´Het is vijf voor twaaaaaalf!!´

In het Tweede Kamerdebat vandaag over Visserij, Greenpeace en de Noordzee blijven de Groene Papegaaien rondvliegen en krijsen, opgejaagd door de ecologistische protestclub Partij voor Dieren.

Groene Papegaaien kortwieken
Ter correctie op het groene gekrijs hier op Climategate nog even  een mariene handout. Met daarin  de meest circulerende ‘het is 5 voor 12’-contactgeluiden van Jolandesapdrinkers. Een misvatting wordt volgens mij niet meer waar dankzij de kracht van herhaling, maar velen denken daar anders over.

Alles is hier al eens uitvoerig met referenties besproken, maar goed.. Mensen lezen geen stukjes langer dan 10 woorden, dus daar gaan we nog weer eens. Ook halen ze steeds één wetenschapper aan, die dankzij verslapte peer review Science wist te bereiken: Daniel Pauly. Iemand die altijd weer genoeg onwaarschijnlijke maar alarmistische quotes levert, waar actieclubs op kicken.

1. ‘De FAO zegt dat 88 procent is overbevist’: (Greenpeace et al, Marianne Thieme Groenlinks/Joop.nl/NRCnext duswelbeswelhipenfris et al) 

De meest omvattende studie naar visbestanden  ´Rebuilding Global Fisheries´ van Boris Worm en Ray Hilborn in 2009 in Science meldt een getal van 14 procent, en dat 66 procent van visbestanden beter beheer nodig heeft.  Worm en Hilborn constateren dat hun getal van 14 procent in de buurt ligt van die van de FAO van 19 procent. Worm en Hilborn citeren de Wereldvoedselorganisatie FAO. Welke FAO citeert Greenpeace/Groen Links/Joop.nl en andere Gutmenschen?

2. ‘De Zee is Leeg in 2050’

    Paul Luttikhuis zou, omdat hij voor de kwaliteitskrant schrijft, zeggen ‘de zee is enigszins leeg in 2048′. Maar ook kwaliteitskletskoek blijft kletskoek.

    Dit getal komt uit een PERSBERICHT, en vormt geen resultaat van een studie. Het betreft een bijzin van Worm et al in Science 2006. In die BIJZIN stond dat bij aanhoudend mismanagement tegen 2048 instorting zou dreigen voor een groot gedeelte van commerciele visbestanden. (wat dus geen uitsterven betekent, maar dat het niet rendabel is om er op te vissen)

    De persafdeling van Worm´s universiteit rukte die bijzin uit haar verband, en zette die als kop boven het persbericht.  Enkele hoofdauteurs van de Worm 2006-studie waren zo kwaad over deze PR-actie – die al gauw de wereldpers rondvloog/ dat zij hun naam van de studie wilden verwijderen. Om de controverse recht te zetten, verscheen daarom de Worm/Hilborn-studie in 2009. Hierin staan de werkelijke gefundeerde getallen en schattingen.

    3. ´Er zijn straks alleen nog maar kwallen´

      Ik hoorde dit bijvoorbeeld ECNC-directeur Rob Wolters zeggen, in de www-krochten van actieclubs vind je het ook. De claim is losjes gebaseerd op de bovenstaande bijzin, gecombineerd met Pauly et al 1998. Daniel Pauly is de ENIGE opgevoerde wetenschapper in Dos Winkel´s 5-voor-12-schreeuwfilm ´Sea the Truth´. Pauly´s aanname is dat visserij eerst de grote roofvissen vangt tot die op zijn, om dan lager in de voedselketen te mikken.

      Fishing down the foodchain, het was in 1998 een mediasucces, en zoals ieder mediasucces ook een bureaucratisch succes dat door de VN werd opgepikt en verwerkt in internationaal beleid. Zoals Branch et al in Nature 2010 in oktober al aantoonden klopt de methodiek niet, wat tot alarmistische overschattingen leidt. Ook toonde Hilborn al in 2006 in zijn oproep ´Faith Based Fisheries´ dat dit een mythe is, en dat ´kwaliteitsbladen´als Nature en Science te vaak zwakke studies met alarmerende boodschap publiceren, die in bladen van echte mariene experts nooit door de peer-review zouden komen. .

      Met gezond verstand zie je ook, dat mensen niet lager op de voedselketen vissen OMDAT de rest op is. Want juist schaaldieren zijn een populair target van visserij, die ook meer opleveren per kilo in Azie,  zie ook Deadliest Catch. Mensen riskeren hun leven, omdat die schaaldieren zoveel opleveren.

      4. De boomkorvisserij brengt onherstelbare schade toe aan de zeebodem’

        De meest populaire claim van Lindeboom/Imares-activistenwetenschappers en Stichting de Noordzee. Stichting De Noordzee verwijst in haar visie uit april als ´bewijs´naar Callum Roberts ´Unnatural History of the Sea. Callum is een WWF-lobbyist die onderzoek deed in het Caribisch gebied. Wat zou betekenen dat Urker vissers bij Aruba hun netten uitgooien.

        Lindeboom en Stichting De Noordzee verwijzen verder steeds naar Impact 2 van Imares in 1997, waarbij Lindeboom optrad als hoofdauteur. Echter, wanneer je het HELE RAPPORT leest, in plaats van de alarmistisch gespinde conclusies: bij het gros van zelfs intensief beviste plekken is na maximaal 37 uur niets meer te zien van bevissing. Het overgrote deel van de Nederlandse kustzone wordt een keer of minder dan eens per jaar bevist.

        Weliswaar kan de soortensamenstelling veranderen in intensief beviste plekken, maar of dit ´erg´is, betreft geen wetenschappelijk maar een smaakoordeel afhankelijk van de voorkeur van de onderzoeker voor zijn favoriete zeedier.

        Of er ´schade´optreedt aan de bodem hangt niet zozeer af van de METHODE die wordt gebruikt, maar de mate waarin een zone jaarlijks wordt bevist. Het ICES geeft 6 zones in de Noordzee aan waar intensief wordt gevist. Het oppervlak daarvan betreft ongeveer 2 procent van de totale Noordzee.

        5. ´Als er op land natuurreservaten zijn, waarom zijn die er dan niet in zee´
        Miliieuclubs en hun wetenschappers als Han Lindeboom zijn rupsjes Nooitgenoeg. In 1989 werd de Scholbox ingesteld, een zeereservaat van 36.000 vierkante kilometer langs onze kust tot Denemarken. Dus een gebied zo groot als Nederland.

        Hier mocht niet meer worden gevist met kotters boven 300 pk. De visserijdruk nam daarna af met 87 procent. Niet vermeld, is dat de Scholbox een fiasco was, zoals Imares vorig jaar al liet zien. De schol trok weg uit de box.

        6. Vis groeit steeds langzamer door overbevissing en daardoor sterven ze uit

        Zoals ik recent nog de studie van Katja Enberg in Marine Ecology samenvatte in  Bionieuws: dit soort conclusies ontstonden, doordat men bij evolutie groeisnelheid als eigenschap op zich opvatte, en deze verwarde met lichaamsgrootte. Men vond steeds vaker kleine vissen die al volwassen waren, en stelde dat dit kwam door lagere groeisnelheid. Echter, veel vaker blijkt dat vissen gewoon eerder volwassen worden, dus bij een kleiner lichaam. Het loont voor een vis onder hogere visserijdruk niet om in lichaamsomvang te investeren. Een kleinere vis is dus geen teken van lagere fitness (en overlevingskans) maar van hogere: dankzij aanpassing zijn ze zo beter tegen hoge visserijdruk opgewassen.

         

        Nu kan ik wel stééds weer in herhaling vallen. En please please, doe vooral een poging om mijn aangehaalde materiaal te weerleggen met feiten. Dat kun je niet, dus veel gezelligheid toegewenst.

        Ook de groenlinkse medemens heeft haar geurvlaggen en contactgeluiden nodig om elkaars nest te vinden, zich voort te planten en hun leven een zweem van zin te geven met het najagen van ecologistische fata morgana´s. Ik snap dat best, wil dat feestje niet verstoren.