Via bioloog Boris Worm zijn lab vond ik de laatste vrucht van één van zijn telgen, Boudreau et al over de mogelijke invloed van klimaat op de populatie sneeuwkrabben in de ijskoude wateren rond New Foundland.
Een meta-analyse van krab en kabeljauw-interactie in Marine Ecology Progress Series. Zei ik eerder dat de meeste soorten geen kou ‘nodig’hebben, bij deze soort is dat wel zo. Maar zoals grootmoeder al zei: alles waar ’te’voor staat is ook weer niet goed.
Deadliest Catch en ‘regime shift’
Algemeen wordt aangenomen, dat een lucratieve krabvisserij als in ‘deadliest catch’kon ontstaan, dankzij de ineenstorting van de kabeljauwpopulatie in de jaren negentig: vooral de jongere kabeljauwen zijn gek op jongere krabben.
Door deze ‘predator release’, afgenomen predatiedruk, zou er een ander regime zijn ontstaan, waarin de krab domineert. Marten ‘regime shift’Scheffer haalde dit voorbeeld ook al eens aan, om te illustreren dat niet één natuurstaat ‘beter’is dan de ander, voor mensen dan. De krabvisserij schijnt meer op te leveren dan de kabeljauw. Momenteel krijg ik een Scheffer-paranoia, iedereen gaat nu met de alternerende stabiele toestanden op de loop, zelfs Han Lindeboom.
Maar uiteraard is die invloed van kabeljauw niet het enige verhaal.
Het predatie-effect van kabeljauw op krab is omstreden geraakt, omdat analyses van maaginhoud van kabeljauwen maar 4 procent krab gaven tegenover 10 procent garnaal, al waren er ook analyses die tot 16 procent van het dieet gaven. Temperatuureffecten kunnen ook meespelen, want sterke afkoeling in de jaren tachtig tot 1,4 graden onder nul deed de krabben ineenstorten.
Voor de krab is er zowel een ’te warm’ als een ’te koud’gebied. De onderzoekers keken daarom, of een eventueel predatie-effect groter is in warmere dan koudere verspreidingsgebieden. Die verspreidingsgebieden vind je in figuur 2 van de studie.
Snow crabs in Atlantic Canada are generally found at temperatures between –0.5 and 5°C (Elner 1982,Tremblay 1997), and bottom temperature is thought to be an important determinant of snow crab distribution.Along the Scotian Shelf, snow crabs are predominantly found in areas where the bottom temperature does not exceed 7°C (Tremblay 1997).
At 7°C energetic restrictions come into play for mature males as metabolic costs begin to rise faster than energy inputs (Foyle et al. 1989). A decline in mean bottom temperature from
–0.6 to –1.4°C in the 1980s off southeastern Newfoundland is thought to have interrupted the moult cycle of the snow crab, and the absence of newly moulted recruits contributed to a collapse of the crab fishery (Taylor et al. 1993).
Bij de kabeljauw ligt de zaak complexer, omdat het een trekvis is die opportunistisch voedselzoekt, en vooral krabben eet vóór ze zo rond 9 jaar leeftijd in de ‘molt’gaan, een harde korst krijgen en aan voortplanting gaan denken. Rond Maine en ‘Cape Cod’worden ze gevonden bij temperaturen van 10 tot 14 graden, terwijl ze ook in andere regio’s te vinden zijn waar de temperaturen blijven steken bij 0 tot 6 graden. Je voelt al aan je water, dat de studie een zwakkere correlatie zal vinden tussen kabeljauw en temperatuur: dat was dan ook één van de resultaten uit de studie.
Corrigeren voor predatie
De aanname is dat top down-effecten zoals een predator release met een andere vertraging zichtbaar zijn dan klimaateffecten. De kabeljauw eet bijvoorbeeld geen volwassen krabben, dus na hun 10de jaar zijn ze niet meer de klos, maar juist wel beschikbaar voor visserij en dus wel zichtbaar in visserijstatistiek, want die vangt de volwassen krabben boven 90 mm.
Klimaateffecten werken vooral bottom up in voortplanting, verspreiding en de molt, waarna de nieuwe voortplanting weer start. Wat deze studie dus doet, is via meta-analyse de effecten uit elkaar trekken.
Het resultaat
The meta-analytic summaries of the correlation of
temperature on Atlantic cod and snow crab (Fig. 4)
showed that for cod, the effects of temperature
appeared weakly positive at most lags and significant
at lags of 1 to 7 yr. For snow crabs, the correlation with
temperature was negative at most lags and significant
at lags of 7 to 10 yr (Fig. 4). This basic pattern was particularly
evident in the colder regions (ENL, the GSL,
and the eastern Scotian Shelf [ESS]), and less so in
warmer regions (GOM and FC). Both species had significant
correlations with temperature at Year 7 in the
meta-analytic summary.
De auteurs concluderen dat in de jeugdfase van krabben temperatuur een grotere rol speelt, en voor de tijd dat ze aantrekkelijk worden voor visserij moet predatie een grotere rol spelen.
Geef een reactie