Wetenschapsjournalist Chris Mooney heeft een opmerkelijk opiniestuk gepubliceerd in de Washington Post, de krant die eerder ook Michael Mann de gelegenheid gaf om te schrijven dat climategate een storm in een glas water is. Mooney’s positie in het klimaatdebat is tamelijk alarmistisch, hij staat aan de kant van Real Climate en dus Michael Mann.

Volgens Mooney verandert climategate niets aan de consensus over het klimaat. Hij maakt daarbij een vreemde draai en beweert dat de oorzaak is dat klimaatonderzoekers zich onvoldoende publiekelijk uitspreken:

The central lesson of Climategate is not that climate science is corrupt. The leaked e-mails do nothing to disprove the scientific consensus on global warming. Instead, the controversy highlights that in a world of blogs, cable news and talk radio, scientists are poorly equipped to communicate their knowledge and, especially, to respond when science comes under attack.

Wat gebeurde er dus toen climategate uitbrak? Een aantal onderzoekers, waaronder Michael Mann en de blog Real Climate reageerden volgens Mooney adequaat, maar de rest van de gemeenschap liet het lelijk afweten:

A few scientists answered the Climategate charges almost instantly. Michael Mann of Pennsylvania State University, whose e-mails were among those made public, made a number of television and radio appearances. A blog to which Mann contributes, RealClimate.org, also launched a quick response showing that the e-mails had been taken out of context. But they were largely alone. “I haven’t had all that many other scientists helping in that effort,” Mann told me recently.

Arme Mann, hij staat alleen in de barre winterse kou die ook Amerika momenteel teistert. Het komt blijkbaar niet bij Mann of Mooney op dat het ook wel eens zo kan zijn dat een groot deel van de onderzoeksgemeenschap het gedrag van Mann c.s. meer dan zat is, maar dat de meeste onderzoekers geen zin hebben om zich in de nesten te werken en er dus (helaas) maar het zwijgen toe doen.

Ondertussen, constateert Mooney, neemt het vertrouwen dat de bevolking heeft in wetenschappers af en geloven ook steeds minder mensen in AGW:

In the ensuing “Climategate” scandal, scientists were accused of withholding information, suppressing dissent, manipulating data and more. But while the controversy has receded, it may have done lasting damage to science’s reputation: Last month, a Washington Post-ABC News poll found that 40 percent of Americans distrust what scientists say about the environment, a considerable increase from April 2007. Meanwhile, public belief in the science of global warming is in decline.

Ook dit wijdt Mooney aan de gebrekkige communicatieve vaardigheden van klimaatonderzoekers naar de media en het publiek toe en niet bijvoorbeeld aan het feit dat de temperatuur op aarde nu al een jaar of tien niet wil toenemen. Of aan het feit dat voor sommige mensen het gedrag van Jones en Mann in de climategate e-mails misschien wel verwerpelijk vinden.

Geen gêne
En dan komt het, de sceptici hebben volgens Mooney daarentegen totaal geen gêne om in de media op te draven:

They [mainstream climate scientists] no longer have that luxury [to avoid talking to reporters and going on television]. After all, global-warming skeptics suffer no such compunctions. What’s more, amid the current upheaval in the media industry, the traditional science journalists who have long sought to bridge the gap between scientists and the public are losing their jobs en masse. As New York Times science writer Natalie Angier recently observed, her profession is “basically going out of existence.” If scientists don’t take a central communications role, nobody else with the same expertise and credibility will do it for them.

Mooney geeft geen bewijs voor deze stelling in termen van hoe vaak bekende sceptici geciteerd worden in de media in vergelijking met bekende alarmisten. James Hansen klaagde een aantal jaar geleden dat zijn werkgever Nasa hem probeerde de mond te snoeren. Er verscheen zelfs een – onleesbaar – boek over (ik ben niet verder gekomen dan de helft). Ondertussen is Hansen nog altijd de bekendste en ik vermoed ook meest geciteerde klimaatonderzoeker ter wereld.

Intelligent design
Mooney trekt dan de vergelijking tussen het klimaatdebat en het intelligent design debat.

If the global-warming battle has any rival in its intensity, its nastiness and its risk to scientists if they do not talk to the public, it is the long-standing conflict over the teaching of evolution. Science’s opponents in this fight are highly organized, and they constantly nitpick evolutionary science to cast the field into disrepute.

Hij schrijft het niet letterlijk maar impliceert hier wel dat voor klimaatsceptici hetzelfde geldt, dat ze highly organised zijn en dat ze aan nitpicking doen. Dit is in mijn optiek de wereld op zijn kop. De reden dat de halve wereld nu ‘gelooft’ in AGW is juist tot stand gekomen doordat het IPCC steeds met één duidelijke stem heeft gesproken: het zijn de broeikasgassen, het zijn de broeikasgassen (moet dan altijd denken aan Jesus Christ Superstar: crucify him, crucify him!). Met die eenduidige boodschap konden politici iets en bovendien heeft het IPCC een ongekende status. De sceptici ontbreekt dit alles totaal: geen autoriteit, geen financiering, geen organisatie en geen consensus (sceptici verschillen onderling juist sterk van mening).

Hoe Mooney het dus voor elkaar krijgt om het tegenovergestelde te beweren is me een raadsel. Ik houd het op totale ontkenning van wat climategate juist blootlegt, een diep gewortelde corruptie binnen een harde kern van fanatieke broeikasaanhangers.

Fouten
Wat ik keer op keer mis in het klimaatdebat is een goede reactie van IPCC-zijde als er fouten zijn gemaakt. Ik heb altijd geleerd dat je bij een crisis 1) moet erkennen dat er een probleem is (doet men niet bij climategate) 2) dat men het probleem tot op de bodem uitzoekt (bij CRU is er nu een onderzoek ingesteld, we zullen moeten afwachten of men inderdaad de zaak tot de bodem uitzoekt) 3) zo nodig passende maatregelen neemt (mensen ontslaan of berispen, procedures aanscherpen of veranderen) om op die manier 4) het vertrouwen bij de klant of het publiek weer te herstellen.

Bij de hockeystick-affaire heeft het IPCC stap 1 al niet genomen, laat staan de rest. Na climategate zei Pachauri aanvankelijk dat het IPCC een onderzoek zou instellen maar een paar dagen later werd dit alweer teruggedraaid:

Last week Dr. Rajendra Pachauri, chairman of the UN’s Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), promised an investigation into the Climategate email scandal. Today at a press conference at the United Nations Climate Change Conference (COP15) in Copenhagen, Pachauri backtracked entirely saying, “I want to clarify that this is not an investigation.

Tips bij een crisis
Even googlen op het web en je vindt deze website met kant-en-klare tip voor crisiscommunicatie, die, als het IPCC ze zou volgen van het klimaatdebat een normaal wetenschappelijk en maatschappelijk debat zou kunnen maken:

Crisiscommunicatie kan samengevat worden als “snelle, gecoördineerde, eerlijke en zorgvuldige communicatie, gebaseerd op feiten en gebracht via geïnformeerde woordvoerders die kunnen terugvallen op een bestaande relatie tussen de getroffen organisatie en de verschillende doelgroepen.” (Kegels 1996: 41). De rode draad daarbij is openheid. Vragen van de buitenwereld afweren met “geen commentaar” is geen optie. Enkel vanuit de overtuiging en de wil om te communiceren kun je een crisis succesvol bedwingen.

Op basis van hun ervaringen met crisissituaties hebben communicatiespecialisten een aantal vuistregels gedestilleerd om aan vast te houden. Hier volgt een lijst met een aantal van de belangrijkste communicatierichtlijnen waarmee je een crisis succesvol te lijf kan gaan.

Communiceer proactief in plaats van reactief.
Weet dat alles uiteindelijk toch uitkomt. Kom dus meteen naar buiten met negatieve informatie. Hoe minder informatie de media en het publiek krijgen, hoe groter de kans op speculatie. Bepaal ook zelf het kader van de discussie. Stem je communicatie bijvoorbeeld niet af op een aanval. Kader de crisis binnen een bredere problematiek, buig ze om naar een oplossingenkwestie (zie ook: strategieën).

De hele lijst is de moeite van het lezen meer dan waard en op vrijwel alle punten kan het IPCC nog veel leren. Merk op dat het IPCC geen echte woordvoerder heeft. In de praktijk is het Pachauri die meestal het woord voert, maar deze man is een ongeleid projectiel, die menige regel van het IPCC (officieel is het IPCC bijvoorbeeld policy neutral) aan zijn laars lapt, zie voorbeelden bij Roger Pielke jr.

Zoek geen polemiek
Terug naar de lijst things to do bij een crisis:

Zoek geen polemiek en communiceer constructief.
Voor een constructieve communicatie wijk je niet af van de volgende vuistregels:
toon respect voor je gesprekspartner;
doe aan tweerichtingscommunicatie;
ga na of je boodschap juist begrepen wordt;
anticipeer op kritiek en agressie;
gebruik kritiek in plaats van die te negeren of weg te wuiven.

Lees reacties op climategate van Pachauri, Mann of onze eigen minister Cramer en je ziet dat ze zich aan geen van deze regels houden. Ze zien dus niet in dat er sprake is van een crisis of weigeren daarnaar te handelen. En dus laat Mooney Mann op het eind van zijn stuk zeggen:

“If we come out of this with a more organized way of dealing with these attacks in the future, then it will have done some good,” Mann said of Climategate.

Climategate is geen ‘intern probleem’ maar een ‘aanval’ [van de sceptici]. Als we de gelederen nou maar gesloten kunnen houden, dan komt het wel goed, suggereert Mann die in de nasleept van climategate niet te beroerd was om Phil Jones, met wie hij – getuige de climategate e-mails – jarenlang onder een hoedje speelde, als een baksteen te laten vallen.

Zolang Mann en Mooney en Pachauri niet erkennen dat er een crisis is zal het debat geen steek verder komen. Maar de crisis zal er ook niet door weggaan en het vertrouwen bij het publiek zal verder afbrokkelen. En vroeg of laat komt alles toch uit, dat bewijst climategate als geen ander.