Er is een absolute trendbreuk in Nederland ten aanzien van hoe men sceptici tegemoet treedt zowel bij PBL, VROM als KNMI. We laten even in het midden of dit een PR-strategie is of oprechte interesse in het andere standpunt. Feit is dat het KNMI heeft bevestigd dat men de deuren wijd open zet voor Noor van Andel om zijn hypotheses aan de hand van KNMI-data en met hulp van KNMI-specialisten te toetsen. Woordvoerder Harry Geurts schrijft ons het volgende:
Ik heb de feiten nagetrokken bij mijn collega’s Hein Haak en Remco den Besten en kan bevestigen dat wij Noor van Andel de mogelijkheid hebben geboden in de komende periode bij het KNMI te werken om beter inzicht te kunnen krijgen in de data die hij gebruikt als basis voor zijn conclusies. Noor van Andel kan dan gebruik maken van verschillende datasets en heeft rechtstreeks toegang tot de KNMI-expertise.
De uitspraak “the science is settled” heeft het KNMI nimmer als uitgangspunt genomen. Klimaatwetenschap blijft in ontwikkeling.
Allemaal prachtig en Hein Haak heeft het allemaal ook gisteren op de levendige discussiemiddag van VROM ook persoonlijk bevestigd. Ik heb hem op het hart gedrukt de nu uitgesproken intentie ook om te zetten in iets dat cachet heeft. Het KNMI moet jonge onderzoekers in de kracht van hun leven de ruimte geven om de sceptische zaak goed in kaart te brengen. Als Hein Haak pareert dat er binnen het KNMI geen sceptici te vinden zijn dan is hij niet goed geรฏnformeerd. Hij zou net zoals Google haar medewerkers 10% vrije invulling gunt, een klein team 1 dag per week op Van Andel’s materie kunnen zetten. Met als uitdrukkelijke taak: zet alles op alles om de geldigheid Van Andels alternatieve broeikashypothesen te bewijzen, net zo zeer als duizenden wetenschappers er hun brood in zien om de IPCC-theses te versterken (nee, ik ben geen Popperiaan). Stel jonge onderzoekers in staat om als scepticus binnen het KNMI carriรจre te maken (en rehabiliteer en passant Henk Tennekes).
Ploegscharen
Noor van Andel – ik ontmoette hem gisteren voor het eerst – is een 72-jarige gepensioneerde oud-researchdirecteur van AKZO die op zijn oude dag met zijn zoon een goed lopend uitvindersbedrijf runt. Het belangrijkste product dat zijn bedrijf maakt is een warmtewisselaar voor tuinbouwkassen die ervoor zorgt dat ze zowel ’s zomers als ’s winters 100% van hun energie uit restafval kunnen halen, waarbij een gasmotor alleen nog nodig is voor de CO2-productie (zonder extra CO2 groeit het gewas te traag). De productie is in een nieuwe fabriek vlakbij Srebrenica waar ooit Tito’s grootste wapenfabriek stond. “Zwaarden tot ploegscharen”, voegt Van Andel eraan toe.
Kom met meer!
Is nu het enige wat het KNMI ons belastingbetalers kan bieden om deze oude man die ook niet meer in beste gezondheid verkeerd, de ruimte te bieden om onderzoek te komen doen? Is dat hoe men de sceptici wil omarmen? Het handjevol hoogintelligente gepensioneerde vrijgestelde wetenschappers dat zich te weer heeft gesteld tegen de pervertering van de wetenschapsbeoefening, nu aanbieden om op de oude dag weer mee te gaan doen? Nee dat is echt nog te weinig! KNMI kom met meer!
Het lijkt mij dat de onderstaande quote in strijd is met de feiten:
In ieder geval als je "to control" opvat als 'beïnvloeden' in plaats van 'controleren'.
We weten al heel lang dat bijv. zwavel-emissies en aerosolen het klimaat beïnvloed hebben (en dit nog steeds doen, soms op meer regionale schaal dan globaal). Hetzelfde geldt voor de effecten van 'black soot'.
Door dit te omschrijven als het 'controleren' van het klimaat, wordt er een stropop opgericht – alsof dat het doel zou zijn.
De natuurlijke klimaatverandering gaat vrij geleidelijk, door de antropogene klimaatverandering hebben we te maken met meerdere graden temperatuursstijging deze eeuw (en de effecten daarvan) – een vorm van 'control' waar we nu juist last van kunnen krijgen…
Het is de 'rate of change' en het feit dat onze huidige maatschappij grotendeels in kustgebieden in steden woont, die ons kwetsbaar maakt.
Gedurende (en aan het einde van) het Pleistoceen is de mens al eerder door grote klimaatschommelingen gegaan. Deze voltrokken zich véél langzamer (ca. 5 °C in een paar duizend jaar, bij aanvang van het Holoceen, 12.000 jaar geleden). Ook waren we toen 'hunter-gatherers' zonder landbouw en zonder vaste woonplaats. Gewoon wegtrekken naar andere streken was – in de minieme aantallen van toen – de normale wijze van aanpassen…
@Arjan
*Kuch*, hier moet ik bij wijze van uitzondering toch wel even de skepticus gaan uithangen. Klimatologie is in tegenstelling tot meteorologie bepaald niet alleen maar 'atmosferische fysica'. Oceanen en het landoppervlak (vegetatie, bodem hydrologie) zijn 1e orde controls op het klimaatsysteem. Dat is overigens ook de terechte kritiek van Pielke Sr.
Een aardig 'circumstancial evidence' hiervoor is natuurlijk de vervanging van Atmosgerische GCMs door eerst gekoppelde Oceaan-Atmosferische GCMs, en later door koppeling met dynamische globale vegetatiemodellen.
Ander voorbeeld: De African Humid Period, een 'vochtige' mid-holocene periode in de huidige Sahel waarvan de intensiteit alleen maar verkjlaard kan worden door niet alleen oceaan-feedbacks erbij te betrekken, maar ook bv. bodem/albedo feedbacks en wetland feedbacks. (Heb de literatuurverwijzingen even niet bij de hand, maar Google Scholar is je vriend)
@TSI: Uit de bereidheid van het KNMI mag je in ieder geval concluderen dat de wetenschap niet de mond wordt gesnoerd.
Het blijft jammer dat er tot voor kort eenzijdig het AGW-verhaal is opgehangen.
Maar ik bespeur een lichte kentering.
Uiteraard op Planet Bob (waar in 2 jaar "langjarig" is en één discussie en het verstrekken van meetgegevens een "uitgebreide samenwerking" is) heb je altijd gelijk *zucht*
Beste Boog en Arjan,
Eerst ‘The science is settled”. Natuurlijk niet, maar zo nu en dan kan ik het niet laten een beetje provocerende opmerking te maken.
Dan over het verschil tussen ingenieurs en natuurwetenschappers, al is het off-topic. Het gaat maar een beetje om de soort (cursus)vooropleiding, meer om de instelling waarmee men daarna in de samenleving aan het werk gaat. In principe wil de ingenieur iets ‘maken’ dat ook ‘wérkt’. De wetenschapper blijft studeren en de ‘betere’ ontwerpt hypotheses, (die niet hoeven te werken). Ik ben zelf een hybride auto(didact). Eerst Delftenaar, daarna in de medische faculteit en in de chemisch/biologische terecht gekomen. Daarna gedeeltelijk weer terug (bij TNO). Mijn ervaring in Leiden was dat de echte dokters veel met ingenieurs gemeenschappelijk hebben. Want een opvallend verschil is dat ingenieurs veel vaker van onderwerp wisselen (en elke patiënt is zelfs ook een nieuw project) dan natuurwetenschappers. Veel natuurwetenschappers werken tientallen jaren achtereen, vaak hun hele leven, aan een zelfde onderwerp en worden dan ‘expert’ op hun gebied. En het zich dan laten voorstaan op zo’n (eenzijdige) expertise wekt wrevel bij ingenieurs. Heden ten dage kennen we ook biologen die na hun studie als ingenieur zijn gaan werken. Denk aan de risicovolle onderzoekondernemingen waarin ook betrekkelijk kort aan één onderwerp wordt gewerkt. Zij moeten in de ‘markt’ blijven en daar veroudert een onderwerp (product) snel.
Mijn aandacht werd op het verschil in instelling gericht door een discussie vorig jaar in een internationale klimaatsceptische discussiegroep. De aanleiding was het gehamer van veel klimatologen op de betekenis van de peer-reviewed literatuur. Dat is een soort kunstmatige markt voor hen die door hun soortgenoten wordt gemaakt. Bij de marktvorming speelt daar nu ook doorheen de ambtelijke (en politieke) bemoeienis met onderzoekprogrammering vanwege de projectgebonden overheidsfinanciering. (Aardig boekje van A. J.F. Köbben en H. Tromp “De onwelkome boodschap; of hoe de vrijheid van wetenschap bedreigt wordt” (Mets 1999) met sprekende voorbeelden.). Nu heb ik in principe niets tegen programmering, integendeel, zolang de uitkomst van het onderzoek maar niet door de opdrachtgever wordt voorgeschreven. Veel onderzoek levert niet op van wat men er van verwacht. De kunst van het programmeren is een project tijdig te stoppen als het vast loopt. Goeie natuurwetenschappers doen dat natuurlijk ook maar wellicht nu iets te snel, onder de druk te moeten publiceren, want dat lieden zich blijven vastbijten in een moeilijk en belangrijk onderwerp is ook gewenst. En ‘ingenieurs’ doen het wellicht, onder een andere druk, ook soms te snel. Haast is een kenmerk van onze samenleving geworden. Maar waar het bij de analyse van het verschil in instelling mijns inziens om gaat, is dat men met de ingenieursmentaliteit grotere sprongen binnen en tussen disciplines durft te maken dan met de natuurwetenschappelijke. En dat is bevorderlijk voor de aanpak van problemen die een multidisciplinaire aanpak vergen. En welke vak is nog sterker multidisciplinair dan de klimatologie?
Van Andel ken ik nu zo’n jaar over vier. En bekend en succesvol procestechnoloog die alles af weet van gecombineerde warmtestof overdracht. Het heeft mij verrast hoe snel hij zich kennis van de meest uiteenlopende waarnemingen in de klimatologie heeft weten eigen te maken. Zijn interpretaties van waarnemingen zijn soms anders dan van KNMIers. Niet onmogelijk dat hij wordt gecorrigeerd door hen die met de interpretatie van die warnemingen al langer bezig zijn. Maar het omgekeerde kan ook het geval zijn, dat de ‘mainstream’ klimatologen al te eenzijdig de waarnemingen hebben geïnterpreteerd.
Dat de samenspraak van de twee nu tot stand komt , is de echte doorbraak (Bob SI) en die heeft tot heden onvoldoende wederzijds respectvol plaats gevonden. Wat de samenspraak gaat opleveren, moeten we afwachten.
@Arthur, met alle respect, ik blijf het kul vinden. De 'monomane' wetenschapper en de 'flexibele' ingenieur zijn denk ik beelden van vroeger.
De meeste vraagstukken zijn tegenwoordig multidisciplinair van opzet, en de teams van mensen die daar aan werken zijn dat ook.
Overigens kan ik jouw observaties ook omgekeerd interpreteren: de ingenieur is al tevreden als hij een 'oplossing' heeft ingezet kan worden voor 'praktische' toepassingen, terwijl de wetenschapper dieper doordringt tot de fundamentele oorzaken en op grond daarvan een oplossing probeert te geven.
Ik zie dat in mijn dagelijkse werk (als 'wetenschapper' temidden van 'ingenieurs') regelmatig gebeuren.
P.S. De leesbaarheid van je bijdrages zou sterk verbeteren als je ze met behulp van witregels in paragrafen zou indelen.
@boog:
Inderdaad, je hebt gelijk. Ik kan beter niet zo laat meer posten ;), want dan zijn ze soms te kort door de bocht.
Beste Boog,
In het algemeen ben ik van mening dat in dit soort blog discussies door velen te snel en spontaan op andermans betogen wordt gereageerd. Het kost mij meestal een halve dag om een beetje overwogen op een voorgaand betoog te reageren. Jou kennelijk minder dan een uur. Zoals ik in mijn betoog aangaf, haast is een belangrijk element geworden in onze samenleving. (Arjan gedraagt zich in dit opzicht verstandig door zijn reactie een dag uit te stellen).
In het voorgaande sprak ik niet van ‘monomane’ wetenschappers als afkeurend en dat de ‘flexibele’ ingenieurs beter zouden functioneren. Ik gaf aan dat onderzoekers die zich vastbijten in een moeilijk onderwerp, hun eigen verdiensten hebben.
Je zegt “Ik zie dat (bij multidisciplinaire samenwerking) in mijn dagelijkse werk (als ‘wetenschapper’ temidden van ‘ingenieurs’) regelmatig gebeuren." Ik vraag me af in welk milieu je zit. Wageningen? In 1986 heb ik samen met (Ir) Theo Quené uit de Wageningse school economie) en een echte landbouwingenieur De Wit de gehele ‘hogeschool’ op kwaliteit doorgelicht. (Voor kort rapport zie mijn rede bij de opening Academisch jaar “Eruditie en de functie van de LUW in de samenleving”) . We hielden wekelijks, een jaar lang, discussies met senior en junior medewerkers in Nol in’t Bos om hun inzicht te testen. We kwamen tot de conclusie dat de LUW als ingenieursschool zich aanzienlijk van de praktische ingenieursmentaliteit aan het verwijderen was. Wij pleitten voor terugkeer naar de oorspronkelijke missie. Dat advies is door daaropvolgende colleges van bestuur niet opgevolgd. De LUW, na de fusie met DLO, dreef verder af naar milieuvraagstukken omdat men daar een (overheids)markt in zag. Ik vrees dat de LUW de laatste twintig jaar nog maar weinig echte ‘ingenieurs’ heeft afgeleverd, al sieren de afgestudeerden zich nog steeds met de titel Ir. In 1995 was ik lid van een internationaal team dat de kwaliteit van de landbouwfaculteit ETH in Zürich onderzocht. Naast de school in Missouri in de VS en Ankara in Turkije wellicht nog de enige echte (landbouw) ingenieursopleiding. Anno 1995 kon ik in Zürich altijd nog wel een laatje opentrekken uit mijn kennis van Wageningen om mijn (eigen)wijsheden te verkondigen. Ik vrees dat dit nu niet meer het geval zou zijn.
Je zegt: “de meeste vraagstukken zijn tegenwoordig multidisciplinair van opzet, en de teams van mensen die daar aan werken zijn dat ook.” Gelijk heb je, maar dit is niet van vandaag of gisteren. Sinds 1960 werkte ik in, en gaf leiding aan, multidisciplinaire teams van chemici, natuurkundigen, ingenieurs, medici en zelfs sociale wetenschappers. Ik ken de problemen die zich bij multidisciplinaire samenwerking voordoen, bij wijze van spreken, van kinds af aan. Je hebt niet zondermeer een werkbaar multidisciplinair team door vogels van verschillende pluimage bij elkaar te zetten . Wat ik als bottleneck ervoer, is dat men al te gemakkelijk expertise in de ene discipline als feitelijk juist in de andere overnam. Multidisciplinaire samenwerking houdt mijns inziens in dat elke deelnemer zich wezenlijk verdiept in de ontwikkeling van een andere discipline en zich vervolgens zeer kritisch opstelt ten aanzien van de visies die in aangrenzende disciplines werden ontwikkeld.
Wellicht heb je gelijk dat dit thans meer gebeurd dan in de periode 1960-1995 dat ik me met deze problematiek heb bezig gehouden. Voor mij is dat nog niet zichtbaar. Ik zie vooralsnog het verschijnsel dat ‘experts’ op specifieke gebieden steeds meer op hun strepen gaan staan, dat ze het beter weten dan kritische onderzoekers uit andere disciplines.
Ik reageer hier voor mijn doen ook betrekkelijk snel op je bericht van 17.33. Omdat jij mijns inziens maar een paar losse flodders afschoot over de multidisciplinaire samenwerking en de intuïtie van waaruit echte ingenieurs en natuurwetenschappers reageren. .
Werkt dit niet tunnelvisie in de hand?
Overigens fascinerende bijdragen Arthur, jammer dat inderdaad (overheids)marktwerking van grote invloed is op de hedendaagse wetenschappelijke ontwikkeling en dit niet altijd ten goede zonder een gezond tegenwicht.
http://surfacestations.org/
laat zien dat klimaatwetenschappers op het verkeerde been staan of worden gezet.
Veel meetreeksen van de VS zijn onbetrouwbaar en representeren niet de gedachte meteogegevens.
De vraag is of de conclusies van die website ook mondiaal gelden.
Opmerkelijk is wel dat dit geconstateerd wordt door nuchtere mensen met een praktische inslag.
Ik denk dat het HBO-Ing.'s en TU-Ir.'s zijn.
als je de surface stations eruit laat die Watts als "slecht" bestempeld is het resultaat : krèk hetzelfde
nee, dat is niet waar, dan is er een (niet-significante) verschuiving : zonder die slechte stations blijkt dat de opwarming GROTER was :)
@antoon DV:
Reden te meer om zorgvuldig te kijken naar de kwaliteit van de meetreeksen, toch?
Als nachttemperaturen een grotere trend vertonen dan dagtemperaturen is er een gerede kans dat de oorzaak ligt bij "verstedelijking".
Het belang van (langjarige) meetreeksen wordt overschat als veranderingen van omgevingsfactoren niet bekend zijn.
Boels,
Even dit:
Ik neem aan dat dit een grapje is?
De site http://www.surfacestations.org is in 2007 gestart door Anthony Watts (van CFACT). Hij vraagt lezers om foto's van weerstations in te sturen.
Verder is het een puur Amerikaanse site, in de States zijn er geen Ing. of Ir. titels. :)
Je hebt wel M.Sc. degrees in Mechanical Engineering/Electrical Engineering etc., dat is een beetje vergelijkbaar. Aan de Amerikaanse universiteiten wordt geen onderscheid gemaakt tussen 'technische' en 'natuurwetenschappelijke' Master titels. Alleen in Engeland heb je de M.Eng. titel, meen ik.
Op de Nederlandse onderzoeksinstituten werken voor een aanzienlijk deel Ir.'s uit Delft, Wageningen of Twente (en ook Ing.'s in het beheer van meetnetten, etc.) aan klimatologisch onderzoek. Misschien 50/50 TU en universitair opgeleid. Ik heb in mijn werk (geen klimatologie) nooit enig verschil kunnen detecteren.
Verder wordt er UITERAARD gekeken naar betrouwbaarheid van meetnetten. Dat is wat een aanzienlijk aantal mensen bij GISS, NOAA, NASA en KNMI doen voor hun brood.
De duidelijk sterkere toename van nachttemperaturen is één van de 'voorspellingen' van het versterkte broeikaseffect (minder radiatieve afkoeling 's nachts), die gedaan zijn voordat er überhaupt een stijging bekend was. Een voorspelling die precies is uitgekomen…
Boels,
Verder vraag je naar de bekende weg – dat <a href="http://www.surfacestations.org” target=”_blank”>www.surfacestations.org is een broodje aap verhaal… een 'urban heat legend' :)
Allang 'debunked', zoals Antoon DV al aangeeft. Voel jij je een beetje eenzaam wellicht, dat je telkens van deze standaard 'denialist talking points' aanhaalt?
Don't you worry, it is just human…
Zie: http://bit.ly/bNGTh6 ;)
Is er al iets bekend over de resultaten van de Wageningse meetbakfietsen in Rotjeknor (vorig jaar?)?
Woedende kok,
Dat lijkt me een studentenproject, een stukje opleiding – de variatie in omstandigheden binnen de stad meten, en deze vergelijken met de 'rurale' trends. De temperatuur in verstedelijkte omgevingen is een apart onderwerp, waar ook over gepubliceerd wordt.
Wat mij wel boeit – zou het aantal lekke banden per gereden kilometer recht evenredig zijn met het overgewicht van de berijders? :)
Ja, ja Bob,
Waarom niet meteen een studentenGRAP! Ik heb er op de Wageningse site wel eens wat omheen gelezen, maar nooit de officiële resultaten gezien. Het project (onder eindverantwoordelijkheid van een niet nader te noemen hooggeleerde Saabrijder van dezelfde universiteit) moest deel uitmaken van een uit GB overgewaaid, compleet op AGW-waandenkbeelden gebaseerd stedenbouwkundig project.
Het is zoals immer: Met klimatisten kan je alle kanten uit, we debunken UHE en evenzo gemakkelijk zien leden van dezelfde tribe hun kans schoon om er een complete loopbaan mee op te bouwen.
Wat jouw laatste opmerking betreft; kijk uit Bob want het verhaal doet de ronde dat jouw collega’s op zoek zijn naar een nieuw ‘special project’ om jou een beetje van de straat te houden.
Beste Woedende kok,
Het ging om een meting tijdens de hittegolf van 5 augustus 2009, om maxima qua luchtvochtigheid en temperatuur vast te leggen op een aantal lokaties in de binnenstad, in opdracht van de Gemeente Rotterdam.
Zie hier voor de beide fietsen:
http://www.nd.nl/artikelen/2009/augustus/06/rotte…
Het rapport kan je ongetwijfeld bij Arnoud Molenaar opvragen.
Wat heb je trouwens tegen bakfietsen?
LOL – Jij had liever busjes gezien, die speciaal aangepast hadden moeten worden, en overal het verkeer hadden geblokkeerd? Er moet per 10 meter bemonsterd worden…
Dit was praktisch & goedkoop, de twee bakfietsen werden geleend van de gemeente voor twee dagen.
En maak jij je over 'special projects' (?) geen zorgen – onderzoek mag en moet ik zelf initiëren. We hebben hier het onderzoeksbudget binnen voor 2011-2012. Yeah! :)
Goed we dwalen wel af van de oorspronkelijke blog, en nog steeds geen Godwin. Chapeau, applausje voor ons zelf :-)
De discussie gaat nu over “de ingenieur” vs. “de wetenschapper”. Als je de discussie beperkt tot de titel die voor je naam staat dan gaat het punt dat wordt gemaakt wordt wellicht verloren.
Mijn bijdrage is deze. Binnen de ingenieurswereld zie je ook een verdergaande specialisatie. Kijk bijv. naar hoe een vliegtuig in de jaren 30 van de vorige eeuw werd ontworpen en gebouwd en nu. Toen misschien wat windtunnel proeven, waar profielen werden vergeleken en schaalmodellen van vliegtuigen. Wat sterkte en stijfheid berekeningen. Tegenwoordig zijn die windproeven veel verfijnder (men kan de omstroming m.b.v. bijv. particle image velocimetry veel beter zichtbaar maken) en men werkt men ook met CFD (computational fluid dynamics) modellen. Op constructief gebied soortgelijke ontwikkelingen (FEM, beproevingen). In de loop der jaren is daar natuurlijk ook een verdergaande specialisatie opgetreden (en bij een enkeling ook een hokjes geest :-) ). Het is een waarheid als koe dat je specialisten tegenwoordig nodig hebt. Echter in dat geheel heb je ook mensen nodig, die de overview behouden, voldoende diep kunnen gaan als het moet en niet vreemd tegenover nieuwe ontwikkelingen en technieken staan. Niet iedereen heeft die eigenschap. Communicatie tussen allen, specialisten en „overviewers“, is daarbij een voorwaarde om succesvol te zijn.
Dat het niets met een ingenieur of wetenschapper zijn te maken heeft om zo’n overview te hebben (min bescheiden mening), blijkt – naar mijn bescheiden mening – bijv. uit het relaas van Richard P. Feynman in „Feynman goes to Washington“ (http://calteches.library.caltech.edu/48/2/Feynman.pdf). Het gaat over het onderzoek naar het ongeluk met de Space Shuttle Challenger. Er was meer mis dan alleen die beruchte O-ringen. O.a. de communicatie tussen de verschillende lagen binnen enkele afdelingen van NASA was evenzeer een probleem. Feynman’s aandeel binnen het onderzoek is met recht uniek te noemen (men kan aan hem een voorbeeld nemen als men deel uitmaakt van een onderzoekscommissie). Het is te betwijfelen of dat andere punten dan die O-ringen(slechte comminicatie, blind zijn voor gebreken in het product etc.) wel boven tafel waren gekomen, zonder zo'n Feynman.
En als je dan toch geinteresseerd bent in dit onderwerp, lees dan ook deze appendix die Feynman schreef en met moeite in het onderzoeksrapport kreeg (http://history.nasa.gov/rogersrep/v2appf.htm).
Die appendix eindigt met deze zin
For a successfull technology, reality must take precedence over public relations, for nature cannot be fooled.
Het lijkt erop dat het wel vaker voorkomt. …de pr die belangrijker is (iemand die voor de teevee verklaart dat gebeurtenis X toch echt wel erop wijst dat Y aan de hand is etc.) dan de feiten daarachter (the science is not settled).
Nu jullie kunnen elkaar flink met die zin bestoken, lijkt mij. Good luck! :-)
Just my two cents…
Ik schreef: "Ik denk dat het HBO-Ing.’s en TU-Ir.’s zijn."
Dat zou moeten zijn "Ik denk dat het mensen betreft met een instelling en opleiding vergelijkbaar met HBO-Ing.’s en TU-Ir.’s."
Waarde Amadeus,
Ik ben 't helemaal eens met:
Dat valt mij zo op in de berichtjes van Hajo Smit (ook vandaag weer).
Hij schijnt te denken dat als hij het publiek maar voldoende 'voor de gek houdt', het werkelijke probleem daarmee opgelost is… PR staat niet alleen voor Public Relations, maar vooral voor PRopaganda (de schijnwerkelijkheid van de 'denialists').
Zoals Denning al zei op de Heartland conference: "There is a real world out there!"
:)
@TSI
Ik zei al dat je elkaar er mee flink kon bestoken. :-)
Heb je de pdf-jes nu al zo snel gelezen. :-) Lees het maar en je valt van je stoel. Hoe een groep binnen NASA zo de mist in kon gaan.
Amadeus Gould
TSI schreef: "Verder wordt er UITERAARD gekeken naar betrouwbaarheid van meetnetten. Dat is wat een aanzienlijk aantal mensen bij GISS, NOAA, NASA en KNMI doen voor hun brood."
Kennelijk wordt er onvoldoende gekeken naar *wat* men meet (ondergrond, omgeving waaronder beplanting en bebouwing, parkeerplaatsen).
TSI schreef: " De duidelijk sterkere toename van nachttemperaturen is één van de ‘voorspellingen’ van het versterkte broeikaseffect (minder radiatieve afkoeling ’s nachts), die gedaan zijn voordat er überhaupt een stijging bekend was. Een voorspelling die precies is uitgekomen…"
Een toename van de nachttemperaturen kan net zo goed verweten worden aan verstedelijking.
Nu kies je voor een oorzaak die in je straatje past.
Bovendien zou je een verschuiving in de tijd van de afkoelingskromme moeten zien.
TSI schreef: "Voel jij je een beetje eenzaam wellicht, dat je telkens van deze standaard ‘denialist talking points’ aanhaalt?"
Waar slaat dat nu op.
Ik wil gewoon weten wat er gaat gebeuren, zonder de flauwekul van politieke motieven.
Gegevens uit een meetreeks zouden eenduidige feiten moeten zijn en dat zijn ze niet.
Amadeus,
Ik zal de PDF's vanavond graag weer eens een keer lezen.
De eerdere boekjes van Richard Feynman (en ook alle drie de rode delen 'Feynman Lectures on Physics') waren verplichte kost toen ik natuurkunde studeerde. Hij was het 'role model' waar we ons aan spiegelden.
Ik meen dat Bill Gates al zijn video-materiaal heeft opgekocht en het in het Public Domain heeft geplaatst, er is tegenwoordig best veel te vinden. Vorig jaar zag ik zijn verzamelde briefwisseling, door zijn dochter gecompileerd. Ontroerend, maar ook heel duur. Ik had het graag willen kopen.
Eén ding (en dat doet niets af aan zijn briljantheid): hij was knap ijdel. Niets vond hij zo leuk als kernfysische geheimen stelen uit de kluizen van Los Alamos en dan een briefje achterlaten 'I did it! R. F.' Die ijdelheid spreekt ook wel een beetje uit zijn verslagen…
De basisfout van NASA kwam trouwens van het management & de accoutants – penny wise, pound foolish.
Groet,
TSI
Voorbeelden? Of moet je de PDF'jes nog lezen?
subtiel verschil
manager Rotterdam Klimaatproef
en manager Rotterdam Climate Proof
presentatie 11 november pdf
Hans,
Knap dat je het toch hebt kunnen vinden. Deze presentatie is uit 2008, en de 'bakfietsmetingen' waren in augustus 2009.
Er loopt blijkbaar een programma van 2009-2011, niet alleen met mobiele metingen maar ook met een aantal vaste meetpunten, zie hier:
http://www.rotterdamclimateinitiative.nl/document…
Verder:
http://www.rotterdamclimateinitiative.nl/nl/100_k…
en
http://www.rotterdamclimateinitiative.nl/nl/rotte…
Eindresultaat in 2011.
Tinstaafl,
Hahaha! Zoek jij het maar lekker uit – zelf lezen is goed voor je! 8)
Ook bedankt Hans Erren.
“In 2025 moet Rotterdam 100% klimaatbestendig zijn.” Geweldig, bestendig voor welk klimaat vraagt men zich af.
P.s. “Bob” ik heb helemaal niks tegen bakfietsen. Hoe kom je erbij. Ik zou er zelfs een lief ding voor over hebben wanneer iedereen die GELOOFT dat de mens een significante bijdrage levert aan klimaatverandering op mondiale schaal zich vanaf morgen uitsluitend nog per bakfiets mag verplaatsten. ’s Nachts wel te verstaan, want dan is het lekker warm.
Hans,
Hier zie ik nog enkele publicaties:
http://www.rotterdamclimateinitiative.nl/nl/rotte…
Tussenbalans etc.
Woedende kok,
Gelijke monniken gelijke kappen – jij voortaan ook per bakfiets! Anders spoelen we alsnog weg, dankzij de emissies van jouw gechipte Hummer. ;)
En koken op biogas…
Hoe weet jij nou weer dat ik een Hummer heb? Anyway, ik rij ‘m eerst op.
@Arthur:
Ik heb mijn reactie inderdaad uitgesteld, ook omdat ik niet precies weet hoe ik moet reageren. Ik heb vrij weinig ervaring met ingenieurs, dus kan daar niet zo veel over zeggen. Ik betwijfel een beetje of zij een bredere kijk hebben, en vooral ook of dit beter is dan een diepgaande. Het beste is beide, maar dit wordt gezien de sterk toegenomen kennis steeds moeilijker, zo niet onmogelijk. Dit is op zichzelf nog een hele discussie waard. Persoonlijk denk ik ook dat een belangrijk verschil tussen technisch opgeleide mensen en een puur natuurwetenschappelijk opgeleide personen ook wel ligt aan hoe men tegen bepaalde zaken aankijkt. Nu ga ik natuurlijk wel even grof generaliseren, maar ik denk dat natuurwetenschappers over het algemeen meer affiniteit hebben met de natuur, en zich daar ook sneller zorgen over maken. Zij neigen misschien sneller tot natuur bescherming en staan misschien wat argwanender tegenover de techniek, die in hun ogen misschien geleid heeft tot vervuiling, beschadiging en vernietiging van het ecosysteem, iets wat niet geheel uit de lucht komt vallen overigens.
Echter, ingenieurs, met een technische opleiding hebben meer affiniteit met de techniek, en mogelijk wat minder met de natuur. Zij zullen misschien vaak meer bewondering hebben voor de technologische ontwikkeling en daar juist de positieve dingen van benadrukken (toegenomen welvaart, en alle fantastische dingen die er tegenwoordig ontwikkeld zijn). Voor hen zijn de negatieve zaken die hieraan kleven slechts een vervelende bijzaak, "als het al zo is", waar je liever niet mee geconfronteerd wil worden, of, sterker nog, misschien hebben ze wel een heel optimistisch geloof in technologische ontwikkeling als oplossing voor al onze problemen. Zij geloven dan misschien ook niet zo snel in doemverhalen.
Toch is het heel normaal dat het grote publiek en wetenschappers van andere stromingen skeptischer zijn over een bepaalde wetenschapsrichting waarin ze zelf niet actief zijn. Dit heeft misschien ook wel te maken met een beetje rivaliteit tussen de wetenschappen onderling. Toenemende skepticisme van buitenstaanders zie je eigenlijk bij alle natuurwetenschappelijke richtingen (en misschien ook wel daarbuiten, ik hoor geneeskundigen ook altijd klagen over misinterpretatie en verdraaiing van hun onderzoeksresultaten). Ik denk niet dat dit heel veel anders is bij klimaatwetenschappen.
MvG,
Arjan
Beste Gould
Van Feyman’s inzichten heb ik altijd met instemming kennis genomen. Gevolg, ik ben het met je bijdrage eens. Van belang vind ik je opmerkingen “naast specialisten zijn mensen nodig die het overzicht houden” en “dat heeft in principe niet met ingenieur of natuurwetenschapper zijn, te maken”
Boog moet ik echter wel toegeven dat mijn kennis van het intern functioneren van universiteiten en onderzoekinstituten verouderd is. Maar wat ik er van merk door zo nu en dan een gesprek met een jonge onderzoeker, maakt mij kritisch.
Mijn belangrijkste zorg is dat mensen die een wetenschappelijk overzicht hebben, nog maar zelden in de leiding van instituten zitten of in staat zijn hun specialisten kritisch te ondervragen. En die zorg betreft ook de departementen die onderzoekfondsen verstrekken. Maar wellicht is er nu weer een kentering. Het aantreden van Plasterk als minister leek mij hoopvol. Het LUMC heeft weer een echte ‘dokter’ aan het hoofd. Maar in het klimatologisch wereldje van instituten rond het PCCC heb ik over het doorzetten van zo’n ontwikkeling twijfels.
Beste Arjan,
Dank voor je weloverwogen reactie waarin ik mij best kan vinden.
Maar als je het over ‘natuur’ hebt, gaat het niet alleen om de biosfeer. Zie de eerder quote van Feynman: (van Gould) For a successful technology, reality must take precedence over public relations, for nature cannot be fooled. Hij (Feynman) duidt hier ook op de anorganische natuurwetten. Opvallend in de oude Chinese filosofie (Confusius, Tao, daarna over technologische ontwikkelingen in de Han, 700 jaar na Christus) is dat bij de ‘natuur’ er veel minder onderscheid wordt gemaakt tussen de organische en de anorganische wereld. In 1995 gaf ik 3 maanden college aan de universiteit van Chengdu (ShiSuan, het hart van de Han dynastie) over Darwinistische evolutie, en moleculaire evolutie theorie, daartoe uitgenodigd om ze af te helpen van het Russische Lysenkoisme. Daarbij kwam ook de westerse genetic engineering ter sprake. Mijn Chinese gehoor was steeds verbaast over de weerstanden die daarover in het westen leefden (die ik geprobeerd heb objectief over te dragen). Mijn gastheer (hoogleraar biologie) zei: voor een Chinees is het bouwen van een lantaarnpaal ook een manipulatie van de natuur.
Opvallend is ook, in verband met onze voorgaande gedachtewisseling over de rol van de mentaliteit van ‘ingenieurs’, dat heel veel leidinggevenden in de Volksrepubliek een ingenieurachtige, praktische, achtergrond hebben. Zij, die officieel wetenschappelijke contacten vanuit ons land met de PRC onderhouden (KNAW en NWO) , hebben dat mijns inziens nog onvoldoende door. Omdat ze niet met stokjes kunnen eten en van de genuanceerde uitdrukkingsmogelijkheden in de taal weinig begrijpen.