Gerbrand Komen, Fred Singer en Sybren Drijfhout genoeglijk in gesprek

Na afloop van de prettig verlopen middag op het KNMI treffen we elkaar aan de lange tafel in het restaurant: Singer, de KNMI sprekers en uiteindelijk maar liefst een twaalftal sceptici. Ook de aanwezigheid van VVD kamerlid Rene Leegte werd bijzonder gewaardeerd. Hoe een intiem dinertje van de organisatoren met de bezoekende Eminence Grise zomaar opeens uit de hand kan lopen!                   

De sfeer was al op het KNMI gezet: open, openhartig, respectvol en vriendschappelijk. De sfeer aan tafel was binnen een kwartier geanimeerd, en er werd in groepjes van wisselende samenstelling heerlijk heftig gediscussieerd. Overigens zou een puur sceptische bijeenkomst precies zo heftige discussies hebben opgeroepen; we zijn nu eenmaal allemaal enthousiast bezig met het onderwerp, en het ook nooit met elkaar eens. Daar ben je scepticus voor!

De kern van de zaak

Wie mijn blogs regelmatig leest, kent mijn fascinatie met de missing hot spot en de blinde vlek die ik daar bij het IPCC en ook het KNMI al tien jaar voor detecteer. Hoe kun je serieus op modellen vertrouwen waarvan de resultaten zo flagrant in strijd zijn met de waarnemingen? Dan ga je toch alles doen om die tegenstelling op te lossen? Het zag er duidelijk niet best uit voor de KNMI-er die het ongeluk had om naast mij terecht te komen! Meewarige blikken vielen professor Bart van de Hurk ten deel toen hij naast mij plaatsnam.

Ik moet zeggen dat ik nog steeds wat beduusd ben van de openhartigheid waarmee we bijna de hele avond hebben gepraat over de modellen en de manier waarop daarmee gewerkt wordt. En ik begrijp nu veel beter hoe het allemaal zo verlopen is.

Convectie fout in de modellen

Allereerst: als er één plaats is waar men kritisch naar de modellen kijkt dan is het wel in de groep die ermee werkt. Men is zich sterk bewust van het feit dat de natuurkundige benadering die de hot spot oplevert de werkelijkheid niet goed beschrijft, en ziet ook dat in die benadering het tijdstip van maximale convectie elke dag uren vroeger valt dan in werkelijkheid, iets wat overduidelijk niet klopt. Dit past overigens precies in het straatje van de sceptici die in een toename van verdamping en convectie de tegenkoppeling zien die de temperatuurstijging door CO2 sterk verkleint, en die niet voldoende in de modellen verwerkt zou zijn.

Men werkt bij het KNMI keihard aan verbetering van de programma’s, waarbij men véél verwacht van het kleiner maken van de resolutie, de kleinste “pixels” van het programma, waardoor de locale convectie veel beter gerepresenteerd kan worden.

Dat men intern ook sterke kritiek heeft op de programma’s stelde me eigenlijk gerust: er is dus geen blinde vlek. Blijft staan dat men niet de conclusie trekt dat alle uitkomsten hiermee vooralsnog als onbetrouwbaar bestempeld moeten worden.

Ingenieurs

De ingenieursbenadering zou zijn: je model klopt principieel niet met de waarnemingen, dus weg ermee, begin maar van nul af aan opnieuw en pak deze keer wel de juiste mechanismen mee.

Hierop volgde een reactie met dezelfde soort hulpeloosheid als Drijfhout ‘s middags had met de solar variation: geef ons alsjeblief een valide theorie! Wat moeten we anders? De modellen zijn het beste wat we hebben, de enige weg om betere uitkomsten te krijgen is de modellen te verfijnen. Tot iemand komt met een duidelijk nieuw, goed fysisch onderbouwd mechanisme dat we erin kunnen bouwen.

Ik snap die opstelling eigenlijk inmiddels ook wel een beetje.

Blijft staan dat als er mensenlevens vanaf zouden hangen, zoals bij mijn werk als ingenieur, deze aanpak ondenkbaar zou zijn.

De aard van de KNMI klimaatmodellen

Ik dacht dat dit ingekochte IPCC modellen waren. Maar ze worden door het KNMI zelf ontwikkeld vanuit een ingekocht weerprogramma. Het doel is ook niet in de eerste plaats om het klimaat te voorspellen ivm de CO2 invloed, maar om op langere termijn de weersvariabiliteit voor Nederland beter te kunnen voorspellen. Deze link met het weer maakt het ook een moeilijke eis om vanaf nul te beginnen. Je begint sowieso met een zeer uitgebreid weerprogramma, dat is al geen nulpunt.

Al pratend kreeg ik veel meer begrip voor de aanpak van de modelmakers, en ik had ook de indruk dat mijn bezwaren veel beter begrepen werden. Eigenlijk was het een heel leuk gesprek, en bleek ook Van den Hurk zeer geïnteresseerd in de nog maar pas ontluikende ideeën over de werking van het klimaat die in het sceptische gezelschap leven waar ik deel van uit maak. Daar gaan we het beslist  binnenkort eens uitgebreid over hebben, zo spraken we af.

De onpartijdigheid van het KNMI

Dit  blog van mij was niet bij iedereen op het KNMI even goed gevallen, maar eenmaal in goed gesprek bleken veel van mijn ideeën over wat idealiter de structuur en de toekomst van het KNMI  zou moeten zijn gewoon onderschreven te worden. Ook werd de constructieve aanpak van Rene Leegte zeer gewaardeerd. Met de houding die ik vandaag voortdurend aantrof bij de KNMI-ers ben ik ronduit optimistisch over een verdere uitbouw van de contacten en een open samenwerking waar dat mogelijk is.

Van Ypersele

Door de aanwezigheid van de Belgische “sceptische delegatie”, Anne Debeil en Lars Myren, die Singer meeneemt naar Brussel om daar morgen zijn lezing te houden, kwam ook het uiterst verwerpelijke optreden van de IPCC vice voorzitter Van Ypersele ter sprake.  Het succesvol onder grote druk zetten van het Waalse KIVI equivalent om de Singer lezing in Brussel af te blazen gaat werkelijk alle perken te buiten. Op actie vanuit Nederland wordt gebroed!

Afsluiting

Hans Labohm, initiatiefnemer van zowel de lezing als het diner, sloot de dag af met een korte toespraak  waarin zijn grote tevredenheid doorklonk over de overduidelijk goede verstandhouding die er tussen alle aanwezigen gegroeid was. Hierbij kon het grote effect van gewoon samen aan tafel gaan niet overschat worden! Het constructieve vaarwater waarin het klimaatdebat in Nederland terechtgekomen is, mag bijzonder genoemd worden. Waarna het glas geheven kon worden op een zeer geslaagde dag!

Hans Labohm brengt een toast uit