Iemand er ook ervaring mee: The Ecology of Place, plaatsen in de natuur met hun eigen magie die je steeds weer wilt herbeleven? Neem het voormalige vissersgehucht Koehoal aan het Wad. Een combinatie van steeds ander licht, geuren en geluiden, een ‘iets’ waar ik even geen woorden voor heb omdat je het gewoon moet ervaren. Je hoort er het riet ruisen langs de kwelder. Ruikt de zilte klei, waar zeekraal groeit (erg lekker om op te kauwen, soort groene zoute drop) de velden zeeaster staan in bloei, meewuivend op de zachte zeebries. Bij eb hoor je niet alleen het ruisen van het riet, maar ook een continue melancholiek gefluit van wadvogels als wulpen, kanoeten, bonte strandlopers die door elkaar in gesprek lijken, en het gesnater van bergeenden.
Dan plots gaat het gefluit in hogere versnelling. Je hoort de explosieve ruis van duizenden vleugelslagen, ook meeuwen krijsen en stuiven op: het geluid van angst. Dwars door de wolk komt een forse slechtvalk aanvliegen, hun doodsvijand. Ook bij mij een adrenalinestootje zodra het dreigende ankersilhouet aansnelt, strak als een pijl door de lucht, met een ‘luchtligging’ als een BMW M5 op de weg. De valk is niet in de jachtmodus, en strijkt neer op een vergane strekdam die vroeger diende voor de landaanwinning. Kijkt wat onverschillig rond, tot de fotograaf met zijn 200 mm lens( meestal te klein om wilde vogels goed te portretteren) te dichtbij komt die zij steeds met één oog in de gaten hield. Ze strijkt af en overal waar de valk gaat zie je een golf panische vogels het luchtruim kiezen. Tot zover onze ontmoeting.
Van weinig vogels in het luchtruim gaat zo’n dreiging af, en dat maakt voor wie daar oog voor heeft een waarneming iedere keer weer een feest. De valk is al lang geen zeldzaamheid meer, broedt zowat op ieder hoog gebouw in Nederland, maar op het Wad met haar geuren en geluiden krijgt zo’n ontmoeting toch een stukje extra magie. Het heeft iets existentieels, je ziet zo’n wezen dat op eigen wijze zijn leven als vogel leeft en je even inspecteert, zoals je zelf als vreemde vogel ook wat over de aardkloot zwerft en je ding doet. Op een zelfde wijze kan ik mij zo’n oogcontact herinneren met een steenarend op Cres (Kroatie) die mij al vliegend aangluurde op 50 meter afstand, met de ogen knipperde en weer zijn ding ging doen: arend zijn.
Zo op het Wad stap je kort in het drama van de natuur, waar ieder beest iedere minuut van de dag zijn leven niet zeker is, angst regeert. Stel je voor, dat je als wilde vogel in de kroeg zou zitten. En bij elke keer dat de deur open gaat, kan je doodsvijand binnenkomen. Unce upon a time in The Waddensea met melancholieke mondharmonica, de valk als Charles Bronson met een open staande rekening te vereffenen. Dicht bij de natuur leven, het moet een bijzonder stressvol bestaan zijn….
De gangbare term is overigens ‘ spirit of place’ , maar ecology of place geeft de samenhang van elementen en de natuurlijke setting beter weer
Had laatst een leuke ontmoeting bij de vogelplas in de observatiehut met een vogelaar met zijn 7 kilogram wegende telelens en 5 kilogram statief, alles geheel in camouflagekleuren. Hij vervoerde het Canon apparaat in een soort golftas op wieltjes. Totale kostprijs was 10 mille volgens de eigenaar, maar dan heb je wat, was zijn stelling. Ik toonde mijn vogel-actiefoto’s met mijn nieuwe Nikon P510, die een equivalent 500mm lens beweert te bezitten volgens Nikon, en slechts 400 gram weegt met aanschaf prijskaartje van slechts 300 Eurotjes. We verschilden van mening over wat “value for money” was. Ik geen met een tevreden gevoel heen!