worden getroffen door verhoging van de energieprijzen, omdat het hier om een basisbehoefte gaat. Mensen in de arme landen wensen ook meer welvaart en een betere toekomst. Zij zullen daarbij de voorkeur geven aan betaalbare fossiele energie boven dure hernieuwbare energie. Dat betekent dat mag worden verwacht dat fossiele energie nog lange tijd een dominante rol zal spelen in de mondiale energievoorziening.

Eindconclusies:

Al met al was Christy’s presentatie zeer helder en toegankelijk voor een breed publiek. Derhalve verplichte kost voor klimatofielen van alle gezindten. En vooral ook voor politici die verantwoordelijk zijn voor het huidige klimaatbeleid dat astronomische bedragen kost, doch geen enkel aantoonbaar effect zal hebben op het klimaat.

Getuigenispolitiek in optima forma!

De video is hier te bekijken.