Het project Waddensleutels doet met 3,1 miljoen euro uit het Waddenfonds onderzoek naar wat iedereen in principe al wist, zolang garnalen, krabben, zeesterren en mosselen bestaan: predatie verlaagt broedval van mosselen, en bij hoge predatie heb je dikke kans op minder mosselen, zeker in een voedselarmer milieu. Leuk verhaal, vindt u niet? Maar dat verhaal krijgt hier een nog leukere titel: ‘De Mossel als Biobouwer’.
Er gaat niets boven: De magische mosselen-hypothese uit Groningen
De te onderzoeken Piersma-reviewed hypothese:
‘Biobouwers zoals mosselbanken en zeegrasvelden spelen een sleutelrol bij het ontstaan en behouden van (bio-)diversiteit in de Waddenzee.’
Mosselbanken – die op hun piek maximaal 5 procent van het Nederlandse Waddenoppervlak van 2400 vierkante kilometer uitmaakten- met commerciele ingezaaide percelen van 70 vierkante kilometer in de Westelijke Waddenzee- zouden volgens RUG-hoogleraar Han Olff ‘de basis van het Waddenecosysteem vormen’, zo meldt hij in de Waddensleutels-nieuwsbrief. Juist….
Het na 1990 ‘verdwijnen’van (commerciele) mosselbanken in de Westelijke Waddenzee – en vermeende gebrek aan herstel is aanleiding voor het onderzoek.
In de nutrientenrijkere Oostelijke Waddenzee is de populatie volgens Imares-bioloog Marnix van Stralen niettemin weer rond ‘streefwaarde’ uit het beleid van 2000 hectare teruggekeerd. Toch zouden waargenomen trends sinds de jaren ’90: van afname van vogelaantallen tot de troebelheid van het Waddenwater- zijn toe te schrijven aan minder ‘biobouwers’, waarbij de verderfelijke visserij natuurlijk ‘de oorzaak’is dat er minder mosselen zouden zijn.
Maar: is het ook waar?
Dit Waddenmysterie is -qua negatieve trends in schelpdieren en vogels- immers ook heel simpel te verklaren, via de hier uit den treure behandelde nutrientenvermindering en gehalveerde primaire productie.
Maar waarom makkelijk doen als je op moeilijker meer mensen kunt laten promoveren, en projectgroepjes als ‘Naar een Rijke Waddenzee’voor Hein Sas Consultancy kunt vormen voor ruim 5 miljoen euro. Van Dieren’s frontsoldaat wilde na het kokkeldrama in 2004 ook gewoon bezig blijven, nu als groene hinderpaal voor mosselvissers en vrind van Niet Gekozen Organisaties/Gouvernementele Extensies (NGO’s).
Wat wisten wij al 10 jaar vóórdat Waddensleutels begon?
Dat valt te lezen in rapporten van Norbert Dankers en Bruno Ens bij EVA2- voor het Kokkelproces van 2004, hier beide al besproken.
-
a. stormen en ijsgang zijn funest voor mossel/kokkelbanken op het Wad
b. garnalen en krabben eten de broedval van mosselen, en bij hoge predatiedruk heb je dus lagere broedval.
Wat weten wij ná predatie-experimenten in Waddensleutels, zoals het RUG-persbericht meldt? Dames en heren hou u vast!
-
a. stormen en ijsgang zijn funest voor mosselbanken op het Wad
b. garnalen en krabben eten de broedval van mosselen, en bij hoge predatiedruk heb je dus lagere broedval.
Of zoals de Nieuwsbrief van Waddensleutels verwonderd meldt:
Naast harde wind blijkt de predatie door garnalen en krabben bepalend of mosselbanken overleven. In de geplaatste kooien, die de predatoren buiten hielden, was de kokkel- of mosselbroedval ronduit spectaculair.
’t Is nie waar…
In de nacht van zeventien op achttien juni spookte het op de Waddenzee. “Alle proefvlakken onder
Ameland zijn die nacht weggespoeld, inclusief de garnalenkooien die we stevig in de wadbodem hadden verankerd. Veel van die kooien zijn later op de kwelder van Ameland teruggevonden”, vertelt Tjissevan der Heide, wetenschappelijk coördinator van Waddensleutels.
-
Wéér verzuimen de onderzoekers onder leiding van Tjisse van der Heide de totale invloed te kwantificeren voor het hele Wad. Het blijft bij wat lokale proefjes van procesbeschrijvingen. Die maken het plaatsvinden van een proces aannemelijk dat al bekend was, maar ze kunnen dus nooit de boude uitspraak van Olff onderbouwen.
En in normale biologie is voedsel en primaire productie de basis van een systeem
Dus hoe kun je dan ooit beweren dat mosselen nu plots de basis zijn? Is dat niet meer dan dat, een bewering die zijn geldigheid moet ontlenen aan de academische autoriteit van de afzender?
Ik heb Tjisse van der Heide natuurlijk gevraagd, wát hij nu bewijst met Waddensleutels wat we nog niet wisten.
RZHebben jullie getalsmatig bepaald, hoeveel die predatie de groei belemmert (?) van mosselbanken tov de andere factoren als hoeveelheid larven in het water, primaire productie, storm, enz? Of zet ik dan nog een stap te ver? En kun je wel van belemmering spreken van groei van mosselbanken door predatie, als zoals Van Stralen al stelt de ‘streefwaarde’al is bereikt en mosselbanken nooit meer dan 5 procent van het Wadoppervlak bedroegen. Een pdf van jullie resultaten zou zeer welkom zijn, in de nieuwsbrief tref ik alleen de ecologische verhalen (kwalitatieve beschrijving van fenomenen en ecologische relaties, die al eerder zijn beschreven zoals door Dankers in 2004), niet het kwantitatieve deel.
Hier is Van der Heide zijn keurige en beleefde antwoord
De proef die wij hebben gedaan laat zien dat tijdens, en net na de broedval (de vestiging van jonge mosseltjes – ze zijn dan minder dan 0.5 mm groot), predatie door garnalen en krabben een belangrijke “bottleneck” is bij de lange termijn perspectieven van die broedval. De predatie is vaak zó groot dat alle jonge mosseltjes binnen een paar weken worden opgegeten en er dus geen mosselbank kan ontstaan. Hierdoor houden krabben en garnalen het spontane herstel van mosselbanken dus tegen.
Deze proef speelt zich af op het droogvallende deel van het wad.
Het gaat hier dus om droogvallende mosselbanken en niet om ondergedoken banken. Ik vermoed dat de berekeningen van Marnix van Stralen betrekking hebben op ondergedoken banken? In ieder geval is het zo dat er voor 1980 ongeveer 4000 ha droogvallende mosselbanken lagen op het wad. Door overbevissing icm een heftige storm, waren (bijna) al die banken na 1990 verdwenen.Het herstel van droogvallende banken kwam daarna heel moeilijk van de grond in het oosten van de waddenzee en helemaal niet of nauwelijks in het westen. Met onze proeven wille we begrijpen waardoor dit komt en of we de natuur mogelijk een handje moeten helpen om het oorspronkelijk areaal aan droogvallende banken te herstellen, aangezien ze belangrijk zijn voor veel andere soorten (vogels, vissen, etc).
Van deze proef hebben we natuurlijk de kwantitatieve resultaten (aantallen mosselen per m2 met en zonder predatie), maar die kan ik helaas voorlopig nog niet overleggen.
Het feit dat garnalen grote hoeveelheden jonge mosselen eten betekent vermoedelijk niet dat de garnalenvisserij daar iets aan kan veranderen. Deze mosselen worden in mei en juni gegeten door een grootte klasse van garnalen waar de visserij niet op vist (= heel klein/jong).
Voorlopige meting wijzen erop dat het aantal garnalen in de geulen in de afgelopen jaren NIET is toegenomen, terwijl de (jonge) garnalen WEL zijn toegenomen op de platen! Dit zou erop kunnen wijzen (maar dit is speculatief) dat er minder predatie is op de platen terwijl er in de geulen nog wel steeds evenveel garnalen worden weggehaald als vroeger.
Vroeger werden garnalen vooral gegeten door de natuurlijke predatoren zoals platvissen.
Dit is over de jaren heen minder geworden omdat er nu veel minder (plat)vis in de waddenzee zit. De rol van deze vissen is in de geulen mogelijk overgenomen door de garnalenvisserij, maar de kleine jonge garnalen op de platen worden nu door niets meer gegeten, terwijl ze daar dus vroeger ook hier werden bejaagd door platvis. Deze platvis is overigens een belangrijke bijvangst van de garnalenvisserij. (heeft hij helemaal gelijk in RZ)
Wat Van der Heide hier bedoelt is een cascade-effect
In de Waarheid op het Wad-reeks beschreven wij de bottom-up invloed: minder draagkracht door minder nutrienten. De Groningers kijken naar topdown-invloeden, wat heel legitiem is. Maarr… Conform de eisen van de Piersma-reviewed literatuur verzuimt Van der Heide de invloed te vermelden van nutrientenvermindering en gehalveerde primaire productie sinds 1994 –de bottom up-olifant in de Waddenkamer- om de schuld te geven aan visserij. Terwijl er een bijna lineair verband is tussen mosselen, primaire productie en nutrienten, zoals ook experimenteel in het Noorse Maricult aangetoond.
Wat laat Waddensleutels verder wég voor informatie?
Dat de 70 vierkante kilometer mosselbank in de Westelijke Waddenzee sinds 1950 tot 1990 werd ingezaaid door Zeeuwse mosseltelers, die voor beheer ook de zeesterren (predatie) wegvingen. En dat nauwelijks bekend is hoeveel ‘natuurlijke’mosselbanken er zouden zijn geweest zonder die Zeeuwse inspanningen. De oogst lag tussen 1965 en 1985 op 150 miljoen kilo, 5 maal zoveel als de jaren ’50, en zakte in 1990 in tot 9 miljoen kilo. Precies in lijn met de trends in eutrofiering.
Dat weglaten is geen kwade wil bij Van der Heide.
Ik denk dat hij hooguit zo geconditioneerd is door het holistische denken uit de Piersma-review en milieupropaganda, dat hij werkelijk gelooft dat het zo zit. En velen met hem. Bedenk dat buiten hun kleine specialisme- waarvan ze alles weten- ecologen maar gewoon aannemen van wat ze uit hun sociale kring oppikken.
Terwijl je ook kunt stellen: die predatie-invloed is zo sterk én keert de snelle groei van mosselbanken omdát het nutrientengehalte zo verlaagd is, ten opzichte van de jaren ’80. Daardoor heeft predatie méér invloed in voedselarmere omstandigheden. Als het om weidevogels draait, zijn mensen van de RUG ook als eerste om te vermelden dat milieuverslechtering voor deze vogels (in de vorm van intensivering en minder voedsel, dus bottom up-invloed) funest is en dat predatie bijzaak is. Waarom is dat zelfde principe op het Wad dan plots geen sleutel?
Waddensleutels laat kortom de belangrijkste (?) invloed weg (bottom up) weg, en geeft een topdown-invloed alle aandacht.
Tegelijk maakt het processen kwalitatief aannemelijk, maar niet kwantitatief op Waddenzee-niveau. Maar, de natuur een handje helpen is dus geen taboe meer in Groningen. Dat betekent dan ook een fosfaatproef dus geen principieel bezwaar zou ontmoeten. Daar komen we dan in volgend blog op terug.
kunnen we ook geen fosfaatproeven gaan doen op de nog steeds uitdijende groot formaat heidetuinen
Beste Hugo: het gaat mij in de Waddenblogs puur om de volledige erkenning (dus niet alleen een vage lippendienst die wordt weggemoffeld) door onderzoeksinstituten dat ze niet het hele verhaal vertellen, én dat ze dus een verkeerde oplossing bedenken voor een ander probleem: als ze al gericht zijn op oplossingen, want de meeste onderzoeksinstituten zijn louter bezig met hun eigen schoorsteen draaiende te houden
Men lijkt meer bezig met het vertellen van verhaaltjes en het fabriceren van rookgordijnen dan het uitzoeken van oorzaken
Als je mij persoonlijk vraagt: van mij hoeft die fosfaatproef niet beslist, ik heb er geen direct persoonlijk belang bij en ik eet ook nooit vis. Dat is iets voor de SWNM. Het gaat er slechts om dat de argumentatie daaronder door Boddeke en Hagel deugt en door meer onderzoek wordt ondersteund en dat een experiment uitkomst zou bieden. Het is mij een raadsel waarom een wetenschapper tegen een deugdelijk experiment zou zijn, tenzij het een bevooroordeelde milieuactivist is
daarom zou ik het wel in een estuarium willen zien om te kijken of je inderdaad zo visproductie kan ophogen, kom ik volgend blog op terug want ik heb een mail met vragen gestuurd naar topambtenaar Henri Kool, omdat hij verantwoordelijk is voor de feitelijk onjuiste beantwoording van Kamervragen over fosfaat, zoals ik hier al eerder blogde en zich op basis van die foutief beantwoorde kamervragen ontslaat van een reactie
Ik verwacht geen antwoord, maar ook dat is een antwoord en een mooie aanleiding voor de Henri Kool-blogweken. Hij moet wel, want anders bel ik Bleker persoonlijk om hem van die foutieve voorlichting op de hoogte te brengen (al schijnt Bleker één van mijn Waddenblogs daarover al te hebben gelezen) maar dat merkt Kool vanzelf nog wel. En ik haal het in voordrachten aan als voorbeeld.
Ik heb niet noodzakelijk ontzag voor topambtenaren, die van onze belasting worden betaald zónder dat wij zeggenschap hebben over hun capriolen. Het minste is dat zij verantwoording kunnen afleggen als ze aantoonbaar utopistisch beleid verkopen als 'natuurlijker Noordzee', wat ze zelf niet kunnen definieren, noch kunnen uitleggen wanneer dat doel is bereikt. Dat natuurlijkheidsgel…komt enkel uit de koker van 'Greenpeace befehl und wir folgen', en is niet op wetenschap gebaseerd
Maar als hij gewoon open antwoord geeft en een serieuze poging doet inhoudelijk te reageren ben ik de hoffelijkheid zelve en scoort hij punten. Wat hij wil. In dat geval kun je het 'oneens zijn', dat is niet erg. Wat wel erg is, is als men maar wat doordendert als blinde ideologen met een vleugje intellectuele corruptie zoals dat de overheid vaker kenmerkt. Zie nu bij pulsvisserij en handhaving motorvermogens, het gaat meer om het redden van hachjes dan verbeteren van de fysieke praktijk. En klimaat
Maar goed, ik begin in het Wadden/Vis en mosseldossier nog maar net warm te draaien, ik ben net één jaartje er mee bezig (de eerste natura 2000 blog was vorig jaar februari) dus Kool en ik zullen elkaar hoe dan ook nog wel tegenkomen
Willen we eigenlijk wel, dat de Haai en Rog terugkomt op het wad, tegen de vele tientallen miljoenen Groene Rijkssubsidie, die dat kost aan de doorgeschoten Groene hobby "biodiversiteit"?
Willen we de beer, wolf en Europese wolharige leeuw dan ook terug?
Beste Turris, ja dat willen we. En vissers vangen al weer roggen langs onze kust, ook de Pieterman die volgens Han Lindeboom was verdwenen hadden we laatst weer in de bak: oppassen dus, hoe afwisselender de natuur hoe leuker, er zijn historisch veel bruinvissen, dolfijnen.
En ik vind het ook prachtig als de wolf er weer is, zoals ik het geweldig vind dat de slechtvalk het weer goed doet. Wat ik ook graag zou zien: Dat overbodige regelgeving in landbouw weg gaat, dat boeren weer ruimte overhouden en dat net als in mijn jeugd de veldleeuweriken weer boven het land zingen. Die hoor je nu alleen nog op Texel en vliegbasis Leeuwarden hier in het Noorden.
De landerijen rondom mijn geboorteplaats Franeker lijken nu bijna op 'Silent Spring'. Dooie biljartlakens, dankzij de dwang om te moeten intensiveren om
a. te concurreren met goedkope importrotzooi
b. lastendruk door de overheid te compenseren
Punt b. kun je iets aan doen. Als je de ruimte en lol uit iemand's praktijk haalt, willen ze uit zichzelf ook niet meer in natuur investeren
Het enige waar het om draait is hier zuivere argumentatie, en het liefst de mindering van bureaucratische bemoeienis. Ik heb nooit ingezien wat meer bureaucratie toevoegt aan de natuur. Daarin sta ik niet alleen, er zijn meer natuurbeschermers en ecologen die Natura 2000 als een volslagen overbodige bureaucratische moloch beschouwen. Uit Brussel kome vooral regels die de macht van bureaucraten moet versterken, en dat haalt bij iedereen de vrijwilligheid en lol uit de omgang met natuur.
Volgens mij ligt de toekomst van natuur juist in mindering van de hindermacht van bureaucraten en milieuclubs, zodat boeren, vissers en ondernemers zélf ruimte over houden om – binnen economische grenzen- een afwisselende natuur te bewaren met een goede biologische opbrengst. Stel dat de helft daar brood in ziet…Of maar 10 procent.Tel uit je winst. Als ze zelf initiatief nemen
Natuur heeft lak aan ideologie. Wat wél moet veranderen is de financiering van ondernemingen, de rente op leningen zou omlaag moeten. Vele vissers moeten ook gedwongen door bankschuld tot het gaatje gaan, zoals de overheid ook tot het gaatje moet gaan dankzij de torenhoge rente op staatsschuld. Net als meer bureaucratie, dwingen banken zo tot monotonisering, intensivering en ontzieling van je bedrijfsvoering. Milieuclubs kijken altijd alleen maar naar de oppervlakte, en zijn zo deel van het probleem. In plaats van ondernemers te helpen gaan ze ondernemers hinderen, door druk uit te oefenen op de overheid
Voor zover er een ecologisch probleem is, dan wordt dit veroorzaakt door schuldendwang van onderen en bureaucratendwang van boven, waartussen mensen worden gesandwiched. Dat komt dan nog naast het winstbejag dat in ieder mens tot op zekere hoogte zit, en aangeboren neiging tot gemak. Als er één fundamentele karaktertrek bij mensen is, dan is het dat ze 'niet te veel gedoe'willen. Daar moet je op inspelen, in plaats van dat willen veranderen met allerlei utopistisch gedachtengoed
Mosselen zijn kensoorten van eutroof= voedselrijk water. Mosselen hebben zelf-voedende larven en als deze larven zich vastzetten floreert dit mosselzaad alleen in voedselrijk water. In voedselarmer water gaat het in het eerste begin nog wel, maar als het beginnende zaadje groeit en meer voedsel nodig krijgt, gaat het massaal mis. Mosselzaad zit dicht op een gepakt en er is dus felle concurrentie tussen de zaadjes onderling voor plantaardig plankton. Die onderlinge concurrentie om voedsel zie je ook bij MZI's. Het mosselzaad dat men daarvan oogst, is heel klein van stuk. Als men langer wacht met oogsten, treedt massale sterfte op. Uigezaaid op percelen, vallen die zaaddjes ten prooi aan de strandkrabben. Mosselzaad was vroeger 3 cm lang en kwam van natuurlijke mosselbanken in voedselrijk water.
Langs de kust speelt dit nog sterker dan in de Waddenzee omdat op enige afstand van de kust de voedselrijkdom van het water nog minder is dan vlak buiten de sluizen van de Afsluitdijk.
Kortom: Tjisse van der Heide én zijn vrienden van milieuclubs zijn 'guilty by omission'
Ja, natuurlijk Turris.
Het zou voor de Veluwe waar ik woon een ware verademing zijn.
Ten eerste hoop ik dat er dan nog meer wegen, in ieder geval alle zandwegen, worden afgesloten waar die westerlingen nu 's zondags zo nodig hard moeten scheuren in hun mobiel, en ten tweede zorgt de terugkomst van de wolf ervoor dat niemand z'n auto meer uit durft op die wegen waar nog wel gescheurd kan worden.
Trouwens, de lynx mag van mij morgen ook weer verschijnen.
Nog een bureauoplossing!
A balanced kettle of fish – IUCN suggests a novel approach to fishing
Gland, Switzerland, 1 March 2012 – An IUCN study published in the journal Science suggests major rethinking of fisheries management that could increase food security and minimize the negative impacts of fishing on the environment.
The new approach, put forward by a group of fisheries and conservation scientists of the IUCN Commission on Ecosystem Management (CEM), introduces a fundamental change to the way fisheries have been managed so far.
“For centuries, it has been believed that selective fishing that avoids young, rare and charismatic species and focuses on older and larger individuals, is key to increased harvest and reduced impacts on the environment,” says François Simard, IUCN’s Senior Adviser for Fisheries. “But old individuals largely contribute to reproduction and removing them distorts the environment’s structure and functioning. It can also have serious ecological and evolutionary side effects.”
On the Eastern Scotian Shelf for example, the use of conventional, selective fishing practices has altered the food chain structure of the environment and in the North Sea, it has led to a shift from large to smaller species.
The new approach proposed by IUCN, called ‘balanced harvesting’, involves targeting all edible components of the marine environment, in proportion to their productivity.
With fishing targets spread over a higher diversity of species and sizes, this approach makes full use of the ecosystem’s production capacity. It maintains the ability of marine resources to contribute to our food security while minimizing the negative impacts of fishing on the environment. As it requires reducing the exploitation of fish stocks, it fundamentally changes our current approach to fisheries management, which aims at full exploitation of individual populations and often results in over-exploitation.
“Balanced harvesting is a selective approach to fishing but, in line with the ecosystem approach adopted by the Convention on Biological Diversity and the Food and Agriculture Organization, this selectivity has a much broader perspective than what has been used until now,” says Serge M. Garcia, Chair of the Fisheries Expert Group of IUCN’s CEM. “Instead of focusing solely on optimizing the catch taken from selected target species and sizes, it aims at maintaining the structure and productivity of the ecosystem as a whole.”
The paper is based on a comparative study of various types of selectivity using 36 different models of ecosystems. Some examples of fishing strategies coming close to balanced harvesting have also been found in African inland artisanal fisheries.
“This new thinking about fisheries management may be seen as utopian, as human capacity to manage ecosystems is limited”, says Jeppe Kolding, member of the Fisheries Expert Group. “But it’s a utopia that allows energies to be focused in the right direction. We now have sufficient evidence that this new approach could make fishing much more sustainable, reducing its impact on the ecosystem and benefitting the marine environment and food security.”
Issues involving fisheries management will be discussed further at IUCN’s World Conservation Congress in Jeju, Republic of Korea, 5-15 September 2012.
@ Rypke: Ik vind bio-diversiteit nog steeds een twijfelachtige wetenschap. Ik krijg mijn vingers er niet achter!
Welke diversiteit uit welke periode wil je terug kweken?
Volstrekt onduidelijk deze Groene hobby!
Waarom moet dat met en via gesubsidieerde gepolitiseerde milieugroepen en niet via natuurbeheerders?
Waarom ten koste van jaarlijks tientallen miljoenen € Rijkssubsidies uit de staatsschuld?
Hoe zit het met de gratis toevoeging/lozing van afval-nutrienten voor het Wad ?
Is de overdreven gepushte biodiversiteit uberhaupt nodig, nuttig, wenselijk?
Wie heeft er wat aan als natuurgebieden en terreinen worden afgesloten "voor de natuur"?
Bovendien meld je, dat diverse "uitgestorven" dieren en vissoorten reeds weer aanwezig zijn of er aan komen,
Waarom niet stoppen met milieuregelgeving, en stoppen milieu-ingrijpen?
Ik vind biodiversiteit nu een gehypet politieke hobby, vooral op kosten van de belastingbetaler en ten nadele van de werkgelegenheid.
Overigens goede kritische bijdragen over selectieve visserij. Haalbare bureau oplossing?
Hier: deze studie uit 2009 meldt zelfs een negatieve correlatie tussen de hoeveelheid voorkomende mossels en biodiversiteit van macrobenthos: dankzij alle poep en troep die mosssels uitscheiden: de Groningse bewering dat meer (dan nu) mosselbanken de soortenrijkdom vergroten is niet beslist waar
Responses of benthic macrofauna and biogeochemical fluxes to various levels
of mussel biodeposition: An in situ ‘‘benthocosm” experiment
Myriam D. Callier a,b,1, Marion Richard a,b, Christopher W. McKindsey a,b,*, Philippe Archambault b,
Gaston Desrosiers b
Sediment organic matter content (% OM ± SE) in the natural surrounding
sediment was similar at the beginning (T0 = 3.1 ± 0.2%)
and end (T50 = 2.9 ± 0.2%) of the experiment. Sediment % OM in
benthocosms differed significantly between mussel densities
(Fig. 2, F8,33 = 4.287, P = 0.001). After 50 days, % OM in benthocosms
ranged from 3.1 ± 0.3% to 5.5 ± 0.8% but was not significantly correlated
with mussel density (r2 = 0.090, P = 0.095) because of the
low% OM recorded in the 3 and 5 mussel density benthocosms.
3.2. Macrofauna
3.2.1. Total abundance, total biomass and species richness
Abundance differed significantly among mussel density treatments
(F6,25 = 3.630, P = 0.010). The greatest mean abundance
(3567 ind m2) was recorded in control benthocosms and
Fig. 2.generally decreased thereafter, with the lowest abundance recorded
in benthocosm with 3 mussels cage1 (Fig. 3). Control benthocosms
had the greatest species richness and benthocosms with
3 and 4 mussels cage1 had the smallest species richness
(F6,25 = 2.672, P = 0.038). The greatest total biomass was recorded
in benthocosms receiving biodeposits from 1 mussel cage1
(F6,25 = 3.611, P = 0.010). Overall, total abundance and species richness
were negatively correlated with mussel density (Table 1).