NGO’s als de Waddenvereniging hebben één terecht punt waar de visserij mee móet werken in Waddenzee en Noordzeekustzone. Dat je iets hebt uit te leggen wanneer je in Natura 2000-gebied vist, en verder moet kijken dan de weekbesomming. Ligt dat verhaal er niet, dan ben je weg, misschien zelfs terecht. De reactie van Vissersbond en Visned op NGO’s en gelieerde activist-onderzoekers was tot nu toe wegduiken en Calimero imiteren: ‘goohh, wat zijn hunnie oneerlijk’.
Het trauma van de van het Wad gepeste kokkel (2004)- en mosselvisserij (2008) zit er nog stevig in bij visserij-vertegenwoordigers. Nu moet de Nederlandse visserijvertegenwoordiging boven het niveau ‘sorry dat wij bestaan’ uitkomen, om te voorkomen dat de sector in nog meer eilandjes en koninkrijkjes uiteenvalt, nóg meer terrein én teleurgestelde leden verliest.
Hoe kun je zeggen dat NGO’s fout zitten qua natuurvisie, als je zelf niet beschrijft wat goed is
Assertiviteit begint bij een deugdelijk ecologisch zelfbeeld, van visserij als legitieme deelnemer in een natuur die een stootje kan hebben. Om een zelfde flop als Vibeg te voorkomen, en nog meer leden te verliezen, zal de visserijvertegenwoordiging er nu op moeten springen met een eigen feitelijk onderbouwde uitleg die het niveau van kinderkreten ontstijgt, of zoals sommige garnalenvissers nu doen: ‘wij zijn goed en hunnie boomkor en puls zijn slecht’, een ander zwart maken om zelf een wit voetje te halen. Dat is zacht gezegd niet sjiek.
Voorlieden laten nog steeds door de ‘tegenpartij’ definiëren wat de natuur is, en mopperen wat voor en achter de schermen. Het was voor mij en de SWNM eenvoudig aan te tonen hoe zwak de Imares-argumentatie stond onder het zwarte zee-eenden/bodemberoering-verhaal, en enkele vissers bij wie ik nu plots boeman schijn te zijn, hebben daar ruim van geprofiteerd. Maar visserijvertegenwoordigers blijven niets tegenover zwakke ecologische onderbouwing stellen omdat ze roepen ‘de natuur is van natuurorganisaties, niet van ons’. En dus heeft de tegenpartij – bij ontbreken van een ecologisch zelfbeeld- altijd het eerste én laatste woord. Terwijl een moderne organisatie daar niet zonder kan.
Romantisch natuurbeeld versus de realiteit en praktijk
IN plaats van de ander de natuureisen te laten definiëren, kun je ook zelf je natuurvisie vastleggen, één die ecologisch misschien wel beter onderbouwd is, met dynamiek en Darwin feitelijk juister dan die van NGO’s. Die is kinderlijk eenvoudig te produceren wanneer je enige kennis hebt. Zonder de illusie dat je daarmee iedereen direct overtuigt. Urbane kantoormensen- daar reken ik ook veel NIOZ/Imares en RUG-personeel onder- zullen altijd een romantischer beeld van de natuur houden.
Urbane hoger opgeleiden hebben zo’n romantisch natuurbeeld om de doodeenvoudige reden dat ze weinig met de echte natuur in aanraking komen. Of de realiteit van de ingedijkte Waddenzee met een zandhonger van 8-12 miljoen kuub per jaar niet accepteren willen, of wegmoffelen dat fosfaatbemesting de kraamkamerfunctie begunstigde. Net als de achterban van de meeste milieuclubs zijn vele academici van natuur en praktijk vervreemd, dromend van ‘de Waddenzee die op eigen benen staat’, met de Mauretaanse Banc d’Arguin als voorbeeld.
-
Dat urbane kantoordeskundigen een andere natuurvisie houden is hun keuze. Dat ontslaat je als visserij niet van de noodzaak zelf als dagelijks natuurgebruiker te definiëren en onderbouwen hoe je de natuur dagelijks ziet. In plaats van met een zwak aftreksel te komen van NGO-natuur, iets roepen over ‘de gezonde zee'(wat is dat in godesnaam) en dan ook nog met tegenzin, met de hoop ooit geaccepteerd te worden. Rond de visserij blijft zo een lucht van ongeloofwaardigheid hangen. Natuurliefde met tegenzin, een groen dansje opvoeren voor overheid en NGO’s.
Meeste natuurmensen zijn best voor visserij te porren
Daarmee geef je een belangrijke troef uit handen: je hebt als vissers qua natuurcontact een zekere voorsprong, maar niet de scholing om dat op een deugdelijke wijze te beschrijven, terwijl dat kinderlijk eenvoudig is. Ik laat de administratie ook door iemand doen, die binnen één uur doet waar ik 3 weken mee worstel: ieder zijn vak. Binnen natuurverenigingen zijn meer dan genoeg redelijke pragmatische natuurliefhebbers, die een goede kant van visserij zien. Een manier waarop je tastbaar contact met de natuur kunt promoten, natuurvervreemding kunt tegengaan. Je krijgt de smaak van natuur alleen te pakken door haar te proeven. Net als de overheid en het grote publiek wachten zij op een geloofwaardig verhaal. Daarmee kun je zaken doen, en samen streven naar natuurverbetering die meetbaar is, zowel in ruimtelijke zin als visserijtechnisch. En uiteindelijk ook commercieel, want de wereld draait om geld, bij vissers, NGO’s en bij ecologen.
-
Hoe om te gaan met ideologische fanatici?
Met ideologisch gemotiveerde fanatici als Wilfred Alblas, Martijn de Jong, Lenze Hofstee, Christien Absil, Greenpeace en co zal nooit te praten vallen. Die moet je naar de marge bewegen, tot ze ook bij eigen achterban onmogelijk worden met ledenverlies en weerzin in media. Je moet er op slaan, ze constant van repliek dienen. Waarom bleef de leugen van het WNF over garnalenvisserij onweersproken? Wat stelt de Vissersbond tegenover de campagnes tegen boomkorvisserij behalve ‘goh wat zijn hunnie oneerlijk’. Waarom knuffelt een bestuurder met Christien Absil, terwijl zij DE belangrijkste lobbyiste was vóór de discardban die onze gemengde visserij een nekslag geeft.
Een voorbeeld: de Britten
De Britten hebben geleerd dat ze bij de verkoop van fundamentele onwaarheden door fanatieke elementen bij NGO’s niet in stilte moeten mopperen. Maar er bovenop moeten springen in media, de Schotten stellen altijd voorop dat visserij niet principieel fout is maar een legitieme en waardevolle activiteit die bij de zee hoort. Dus geen gemopper van ‘wij vinden het onzin’, maar omdat wij als Calimero toch niets te vertellen hebben gaan we maar met NGO’s mee.
Als je zelf niet kunt uitleggen wat jij voor waardevolle rol vervult in Natura 2000-gebied Noordzeekustzone en Werelderfgoed Waddenzee? Wanneer je niet verder komt dan schoorvoetende imitatie van NGO-proza, gemopper en je weekbesomming is het misschien wel terecht dat je niets in zo’n gebied te zoeken hebt.
In het klein toont de visserijwereld wat in Nederland als geheel gebeurt. Doordat vissers slecht samenwerken, net als burgers onderling, kan een kleine club fanatici haar wil opleggen terwijl de grote meerderheid bij eerlijke informatie anders zou kiezen.
Een zeer verhelderende observatie van uw kijk op de bestuurders/vertegenwoordigers van de visserij. Een volslagen losgeslagen knuwen van vertegenwoordigers die zeggen namens de vissers op te treden. Ik vraag mij af of die vissers dat nog wel weten! Zij zijn murw gemaakt door de vergadertijgers aan de tafels in Den Haag en Brussel.