Sinds februari stinkt het hier af en toe naar vis dankzij Natura 2000, en het eindspel nadert. Gisteren zou de ondertekening van VIBEG plaatsvinden in Wieringen. Dan zouden vele vissers visgrond kwijtraken, in de hoop dat milieuclubs/Wageningen UR en ambtenaren van het Ministerie van ELI ze dan met rust laten. Maar de Vissersbond tekende niet omdat ze de overheid niet vertrouwen.
Ik hoop dat ik daar met mijn artikelen, als in Visserijnieuws aan heb mogen bijdragen. In deze blog beschrijf ik hoe Natura 2000 weinig te maken heeft met natuurbescherming, maar met werkbescherming van ambtenaren, plus het bureaucratisch academisch complex van milieuclubs en halfzachte afgestudeerden in de Postcodeloterijwetenschappen (ecologie).
Vissers in bureaucratische fuik gedreven
Wat Natura 2000-projectleider Ton IJlstra betreft van het Ministerie van ELI, ik-Groene Rypke de Duurzaamste- heb al geschreven dat hij Macchiavelli in ambtenarenhuid is. Hij dreef met milieuclubs en hun geestverwanten de vissers langzaam in een bureaucratisch-juridische fuik, waarbij ze via visserijmaatregelen (FIMPAS, Nederlandse vismaatregelvariant die in 2008 startte) ineens voor het blok worden gezet.
Aanwijzing Natura 2000 geen probleem, later aanvullingen in Natura 2000-framework wรฉl
Bij de aanwijzing van Natura 2000 gebieden was er nog geen vuiltje aan de lucht. Maar door het daarop gestapelde beleid kwam de ellende voor vissers, en hier ligt ook de juridische drempel. Want, wil een visser bezwaar maken tegen gebiedssluiting voor VIBEG (pas dit jaar afgekondigd), dan is het antwoord van het Ministerie van ELI- ook bij procedures bij de Raad van State- als volgt: voor bezwaar is het te laat, daarvoor had je bezwaar tegen de รกรกnwijzing van Natura 2000-sites (die in 2004/5 plaatsvond met aanscherping/bevestiging in 2008). Een fantastische tangconstructie.
-
Steeds zijn er รฉรฉrst regels, en wordt daar later een ecologisch excuus bij gevonden om ze maar zo zwaar mogelijk in te zetten. Waarna een aanvullende regel de zaak klem zet.
Slaap vissertje slaap
Weinig vissers maakten bezwaar tegen รกรกnwijzing van Natura 2000-sites in 2004/5. Immers, in Natura 2000 mocht oorspronkelijk bestaand gebruik doorgang vinden volgens habitatrichtlijn en vogelrichtlijn, mits kernwaarden worden aangetast. De aanmelding en nulmeting van ecologische toestand in 2004/5 van gebieden gaf ook geen aanleiding tot zware middelen als gebiedssluiting voor visserij. Die aanmelding is ook het enige deel van Natura 2000 dat door de Europese Commissie getoetst werd. En de vissertjes sliepen rustig verder.
Regels stapelen binnen Natura 2000-frame
Maar daarop werden vervolgens regel op regel gestapeld, met het Wijzigingsbesluit en gesloten gebieden voor VIBEG als laatste vrucht: daar worden plots met ee beroep op de zwarte zee-eend complete gebieden dichtgegooid. Die INVULLING is per land weer verschillend en wordt NIET getoetst door de Europese Commissie, die toetsing vindt alleen bij AANMELDING plaats.
Alle regels op een rij in Marine Policy
Dat de ecologische basis boterzacht is, heb ik voldoende beschreven. Nu nog het ondoorzichtige moeras van regels en aanvullende regels. Het lijkt dat ELI-ambtenaren in รฉรฉn keer hun volgelopen bureau willen leegvegen, door alles dat het woordje ‘marine’bevat of ‘fisheries’onder รฉรฉn Natura 2000-vlag door vissersstrotten te duwen.
Om eens juridisch overzicht te krijgen over de relatie tussen ecologie en ingevoerde regels, heb ik Heino Fock geraadpleegd, die voor het Duitse EMPAS als bioloog meewerkte. In zijn verhelderende publicatie in Marine Policy dit jaar over FIMPAS, hier te downloaden zet hij de zaak eens op een rij in deze paper in Marine Policy. Dan zie je hoe langzaam het net rond vissers wordt gespannen.
Na aanwijzing van Natura 2000 besluiten ambtenaren dat ze allerlei milieuactivistisch restbeleid als Ospar 1997 (dankzij Wereldnatuurfonds-lobby), รฉn het Gemeenschappelijk Visserijbeleid zo via Natura 2000 door รฉรฉn bureaucratische strot kunnen duwen en dan gaat het mis.
Mes in de rug 1
The Commission has consistently challenged this restriction of the Habitats Directive, arguing for a more extensive scope because the protection of marine habitats and species cannot be adequately achieved in such a limited area. This opinion was confirmed by the position of the European Court of Justice in 2005 (case C-6/04 of 20 October 2005). For Member States, a new deadline to report site nominations was set for September 2008. In May 2007, the European Commission (EC) published guidelines for establishing Natura 2000 sites in the marine environment
Die guideline kun je hier downloaden
Mes in de rug 2
..followed in2008 by guidelines for fisheries measures in Natura2000sites,2 thereby establishing a first link between fisheries policy and Natura2000.Additionally,the 2007 EC guidelines clearly referenced theOslo-Paris Commission (OSPAR) goal of establishing a network of MPAs.
In deze directive stellen EU-bureaucraten doodleuk dat je ook bij afwezigheid van wetenschappelijk bewijs toch door moet zetten met MPA’s, die nog steeds overigens GEEN volledige gebiedssluiting hoeven in te houden. Nederlandse bureaucraten maken daar vervolgens samen met de door hun gesubsidieerde NGOโs van: dicht die handel.
Er kan nog meer bij..
Helemaal ondoorzichtig wordt het in 2010, als er nรณg een Ospar-directive bijkomt om de zaak nรณg stroperiger te maken. Plots besluiten lobbyende milieuactivisten via OSPAR (ze zien hun kans schoon) dat er een ecologisch netwerk moet komen op zee, en dat de Natura 2000-gebieden daar dan geschikt voor zijn. Out of the blue.
Oneof the main pillars of this strategy is to establish an ecologically coherent network of well-managed MPAs in the northeast Atlantic by2010(OPSARRecommendation2003/3).This strategy requires that the OSPAR network of MPAs be integrated into the EU Habitats Directive Natura2000 network and vice versa and that with respect to fisheries,OSPAR will collaborate with competent fishingauthorities to further develop and adapt management measures that take into account the bestenvironmental practices to achieve a good environmental status.
Vrij vertaald uit het Bureaucratisch: we hebben ook geen flauw idee wat er onder water afspeelt maar zo blijven we wel mooi aan het werk. Bij mijn weten zit dat 2010-ospargebeuren nog niet een een EU-directive verankerd maar die kan nog komen. Wanneer je dus NU zou tekenen, krijg je dat alsnog over je heen.
Wat moet je nu als door VIBEG gedupeerde visser doen?
Nogmaals, van gebiedssluiting was bij AANWIJZING totaal geen sprake . Echter, wil je aangevulde regels juridisch aanvechten op ecologische gronden โzoals het Wijzigingsbesluit dat tot VIBEG leidt met gesloten gebieden- dan verwijst het Ministerie van ELI weer doodleuk naar de รกรกnwijzing: โhaha, je bent te laat, die ecologische bezwaren had je maar bij รกรกnwijzing moeten uitenโ.
Het lullige is dat je de NIEUWE regels (de niet extern getoetste nationale INVULLING van EU-directives en visserijmaatregelen) niet effectief kunt aanvechten, zonder die ecologische basis aan te vechten, waarvan het Ministerie claimt dat die al in de aanwijzing vastlag. Dat is maar de vraag, veel zielige diertjes- waarvan 99,9999 procent van de Nederlanders nog nooit had gehoord- zijn nรก de nulmeting door Imares nog wat zieliger gemaakt om maar gebieden dicht te kunnen gooien. De zee-eend is zo’n prachtig voorbeeld, hier al beschreven.
En op de INVULLING van beschermingsmaatregelen- datgene wat vissers dus treft- bestaat gรฉรฉn externe controle. Ieder land doet maar wat, landen als Frankrijk doen bij mijn weten tot nu toe zelfs helemaal niets. Om vervolgens met de kreet โhet moet van Europaโhet eigen bureaucratisch gekonkel te rechtvaardigen. Het lijkt me sterk dat een doorsnee ambtenaar zรฉlf nog begrijpt waar hij mee bezig is, welke regels en welk ecologisch bewijs dat rechtvaardigt. Zoals ik al zei ligt de zaak meer andersom. Er zijn eerst regels, en dan moet er nog wat ecologische rechtvaardiging bij.
-
Dus dat de Vissersbond de overheid niet vertrouwt, daar kan ik iets bij voorstellen.
Rypke, petje af. Jazeker, je hebt bijgedragen, en velen zullen je dankbaar zijn. Voor mij was je de eyeopener voor duurzame natuur en windenergie maffia. Ik dacht dat je ongelijk moest hebben, het tegendeel is waar.
Het milieu-gerelateerde Rijks & Provincie-ambtenarenkorps is jarenlang geïnfiltreerd door de milieu-maffia. Via politieke werving & selectie en politieke promotie heeft GreenPeace vaste voet gekregen binnen de beleidskamers van het voormalige ministerie VROM, nu ministerie van Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Er zijn echter hoopvolle veranderingen/verbeteringen op komst!
Bij het ministerie van verdwijnen de komende tijd ruim 2.000 banen. Dat schrijft minister Melanie Schultz van Haegen op 18-11-2011 in een brief aan de Tweede Kamer, aldus Binnenlands Bestuur.
Het ministerie wil in totaal 17,5 procent op het huidige budget besparen. Daarvoor gaat de organisatie op de schop en wordt de bedrijfsstructuur opnieuw ingericht.
GreenPeace & MilieDefensie leden/publiekelijke aanhangers er eerst uit gekicked?
in aanvulling:
er is een nieuwe richtlijn: de Kaderrichtlijn Marien (KRM), die als paraplu zal gaan werken voor marien beleid. Zoals het er nu voorstaat, is dat vooral voortzetting van bestaand beleid (even afwachten wat het nieuwe GVB oplevert), maar met voldoende kapstokken voor aanscherping beleid.
En de Fransen zijn wel bezig, maar heel pragmatisch en lijken een 'eigen vissers eerst' benadering te kiezen
Het Productschip Vis heeft namens de vissers wel degelijk een rechtzaak gevoerd tegen de aanwijzing van de Noordzeekustzone als natuurgebied.
De Raad van State heeft op 16 maart 2011 de bezwaren van de vissers verworpen. Zie hiervoor:
http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_u…
Zoals ik het lees,heeft de belangenvertegenwoordiger van de vissers (want dat is het Productschap) vooral procuderele gronden aangevoerd. VISNED en Vissersbond hebben blijkbaar geen bezwaar bij de Raad van State gemaakt.
Het Productschap heeft niet onderbouwd aangegeven dat N2000 of de Zwarte Zeeend onzin is:
1) "Voorts heeft Productschap Vis geen gronden naar voren gebracht waarin de geldigheid van de plaatsing van de noordzeekustzone op de lijst van communautair belang wordt betwist."
2) "Voor zover Productschap Vis beoogt aan te voeren dat het in de instandhoudingsdoelstelling voor de zwarte zee-eend opgenomen aantal van 51.900, anders dan de minister stelt, een verbeterdoelstelling tot gevolg heeft, omdat deze soort niet in een dergelijke omvang in de noordzeekustzone voorkomt, overweegt de Afdeling dat dit aantal volgens het aanwijzingsbesluit is gebaseerd op midwinter-aantallen. Productschap Vis heeft deze aantallen niet gemotiveerd bestreden. De Afdeling ziet dan ook geen grond voor het oordeel dat het aantal van 51.900 niet representatief is voor de huidige draagkracht van het gebied."
Kortom: de vertegenwoordiger van de vissers heeft vooral "procedurele bezwaren" aangevoerd, en de ecologische bezwaren niet "gemotiveerd bestreden". Als een natuurorganisatie dat zou doen, ga je als "procedure-vandalist" door het leven…
De Raad van State heeft de bezwaren van PO Vis dan ook afgewezen, en die van de Stichting Noordzee (die wel met een onderbouwing kwam van haar bezwaren) gedeeltelijk toegewezen.
Voor de liefhebbers hier de delen van de uitspraak die over de bezwaren van de vissers gaan:
Het beroep van Productschap Vis
2.26. Productschap Vis betoogt dat de uitbreiding van het Natura 2000-gebied noordzeekustzone zoals opgenomen in het besluit tot wijziging van het onderhavige aanwijzingsbesluit niet noodzakelijk is, omdat reeds een groot gedeelte van het gebied waar het habitattype H1110B voorkomt, is aangewezen.
2.26.1. Dienaangaande overweegt de Afdeling dat de minister op 29 december 2010 het besluit tot wijziging van het onderhavige aanwijzingsbesluit heeft genomen. Dit besluit kan niet worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 6:18, eerste lid, van de Awb, reeds omdat dit nieuwe besluit is genomen na het sluiten van het onderzoek in deze zaak. In deze procedure staat derhalve uitsluitend het onderhavige aanwijzingsbesluit ter beoordeling, zodat de door Productschap Vis bedoelde uitbreiding van het Natura 2000-gebied, zoals opgenomen in het wijzigingsbesluit, in deze uitspraak niet aan de orde kan komen.
2.27. Productschap Vis kan zich niet verenigen met de aanwijzing van het gebied als Habitatrichtlijngebied en brengt naar voren dat het gebied ten onrechte op de lijst van communautair belang is geplaatst. In dit verband brengt Productschap Vis naar voren dat de rechtsbescherming ten aanzien van de aanwijzing van de noordzeekustzone als Habitatrichtlijngebied als zodanig illusoir is. In dit verband wijst Productschap Vis erop dat geen mogelijkheid tot inspraak is geboden ten aanzien van het selecteren en aanmelden door de minister van de gebieden van communautair belang bij de Commissie voor Europese gemeenschappen (thans Europese Unie) (hierna: de Commissie). Daarnaast bestond geen rechtsbescherming ten aanzien van de vaststelling van de lijst van gebieden van communautair belang. Nu de betrokken lidstaat op grond van artikel 4, vierde lid, van de Habitatrichtlijn verplicht is de aangemelde gebieden aan te wijzen, kan ook in de onderhavige procedure volgens Productschap Vis niet tegen de aanwijzing als zodanig worden opgekomen.
2.27.1. De minister heeft uiteengezet dat ondanks dat de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Nbw 1998 daartoe niet verplichten, aan belanghebbenden de mogelijkheid is geboden zienswijzen naar voren te brengen ten aanzien van de ontwerplijst van gebieden die de minister voornemens was aan te melden bij de Commissie.
2.27.2. Nu de minister ten aanzien van de conceptlijst van gebieden, waaronder de noordzeekustzone, die hij voornemens was aan te wijzen betrokkenen de mogelijkheid geboden hieromtrent hun zienswijzen naar voren te brengen, mist het betoog dat geen inspraak is geboden feitelijke grondslag. Dat Productschap Vis hiervan geen gebruik heeft gemaakt, maakt dit niet anders.
2.27.3. In het bestreden besluit wordt het gebied noordzeekustzone onder meer aangewezen als Habitatrichtlijngebied. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen bij uitspraak van 29 januari 2003 (zaak nr. 200204302/1) kan een voorstel als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Habitatrichtlijn niet worden aangemerkt als een publiekrechtelijke rechtshandeling als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid van Algemene wet bestuursrecht, maar een handeling ter voorbereiding van de vaststelling van deze lijst door de Commissie. In zoverre heeft het Productschap Vis terecht naar voren gebracht dat in de aanmeldingsprocedure geen rechtsbescherming openstaat.
Zoals hiervoor reeds overwogen heeft de minister op grond van artikel 4, vierde lid, van de Habitatrichtlijn de verplichting gebieden die door de Commissie van communautair belang zijn verklaard aan te wijzen als speciale beschermingszone in de zin van die richtlijn. De lijst van gebieden van communautair belang wordt vastgesteld door de Commissie. Plaatsing van een gebied op de lijst is aan te merken als een beschikking van de Commissie. Een beschikking van de Commissie tot vaststelling van een lijst van gebieden van communautair belang is gericht tot de lidstaat. Ingevolge artikel 230, vierde alinea, van het EG-verdrag, thans artikel 263 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, is een beroep van een natuurlijke of rechtspersoon tot nietigverklaring van een beschikking die niet tegen hem is gericht, slechts ontvankelijk indien deze persoon rechtstreeks en individueel door die beschikking is geraakt. Het Hof heeft voorts in het arrest van 23 april 2009, C-362/06, Markku Sahlstedt/ Commissie (www.curia.europa.eu) overwogen dat de rechterlijke bescherming van natuurlijke of rechtspersonen die wegens de ontvankelijkheidsvoorwaarden van artikel 230, vierde alinea, van het EG-verdrag, thans artikel 263 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, geen rechtstreeks beroep kunnen instellen tegen gemeenschapshandelingen, doeltreffend moet worden verzekerd via beroepsmogelijkheden voor de nationale rechter. Overeenkomstig het in artikel 10 van het EG-verdrag, thans artikel 4, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie neergelegde beginsel van loyale samenwerking moet deze de nationale regels betreffende het instellen van beroepen zoveel mogelijk aldus uitleggen en toepassen, dat die personen tegen iedere beschikking of andere nationale maatregel waarmee een hen betreffende gemeenschapshandeling wordt toegepast, in rechte kunnen opkomen, door de ongeldigheid van deze gemeenschapshandeling op te werpen en die rechter er zo toe te brengen prejudiciële vragen te stellen aan het Hof, zo overweegt het Hof in het arrest Markku Sahlstedt/Commissie.
Gelet op het vorenstaande is de stelling van Productschap Vis dat tegen de aanwijzing van de noordzeekustzone als Habitatrichtlijngebied als zodanig in het geheel geen rechtsbescherming openstaat naar het oordeel van de Afdeling onjuist. Voorts heeft Productschap Vis geen gronden naar voren gebracht waarin de geldigheid van de plaatsing van de noordzeekustzone op de lijst van communautair belang wordt betwist. Gelet hierop ziet de Afdeling geen aanleiding aan de geldigheid van de beschikking van de Commissie te twijfelen, zodat in dit geval geen aanleiding bestaat tot het stellen van prejudiciële vragen.
2.28. Productschap Vis betoogt dat voor de habitattypen H1110B en H1140 opgenomen herstelopgaven en de daaraan gekoppelde vergroting voor de draagkracht van schelpdieretende vogels bijstelling behoeft. Voor deze habitattypen en voor de zwarte zee-eend is ten onrechte een verbeterdoelstelling opgenomen. Voornoemde herstelopgaven zijn volgens Productschap Vis onrealistisch, omdat een toename van de schelpdierbestanden gelet op de afgenomen eutrofiëring niet is te verwachten. Voorts staan deze herstelopgaven op gespannen voet met de bestaande schelpdiervisserij.
2.28.1. Voor de habitattypen H1110B en H1140 bevat het bestreden besluit een doelstelling tot behoud van oppervlakte en kwaliteit. Voor de zwarte zee-eend is, zoals reeds overwogen onder 2.22.2., de doelstelling behoud van omvang en kwaliteit met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 51.900 vogels opgenomen. De stelling van Productschap Vis dat voor de habitattypen H1110B en H1140 en de zwarte zee-eend ten onrechte een herstelopgave is vastgesteld mist derhalve feitelijke grondslag.
Voor zover Productschap Vis beoogt aan te voeren dat het in de instandhoudingsdoelstelling voor de zwarte zee-eend opgenomen aantal van 51.900, anders dan de minister stelt, een verbeterdoelstelling tot gevolg heeft, omdat deze soort niet in een dergelijke omvang in de noordzeekustzone voorkomt, overweegt de Afdeling dat dit aantal volgens het aanwijzingsbesluit is gebaseerd op midwinter-aantallen. Productschap Vis heeft deze aantallen niet gemotiveerd bestreden. De Afdeling ziet dan ook geen grond voor het oordeel dat het aantal van 51.900 niet representatief is voor de huidige draagkracht van het gebied.
2.29. Productschap Vis betoogt voorts dat de belangen van de visserijsector onvoldoende bij de besluitvorming zijn betrokken. In dit verband betogen zij dat het aanwijzingsbesluit is vastgesteld in strijd met het vertrouwensbeginsel, omdat nog niet vaststaat of de visserijactiviteiten in het gebied ongewijzigd kunnen worden voortgezet, terwijl de minister heeft toegezegd dat de aanwijzing geen belemmering zou vormen voor de visserijactiviteiten. Nu de minister hieromtrent geen openheid van zaken heeft gegeven is het aanwijzingsbesluit volgens Productschap Vis eveneens in strijd met het fair play-beginsel.
2.29.1. Daargelaten de vraag of de minister een door Productschap Vis bedoelde toezegging heeft gedaan overweegt de Afdeling dat eerst in het beheerplan een nauwkeuriger vaststelling van de gevolgen van de aanwijzing voor het bestaande gebruik kan plaatsvinden. Daarnaast brengt artikel 19d, eerste lid, van de Nbw 1998 met zich dat een vergunning op grond van die wet nodig is, indien sprake is van een project dat, of andere handeling die, gelet op de instandhoudingsdoelstelling, de kwaliteit van de natuurlijke habitat en habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Of de visserijactiviteiten in het beheerplan kunnen worden vrijgesteld van vergunningplicht of in een voorkomend geval een vergunning al dan niet kan worden verleend, kan niet op voorhand in algemene zin in een besluit als het onderhavige worden vastgesteld, maar dient in het beheerplan zelf te worden bepaald. Gelet op het voorgaande ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het aanwijzingsbesluit is vastgesteld in strijd met het vertrouwens- of fair play beginsel.
2.30. Productschap Vis betoogt daarnaast dat het aanwijzingsbesluit is vastgesteld in strijd met de rechtszekerheid, omdat de uitwerking van de aanwijzing en gebruiksmogelijkheden in het gebied in het beheerplan zal worden geregeld en dit beheerplan pas later wordt vastgesteld.
2.30.1. Zoals de Afdeling reeds heeft overwogen bij uitspraak van 5 november 2008 (zaak nr. 200802545/1) volgt noch uit artikel 19a van de Nbw 1998 noch uit enige andere wettelijke bepaling dat het aanwijzingsbesluit en het beheerplan gelijktijdig hadden moeten worden vastgesteld. Dat een nauwkeuriger vaststelling van de gevolgen van de aanwijzing eerst kan plaatsvinden na de totstandkoming van het beheerplan vloeit daaruit voort dat, naar volgt uit de aangehaalde bepaling, eerst in het beheerplan de concreet te nemen instandhoudingsmaatregelen worden vastgelegd. In hetgeen Productschap Vis naar voren heeft gebracht ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het besluit is vastgesteld in strijd met de rechtszekerheid.
2.31. Volgens Productschap Vis is voorts onvoldoende duidelijk in hoeverre de visserijsector zal worden gecompenseerd voor eventuele schade.
2.31.1. De Afdeling overweegt dienaangaande dat artikel 31, eerste lid, van de Nbw 1998, een regeling bevat voor vergoeding van schade die belanghebbenden lijden of zullen lijden als gevolg van een besluit genomen krachtens hoofdstuk III van die wet. Artikel 10a maakt deel uit van dit hoofdstuk zodat eventuele schade als gevolg van het bestreden besluit valt onder het bereik van de in artikel 31 opgenomen schadevergoedingsregeling. Toepassing van deze regeling valt buiten het kader van de onderhavige procedure, zodat vergoeding van schade als gevolg van het bestreden besluit thans niet ter beoordeling staat.
Conclusie
Het beroep van de Stichting Noordzee is voor het overige, en de beroepen van de Vogelbescherming en Productschap Vis zijn geheel ongegrond.
Martijn, wat ben je toch een ongelovelijke flapdrol!
Omdat hij aangeeft dat jullie "belangenorganisaties" hun werk niet goed hebben gedaan?
Of omdat hij duidelijk bewijst dat de hele visserij-sector heeft zitten pitten?