Prof. Frank Berkhout (VU, IPCC lead author), Paul Watkiss (ClimateCost Project) en Prof. Ekko van Ierland (WU)

Het laatste debat in het afgedankte VROM gebouw (vandaag wordt het ontruimd) ging gisteren over de kosten van klimaatverandering. Maar liefst 22 wetenschappelijke instituten hebben drie jaar hard gewerkt aan het berekenen van de kosten van klimaatverandering, adaptatie en mitigatie  bij de twee scenario’s A1B en E1.
Dat zijn beide scenario’s met een drastische CO2 reductie, alleen begint die bij E1 in 2015 en in A1B in 2055. Beiden zijn dan ook aantoonbaar illusionair.

CO2 concentratie en emissie bij scenario’s A1B en E1

Overigens noemt het rapport A1B het “medium-high non-mitigation baseline” oftewel het “inaction” scenario. Blijkbaar gaat men er van uit dat de fossiele brandstoffen in 2055 op zijn, zodat de uitstoot vanzelf ophoudt. Dat heeft zoals u weet niets met de feiten te maken: er is nog meer dan genoeg fossiel voor eeuwen huidig gebruik.

De rapporten zelf zijn voor zover ik weet nog niet beschikbaar, maar wel samenvattingen van de eerste drie hoofdstukken van het eerste deel, en ook een samenvatting van dat hele eerste deel (over Europa).                                

Voor dit gigaproject heeft men alle bestaande alarmistische kennis gebruikt en die uitgewerkt tot concrete economische cijfers. Op de lijst van deelnemende instituten prijken het beruchte CRU van het hockey(stick)team waar de climategate emails vandaan komen, en het TERI, het instituut van IPCC directeur Pachauri. Het is dus echt een IPCC product, en de samenvattingen bevatten dan ook de bekende voorspelbare claims.

Daar kan ik verder alleen niet zo veel over zeggen, want zonder hun onderbouwing te zien is er weinig tegen in te brengen.

Een voorbeeld: als global warming vooral leidt tot zachtere winters, en in mindere mate tot warmere zomers, dan levert opwarming van de aarde in ieder geval een energiebesparing op. Hoe kun je dan toch op netto hogere kosten uitkomen? Hoe kun je berekenen dat de kosten van toegenomen airco gebruik hoger zullen zijn dan die van de winst op verwarmen? Dat hangt uiteraard helemaal af van hoe je over een eeuw verwarmt (met gas of met elektrische systemen zoals airco/warmtepomp combi’s) en wat de elektriciteit en eventueel het gas dan kosten.

De vele concrete cijfers suggereren dus een veel te hoge exactheid, er zit een enorm stuk “best guestimate” achter, wat ook door Watkiss, de onderzoekscoördinator van het project, beaamd werd.

Ook ontbraken in de samenvatting de handige taartgrafieken: wat is het aandeel van de verschillende kostenposten in het totaal bij de verschillende scenario’s?
Nog opvallender afwezig was een simpele grafiek van de komende eeuw met daarin de lijnen van de kosten van de voorgestelde mitigatie, adaptatie, en de kosten van klimaatverandering  bij de verschillende scenario’s. Daar waren nog wel wat nuttige opmerkingen over te maken geweest.
Nu bleef alles nogal in de lucht hangen.

Het meest storende is echter dat er nergens iets te vinden is over de kosten van de mitigatie. Die maken wel degelijk deel uit van de studie maar hebben de samenvattingen voor zover ik alles doorgebladerd heb (ik heb ze pas sinds vandaag) niet gehaald.
Ik ga dan ook niet in op de inhoud van het project. Interessanter is wat er verder te vertellen valt over het seminar van gisteren (11 januari 2012), met de pakkende titel:

“Verstandig aanpassen aan klimaatverandering bespaart miljarden euro’s.”
Deze titel is meteen al een schot in de roos. Want hoewel in het rapport geprobeerd wordt te suggereren dat zowel adaptatie als mitigatie noodzakelijk zijn, blijkt dat helemaal niet uit de vermelde cijfers. Het rapport kan dan ook gemakkelijk opgevat worden als een pleidooi voor adaptatie ipv het extreem pretentieuze CO2 beleid van de royale opdrachtgever in Brussel….
Er is namelijk nooit een economische case te maken waarin het voor Europa (of enig ander land)  loont om klimaatbeleid te voeren. Dat gaven zowel Berkhout als Watkiss toe. Alleen een wereldwijd klimaatverbond zou rendabel kunnen zijn. En dan alleen nog door het aanvoeren van de bekende klimaat omslagpunten, waardoor de kosten tot het absurde kunnen worden opgevoerd en elke inspanning dus lonend wordt.

Adaptatie blijkt daarentegen bijna altijd een enorm gunstige return-on-investment te hebben!
Goh, hoe lang roepen Hans Labohm en Björn Lomborg dat al niet?

Die adaptatie werd het terugkerende thema van het seminar, waarbij de sprekers telkens weer in een spagaat terecht kwamen: alle drie waren trouwe IPCC aanhangers en gingen er dus van uit dat de wereld vergaat als we niet drastisch gaan decarboniseren. Dus wilden ze niet pleiten voor puur adaptatie. Maar tegelijkertijd was duidelijk dat geen van hen nog maar een sprankje hoop had dat er ooit een internationaal bindend klimaatverdrag zal komen.
Kyoto is morsdood.

Daaruit volgt dat de hele professionele klimaatwereld in gedachten maar ook in concrete benadering toch maar aan het overschakelen is op adaptatie, iets wat een paar jaar geleden nog als een sceptische vloek werd beschouwd.
De toon is hiermee gezet voor 2012!

Onzekerheden benadrukken
Ook helemaal “2012” is het benadrukken van de onzekerheden. Dat hoort zo tegenwoordig.
Dit wordt overigens gebracht met het ogenschijnlijk logische mantra: “the need to plan robust strategies to prepare for uncertain futures and not to use uncertainty as a reason for inaction.”

Het lijkt erop dat men inderdaad geprobeerd heeft onzekerheden niet te verbloemen. Zo kan volgens het rapport voor flinke delen van Europa de verwachte opwarming zowel leiden tot méér als tot minder neerslag.
En daar ga je dan als politicus dus een robuuste adaptatiestrategie voor ontwikkelen…
OK, kunt u me nog één keer uitleggen hoe dat ook alweer moet?

De klimaatprojecties
Klimaatmodellen zijn daarentegen helemaal uit in 2012. Daar konden de heren weinig mee, zoals in het vorige paragraafje al wel duidelijk werd. De onzekerheden zijn veel te groot, en er is volgens Berkhout geen enkele hoop op dat dat de komende tien jaar opeens zal veranderen. (Daar denkt men bij het KNMI overigens heel anders over).
Men gaat liever uit van de op dit moment vaststelbare risico’s en probeert die te extrapoleren naar de nabije toekomst. De projecties geven alleen nog het kader aan (nl de AGW hypothese en daarmee de verantwoording van de klimaatbeleid machine) maar vormen niet meer de bron van concrete informatie voor het beleid.
Dit alles uit de mond van een IPCC lead author te horen is toch beslist hoopgevend!

Signaal en ruis
Maar het werd nog mooier. Zowel Berkhout als Watkiss gaven zonder meer toe dat de invloed van klimaatverandering over het algemeen verdrinkt in veel sterkere andere signalen.

Zo is het duidelijk dat het toegenomen risico op overstromingen door rivieren in Europa voortkomt uit de extreem toegenomen verharding: een flinke hoeveelheid neerslag in Duitsland komt tegenwoordig een dag later als een Germaanse tsunami bij Lobith ons land binnen, terwijl die vroeger gebufferd werd in bos- en landbouwgrond en grote uiterwaarden.

Je moet dus aan die buffering werken, in de vorm van grootschalige waterberging en afname van de verharding. Dat je daarbij nog wellicht wat meer neerslag zou kunnen krijgen door klimaatverandering is daaraan volledig ondergeschikt.

Kekerdom is altijd als eerste de pineut

Net zoiets geldt voor de zeespiegelstijging.
In Nederland maken we de dijken 5 meter hoger dan de zeespiegel omdat wij maar ééns in de 10.000 jaar een overstroming willen hebben. In New Orleans maakt men op dit moment dijken die ééns per 200 jaar zullen overstromen. En in Bangladesh is het elke tien jaar mis, met honderdduizenden doden als gevolg. De dijkhoogte is dus een functie van je bereidheid om risico’s te nemen, niet van de hoogte van de zeespiegel. In alle landen waar de welvaart toeneemt, zal men de huidige roekeloosheid niet meer accepteren en de dijken met meters gaan verhogen. Die mogelijke extra paar millimeter zeespiegelstijging per jaar (die overigens nog maar steeds niet gemeten wordt) door klimaatverandering, is daarbij marginaal.

Ook is volgens een opmerking uit de zaal bij een onderzoek gebleken dat het meenemen van adaptatie aan klimaatverandering in een aantal gemonitorde grote projecten in de praktijk niet eens geld bleek te kosten, maar alleen maar leidde tot beter doordachte projecten met een hogere kwaliteit.

Dit alles werd als volstrekt reëel beschouwd door de zaal en de sprekers.

De klimaatdiscussie in 2012
De voorgaande punten staan elk op zich al voor behoorlijk opmerkelijke verschuivingen in de opstelling van de alarmisten, maar samen vormen ze een nog veel sterker signaal.
In mijn ogen begint zich bij veel alarmistische onderzoekers een redelijker en pragmatischer standpunt af te tekenen. De kloof met de sceptici wordt daardoor veel kleiner, inhoudelijk maar ook qua benadering. Ik voorzie het komende jaar dan ook een verdere ontwikkeling van de open dialoog tussen sceptici en alarmisten.
Daar proost ik op!

 

Aanvulling 30 januari:
Zie ook het verslag van het seminar op de PCCC site, met daarin een link naar dit blog, en de kritiek daarop van de organisatoren en (meer uitgebreid) van het PBL.