De de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) constateert in een essay dat het vertrouwen in klimaatonderzoekers lager is dan in gezondheidswetenschappers. Hoe zou dat komen? Is het de schuld van de media? Judith Curry en ik met haar denkt van niet. Lees verder hier.
What Went Wrong? (http://thebreakthrough.org/blog/2011/02/the_long_death_of_environmenta.shtml)
Marcel,
Interessante blog.
Even een off-topic anecdote, waarvan men mogelijk iets van kan leren.
Von und zu Guttenberg’s plagiaat affaire. Degene die het plagiaat op het spoor kwam was professor aan een andere universiteit (Andreas Fischer-Lescano). Maar het grootste deel van de gevonden plagiaten werd gevonden door een internet web-site, waar een aantal „plagiaat freaks“ aan mee werkte. De reactie van de universiteit was – nadat von und zu Guttenberg zelf zijn titel al had opgegeven en erop de website al een onhoudbare hoeveelheid plagiaat was aangetoond – deze titel weer in te trekken.
Is daarmee de zaak gered. Neen, want de vraag blijft hoe het mogelijk is dat iemand een cum summa laude voor zijn proefschrift kon krijgen, terwijl er eigenlijk sprake van plagiaat is. Op zijn zachts gezegd heeft men gewoon zitten slapen, men keek niet verder dan de neus van de eigen juridische faculteit van de eigen universiteit lang was. En dan heb je natuurlijk mogelijk nog een hele reeks menselijke aspecten, waar de wetenschap aan ondergeschikt gemaakt wordt. Er gaat in de wetenschap dus nog wel eens wat fout. Curieus was dat de ex-minister nog altijd populair was gedurende de hele affaire. De verpolitisering van de affaire speelde hierbij een rol.
De anecdote geeft aan:
a) dat de wetenschap lang niet altijd goed functioneert
b) dat de main stream media lang niet alles kunnen uitzoeken. Soms is men gewoon te lui zijn, en soms praat men naar de mond praten wie op dat moment aan de macht is (in Duitsland worden de publieke omroep bonzen vanuit de politiek benoemt).
c) dat internet en zijn freaks voor de wetenschapsbeoefening een hulp kan zijn (en ook een plaag)
d) dat het vertrouwen bij het publiek niet betekent of iets wel of niet wetenschappelijk is (een open deur natuurlijk).
e) dat de universiteit van Bayreuth (en misschien is het nog wel groter) zich meer druk moet maken over hoe zoiets kon gebeuren dan met vragen als vertrouwen onder het publiek, populariteit etc.
On-topic
1) Je kunt wetenschap en techniek en ook takken binnen de wetenschap niet zo makkelijk met elkaar vergelijken. Ze hebben elkaar vaak nodig maar verschillen vaak te veel van elkaar om ze op een hoop te gooien. Vertrouwen in de wetenschap of vertrouwen in de techniek zijn heel verschillende zaken..
– Bij techniek bijv. gaat het uiteindelijk om een product dat moet werken en betrouwbaar moet zijn. Dat is relatief makkelijk te constateren. Een onbetrouwbaar product heeft grote consequenties, wordt niet gekocht etc. Je kunt op een slecht product nog zoveel spindoctors zetten, maar het publiek trapt daar niet in.
– Bij de ontdekkingen binnen de wetenschap, hebben sommige zaken een directer belang voor de burger dan anderen, maar vaak veel minder dan bij techniek. Dat kan „een nadeel“ maar ook „een voordeel“ zijn voor de vertrouwenvraag onder het publiek.
2) Maar waarom stelt men zich eigenlijk de vraag, hoe groot het vertrouwen in de wetenschap bij de bevolking is. Politici stellen dat soort vragen, maar wat moet de wetenschap daarmee! Het gaat in de wetenschap om waarheidsvinding niet hoe sexy of hyperig iets is.
Het geeft te denken dat sommigen binnen de klimaatwetenschap deze vraag zo belangrijk vinden.
3) In hoeverre kun je onafhankelijk onderzoek doen als gelden waar het naar toegaat bijv. sterk vanuit ministeries kunnen worden gestuurd. En men bepaalde meetbare resultaten verwacht (en waarom stelt men die zgn. meetbare resultaten niet als lariekoek ter discussie).
Is alles wat er dan uit komt dan nog van eenzelfde hoog niveau?
4) Een versmelting van allerlei (politieke etc.) belangen en wetenschappelijk denken binnen instituten – die eigenlijk aan waarheidsvinding zouden moeten doen of die zouden moeten behartigen – is al een zeer lange tijd een aan de gang. Het is ook niet helemaal uit te sluiten.
Maar waarom die belangen stimuleren, door bijv. een overheid of andere club dat te laten sturen door specifieke onderzoeksopdrachten met hun vooropgestelde uitgangspunten.
M.a.w. waarom staat men toe dat de onafhankelijkheid van de wetenschap steeds meer te grabbel wordt gegooid.
5) Zou een selectieve vermindering – dan wel herverdeling – van onderzoeksgelden naar bepaalde takken binnen de klimaatwetenschap niet juist een reinigend effect kunnen hebben?
Zou men sommige zaken eenvoudig weg niet moeten doen.
Bijv. beleidsstudies. Want in hoeverre is een beleid-studie eigenlijk nog wetenschap. Je kunt er best een academische opleiding voor nodig hebbent etc., maar is het daarmee automatisch wetenschap.
Hoort beleid gewoon niet veel meer op de ministeries thuis, in beleidsondersteunende afdelingen binnen bedrijven. En juist niet bij wetenschappelijke instituten, juist niet bij universiteiten, die eigenlijk aan waarheidsvinding moeten doen.
Bijv. het instand houden van een in wezen politiek proces, dat er op gericht is een concensus te bewerkstelligen, wat eigenlijk haaks staat op de waarheidsvinding.
6) Een politieke partij, spreekt graag over zijn eigen wetenschappelijke instituut. Maar er is daarbij vrijwel nooit sprake van onafhankelijke waarheidsvinding, maar veel meer een verdediging van de standpunten en het beleid van die partij.
Waarom keert de wetenschappelijke wereld zich hier eigenlijk niet tegen het misbruik van het woord "wetenschappelijk" ;-).
@AmadeusGould: Je had met je anekdote dichter bij huis kunnen blijven: herinner je je René Diekstra nog?
@Fred Versteeg.
Dank voor jouw reactie. Ik was de Diekstra affaire al vergeten. Of ik dichter bij huis had kunnen blijven?
Het gaat in de affaire „von und zu Guttenberg“ om
– een wetenschappelijke werk (proefschrift), niet om een populair wetenschappelijk boek
– een fraude op een wel zeer grote schaal (op meer dan 80 % van de bladzijden van het proefschrift is nu al plagiaat gevonden en dat zal nog verder oplopen) en niet om iets wat je (nog) als onzorgvuldigheid kan betitelen.
– de politieke aspecten en de perceptie bij het grote publiek
– de rol van het internet bij het ontmaskeren van de fraude en een juridische faculteit, waar men dit totaal niet heeft gezien.
Natuurlijk bij Climategate zijn de zaken anders dan de affaire Diekstra, etc. maar men moet waakzaam, kritisch blijven, ondanks de valkuilen van eigen voorkeuren/verwachtingen, popularity-polls etc. Dat is de les waar het over gaat.
Over de Diekstra affaire
Ook eerst een anekdote. In der tijd werkte ik in het ministerie van Landbouw. Als iemand met een Xerox of OCe-machine iets ging kopiëren, zei hij “even een Diekstratje maken.”
Maar nu verbaast het mij toch wel dat Fred Versteeg nog steeds verwijst, naar wat in die tijd ook wel ‘het plagiaat van de eeuw werd genoemd”. Nota bene een heel boek overgeschreven van een Amerikaan zonder bronvermelding, dacht men. Ik heb deze affaire met een collega van de Leidse universiteitsbibliotheek, zelf schrijver en vertaler, een jaar lang uitvoerig bestudeerd. Naar aanleiding van de affaire zou mijn dochter, na een seminar in het Leids Gymnasium, rechten gaan studeren, en ze is nu, 12 jaar later een succesvol advocaat op het gebied van intellectueel eigendom. Het verslag van ons onderzoek is gegeven in een boek “Leiden in last; de zaak Diekstra nader bekeken” (Elmar 1997) en in een sleutelroman van mijn hand ‘The fall of Dr. Dikes at Brooks University”
We hebben alle populaire werken van Diekstra onderzocht. Wij vonden dat in het totale oeuvre van zo’n 500 pagina’s druk, op 10 wellicht onvoldoende van “…..” gebruik was gemaakt. Hoewel de betreffende auteurs van de passage in de literatuurlijst wel werden genoemd. De auteursrechten op de passages lagen overigens al bij zijn uitgever Bruna. Niettemin, het zou wel netjes zijn geweest, meer precies naar anderen te verwijzen. Er was hier sprake van slordigheid, veroorzaakt door de tijddruk die uitgever en televisie op de populaire analist van suïcide uitoefenden om tenminste één keer per week publiekelijk in het beeld te zijn. Op plagiaat in populaire geschriften is Diekstra dan ook niet ‘veroordeeld’ al is die indruk bij het grote publiek wel blijven hangen, vanwege de media hype die VN veroorzaakte. Wat de doorslag voor zijn aftreden als Leids hoogleraar gaf, was een beschuldiging van wetenschappelijk plagiaat in een medisch tijdschrift, aangebracht door een naaste medewerker van Diekstra en nota bene zelf mede auteur van dit artikel. Het leek op vadermoord. Daarom hebben we na de veroordeling deze zaak nader onderzocht. Onze conclusie was, het initiatief tot dit ‘overschrijven’ zonder adequate bronvermelding moet voor 100 % aan die medewerker zelf worden toegeschreven. Diekstra, als medeauteur was weer eens te slordig geweest in het controleren van een medewerker. (Overigens, wat was overgeschreven, kwam uit een rapport van een commissie van WHO, waarin Diekstra zitting had). De betreffende medewerker werd daarna hoogleraar in Amsterdam. We hebben een aanklacht tegen hem ingediend bij het bestuur van de VU, die werd geseponeerd als een ‘gepasseerd station’.
Eindconclusie: er blijft heel weinig over van het bij Diekstra veronderstelde plagiaat . De beschuldigingen kwamen vooral voort uit jalousie vanwege Diekstra’s populariteit. En voorts, officiële instanties zoals Leidse universiteit en VU hebben grote moeite om terug te komen op eerder ingenomen standpunten.
Op een overeenkomstig probleem zouden we daarna stuiten bij de KNAW. Wij bestudeerden de zgn. Baltimore affaire, een geval van datamishandeling door een medewerker van deze Nobelprijswinnaar. Het werd een 10 jaar slepende zaak ik de VS, waarover veel in de pers werd geschreven. Uiteindelijk werd Baltimore vrijgesproken. Maar zie, in een brochure van de Ethische commissie van de KNAW over wetenschappelijke integriteit, werd nog steeds, met selectief aanhalen uit de literatuur, Baltimore als een bedrieger voorgesteld. Het heeft ons ruim een half jaar gekost om de KNAW te bewegen om deze brochure terug te nemen. Men had grote moeite om ongelijk te erkennen en een publieke verontschuldiging is uitgebleven.
Daarna heb ik nog een aantal gevallen van twijfel aan wetenschappelijke integriteit bestudeerd, zowel voor de beschuldiging als voor de verdediging. Op verzoek van McIntyre verdiepte ik mij (2004) ondermeer in de Mann affaire, hockeystick. Daar heb ik destijds geen brood van kunnen bakken want de betreffende universiteit (Virginia) beschikte niet over een behoorlijke procedure om verdenkingen te onderzoeken.
Tenslotte, ‘de moraal van mijn verhaal’. In alle gevallen heb ik een buitengewoon hinderlijke stemmingmakerij via de media kunnen constateren waardoor wetenschappelijke circuits zich lieten beïnvloeden en met getoond onvermogen om ooit ongelijk, of laten we zeggen ‘blijk van vergissing’ te erkennen. Terwijl ‘vergissen’ in de wetenschap, aan de orde van de dag is. Wat betreft de klimaatdiscussie, ik denk dat beide kampen (AGW protagonisten en antagonisten) te sterk proberen gelijk te krijgen via de publieke discussie. En ik onderschrijf op hoofdlijnen het betoog van Gould in het bovenstaande. Het gaat er om dat de wetenschappelijke werkers onderling tot een betere discussie komen, niet hun (eigen)wijsheden publiekelijk blijven verkondigen op eigen verondersteld wetenschappelijk gezag.
Met grote teleurstelling constateerde ik dat vorige week de sectie Aardwetenschappen van de KNAW, weer in zo’n publieke discussie is getreden met verkondiging van eigen wijsheden. Het verleidde mij er weer toe om een weerwoord te geven, in twijfel trekkend de kwaliteit van de expertise die betreffende leden van de sectie aan de dag menen te kunnen leggen, wat betreft de werking van het ‘broeikaseffect’ . http://www.dagelijksestandaard.nl/2011/03/klimaat… , wat voortijdig door de redacteur geplaatst omdat ik nog op zoek was naar een reactie van de leden van de sectie Aardwetenschappen. Tot dusver bleef die echter uit.
Zo schieten we in de wetenschappelijke klimaatdiscussie niet op.
Dieksta affaire 2
Nog even ter verduidelijking. Ik ben allerminst een bewonderaar van Diekstra. Hij is overigens als een phoenix inmiddels uit de as verrezen . Deeltijd hoogleraar in Bazel. Voorzitter van de faculteit sociale wetenschappen aan de Roosevelt Academy in Middelburg . En wekelijks verschijnen weer zijn columns in regionale bladen. Waarin de verkondigde wijsheden mij echter allerminst bekoren. Hij presenteert woensdag een nieuw boek in de stadsgehoorzaal te Leiden. Toegangsprijs enige tientallen euro’s. Ik vraag me dan af, heeft hij niets geleerd van het verleden hoe als wetenschapper in de publiciteit te treden?
Maar die vraag durf ik ook te stellen aan de AGW protagonisten. In ons land verenigd in de PCCC, klimaatportaal. Iets geleerd van hoe indoctrinerende opvattingen over de werking van het aardse broeikaseffect op het publiek gaat overkomen?
Als astronomische verwachtingen waarheid worden, de temperatuur gaat dalen in de komende decennia, wellicht gedurende 2, maar mogelijk 5, wat blijft er in de publieke opinie nog over van geloofwaardigheid aan de AGW protagonisten als wetenschappers?
Nee, nogmaals, de klimaatdiscussie moet niet gevoerd worden via de publieke opinie. Laten we nog eens vaststellen, de veronderstelling dat CO2 concentratie verhoging in de atmosfeer de oppervlaktetemperatuur zou kunnen beïnvloeden was op theoretische gronden niet absurd. Maar de waarnemingen lijken inmiddels deze veronderstelling thans ernstig te ondergraven.
Dat is, waar het in de wetenschappelijke klimaatdiscussie mijns inziens over moet gaan. Ten principale, ga uit van waarnemingen, niet van theoretische beschouwingen, dat de Natuur zich volgens die beschouwingen zou moeten gedragen.
De controverse is heel essentieel. Ook in andere wetenschappen. Welke waarde wordt gehecht aan waarnemingen en de daaruit af te leiden theoretische beschouwingen, en welke waarde aan modellen, gebaseerd op theoretische beschouwingen die waarnemingen voorspellen.
In ieder geval meen ik te moeten constateren dat de wetenschapsvoorlichting via de media aan het grote publiek, heeft gefaald om de essentie van deze controverse duidelijk te maken.
@Arthur: Dank voor de uitgebreide uiteenzetting. Het toont wel aan hoe groot de invloed van de media kunnen zijn, zowel op het gedrag van universiteitsbestuurders als op de perceptie van het publiek (o.a. bij mij dus!). Ook jaren later nog. Het hele verhaal dat u nu vertelt over Diekstra is voor zover ik weet nauwelijks bekend geworden via diezelfde media die kennelijk een flinke rel aantrekkelijk vinden, maar zodra de nuance erbij komt, op zoek gaat naar een nieuwe.
Dat ik dus alsnog met Diekstra op de proppen komt, is daarmee verklaart. Nu weet ik pas hoe de vork in de steel zit. (Al had ik via een vriend die toen aan de RUL werkte al vernomen over de jaloezie en interne machtsstrijd op de faculteit daar.)
Overigens heb ik altijd begrepen dat Diekstra tijdens die hele affaire populair bleef bij bijna al zijn studenten. Die beoordeelden hem uiteindelijk vooral op zijn functioneren als de docent die zij goed kenden en waren daardoor kennelijk minder gevoelig voor het beeld dat de media creëerden.
Diekstra 3
Ja, Diekstra was klaarblijkelijk een goed docent. Na een college kreeg hij geregeld applaus van de studenten.
Toch nog maar een paar andere akelige ervaringen met deze affaire.
De door de universiteit ingestelde onderzoek commissie van 2 man, heeft de zaak niet erg professioneel bekeken vanuit het oogpunt 'intellectueel eigendom'. Zij ging uit van getuigenverklaringen. Het concept rapport dat de commissie uitbracht was overigens mild. Er werd een reprimande aanbevolen. Geen ontslag. Het eind rapport werd door het universiteitsbestuur gemanipuleerd.
Sterke beschuldigingen bleven steeds komen uit de ethische commissie KNAW en de destijds president Akademie (op TV). Naar onze mening had dit gezelschap ook weinig kennis van het verschil in schenden van auteursrecht en wetenschappelijk plagiaat. We wisten ons in onze opvattingen informeel gesteund door de hoogleraar intellectueel eigendom in Leiden en lid van de Hoge Raad. Maar die wilde daarvoor niet uitkomen. We kregen bij ons onderzoek ook weinig medewerking, zelfs tegenwerking, van internationale organisaties waarin Diekstra werkte. De WHO en de International Union of psycological Societies. Diekstra meende dat zijn intellectuele inbreng in de commissies daarvan zo groot was, dat hij zijn eigen visies ook zonder meer in eigen geschriften kon gebruiken. Wij vroegen bij genoemde organisaties naar documenten waaruit dit zou blijken. Die bleken allemaal ‘zoek’ te zijn. Hoewel bij de Union de verdienste van Diekstra mondeling werd erkend. (But do not quote me).
Heel interessant was de geschiedenis van het veronderstelde overgeschreven boek ‘Je verdriet voorbij’. Heruitgave 2001, nu wel met op de cover, naast Diekstra de naam van de ‘overgeschreven’ auteur Gary McEnery, die op de eerste uitgave ontbrak. Ik heb een brief van Diekstra aan de uitgever, waarin hij protest aantekent tegen het weglaten van de naam McEnery op de cover. (Het copyright contract staat op beider naam). Terecht was McEnery daar boos over. Het was een oude rel die door een Hilversums TV station, tijdens de rel, weer graag werd opgerakeld. In de heruitgave 2001 staat echter in het voorwoord een Engelse voetnoot waarin uitleg wordt gegeven door McEnery wat de werkelijke gang van zaken is geweest.
Ik haal het één en ander toch nog maar eens aan, ter uitleg waarom mijn vertrouwen in het hedendaagse circuit van klimatologen en organisaties niet zonder meer groot is, als uit te oefenen gezag uitsluitend op autoriteit is gebaseerd. Een zelfde beeld is ontstaan, na de ‘revoluties’ 1968-1969 van het wereldwijde circuit van sociologen. Inmiddels heeft de faculteit Sociale Wetenschappen in Leiden zich behoorlijk hersteld. Enige jaren geleden bij een voordracht over de klimatologie in de faculteit liet ik me niet erg positief uit over IPCC opvattingen en diens publieke verkondigingen. Iemand (een politica uit Den Haag) protesteerde dat ik niet zo over collega wetenschappers zou mogen spreken. Waarop ik de zaal vroeg: herkent U niet het beeld van wat zich in vorige decennia in de ‘sociologie’ heeft afgespeeld? Daarmee kreeg ik tenminste de lachers op mijn hand. En wekte een gevoel op van déjà vu.
Opmerkelijk overigens dat zich in de sociobiologie overeenkomstig problemen voordoen als nu in de klimatologie. Onder leiding van een bekende autoriteit, zeker wetenschappelijk geen onbenul, Edward Wilson. Een soort Hansen. Aanhaling uit een boek van Segerstrale (“Defenders of the truth”, Oxford University Press 2000) over de ontwikkelingen in de sociobiologie: “Social factors such as power, rather than the presentation of scholarly evidence, might determine who ‘wins’ on academic controversies, at least for the moment”.
Herkenbaar?
.
Als enkele wetenschappers fraude plegen door vervalsing van onderzoekgegevens en daarnaast bewust op de man gaat spelen als men het niet eens is en vervolgens roepen dat alle wetenschappers het met hun visie eens is moeten er al heel veel vraagtekens opkomen.
Als daarna de politiek er mee aan de haal gaat en er vele ambtenaren "beleid" gaan maken is het hek van de dam.
Toch knap om een groot deel van de mensheid te laten geloven dat je gelijk hebt ook als al 10 jaar de praktijk duidelijk aangeeft dat de theorie niet juist is.
we staan aan de vooravond van een dambreuk die met veel moeite nog in stand gehouden wordt. Ben benieuwd wie er allemaal worden meegesleurd met de stroom.
Dat zal een politieke en wetenschappelijke omwenteling geven.
Diederik heeft een zeer hoog iq en is dan ook al weer heel slim aan het heulen met "de vijand"
Het meest flagrante geval van gepolitiseerde wetenschappelijke "bashing" is het geval Wouter Buikhuisen, criminoloog aan de Universiteit van Leiden, geweest.
Zijn onderzoek als criminoloog en zijn biosociale criminologie theorie vielen in het Nederland van de jaren zeventig geheel niet in goede aarde en riepen ook bij collega's en bij de linkse pers grote weerstand en woede op. In hun linkse gepolitiseerde ogen gold, dat criminelen niet worden geboren maar gemaakt – door de onrechtvaardige maatschappij, die de bron is van alle kwaad.
In de media (Weekblad VN en ook bij de VPRO) heerste geen enkele nuance: je was ‘goed’ als je biosociale criminologie afwees en ‘fout’ als je bereid was serieus naar de ideeën van Buikhuisen te luisteren.
De nekslag voor Buihuizen was de publicatie in het weekblad Vrij Nederland (VN) door de VN-columnist Hugo Brandt Corstius (onder het pseudoniem Piet Grijs) met een felle persoonlijke aanval op Buikhuisen. Buikhuizen trok zich terug uit zijn wetenschappelijk onderzoek. In december 1988 hield Buikhuisen op doktersadvies de wetenschap helemaal voor gezien.
Inmiddels is Buikhuizen als wetenschapper gerehabiliteerd. In november 2009 verzoende Universiteit Leiden zich met Buikhuisen.
Menig sceptische klimaatwetenschapper in Nederland zal zich in zijn functioneren moeten kunnen herkennen in de linkse gepolitiseerde dominantie / terreur jegens een Buikhuizen!
@Arthur Rörsch: Dit soort gebeurtenissen is bijna een blog op zich waard. Academici blijken in praktijk niet altijd de dappersten te zijn, ze hebben vaak ook een hypotheek tenslotte. Net mensen.
En voor wie literair wil smullen van zo'n academische rel en de manipulatie en machtsstrijd aan een faculteit: lees The History Man van Malcolm Bradbury, begin jaren '80 ook als BBC-serie verfilmd.