Wetenschapsblad Nature van 15 maart beschrijft in haar commentaar ‘An elegant chaos’ de chaos aan verklaringsmodellen die ecologen gebruiken om hun waarnemingen aan soorten en soortrelaties te verbinden. Net wanneer een harde natuurwet lijkt op te gaan, bestaan op een gegeven moment weer zoveel uitzonderingen dat die harde natuurwet even goed niet bedacht had kunnen worden. Het is één van de vele mogelijkheden.
De levende natuur is eenvoudig te complex. En zoals de uitvinder van ‘biodiversiteit’ EO Wilson al vaststelde: je kunt een leven lang besteden aan het bestuderen van alle ecologische processen die in één boom plaats vinden.
Een mooi voorbeeld van ‘harde’ natuurwetten uit de ecologie die bij nader inzien niet zo hard blijken vormt zijn eigen eilandtheorie, die Wilson met Mc Arthur ontwikkelde. Daarmee legden zij de experimentele en theoretische basis voor biogeografie.
The Living Dead
In ieder habitat komen soorten en gaan soorten. Er zou een oppervlakte-afhankelijk evenwicht ontstaan tussen influx van soorten en het uitsterven daarvan, zo stelde het duo vast na enkele eilandjes voor de kust van ik meen Florida te behandelen met methylbromide. Vervolgens turfden ze in opvolgende jaren de terugkeer van diverse soorten insecten per eiland met verschillend oppervlak, maar met ongeveer even grote afstand tot de plaats waaruit soorten konden herkoloniseren.
Zo vonden zij een relatie tussen de oppervlakte en de hoeveelheid soorten die op een eiland zich handhaafde, een theoretische Species Area Relationship. En die nu ook bij modelberekeningen wordt gebruikt om het toekomstig uitsterven van soorten te voorspellen met dramatische uitkomsten als ’60 procent in 2050′, op basis van veranderend landgebruik.
Daaruit zouden ook wetten voor natuurbescherming afgeleid kunnen worden: verklein een oppervlak en als vanzelf zou dan een evenwicht ontstaan, waarbij het aantal soorten zich afstemt op het beschikbare oppervlak. Hieruit volgt ook de term ’the living dead’. Soorten die nog moeten uitsterven, omdat hun leefgebied is verkleind. Maar veel soorten blijken vaak slecht op de hoogte van het werk van Mc Arthur en Wilson: ze blijven zich hardnekkig handhaven, zo bleek uit experimenten waarbij regenwoud werd gekapt.
De Ecologische Verbindingsbrigade heeft gelijk/ongelijk
De eilandtheorie lag ook aan de basis van ons natuurbeleid sinds 1990 met de aanleg van de Ecologische Hoofdstuctuur. Wel kwam daar later de metapopulatie-theorie van Ilka Hanski bij met de nadruk op het verbinden van habitat-postzegeltjes: niet het aaneengesloten oppervlak, maar de mogelijkheid van uitwisseling tussen populaties vergroot de overlevingskans. In ‘The Theory of Island Biogeography Revisited‘ roostert Hanski zeer beleefd de theorie van Wilson als inspirerend voor veel vervolgonderzoek, maar niet meer van toepassing.
Waarnemingen werpen in de ecologie altijd een verhelderend licht op de theorie. Want hoewel de nadruk in het natuurbeleid nu op ‘gij zult verbinden’ ligt, en de ecologenvereniging NECOV op 7 april in een lustrumlezing ook de nadruk legt op ‘Connectivity, towards ensuring a future for biodiversity’, hoeft die link helemaal niet zo sterk te zijn. Immers, het kanaal naar de Donau is ook een verbinding die allerlei exoten onze kant op brengt, ook roofzuchtige baarzen die juist helpen onze inheemse fauna te monotoniseren.
Leg een ecoduct aan, en de edelherten kunnen zo net dat ene veld met zeldzame orchideen bereiken dat eerder van vertrapping en vraat verschoond bleef. Dus kan ‘verbinding’ juist de monotonisering faciliteren waar natuurbeschermers tegen te hoop lopen: Het feit dat een beperkte groep mobiele allrounders die tegen verstoring kan zich handhaaft waar de specialisten het veld ruimen.
Tel daarbij het feit dat ecologen maar moeilijk kunnen uitleggen wat ze met ‘biodiversiteit’ bedoelen- we zitten met een politieke definitie uit 1992 opgescheept- en je houdt al snel politieke stokpaardjes over die op papier geldig blijven terwijl de echte natuur weer voor verrassingen zorgt.
Zoals de commentator in Nature afsluit, zijn het juist die verrassingen die de ecologie spannend houden. Politiek is zelden interessant, dat sociale belangengekeuvel is juist waar je aan wilt ontsnappen door natuurstudie. De ecologie is er niet om stokpaardjes te beschermen.
Dit artikel zal je ook wel interesseren>
http://www.energievergelijking.nl/eerste-eiland-ter-wereld-dat-zelfvoorziet-eigen-energie/
Een beetje entrepreneur reist NU af naar El Hierro met een container dieselgeneratoren.
En deze is nog leuker……Kunnen we gelijk alle kerncentrales kolen onzin en gas uit Rusland opdoeken.
http://www.earth-heal.com/news/news/112-inventions/1472-brazil-free-energy-device.html
Nee, geen interesse, nu terug naar je kraakhok, Bregje heeft het vegan avondeten klaar……
Deze post ging over ecologie, niet energie, is dat iemand opgevallen……
Ja Rypke, maar het is een moeilijk onderwerp. Ik sanp wel dat je niet goed bezig bent als je natuurgebieden, graslanden, wateren aantast, maar welke compensatie is nou goed? Losse stukken? Lange verbindingen? Als ecologen het ook niet weten, staat de politiek met lege handen en worden mensen als Vera ingeschakeld. Hij kan een slecht verhaal in ieder geval overtuigend vertellen. snik
@ivo, ruimte voor natuur, dus oppervlak en afwisseling zijn belangrijk: diversiteit in landgebruik geeft diversiteit in soorten. Wat we nu ‘massa-uitsterven’ noemen duidt vooral op monotonisering door globalisering, waarvan klimaatopwarming één van de vele aspecten is, hoe ver dat ook mag doorzetten
Politici kunnen veel doen voor biodiversiteit en natuur door dingen níet te doen. Bespaar miljardensubsidies aan windmolenaars en investeer dat in de kwaliteit van onze leefomgeving, beknibbel niet op stadsgroen maar verdubbel het budget voor parken en groenbeheer, ook op bedrijventerreinen, trek de stekker uit heilloze biomassabijstook en besteed de gelden aan praktisch natuuronderwijs
Overal waar geldzucht, bezuinigingsdrift en korte termijn overheersen gaat natuurwaarde ook achteruit
De “harde” natuurwetten hebben in het verleden al vaker gebleken wat minder hard te zijn. Er zullen ons in de toekomst vast nog een hoop veranderingen te wachten staan.