De hele (sceptische) wereld zag uit naar het werk van Richard Muller en zijn Berkeley Earth Surface Temperature (BEST) project. Totdat hij onlangs in een getuigenis voor het Amerikaanse congres hele verregaande conclusies ging trekken op basis van de eerste 2 % onderzochte data. Deze Muller haalt eerst de hele IPCC-kliek en het door climategate in diskrediet gebrachte “Team” van Phil Jones en Michael Mann door het slijk (zie video eerder artikel). En vervolgens ontpopt hij zich als iemand die met voorbedachte rade wil aantonen dat de aarde wel degelijk gevaarlijk opwarmt.
Geo-engineering
Niemand begreep er ene bal van! Willis Eschenbach was perplex en furieus (lees zijn: Expect the BEST, plan for the worst). Totdat Skeptic’s Corner onthulde (link) dat Muller financieel afhankelijk is van groepen die niet zoals IPCC, the Team en James Hansen (NASA) CO2 willen uitbannen, maar die via geo-engineering de aarde willen redden (Novim Group, Bill Gates). Het was dus weer een ordinair gevalletje van follow the money.
Dan kom je toch zo langzamerhand tot de conclusie dat onafhankelijke wetenschap per definitie alleen mogelijk is als de wetenschapper in kwestie echt maar dan ook echt financieel en institutioneel onafhankelijk is. Deze mensen zijn vaak in de blogosfeer actief. Sommigen van hen zoals Douglas J. Keenan (over wie hieronder veel meer) loodsen hun blogpublicaties voor de vorm ook door de peer review. Wat mij betreft kan een ware wetenschapper zijn neus ophalen voor de omslachtige peer review (pal review) en volstaan met goed beargumenteerde publicaties in de blogosfeer. Enkele van Hans Errens artikelen op dit blog voldoen wat mij betreft absoluut aan het criterium “onafhankelijke wetenschappelijke publicaties” .
Geld & macht
Ik kom hier niet terug op mijn uiteindelijk afwijzende analyse van post-normale wetenschap die stelt dat de blogosfeer in grote wetenschappelijke controverses een vruchtbare kritische interface vormt tussen wetenschap en beleid. Nee, ik durf juist te stellen dat anno 2011 uitsluitend de blog/webpublicaties van sommige exclusieve auteurs als enige in aanmerking komen als zuivere want financieel en institutioneel onafhankelijke wetenschap. De doorsnee peer review is verdacht! Juist de geïnstuti0naliseerde gesubsidieerde peer reviewed wetenschap vormt de “post-normale beleidsinterface”: in die wereld gaat het allang niet meer over waarheid of eerlijkheid over onzekerheden, maar gewoon om het steunen van om andere redenen gekozen beleid (lees: geld & macht).
Het is bijna een uitdaging te gaan verzinnen aan welke minimumcriteria zo’n onafhankelijke blogosfeer-wetenschapper moet voldoen. Hieronder een voorzet voor een checklist, waarin je ziet dat de tot journalist verworden Hajo Smit zich niet kwalificeert, waarna we zoals beloofd snel verder gaan met de zuivere wetenschap van de rentenierende Douglas J. Keenan.
Naam: Hajo Smit
Opleiding: VWO B – Wageningen MSc (cum laude) – Meteorologie & Klimaatmodellering
IQ (min. 130): 130
Blogadres(sen): climategate.nl
Kennisgebieden: Meteorologie, Klimaat, Geschiedenis, Filosofie, Politicologie, Sociologie, Psychologie
Beheersing statistiek: hier val ik af, want weggezakt na 5 seizoenen skileraar en berggids
Beheersing wiskunde: hier val ik af, want weggezakt na 5 seizoenen skileraar en berggids
Maatschappijvisie: techno-optimist / cultuurpessimist*
Mensvisie: humanist & filantroop / eco-absolutist & misantroop*
Financieel volledig onafhankelijk want: huisman-internetondernemer
Institutioneel volledig onafhankelijk want: op bovenstaande kennisgebieden aan niets of niemand gelieerd
Extended peer review door medebloggers (minstens 5): hier val ik af want er zijn geen 5 blogs die mij reviewen
(* doorhalen wat niet van toepassing is)
In tegenstelling tot mijzelf zou Hans Erren fluitend door bovenstaande ballotage komen. Dit geldt ook voor Douglas J. Keenan. Op zijn blog informath.org omschrijft hij zichzelf als:
About the author: I used to do mathematical research and financial trading on Wall Street and in the City of London; since 1995, I have been studying independently.
Hij heeft zojuist weer een duit in het klimaatzakje gedaan met zijn artikel in Wall Street Journal: How scientific is climate science? De ondertitel van zijn artikel luidt:
What is arguably the most important reason to doubt global warming can be explained in plain English.
Het veelzeggende intro is:
For years, some researchers have argued that the evidence for global warming is not nearly as strong as has been officially claimed. The details of the arguments are often technical. As a result, policy makers and other people outside the debate have relied on the pronouncements of a group of climate scientists. I think that is unnecessary. I believe that what is arguably the most important reason to doubt global warming can be explained in terms that most people can understand.
Geboeid? Lees dan zien hele artikel hier en zie voor Keenan’s hevige betrokkenheid in het klimaatdebat deze WUWT search.
Ik ben ook gezakt, en gedoemd tot journalistenbestaan, maar mogelijk dit jaar mijn eerste echte wetenschappelijke artikel en dan boeren we toch vrolijk door
Mooi stukkie
dat er tegenwicht nodig is uit de blogosfeer is een understatement: de officiele academie is een zelffeliciterend milieuactivistisch monster. Ik zag dat de extreem linkse milieuactivist, pardon Marien Ecoloog en rapportjepoeper uit Groenistan Han Lindeboom van Imares zelfs al een lintje van de koningin kreeg. De Rob van Dorland van Mariene Ecologie
Met in getallen gecamoufleerde aannames en beweringen die eigenlijk neerkomen op: 'de mens maakt de aarde stuk, dus de mens is altijd schadelik voor het mariene ecosysteem, dus alle menselijke activiteit uit wiens inkomsten ik niet word betaald is schadelijk'
Wonderlijk hoe hij steeds zonder metingen zo veel kan weten van wat er onder de zeespiegel gebeurt, het lijkt wel magie.
Topwetenschapper
Goede blog
William M. Briggs sluit in zijn blog hierop aan:
http://wmbriggs.com/blog/?p=3709
En zijn blog over tipping points in klimaat modellen is ook het lezen meer dan waard:
http://wmbriggs.com/blog/?p=3718
Die Keenan, belangrijk in Hajo's eerste bericht, is wel boeiend waar hij probeert uit te leggen wat een significante verandering in de weergave van de temperatuur is. Ik weet niet of zijn manier bij het meer ontwikkelde deel van het Amerikaanse publiek óverkomt, dat zal er van afhangen hoe het Amerikaanse onderwijs er uit ziet op dit punt.
Voor mij is Lee Doren van "How the world works" op Youtube duidelijker over het gebrek aan significante temperatuurstijging, met name in deze video:
http://www.youtube.com/watch?v=Bs6ofn46xUY
Overigens vind ik niet dat Richard Mullers voorlopige resultaten, de bekende 2% waarover hij heeft gesproken, zouden wijzen op een 'gevaarlijke' opwarming van de wereld. Dat vonden we toch ook niet van die van zijn concurrenten? De 'margin of error' zou voor de verandering ook eens in de grafiek kunnen worden weergegeven.
Papers Submitted for Peer Review (October 2011)
The Berkeley Earth team has now submitted four papers for peer review. We are making these preliminary results public, together with our programs and data set, in order to invite additional scrutiny. The four papers are:
– Berkeley Earth Temperature Averaging Process
– Influence of Urban Heating on the Global Temperature Land Average
– Earth Atmospheric Land Surface Temperature and Station Quality in the United States
– Decadal Variations in the Global Atmospheric Land Temperatures
http://berkeleyearth.org/resources.php
Uit:
COOLING THE WARMING DEBATE
Berkeley Earth Releases Global Land Warming Analysis
http://berkeleyearth.org/Resources/Berkeley_Earth…
Leuk deze bevindingen:
Specifically, the Berkeley Earth study concludes that:
– The urban heat island effect is locally large and real, but does not contribute significantly to the average land temperature rise. That's because the urban regions of the Earth amount to less than 1%
of the land area.
– About 1/3 of temperature sites around the world reported global cooling over the past 70 years (includ ing much of the United States and northern Europe). But 2/3 of the si tes show warming.
Individual temperature histories reported from a single location are frequently noisy and/or unreliable, and it is always necessary to compare and combine many records to understand the true pattern of global warming.
"The large number of sites reporting cooling might help explain some of the skept icism of global warming," Rohde commented. "Global warming is too slow for humans to feel directly, and if your local weather man tells you that temperatures are the same or cooler than they were a hundred years ago it is easy to believe him."
In fact, it is very hard to measure weather consistently over decades and centuries, and the presence of sites reporting cool ing is a symptom of the noise and local variations that can creep in. A good determination of the rise in global land temperatures can't be done with just a few stations: it takes hundreds – or better, thousands – of stations to detect and measure the average warming. Only when many nearby thermometers reproduce the same patterns can we know that the measurements were reliably made.
– Stations ranked as "poor" in a survey by Anthony Watts and his team of the most important
temperature recording stations in the U.S., (known as the USHCN — the US Historical Climatology Network), showed the same pattern of global warming as stations ranked "OK". Absolute temperatures of poor stations may be higher and less accurate, but the overall global warming trend is the same, and the Berkeley Earth analysis concludes that there is not any undue bias from includ ing poor stations in the survey.