Vlak voordat vrijdag de gebeurtenissen in Noorwegen het nieuws domineerden, stond er een kop op nu.nl: ‘Extreme klimaatverandering mogelijk’
UTRECHT – De hoeveelheid koolstof die wij met zijn allen uitstoten, zou wel eens kunnen leiden tot een extreme verandering van het klimaat, met een wereldwijde uitroeiing van verschillende dier- en plantsoorten als gevolg.
Het blijkt te gaan over een publicatie over de massa-uitsterving op het einde van het Trias-tijdperk, waar meer dan 20% van de soorten het niet overleefde. (zie wikipedia voor achtergrondinformatie). De publicatie is een offspin van de promotie van Micha Ruhl aan de afdeling paleoecologie van de universiteit van Utrecht: Carbon Cycle Changes during the Triassic-Jurassic Transition” (Januari 2010)
De claims in het nieuwsbericht zijn overtrokken, zoals tegenwoordig gebruikelijk is met klimaatnieuws.
Publicatie
Hier is het abstract van de publicatie waar het allemaal om gaat in het nieuwsbericht:
Atmospheric carbon injection linked to end-Triassic mass extinction.
Abstract
The end-Triassic mass extinction (~201.4 million years ago), marked by terrestrial ecosystem turnover and up to ~50% loss in marine biodiversity, has been attributed to intensified volcanic activity during the break-up of Pangaea. Here, we present compound-specific carbon-isotope data of long-chain n-alkanes derived from waxes of land plants, showing a ~8.5 per mil negative excursion, coincident with the extinction interval. These data indicate strong carbon-13 depletion of the end-Triassic atmosphere, within only 10,000 to 20,000 years. The magnitude and rate of this carbon-cycle disruption can be explained by the injection of at least ~12 ร 10(3) gigatons of isotopically depleted carbon as methane into the atmosphere. Concurrent vegetation changes reflect strong warming and an enhanced hydrological cycle. Hence, end-Triassic events are robustly linked to methane-derived massive carbon release and associated climate change.
Ref:
Ruhl M, Bonis NR, Reichart GJ, Sinninghe Damstรฉ JS, Kรผrschner WM., Atmospheric carbon injection linked to end-Triassic mass extinction. Science. 2011 Jul 22;333(6041):430-4. abstract
Opvallend is dat er in het abstract:
a) totaal geen link wordt gelegd naar het klimaat van vandaag
b) het hele proces van uitsterving tien- tot twintigduizend jaar in beslag nam: vergelijkbaar in snelheid dus met het einde van de laatste ijstijd.
c) vergelijk 12000 gigaton ook met de huidige fossiele 8 gigaton per jaar.
Methaan
De bangmakerij in het nieuwsartikel wordt gedaan op de basis van methaan dat tegenwoordig gevangen zit in toendra en ongeconsolideerde sedimenten en dat een opwarming dit methaan zou kunnen vrijmaken. Nu was de situatie tijdens het einde van het Trias totaal anders als tegenwoordig, zo waren er bijvoorbeeld geen poolkappen waardoor de zeewatertemperatuur ook al hoger was, zie dit paleoecologisch kaartje van Christopher Scotese (http://www.scotese.com):
De grote hoeveelheden methaan zaten dus toen niet in de toendrabodems, want die waren er gewoon niet.
conclusie
Ruhl et al hebben een goede studie gepresenteerd over de koolstofbalans tijdens de massauitsterving aan het einde van het trias, maar de draai die nu.nl er aan heeft gegeven, geeft niet weer wat de conclusies van het artikel zijn.
Links
Nederlands:
– nu.nl
– Volkskrant
– nieuws.nl
– Vroege Vogels
Engels:
– USAToday
– Science
– oi9.com
– sciencenews.org
Er schijnt discussie te zijn of dit werkelijk Cold Fusion is of LENR.
@Tinstaafl
Volkomen gelijk, sorry.
Maar het is wel een niet chemische reactie waarbij nikkel wordt omgezet in koper.
Men beweert dat met 1 Watt input de output 30 Watt is.
@JWR
Ik geloof dat we het eens zijn.
Of een atmosfeer zonder broeikasgassen tot 10 km hoogte een constante temperatuur heeft, is inderdaad puur theoretisch: er is meestal wel een vorm van verticale luchtbeweging, en er zitten nou eenmaal heel veel broeikasgassen in de lucht.
Dat ik zo op het principe hamer komt omdat het aan de basis ligt van hoe ik het broeikaseffect bekijk.
Als ik gelijk heb, is er zonder broeikasgassen geen luchtbeweging, geen verdamping en geen convectie. Daardoor ligt de tropopauze op aarde.
Bij toevoeging van CO2 ontstaat een afkoeling in de atmosfeer, en kan een temperatuurverschil optreden waardoor convectie mogelijk wordt, waarbij de hoeveelheid uitgestraalde warmte bepaalt hoe hoog de tropopauze komt te liggen: als er minder temperatuurverschil dan 10 graden is, blijft de tropopauze onder de kilometer.
Uiteraard krijg je door de CO2 toevoeging meteen convectie en véél meer verdamping, en ook wolken. De verdamping geeft temperatuurdaling op aarde (en daardoor een lagere troposfeer) maar ook extra uitstraling (en daardoor een hogere troposfeer). De wolken geven een extra uitstraling maar ook meer reflectie, dus ook invloed in twee richtingen.
De CO2 geeft ook een belemmering van de uitstraling van het oppervlak, wat weer de tropopauze doet dalen.
Kortom: boven een bepaalde drempel krijg je een sterk versterkte koeling (doordat convectie ontstaat), daarna zijn er allerlei processen die mee- en tegenkoppelingen kennen. Maar het is zeer aannemelijk dat op dit moment méér CO2 vooral verkoelend werkt, door zijn blijvende effect op convectie, en zijn afnemende invloed op de uitstraling van het oppervlak door verzadiging.
De hoogte van de tropopauze en de lapse rates zijn dus het resultaat van deze processen, geen vast gegeven waar de klimaatmodellen (voor zover ik weet) van uit gaan.
Ik pleit dus voor een hoger abstractieniveau van het denken over klimaatprocessen.
Uit de "faint young sun paradox" weten we dat er een thermostaat zit in de atmosfeer. Zolang die niet ontdekt is, zijn alle klimaatprogramma's leuke experimenten maar zonder enige geldigheid.
Ik denk dat die thermostaat ergens in de hier besproken processen verstopt moet zitten. En daar ben ik naar op zoek. Vandaar dat het nodig is om te weten dat mijn aannames kloppen, en daarom was deze discussie ook zo belangrijk voor me.
Maar ik kan begrijpen dat het even slikken is voor jou dat CO2 door zijn afkoelende werking wel eens het hele klimaat zou kunnen bepalen, in plaats van totaal invloedsloos te zijn ;-).
@Theo Wolters: hoe ga je in jouw model om met dag en nacht? Hoe kan er op een zonbeschenen plek geen tenmperatuurverschil met de hoogte zijn als de zon de aarde las een kookplaatje naar 80 graden verwarmt? Ook zonder broeikasgassen verwarmt die hete aarde dan de onderste luchtlaag, waardoor thermiekbellen gaan opstijgen die tijdens het stijgen door expansie en menging weer afkoelen.
@Theo Wolters
Ik krijg net binnen een update van het Postma document.
http://www.tech-know.eu/uploads/The_Model_Atmosph…
Ik moet het nog lezen, dus ik kan er verder niets over zeggen.
Groetjes
@Hajo
Beantwoord je vraag zelf maar:
– wat gebeurt er met die opstijgende lucht?
– hoe ziet het temperatuurprofiel er dus na een tijdje uit?
Voila!
Dus uiteindelijk is er overdag evenveel convectie als er 's nachts door warmtegeleiding warmteverlies is van de stabiele laag naar de aarde, door stilstaande lucht. Want naar hogere luchtlagen is geen warmteverlies.
Dus bijna niks.
Dus geen adiabaat, maar een plaatje zoals dat van Hans van Koorin, maar dan gebaseerd op een verticale rechtse lijn .
@JWR
> Ik moet het nog lezen, dus ik kan er verder niets over zeggen.
Pfffwwww…. wat een boekwerk!
Bij het doorbladeren, maar ook bij het lezen van de abstract, de summary en de Author's note blijft me volledig onduidelijk wat hij nou eigenlijk wil beweren. Hij heeft met iedereen ruzie en weet alles beter (hij lijkt mij wel ;-)!) maar lijkt te verdrinken in zijn formules.
Wie iets helder voor ogen heeft kan dat ook in een paar regels uitleggen is mijn ervaring. Hij lijkt er vooral op gebrand om aan te tonen dat CO2 geen enkele invloed heeft. Daarvan zal hij mij niet overtuigen door een boek vol formules, dat moge na onze discussie hier duidelijk zijn!
Maar ik zou het erg waarderen als jij de kwintessence van het boek zou willen uitfilteren, dan zal ik me daarin verdiepen.
@Theo Wolters
Ik las dat je dacht dat ik het met je eens was, en dat een aarde zonder gassen die IR absorberen geen temperatuur verloop zouden tonen.
Ik zei dat ik erover na moest denken en ik kom tot de conclusie dat het , met een voorbehoud, niet waar is.
Alhoewel een dergelijk gedachtenexperimenten in het algemeen weinig opleveren, bezondig ik me ertoch aan omdat het me deed herinneren aan iets wat ik eerder gelezen had, en wel eens iets te maken zou kunnen hebben met de openbaringen van Spencer dat de warmteuitstraling van de aarde groter is dan in de modellen wordt aangenomen.
Dus laten we ons een aarde voorstellen zonder CO2 en zonder H2O.
Een soort Venus, maar nu met O2 en N2 en Ar, zonder CO2 en zonder H2O , met een hoeveelheid gas in de atmosfeer zodat de druk aan de oppervlakte 1 atm is. Een bolvormig blok rots zoals Venus, niet met 90 atm aan het oppervlak maar 1 atm, en niet met een massa CO2 maar ongeveer 1/90ste deel aan O2 en N2.
De adiabatische lapse rate van dat gas, dus het getal voor dT/dz bepaald door een virtuele verplaatsing:
dT/dz = -g/cp = -9.81 C/km
is dus gelijk aan die van op de werkelijke aarde.
Gaat de environmental lapse rate die adiabatische volgen?
Mijn stelling is ja, met een voorbehoud.
We kijken weer naar de plaatjes in de posting van Hans Erren.
De situatie op de CO2-en-O2-loze denkbeeldige aarde lijkt op die van de Australische woestijn. De inversie zal groter zijn en de temperatuurverdeling naar rechts naar hogere temperaturen verschoven. Dit geld dus voor de overeenkomstige plaats in Australie, en in nog versterkte manier rond de evenaar van de denkbeeldige aarde, zonder H2O en zonder CO2.Onze denkbeeldige aatde is een grote woestijn. Inderdaad, er zal overdag sterke convectie optreden geinitialiseerd in een kleiner gebied aan de oppervlakte immers er is geen absorptie van de straling.
Maar in de hoogte gaan we naar dezelfde asymptoot van -10 C/km, die ook naar rechts is verschoven. Immers de adiabatische lapse rate (het getal dat men krijgt wanneer men een denkbeeldige verplaatsing maakt in een drukveld van een ideaal gas) hangt niet af van de eigenschap of dat gas wel of niet IR gevoelig is.
Voor het plaatje van Siberia en Alaska geldt eenzelfde redenatie, immers ook daar is er weinig waterdamp. De inversie tgv de lange "winternacht" zal groter worden, en wellicht zullen de curves naar links, naar lagere temperaturen, verschuiven.
.
Er is circulatie zoals op aarde, maar met minder warmte inhoud, immers in het gedachten experiment is geen water.
Wat is het voorbehoud?
Men kan tegen deze redenatie bezwaren maken door te zeggen dat die denkbeeldige aarde zijn warmte uitstraalt naar de ruimte vanuit het oppervlak, en dat dus de atmosfeer een constante temperatuur zou aannemen, gelijk aan aan de oppervlakte temperatuur. Ik heb dat in mijn vorige posting ook gezegd.
Maar dat schijnt niet helemaal waar te zijn!
Er zijn stemmen die zeggen dat O2 en N2 weliswaar niet het resonantie mechanisme hebben om IR te vangen, maar dat bij botsingen tussen die moleculen met elkaar vectoriele snelheids veranderingen optreden van geladen deeltjes die aanleiding geven tot electromagnetische emissies, en uiteraard van warm naar koud dus naar boven de ruimte in. De hele kolom O2 en N2 doet daar aan mee!
We hebben deze dagen gehoord van de openbaringen van Spencer dat de warmte uitstraling van de aarde efficienter is dan in de modellen is aangenomen, en het zou me niets verwonderen dat men verzuimd heeft de emissie van O2 en N2 mee te nemen.
Deze initiele temperatuurverdeling wordt door het convectie mechanisme omgezet tot die correspondeert met de adiabatische laps rate.
Conclusie.
Ook als er geen gassen zijn die IR vangen, maar andere gassen, die geen IR absorberen, schijnen wel IR uit te stralen tgv van botsingen tussen moleculen en daarbij snelheids-variaties van geladen deeltjes. zie onderstaande link
http://www.americanthinker.com/2010/02/the_hidden…
Dit was een gedachten-experiment want op de werkelijke aarde zijn er IR-gevoelige gassen. Maar dit gedachte experiment, met de openbaringen van Spencer en de openbaringen van NASA die door Siddons in bovenstaande link worden besproken, blijkt dus nogmaals dat adiabatische laps rate op de meeste plaatsen op de aarde de temperatuur verdeling in de atmosfeer beheersen, zoals ook aangetoond in de plaatjes van Hans Erren in een eerdere posting.
@JWR
Het zal je niet verbazen dat ik nog steeds niet overtuigd ben.
Allereerst: omdat je niet ingaat op mijn bewijs dat áls er een lapse rate zou zijn zonder uitstraling, je er een perpetuum mobile mee zou kunnen voeden, concludeer ik dat je het met me eens bent dat er zonder beweging geen lapse rate is. Leg me anders dat perpetuum mobile maar eens uit.
Verder:
> De adiabatische lapse rate van dat gas, …. , is dus gelijk aan die van op de werkelijke aarde.
> Gaat de environmental lapse rate die adiabatische volgen?
> Mijn stelling is ja, met een voorbehoud.
Dan ga je daarbij dus uit van verticale beweging van de lucht.
> De situatie op de CO2-en-O2-loze denkbeeldige aarde lijkt op die van de Australische woestijn. De inversie zal groter zijn en de temperatuurverdeling naar rechts naar hogere temperaturen verschoven.
Uitgaande van een beginsituatie met een gelijke temperatuurverdeling, waar komt dan je luchtbeweging vandaan? Want anders is er geen lapse rate.
In die situatie kan de lucht niet stijgen of dalen.
De inversie ligt dan dus op aarde, en er is geen lapse rate.
> Inderdaad, er zal overdag sterke convectie optreden geinitialiseerd in een kleiner gebied aan de oppervlakte immers er is geen absorptie van de straling.
Als in je beginsituatie de luchttemperatuur de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van het oppervlak is, zal er convectie optreden ja. Met een brave lapse rate. Hierdoor warmt de atmosfeer op. En omdat er geen uitstraling plaatsvindt, kan die warmte niet weg, en blijft de temperatuur maar stijgen, net zo lang tot er geen convectie meer mogelijk is, omdat de hele atmosfeer even warm is als het aardoppervlak op het middaguur.
's Nachts koelt het aardoppervlak, waardoor er door geleiding wat warmte uit de atmosfeer wordt afgevoerd. Maar door de isolerende werking van de (gehele nacht stilstaande) lucht is dat erg weinig.
Die verloren warmte is de volgende dag met een minimale hoeveelheid convectie weer aangevuld, dus je lapse rate zal schat ik zo'n tien a 20 meter hoog komen, waarna de temperatuur tot ca 20 km hoog constant blijft, waarna hij weer opwarmt door de UV/O3 opwarming.
(Dit was dus het juiste antwoord, Hajo!)
> Men kan tegen deze redenatie bezwaren maken door te zeggen dat die denkbeeldige aarde zijn warmte uitstraalt naar de ruimte vanuit het oppervlak, en dat dus de atmosfeer een constante temperatuur zou aannemen, gelijk aan aan de oppervlakte temperatuur.
Precies!
> Ik heb dat in mijn vorige posting ook gezegd.
Maar dat schijnt niet helemaal waar te zijn! :
"Utterly false. Heated masses always emit light (infrared). Always. That's a direct consequence of molecules in motion."
Dit heb ik nadrukkelijk gevraagd aan Noor van Andel. Ik verwachtte een soort standaard uitstraling van alle stoffen, ook gassen, die dan wellicht in het niet zou vallen bij de echte uitstralende gassen, maar toch wel aanwezig is. Dat ontkende Noor echter met klem.
Gezien diens natuurkundige status en omdat hij de enige was die al mijn vragen over straling wist te beantwoorden, geloof ik vooralsnog dat het O2 en N2 verhaal niet klopt.
Als deze wél broeikas eigenschappen zouden hebben, blijft mijn verhaal overigens overeind.
Over gassen die niet absorberen maar wel uitstralen wacht ik vooralsnog betere informatie af.
> We hebben deze dagen gehoord van de openbaringen van Spencer dat de warmte uitstraling van de aarde efficienter is dan in de modellen is aangenomen, en het zou me niets verwonderen dat men verzuimd heeft de emissie van O2 en N2 mee te nemen.
Dat heeft men beslist, en in mijn ogen terecht, niet meegenomen.
Wat men wél heeft meegenomen (zij het waarschijnlijk niet op de juiste manier) is de uitstraling van CO2.
Maar wat men zeker niet heeft meegenomen is de versterkende werking van CO2 toename op convectie. Want die is voor zover ik weet in deze topic voor het eerst aan de orde gesteld. Inderdaad, een heuse climategate.nl primeur!
(Als ik gelijk blijk te hebben tenminste ;-))
> Conclusie.
> Ook als er geen gassen zijn die IR vangen, maar andere
> gassen, die geen IR absorberen, schijnen wel IR uit te
> stralen tgv van botsingen tussen moleculen en daarbij
> snelheids-variaties van geladen deeltjes
In dat geval zou je bij een broeikasgasvrije atmosfeer inderdaad wel een lapse rate kunnen krijgen.
Maar het veronderstelde verschijnsel is zo klein dat het nog nooit is waargenomen, dus je lapse rate zou ook maar een paar meter hoog komen.
@Theo Wolters
Dat niet alle gassen IR absorberen, maar dat wel alle gassen uitstralen, is een stelling niet alleen van Siddons maar zoals hij schrijft komt van de NASA.
Ook ik had daar eerder nooit over gelezen.
Het zou mooi zijn als het waar is!
Misschien zijn er specialisten die het eventueel kunnen beamen of ontkennen?
Is de atmosferische lapsrate niet een direct gevolg van de heersende zwaartekracht op een planeet?
Temperatuur is dan de combinatie van moleculaire energie + potentiele energie, waarbij de laatste afneemt met de hoogte.
@BenAW
Ik zie het misschien te simpel maar ik kan er zelf geen barst in schoppen:
Temperatuurverschillen tussen lichamen (of delen van een volume gas) die thermisch met elkaar in contact staan, worden door warmtegeleiding opgeheven.
Als er een "kracht" is die binnen een volume gas toch blijvende temperatuurverschillen veroorzaakt, dan levert die kracht voortdurend energie.
Die moet ergens vandaan komen.
Als het zwaartekracht is, hebben we een perpetuum mobile.
En andere krachten spelen er niet in een geïsoleerde luchtkolom, voor zover ik weet.
Een variatie op deze uitleg is mijn thermokoppel met weerstand. Ook daar heeft niemand nog de fout in aangewezen.
Dus lijkt me jouw redenering niet te kunnen kloppen.
Te snel getyped: potentiele energie waarbij de laatste TOENEEMT met de hoogte.
Punt is dat in een evenwichtstoestand de hoeveelheid energie binnen een volume op iedere hoogte gelijk is, de som van thermische en potentiele energie, waarbij de hogere temperaturen onderin voorkomen, met lage potentiele energie.
Ik nam aan dat dit algemeen bekend is. Zal mijn oude meteo boeken van 35 jaar geleden eens boven water halen. Volgens mij is dat toen al zo beschreven.
@BenAW
Atmosferische lapse rate is een combinatie van een nederlands bijvoeglijk naamwoord en een engels zelfstandig naamwoord.
Ik woon niet in Nederland en lees meestal uit het Engels.
Daar spreekt men van adiabatc lapse rate, voor dry air en voor wet air. En men heeft het over environmental lapse rate.
Ik raad aan de blogs van Postma:
http://www.ilovemycarbondioxide.com/pdf/Understan…
en heet van de naald:
http://www.tech-know.eu/uploads/The_Model_Atmosph…
Vooral in de laatste wordt de discussie tussen Theo Wolters en mijzelf min of meer herhaald.
@Theo Wolters
Ik begrijp niet dat je steeds met verzonnen situaties aan komt zetten, en dan beweert dat het een perpetuem mobile is.
Ik begreep in het begin van de week dat je de blog van Postma niet kende, en nu kom je aanzetten dat ie overal ruzie zou hebben! Ik vermoed de bron, mij heeft men dat ook proberen wijs te maken.Men wil een cordon sanitair leggen rond Schreuder, Siddons, Postma, Johnson…
Ik ben bezig mijn plunjezak voor te bereiden om een te gaan zeilen, dus alhoewel ik Postma2 al gelezen heb kan ik je nog niet , om te voorkomen dat ik overhaaste dingen schrijf, een beknopt verslag geven. Ik neem mijn laptop niet mee.
Wel stel ik vast dat ook Postma schrijft dat alle gassen tgv electromagnetische effecten bij botsingen uitstralen.
Ook heeft hij over het back radiation, waarover je kunt lezen in de blog van Johnson:
http://www.ilovemycarbondioxide.com/
Tot over een week of twee.
@JWR
Een gedachtenexperiment is een uitstekende en veelvuldig toegepaste methode om de juistheid van een theorie te testen.
Als die leidt tot ongerijmdheden klopt óf het experiment niet, óf de theorie niet, hoe fraai de formules ook zijn.
Als jij een theorie hebt, en ik een gedachtenexperiment dat die weerlegt,is het aan jou om aan te geven waar mijn experiment niet klopt.
Een werkelijk experiment is ook interessant, maar omdat je daarbij meestal geen extreme situaties kunt creëren zoals 0 of 100% waardes, volledige isolatie, of oneindig tijdsverloop, is het vaak moeilijker om daarmee een echte ongerijmdheid aan te tonen.
Dus in dit stadium van onze discussie is het zeer nuttig om ons in gedachtenexperimenten te verdiepen.
Een heel prettige vakantie, en dank voor de nuttige discussie!
Theo
@JWR Ik heb Postma gelezen en imo geeft hij een begrijpelijk en logisch verhaal. Speciaal het dag/nacht verschil wat in de "klassieke" stralingsbalans mist is overtuigend.
@Theo Wolters. De Environmental Lapse Rate (ELR) is de evenwichtssituatie bij CONTINUE opwarming van de aarde door de zon. Hierdoor ontstaat convectie die uiteindelijk de ELR oplevert. (Warme, dichte lucht onderin, koude, ijle lucht bovenin de troposfeer)
Wat de plaatjes van Hans Erren laten zien is de afkoeling van de aarde 's nachts, waardoor ook de onderste laag van de atmosfeer afkoelt. In Barow bijv. duur deze nacht wel heel lang en is dus een behoorlijk deel van de atmosfeer afgekoeld.
Ik heb Postma gelezen en doorgerekend tot pagina 19 en ben toen maar gestopt, ik heb het idee dat hij dan verdwaalt in het heelal ;-).
"Vérder verdwaalt" moet ik eigenlijk zeggen: op aarde was hij ook al flink de weg kwijt.
Postma gebruikt continu formules als bouwstenen van een redenering zonder te begrijpen waar de formules precies op slaan, en voert zo zelf de fouten in die uiteindelijk volgens hem het bestaande BKE falsificeren.
Een kort commentaar:
Tot pagina 4 klopt alles.
Dan begint hij fouten te maken.
Van figuur 1 klopt niet veel: hij laat de opname van SWIR en de Raleigh scattering weg
(Dat maakt voor zijn sommetjes overigens niet direct uit, tot hij waarden zou gaan vergelijken met waarnemingen van OLR.)
Veel erger is de enorme straw man die hij pleegt door de bestaande BKE opvatting verkeerd weer te geven en vervolgens af te kraken.
De sigma x Ta^4 zowel naar boven als naar beneden slaan nergens op en zijn het gevolg van zijn eigen gedachtenfout. De meest gebruikte en tamelijk simplistische energiebalans (van alarmisten Trenberth en Kiehl) geeft al een veel grotere back-radiation dan 50%.
Voor de huidige atmosfeer komt die in mijn model uit tussen de 93% en 97% voor de broeikasgevoelige golflengtes, wat in totaal neerkomt op zo'n 75%.
Uit de redenering van Postma zou volgen dat de aarde nooit een temperatuur buiten het gebied -18 en + 30 graden kan hebben. Op zich klopt dat toevallig met de temperaturen die we zien.
Dan maakt hij het wel heel erg bont door een dwaze formule afleiding te geven voor Venus, inclusief een grafiek, waarbij hij tot waardes van "f" komt die boven de 1 liggen, wat per definitie niet kan bij een percentuele fractie. Dat het uit de formules rolt komt omdat hij formules gebruikt zonder zich erbij voor te stellen wat hij eigenlijk aan het doen is.
Volgens zijn (door hemzelf bedachte, m.i. foute) theorie kan oppervlak van Venus alleen maar tussen de 347 en 413 K liggen, afhankelijk van of "f" 0 of 1 is. Dat men 730K meet bewijst dat zijn eigen 50% theorie niet deugt, niet dat de BKE theorie niet kopt.
Ik heb Venus niet gemodelleerd, maar met een bijna 100% terugstraling is die 730K volgens mij helemaal zo gek niet. Desgevraagd wil ik dat best eens uitrekenen, maar voor mij hoeft het niet zo nodig, er is met Venus m.i. helemaal geen probleem.
Een paar pagina's later maakt hij het m.i. weer erg bont, door de adiabatische lapse rate, die de potentiële energie in een gaskolom weergeeft, te verwarren met de werkelijke lapse rate in een thermische evenwichtssituatie.
De discussie daarover is hier nog niet afgelopen, dus moet ik hier aantekenen dat dit slechts volgens mij, en wellicht niet volgens sommige natuurkundigen, een foute redenering is. JWR is het nl. vast niet met me eens.
Anderzijds: Postma voert aan dat er per definitie een grotere lapse rate zou moeten heersen in de atmosfeer dan de door hem ook statisch veronderstelde 10K/km, als er een BKE zou zijn.
Aangezien we vastgesteld hebben dat er wel degelijk een BKE is, en Postma de plank daarover misslaat, zou zijn redenering hier wél opgaan maar met omgekeerde conclusie: als de lapse rate ook mét warmteoverdracht optreedt, moet er door het (door alarmisten én sceptici geaccepteerde) BKE een grotere lapse rate gemeten worden. Dat is nergens op aarde zo.
Dus…. klopt die vaststaande lapse rate niet!
Zonder uitstraling bovenin de atmosfeer, is er dus volgens mij geen convectie en dus – nog steeds – geen lapse rate.
(Ik ben bezig een gedachtenexperiment te bedenken dat ook in de praktijk uitgeprobeerd kan worden, voor als er nog steeds natuurkundigen beweren dat ik ongelijk heb!)
Ik voel me niet geroepen om nog in te gaan op zijn claim dat alle gassen uitstralen zonder te absorberen. Dat is zo of dat is niet zo. Laten natuurkundigen dat maar beslissen. Gezien Postma's staat van dienst na de eerste 18 pagina's, en mijn bewondering voor Noor van Andel, houd ik het voorlopig bij diens stellige bewering dat O2 en N2 geen IR kunnen absorberen en/of uitstralen.
Ik ben benieuwd naar Ben's en Arthur's reactie.
@ Theo
Heb jullie discussie niet gevolgd, kwam niet meer toe aan ‘older entries’. Moet die nu eerst nog eens zorgvuldig doorlezen want de lapse rate fascineert me al lange tijd. Een paar opmerkingen kan ik al wel op voorhand maken.
De adiabatische temperatuur lapse rate is een theoretisch berekende curve, zonder convectie. Mijn oudste meteo leerboek (1958) zegt daarover dat zij werkt als een soort attractor. Een evenwichtstoestand die met convectie (weerverschijnselen) nooit bestaat. Het leerboek zegt, dat een steilere curve (verschil tussen oppervlak en tropopauze is kleiner) een stabiele situatie kan zijn. Maar een minder steile curve niet. De helling van de temperatuur lapse rate nijgt er toe weer de theoretisch berekende waarde aan te nemen. Spelend met zowel een droge als natte adiabaat, kunnen er allerhande interessante tussenstadia ontstaan.
Dan over fotonen absorberende en uitzendende moleculen. Bekend is in elk geval dat een stof bij de zelfde golflengte absorbeert als emitteert. Omdat er kwantum overgangen nodig zijn. Laten we nu eerst eens bedenken waarom een vaste stof een breed spectrum uitstraalt (volgens Stenfan Boltzmann-Planck) en een gas nooit. Waterdamp doet het over een klein golflengte gebied, omdat er een beperkt aantal kwantum overgangen in elk rondvliegend molecuul zit. In water, en een vaste stof zitten de moleculen dicht op elkaar, staan voortdurend onderling te ‘trillen’ , met oneindig veel trillings overgangen en zo ontstaat het continue spectrum, zowel voor emissie als absorptie.
Nu O2 en N2. Vertonen geen IR absorptie bij enige golflengte dus wordt ook geen emissie verwacht. Dat is denk ik wat Noor je heeft verteld.
Misschien is er toch wel een beetje emissie mogelijk als twee moleculen botsen, daarbij kinetische energie aan elkaar overdragen en daarnaast ook een foton produceren. Zoals we in versnellers (nevelkamers) ook wel waarnemen als bundels snelle deeltjes recht op elkaar botsen. Maar de verwachting voor emissie vanuit verdunde gassen lijkt mij laag. En in de atmosfeer te waarlozen klein, naast de andere stralingsprocessen die door kwantum overgangen worden opgewekt.
@Arthur
Over de adiabaat:
Als je een pijp van aluminium van 20 km lang en een diameter van 10 cm op aarde legt, is druk en temperatuur overal hetzelfde.
Als je die snel overeind zet, ontstaat een kolom met een van onder naar boven dalende luchtdruk en temperatuur. Dit brengt de eenheid van energie met zich mee. De temperatuur is precies te berekenen omdat het proces snel en dus adiabatisch is gebeurd.
Maar al snel geleidt het aluminium de warmte van onder naar de koude bovenin, net zo lang tot over de hele hoogte dezelfde temperatuur heerst.
Als de "opgelegde lapse rate" waar jullie van uitgaan een tegenkracht blijft leveren en de temperatuur dus niet helemaal egaliseert, is er sprake van continu geleverde arbeid en dus een perpetuum mobile. Dat kunnen we dus uitsluiten.
Leg je hem dan weer op de grond, dan herstelt de egale druk zich weer, maar is er een groot, omgekeerd verschil in temperatuur tussen beide uiteinden. Met de tijd wordt ook dat verschil weer opgeheven door warmtegeleiding tot de temperatuur overal gelijk is.
Wat is nu het principiële verschil tussen de warmtegeleiding van de aluminium buis en die van de lucht erin? Die is lager, dus het duurt langer, maar ik kan niet anders concluderen dan dat de kolom ook in een volledig isolerende buis na verloop van tijd nivelleert, in beide standen.
De adiabaat heet niet voor niks zo: met warmteoverdracht geldt hij niet.
Toch?
@Theo
Deze redenering begrijp ik niet. Als je een aluminium buis van 20 km rechtop zet, neemt die de temperatuur aan van de buitenlucht, die ook aan adiabatische expansie onderhevig blijft.
Zie verder de redenering van Van Andel in notitie 20-03-2011 aan de hand van:
http://en.wikipedia.org/wiki/Equivalent_potential…
@Arthur
> Als je een aluminium buis van 20 km rechtop zet, neemt die de temperatuur aan van de buitenlucht, die ook aan adiabatische expansie onderhevig blijft.
Uiteraard niet helemaal, zeker niet bij een heel dikke buis: dan is er verticaal warmtetransport.
Maar voor het gedachtenexperiment mag je de buis extreem goed isoleren. Dan zal de temperatuur niet helemaal egaliseren maar wel bijna helemaal. En daarmee de vaststaande adiabaat ontkrachten.
Er is toch ook binnen de luchtkolom warmteuitwisseling? Hoe kan het temperatuurverschil dan in stand blijven?
Ik weet niet zo gauw welke notitie van Noor je bedoelt.
Maar je link geeft geen nieuwe informatie. De potentiële temperatuur heeft ook hier alleen te maken met adiabatisch stijgende of dalende lucht. Waarom zou men elke keer het adiabatische aspect vermelden als dat niet wezenlijk was?
Lange tijd stilstaande lucht is niet meer adiabatisch.
Dan gaat de lapse rate m.i. verloren.
Toen ik eind vorig jaar mijn theorie over de adiabaat aan Noor uitlegde was hij zeer positief. Hij stelde dat ik één van de weinigen was die het gesnapt had. Het zou me verbazen als hij in maart iets heel anders zou hebben beweerd.
Dit is niet drammen om een theoretisch punt te scoren. De uitkomst heeft grote consequenties voor mijn klimaatmodel. Vandaar mijn wens om dit zeker te weten.
@ Theo
In die aluminium buis moet je mi nog een kacheltje op de bodem plaatsen dat die bodem continue op 15C houdt.
Dat is wat de aarde continue doet, de atmosfeer van onder af op-warmen.
@BenAW
1. Dat is niet wat mijn tegenstanders beweren: die stellen dat een geïsoleerde kolom vanzelf de adiabatic lapse rate aanneemt.
2. Het klopt ook niet: het oppervlak is 15 graden, maar de temperatuur aan de bovenkant van de kolom is hoger: boven de tropopauze vindt opwarming plaats door het UV/O2/O3 effect.
Dus zonder andere effecten zou de temperatuur in de kolom naar boven toe oplopen in plaats van een dalende lapse rate aan te nemen.
Daar zit hem net de quintessence van mijn stelling: pas als er aan de bovenkant uitstraling is door broeikasgassen kun je een temperatuurdaling krijgen die groot genoeg is om convectie te krijgen, en pas dan kan zich een lapse rate instellen.
En die mate van uitstraling en dus convectie bepaalt de hoogte van de troposfeer, niet andersom.
De broeikasgassen zijn dus de (enige!) bron van convectie, en bepalen daarmee de uiterst belangrijke afkoeling van de aarde door latent heat transfer.
Als ze de enige bron zijn, moet dit effect ook te kwantificeren zijn, en daardoor af te wegen tegen de opwarming door het stralingseffect ervan.
Gezien de geschiedenis van de aarde (de faint young sun paradox) moet daar een soort thermostaat uitkomen.
Maar dat kwantificeren valt niet mee. CO2 alleen is geen probleem, maar de combinatie met waterdamp is pittig..
Al maak ik gelukkig wel flinke vorderingen, ik ben er nog lang niet.
Als jullie ooit een workshop hierover inrichten, kom ik er graag bij. Ik kan het net/net niet volgen maar vind het wel reuze interessant.
@ Theo
Ik kan je nog steeds niet volgen. Je zegt “lange tijd stilstaande lucht is niet meer adiabatisch” Gooi je niet twee effecten door elkaar, namelijk adiabatische expansie en convectie stromen?
De expansie is een proces op moleculair niveau. De convectie op massatransport niveau.
Mijns inziens zal de stilstaande lucht nog altijd de temperatuur gradiënt vertonen volgens
dT/dz = g/Cp. (z de hoogte, g de zwaartekracht, Cp de warmtecapaciteit van de lucht) . En het verloop van de gradiënt in de atmosfeer is (alleen) een functie van de startwaarde van de temperatuur bij z=0. Voor de droge adiabaat verandert dit niet de helling. Maar op elke hoogte stijgt de temperatuur wel.
Met het massatransport bij de convectie gaat warmte transport gepaard. Dat is een ander proces (thermiek) dat warmte naar hogere z brengt. Gaat de convectie aan het oppervlak gepaard met verdamping, dan krijgen we met daaropvolgende condensatie in de atmosfeer een versterking van die convectie opwarming.
Je zegt “in stilstaande lucht gaat de lapse rate verloren” Je bedoelt het drukverval en niet de temperatuur? Dat kan toch niet? De druk is een functie van de ontsnappingssnelheid die moleculen van een bepaald molgewicht nodig hebben om de zwaartekracht te overwinnen. Daarom vliegt het lichte waterstof uit de atmosfeer en de zwaardere stikstof en zuurstof niet.
@Arthur
> Je zegt “lange tijd stilstaande lucht is niet meer adiabatisch” Gooi je niet twee effecten door elkaar, namelijk adiabatische expansie en convectie stromen?
Adiabatisch wil toch zeggen: zonder warmteoverdracht?
Als er door adiabatische (en dus snelle) expansie een temperatuurverschil is ontstaan, zal dit daarna door warmtegeleiding volgens mij weer verdwijnen.
> Maar op elke hoogte stijgt de temperatuur wel.
Er is toch altijd warmtetransport van warm naar koud?
Wanneer stopt die? Toch pas als de temperatuur overal gelijk is?
Als er een temperatuurverschil blijft, ondanks het warmtetransport, heb je een eeuwige energiebron gevonden, want die kun je ook met een thermokoppel aftappen.
> Je zegt “in stilstaande lucht gaat de lapse rate verloren” Je bedoelt het drukverval en niet de temperatuur?
Zoals ik al zei: door warmtegeleiding gaat het temperatuurverschil naar nul. De druk is een zwaartekracht kwestie.
@theo3
Mijn oudste leerboek meteorologie (1958) waarschuwde er al voor. Wat men in de atmosferische wetenschappen de adiabaat noemt, is een ‘toestand’ en niet het zelfde als een dynamisch proces zoals zich in een ‘koelmachine’ afspeelt. Hoe die toestand tot stand komt is een gedachte-experiment. Eerst onder invloed van de zwaartekracht, stelt zich de drukgradiënt in. Dan in deze druk gradiënt stelt zich bij dQ/dt = 0 een temperatuurgradiënt in.
Als je nu door geleiding veronderstelt dat een hogere luchtlaag toch weer warmer kan worden, dan wordt dat vervolgens ( zonder convectie) ‘hersteld’ door de toestandsvergelijkingen:
dp/p = – dz/H waarin H= RT/g
en
dT/dz = = -g/Cp
Ik praat de leerboekjes slechts na. Maar er lijkt mij geen speld tussen te krijgen dat wat in de atmosferische wetenschappen de adiabaat wordt genoemd, de beschrijving van een toestand is, niet van een proces. Een toestand bepaald door de grondtemperatuur en de zwaartekracht.
@Ivo
> Als jullie ooit een workshop hierover inrichten, kom ik er graag bij.
Dat komt er ooit wel van als het goed is: ik hoop een basis te kunnen leggen voor een algemene sceptische basistheorie van het broeikaseffect, waar iedereen zijn eigen aannames dan in kan verwerken.
Ik ben helemaal van nul af aan begonnen met de vraag: hoe werken het broeikaseffect en de warmtehuishouding van de aarde?
De normale klimaatdeskundigen weten alles van het weer en hoe daaraan gerekend wordt, en vallen automatisch op die kennis terug als ze aan klimaat gaan werken. Dat levert denk ik een doodlopende weg op.
Met mijn aanpak kwam ik op een heleboel nieuwe gedachten, en tot een heel andere rekenmethode. Fantastisch natuurlijk, ware het niet dat een aantal van die aannames niet bleken te kloppen: gelukkig zijn sceptici ook onderling erg kritisch, dus ben ik regelmatig stevig afgebrand! Het moet ook nog maar blijken of ik gelijk heb over de adiabaat.
Maar na een jaar vallen en opstaan heb ik zelf het idee dat mijn basis steeds steviger wordt.
Ik moet eerst nog een paar stevige noten kraken, maar dan ga ik mijn bevindingen presenteren aan een aantal echte experts, die me beslist niet zullen sparen.
Mocht daar uitkomen dat ik iets nuttigs bedacht heb, dan wordt het tijd voor een wat grotere bijeenkomst.
Die word dan beslist hier aangekondigd, uiteraard met véél poeha!
@ IVO Workshop
Met plezier wil ik (voor maximaal 12 mensen) bij mij thuis een workshop organiseren over de druk en temperatuur gradiënten in de atmosfeer. De laatste vijf jaar hebben we in mijn (grote) woonkamer vele klimaatdiscussies georganiseerd met ook buitenlandse deelnemers. Ze staan internationaal bekend als de ‘Waalse Bibliotheek’ bijeenkomsten omdat in mijn huis (gebouwd in 1300, hartje binnenstad Leiden) de laatste honderd jaar de Bibliotique Wallone was gevestigd. Ik nodig Theo hierbij uit zo’n workshop te organiseren, waarbij tenminste ook Andries Rozema (EARS delft) moet worden uitgenodigd die, denk ik, echt iets van atmosferische processen begrijpt. Voorts zullen op tafel liggen de leerboeken uit mijn bibliotheek die de basisprocessen beschrijven. En verder kan een ieder via een stick en een lap top en een beamer van alles presenteren op een scherm dat permanent aanwezig is.
De traditie van de Waalse Bibliotheek bijeenkomsten is, ze beginnen om 16.00 uur met een inleider, gevolgd door discussie. Daarna gaan we bij de Chinees om de hoek om 18.30 uur, elk voor eigen rekening, eten en leuteren door tot elk er genoeg van heeft.
Laat Uw belangstelling voor zo’n workshop even weten aan mijn adres, met gewenste data, dan laat ik het verder aan Theo over om de zaak te organiseren.
Arthur Rörsch
Pieterskerkhof 40c
2311 ST Leiden
071 5142328
arthur@keykey.nl
@Arthur
Ik begrijp niet goed hoe het temperatuurverloop zich volgens jou herstelt. Als er warmteoverdracht plaats vindt zonder dat er temperatuurverandering optreedt, wordt er eindeloos arbeid geleverd. En als er temperatuurverschil is, is er toch altijd warmteoverdracht?
Hoe verklaar je dat?
Je formules slaan volgens mij niet op de eindtoestand onder invloed van tijd en geleiding.
Op wikipedia is men er ook duidelijk over dat de lapse rate veroorzaakt wordt door de uitstraling van broeikasgassen::
Temperature
The temperature of the troposphere generally decreases as altitude increases. The rate at which the temperature decreases, − dT / dz, is called the environmental lapse rate (ELR). The ELR is nothing more the difference in temperature between the surface and the tropopause divided by the height. The reason for this temperature difference is the absorption of the sun's energy occurs at the ground which heats the lower levels of the atmosphere, and the radiation of heat occurs at the top of the atmosphere cooling the earth, this process maintaining the overall heat balance of the earth.
Enige twijfel zou gezaaid kunnen worden door de onderstaande beschrijving van de ELR:
Main article: Lapse rate
There are two types of lapse rate:
Environmental lapse rate – which refers to the actual change of temperature with altitude for the stationary atmosphere (i.e. the temperature gradient)
The adiabatic lapse rates – which refer to the change in temperature of a parcel of air as it moves upwards (or downwards) without exchanging heat with its surroundings.
Maar ik vind dit duiden op een lapse rate als resultaat van een aantal processen (zoals convectie en condensatie) waardoor hij niet echt aan een formule voldoet. Juist niet een fysisch principe dus.
@Arthur en Ivo
Ik heb goede herinneringen aan eerdere Waalse Bibliotheek bijeenkomsten, en was vast van plan er één te organiseren nav mijn bevindingen over het broeikaaseffect.
Maar die zag ik nog vrij ver in de toekomst, omdat er nog een aantal van dit soort basisdiscussies gevoerd moet worden eer ik weet of mijn model klopt.
Als je met 10 man in een kamer zit en zo principieel moet discussiëren over beginsel-aannames schiet je helemaal niet op natuurlijk. En mijn hele theorie kost minstens een uur of twee om begrijpelijk te maken. Hij zit ook vol met gedachten die een behoorlijke mind-twist vragen. Dat gaat niet goed bij teveel mensen en te weinig tijd.
Maar jouw voorstel om een deel-onderwerp aan te pakken vind ik prima. Ik betwijfel wel of Andries de komende maanden tijd heeft, die is heel druk. En op hem moet ik toch al beslag leggen om mijn theorie kritisch te bekijken voor ik hem in een presentatie giet: hij is het afgelopen jaar samen met Noor mijn belangrijkste "bemoedigende criticus" geweest.
Maar als er een paar man geïnteresseerd is, wil ik graag de bijeenkomst organiseren. Zonder nu al een afgeronde presentatie te kunnen bieden uiteraard.
@Theo post van 2aug over Postma.
Het lijkt wel of we een heel verschillend document gelezen hebben.
Ik zal proberen kort zijn hoofdpunt weer te geven.
De "klassieke"stralingsbalans van Trenberth gaat uit van een GEMIDDELDE inkomende straling van ~1364/4 = 341 W/m^2.
Hierdoor is de totale hoeveelheid zonnestraling gelijkmatig verdeelt over de gehele aarde.
Aftrek voor albedo geeft dan ~239W/m^2.
Volgens Stefan-Bolzzmann (SB) geeft dit een temperatuur van 255K.
Onze aarde is echter actueel 288K (gemiddeld). Het verschil (33K) is door het broeikaseffect te verklaren.
Grote fout is het missen van de 4e macht in de SB formule. Je kan dus niet eerst de GEMIDDELDE straling nemen, en daarna de temperatuur berekenen.
Betere methode is de inkomende straling over de daglichtzijde te verdelen: 1364/2= 682 W/m^2. Na albedo 477 W/m^2 en SB geeft dan 303K GEMIDDELD.
Deze straling verwarmt de oceanen en continenten tijdens de dag en de warmte wordt weer afgegeven aan de atmosfeer tijdens de nacht. De boekhouding van dit proces heb ik nog niet gezien, maar het lijkt heel plausibel dat dit onze huidige gemiddelde temperatuur oplevert. Er is dan ook geen plaats voor een broeikaseffect.
@BenAW
Die vierde macht is een goede vondst. Er is dus een verschil tussen de gemiddelde Bolzman temperatuur en de gemiddelde gemeten temperatuur. Dit effect moet beslist in de berekeningen ingevoerd worden. Het verband is goed te benaderen.
Maar dat bewijst helemaal niet dat er géén broeikaseffect is. Ik heb de bewijsvoering van Postma daarvan onderzocht, en de grote fout die daarin zit is het voorstellen van de broeikasgassen als een dunne laag op een aantal kilometers hoog. Warmte die middenin zo'n laag vrijkomt, straalt uiteindelijk voor de helft naar de aarde en de andere helft de ruimte in, zoals hij stelt.
Maar veruit de meeste broeikasgassen liggen op het oppervlak. De broeikasgevoelige IR straling komt daardoor niet veel verder dan gemiddeld ca 20 meter hoog, voor deze geabsorbeerd wordt. Uit mijn berekeningen volgt dat er dan zo'n 94% van de energie weer op het oppervlak terechtkomt.
Dat maakt dat de formules van Postma die aantonen dat de normale broeikastheorie niet klopt de vuilnisbak in kunnen.
@Theo
kijk nog eens naar het plaatje van de Trenberth stralingsbalans. Inkomend gemiddeld 341 W/m^2.
Na albedo 239 W/m^2 opgenomen door aarde EN atmosfeer.
Uitgaand 239 W/m^2, uitgestraald door aarde EN atmosfeer.
Er is dus een keurige balans.
De gemeten temperatuur is zeer goed te verklaren door op de JUISTE wijze de inkomende straling om te zetten in warmte op de dagzijde van de aarde, en vervolgens deze warmte "mee te nemen" naar de nachtzijde.
Het hele backradiation deel van Trenberth's plaatje kan dus vervallen. Maakt het leven een stuk simpeler ;-)
@BenAW
De twijfel van Postma dat het Khiel Trenberth (KT) wellicht een vertekend beeld geeft van de stralingsfluxen en de warmtestromen deel ik, omdat de dag-nacht wisseling onvoldoende in rekening wordt gebracht. Maar hij komt niet met een kwantificering tot welke herziening van het KT schema dit kan leiden. Zolang dit niet is gebeurd, roept hij maar wat: “het broeikaseffect bestaat niet”.
Ten eerste wil ik hierbij opmerken dat het KT schema geen bewijs is voor het bestaan van het broeikaseffect, opgewekt door IR straling. Het is een illustratie van wat de stralingsfluxen kunnen zijn ALS het broeikaseffect werkzaam is.
Bij het ontkennen van het bestaan van het broeikaseffect blijkt Postma een paar begrippen uit de stralingsfysica niet te willen gebruiken of ze niet te willen begrijpen.
De belangrijkste is de formule van Schwartzchild voor een fotonen stroom die door een IR absorberend en emitterend medium loopt. Absorptie vindt plaats volgens de wet Lambert-Beer. In elke laag is er emissie volgens Bolzmann-Planck. En wel in alle richtingen, netto voor de helft omhoog, voor de helft omlaag. Dat laatste deel is de gewraakte terugstraling waarvan Postma c.s. het bestaan blijven ontkennen.
Vervolgens is er het begrip stralingsevenwicht. Een lichaam in een ruimte, of een laag in de atmosfeer, die door uitsluitend IR op een bepaalde temperatuur blijft, absorbeert evenveel IR als het uitzendt.
Vervolgens gebruikt men de drogreden, warmte kan niet van een kouder lichaam (de atmosfeer) naar een warmer lichaam (het oppervlak) stromen, dus terugstraling kan niet bestaan. De verkeerde voorstelling van zaken hier is, dat de terugstraling het oppervlak zou opwarmen. Dat gebeurt niet want het oppervlak straalt zelf weer IR uit. Zie voorgaand begrip stralingsevenwicht. De terugstraling ‘helpt’ dus om het oppervlak op een bepaalde temperatuur te houden, ze ‘verwarmt’ niet als zodanig. Ze maakt evenwicht met de uitstraling.
Wat bepaalt nu de uitstraling? Dat is de temperatuur van het oppervlak. Hoe blijft dat oppervlak nu op een gemiddelde temperatuur? Er is maar één energiebron in het spel: De zon.
De totale energiebalans zon-aarde interactie is onvoldoende. Maar Postma merkt terecht op, dat aan de evenaar veel meer (50 % van het totaal) zon energie binnen komt dan gemiddeld. Die warmte wordt via de waterhuishouding over de hele aarde verdeeld. Dus wordt overal de oppervlakte temperatuur hoger. Maar dan gaan de andere stralingsprocessen (Schwartzchild) mee werken. In dit beeld is dus de terugstraling zelf in feite het resultaat van de uitstraling van het oppervlak.
Postma berekent niet dat de oppervlaktetemperatuur ook zonder terugstraling en zonder waterhuishouding, gemiddeld de waarde 15 C kan halen. Hij roept alleen maar wat over verkeerde toepassing van gemiddeld berekende waarden over oppervlaktetemperaturen in relatie tot IR fluxen. In principe heeft hij daar gelijk in, maar hij komt niet met een kwantitatief beter model dat de gemiddelde temperatuur op 15 C houdt, aan de equator relatief laag blijft (28 tot soms 40 C) aan de polen relatief hoog (-40 C).
Daarom is zijn verhaal ongeloofwaardig voor ‘stralings-deskundigen’.