De (deels foutieve) Greenpeace- en Wereldnatuurfondscitaties die nu internationaal tot ophef leiden over de kwaliteit van het IPCC-proces zijn geen incident. IN het klimaatweb bestond nooit een scheiding tussen activisme, zakelijke belangen en wetenschap, en zo kleurt ook steeds meer IPCC literatuur van grijs naar groen richting meer belangenverstrengeling.

Dat blijkt uit Climategate, de gehackte emails van de Climate Research Unit. Deze correspondentie toont hoe al sinds de jaren negentig een hechte groep de basis legt voor de voorspellingen die de Werkgroepen 2 en 3 maken in IPCC-rapporten. Opvallend is dat activisten vanaf het begin van het IPCC er vanzelfsprekend bij horen. Die inmenging van activisten blijft niet bij het rondsturen van petities naar politici, voor ‘The Cause’, zoals Joe Alcamo (nu lead author IPCC WG 2, toen hoofd van het RIVM) in 1997 schrijft aan RIVM’er Rob Swart en CRU-klimatoloog Mike Hulme.

Greenpeace schrijft mee aan SRES én laatste IPCC-rapport
Greenpeace en het Wereldnatuurfonds leveren uitgebreid commentaar op de inhoud van IPCC-werk en dragen zelf bij aan het schrijfproces (William ‘Bill’ Hare) van invloedrijke IPCC-documenten als het Special Report on Emission Scenario’s. (SRES). Dit SRES, (niet peer reviewed) loopt als rode draad door de bijdrages van werkgroep 2 en 3 van het IPCC-rapport, omdat het mogelijke toekomsten schetst waarin de bevolking, de economie en dus de CO2-emissie zich ontwikkelt.
.

Hare (presenteert zich als dr Hare, maar dit is een eredoctoraat) is nog steeds in dienst bij Greenpeace én lead- author van het werkgroep 3-onderdeel van het laatste IPCC-rapport uit 2007. Dit is het onderdeel waarvan ook de inmiddels gepensioneerde Bert Metz van het Planbureau voor de Leefomgeving bijdraagt, als coordinating lead author.
Metz werkt al sinds de jaren negentig actief met Hare samen. Hare zijn partner is verantwoordelijk voor het IPCC bij het Duitse milieuministerie. Daarnaast staan employees van bedrijven als Ecofys, in de persoon van lead author Niklas Hohne ook aan de basis van invloedrijke figuren in het IPCC-rapport (Box 13.7) die politici voorstellen welke emissiereducties nodig zijn voor 2020. Hohne ontwikkelde deze figuur met Michel van der Elzen van het Planbureau voor de Leefomgeving

Voor de nieuwkomers op climategate: groep 2 doet de klimaatimpact, dus de voorspellingen over hoe global warming op de biosfeer zal inwerken wanneer de voorspellingen van werkgroep 1 (klimaatmodellen) uitkomen. Groep 3, adaptatie doet voorspellingen over hoe met deze voorspellingen om te gaan)

Wie doet het met wie
Ik werk aan een organogrammetje om zicht te krijgen op het klimaatweb. Hieronder alvast een inhoudelijke schets. Wie een hekel heeft aan namen en afkortingen van de vele klimaatinstellingen hake hier af, wie iets van de belangen wil begrijpen leest verder….Meer tips van insiders zijn welkom

Daarnaast dragen de activisten sterk inhoudelijk bij aan de vormgeving van het in 2001 opgerichte European Climate Forum (ECF). Dit ECF werd mede door Klaus Hasselmann (Potsdam) opgericht in innige samenwerking met het Wereldnatuurfonds (Stephan Singer). Het ECF is een advocacy-groep van universiteiten, bedrijven en milieuclubs die duurzame technologie en klimaatadvies verkoopt aan Europese overheden en bedrijven. Het ECF, de workshops daarvan worden op haar beurt weer tientallen malen geciteerd door de IPCC-rapporten van werkgroepen 2 en 3 als onderbouwing voor claims over de invloed van Global Warming.

Gevaarlijk
Dankzij het ECF (en het United Nations Framework on Climate Change/IPCC spinoff , dat loopt naadloos in elkaar over) duikt de niet wetenschappelijke term ‘dangerous climate change’voor het eerst op in IPCC-rapporten, tot onvrede van enkele klimaatwetenschappers als Mike Hulme en serieuzere economen (Richard Tol) die deze subjectieve, cultureel bepaalde term willen mijden. Zij zien al in de jaren negentig een hellend vlak ontstaan waarbij steeds meer grijze, dus niet-peerreviewed literatuur wordt opgenomen in het IPCC-proces. Het SRES en ECF-producten zijn daar prachtige voorbeelden van.

Zo is het werk ‘Avoiding Dangerous Climate Change’van Schellnhuber en Nakicenovic (IIASA, coordinator van de SRES-scenario’s en later ook ECF) de weerslag van verschillende ECF-workshops. In één hoofdstuk van werkgroep 2 over ecosystemen onder hoede van Rik Leemans van de Universiteit Wageningen wordt het dangerous-document al tien keer geciteerd, iedere vier bladzijden.

Neemt u eens de ECF-deelnemerslijst door en zie: vele ECF-ers én mensen van de Climate Research Unit van Climategate speelden of spelen nu nog steeds een toonaangevende rol in het IPCC-proces, of zij publiceren regelmatig samen met lead-authors. Iedereen doet het met elkaar of heeft een belang in elkaars voortbestaan.

Ecofys

  • Spin in het ECF web is het Potsdam Institute for Climate Impact Research met Klaus Hasselmann, één van de hoofdfiguren binnen de CRU emails en het ECF.
  • De eerder op dit blog genoemde Greenpeace-activist en fysicus William Hare (geciteerd door Leemans et al in hoofdstuk 2 over ondergang van ecosystemen), schreef als campagnevoerder bij Greenpeace in Amsterdam mee aan het IPCC Special Report on Emission Scenario’s. Hare werkt nu bij het Potsdam Instituut for Climate Impact Research (collega van Steve Rahmstorf, prominent in de emails én IPCC-proces) en werkt onder meer samen met klimaatbedrijf Ecofys. Dit bedrijf is opgericht door Ad van Wijk en Kornelis Blok, die ook vanaf het begin voorkomen in de Climategate-emails. Hare vertegenwoordigt Greenpeace binnen het ECF.
  • Mike Hulme, IPCC-prominent en nu van het Tyndall Centre dat deels ontstond uit het CRU. Het Tyndall Centre diende als voorbeeld voor het 100 miljoen euro kostende programma Klimaat voor Ruimte, dat Pier Vellinga en Pavel Kabat met Rik Leemans (Lead author werkgroep 2 hoofdstuk 4) in ons land lanceerden. Hulme schreef de aanbevelingsbrief voor onze regering in 2003. In de Wall Street Journal van 2 december reageerde hij op Climategate en zijn houding lijkt veranderd ten opzichte van de activistische inslag uit de jaren negentig
  • Universiteit van Kassel. Josef Alcamo speelde actieve rol bij ECF van deze universiteit is nu nog steeds coordinating Lead Author van hoofdstuk 2 van het IPCC-rapport.
  • En vele anderen, wie tips heeft mag het zeggen!

Nederlanders

  • Pier Vellinga, nu aanvoerder van Klimaat voor Ruimte
  • Pavel Kabat Universiteit Wageningen, ook aanvoerder van Klimaat voor Ruimte
  • Het Planbureau voor de Leefomgeving. Bert Metz van het Planbureau voor de Leefomgeving schreef samen met Hare in de jaren negentig de SRES, en nu samen met Hare het eerste hoofdstuk van werkgroep 3 van het IPCC rapport uit 2007 . Metz is nu nog steeds lead author bij werkgroep 3.
  • RIVM (zit nu onder PBL-paraplu), Rob Swart zat vanaf het begin in de mailinggroep van CRU. Schreef met klimaatcampagnevoerder William ‘Bill’Hare van Greenpeace mee aan de SRES-scenarios, maar leeft nu op de achtergrond
  • Pim Martens van de Universiteit van Maastricht. Deze Universiteit verzorgt met Ecofys colleges voor de Energy Acadamy. Martens publiceert titels als ‘milions at risk’defining critical climate change threats and targets. Dit document gebruikt Greenpeace weer campagnes. Het IPCC citeert dit document overigens ook. Dat is niet zo vreemd. Martens publiceerde ‘Millions at risk’ samen met Martin Parry. Parry komt van de Universiteit van East Anglia (waar CRU zetelt) en is vice-voorzitter van werkgroep 2 van het IPCC-rapport. In eigen werk citeert Parry ook weer Greenpeace-lectuur. Allen publiceren zij ook weer samen met Gunther Fischer van het IIASA.
    RIk Leemans. Lead author IPCC ar4 hoofdstuk 4 werkgroep 2 werkte ook eerder bij IIASA, RIVM (nu planbureau) en is nu klimaatimpact-man binnen Universiteit Wageningen (milieusysteemanalyse)
    Ecofys. Het door Kornelis Blok en Ad van Wijk opgerichte bedrijf. Employee van Ecofys, Niklas Hohne is lead author bij werkgroep 3 van het IPCC

NU moet het Planbureau voor de Leefomgeving van Cramer gaan onderzoeken of zij het IPCC wel kan vertrouwen….

Ik wil graag afsluiten met een stukje Stephen Schneider, één van de lead authors binnen Werkgroep 1 van het IPCC-proces. In Scientific American van 2001 valt hij Bjorn Lomborg aan onder de titel ‘Misleading Math about the Earth’, ‘science defending itself against the skeptical environmentalist’ (er zijn immers echte wetenschappers en domme skeptici):

Stephen Schneider in Scientific American in 2001 , a leading expert on global warming and leading author of several IPCC chapters and IPCC guidance papers un uncertainties, contests Lomborg’s account on the topic in the ‘Scientific American’. He states that most of the nearly 3000 citations in ‘The Skeptical Environmentalist’ are of secondary literature and media articles. Some are pre-approved reports or secondary articles. The small number of peer-reviewed articles that are cited are only those that support the rosy view of things that Lomborg typically holds.

Tsja…