Een combi van warmer zeewater, minder fosfaat en visserij dreef grootconsumenten van garnalen- wijting en kabeljauw weg uit de Nederlandse, Duitse en Deense kustwateren. Wat zij niet opvreten kunnen de vissers nu vangen, 40 procent meer dan in de jaren ’80 en ’90. De zeehond is nu shrimpfisherman’s best friend, door te zorgen dat wijting en kabeljauw ook niet terugkeren, zo bevestigt een recente studie van Axel Temming en Marc Hufnagl van het Duitse Imares. De enorm gegroeide vraat van zeehonden en bruinvissen in onze kustwateren weerhoudt de intrek van wijting in het najaar om zich te goed te doen aan garnalen. Wij blogden al dat zeehonden in Nederlandse kustwateren zes maal meer biomassa aan vis wegvangen dan de garnalenvisserij aan visdiscards heeft.
We demonstrate that the decline of key predators of brown shrimp in combination with a shift in the distributional range of the predators has caused a new situation, in which the fishery has become the main mortality source of adult brown shrimp (>50 mm). Average landings since 2000 have been ∼40% higher than in the 1980s and 1990s, indicating that humans have at least partly taken over the share previously taken by juvenile whiting and cod. We discuss that this situation is likely to continue, because three marine mammal species have built up a combined population of over 80 000 individuals, which hunt for potential brown shrimp predators mainly in the distribution area of brown shrimp.
Wonderlijk genoeg willen deze milieuactivisten van het Duitse Imares…..alsnog met dit argument garnalenvissers onder de bureaucratische knoet van een managementplan schuiven ‘challenging the paradigm of non-management’ , en dat is taal die de milieubureaucratie als muziek in de oren klinkt: aah, we mogen weer wat vrijheid beknotten en het leven van anderen minder leuk maken. Want die garnalenvissers moeten dan maar minder garnalen vangen, zodat er meer garnaaltjes voor de visjes zijn.
Vissen die de 27.000 zeehonden dan weer opeten, 5 kilo per dag per zeehond.
Mijn managementplan zou als volgt zijn: laten we die zeehonden oogsten, ze leveren goed bont. En hoe zou zeehondenspek smaken? De extra wijting die dat oplevert weten we ook wel raad mee.
Het bevestigt mijn stelling van vorig jaar op climategate.nl dat de zeehond en bruinvis met grote waarschijnlijkheid de grootste groep beroepsvissers op het waddengebied waren. Die trekken zich niks aan van Sharon Dijksma, Imares, etc. Gelijk hebben ze.
Deze al gelezen Rypke: http://m.icesjms.oxfordjournals.org/content/early/2015/02/21/icesjms.fsv021.full?keytype=ref&ijkey=CsFWaRKmitjsS62
Afkomstig van onderstaand twitter bericht, een ieder kan daar het zijne over denken. Zelf denk ik dat de meeuwenkaart omgekeerd gespeeld gaat worden, visserij heeft meeuwenoverlast veroorzaakt door discards die ze overboord gooien. Nog een reden voor de discardban.
Kan je ook mooi meenemen via de mean stream media als meeuwenoverlast aan de wal straks nog grotere vormen gaat aannemen als de discardban een feit is. Die beesten gaan toch op andere plekken eten zoeken om te overleven.
Tammo Bult @TammoBult 11 u11 uur geleden
NIOZ-IMARES publicatie: minder meeuwen in de Waddenzee in weekends, door minder visserij & discards http://tinyurl.com/k2rhxb9
voor een gezonde zeehondenpopulatie hoef je niets te doen, enkel die zeehondencentra die huilers opvangen sluiten. die zorgen voor een verstoord ecosysteem.
Hallo, toch even opmerken dat de geciteerde wetenschappers werken voor het Duitse Institut für Seefischerei, onderdeel van het nationale Thünen-Institut, en zeer geëerde wetenschappers zijn, zeker geen milieuactivisten. Dit alles heeft ook niets te maken met IMARES (of bedoel je met ‘het Duitse IMARES’ dat het om het Duitse equivalent van IMARES gaat?, wat juist is).
Verder vind ik de opmerking over ‘de bureaucratische knoet van een managementplan’ nogal cru. Er zijn situaties genoeg bekend waar overbevissing van een bepaald bestand onder de radar bleef omdat er geen bestandsevaluaties, en daarop gebaseerd managementplan, voor bestaan. Wanneer zo’n overbevissing dan toch aan het licht komt vraagt iedereen zich af hoe het in godsnaam toch mogelijk is dat niemand de vinger aan de pols heeft gehouden en dit dus niet eerder werd opgemerkt en kon worden gekeerd. De garnalen aan de oostelijke Noordzeekusten mogen er momenteel dan wel goed voorstaan, wat management overbodig lijkt te maken, maar wie kan voorspellen dat dit zo zal blijven? Evoluties in de visserij, evoluties van de vis-predatoren en de zeezoogdieren, klimaatsverandering, … kunnen allemaal een invloed hebben op de toekomstige trends in de garnalenpopulatie, dus lijkt het me zeker zinvol om dit op te volgen en maximale duurzame vangstmogelijkheden te definiëren.
Nu, ik ben zeker geen specialist in het beheer van garnalen (maar ben professioneel wel bezig met quotaberekeningen voor vissen), en hoe zo’n management voor garnalen er uit moet zien weet ik dus niet … Ik hoor altijd vertellen dat de populatiegrootte van garnalen in een bepaald jaar meer afhangt van de klimatologische condities in datzelfde jaar dan van de grootte van de vangsten uit het voorgaande jaar, wat de traditionele manier van quota-berekeningen voor vissen (waarbij dus rekening wordt gehouden met de grootte van de vangsten uit de voorgaande jaren, om te kunnen ‘voorspellen’ hoeveel vis er in het volgende jaar zal zitten, en hoeveel daar op duurzame wijze van mag worden gevangen) weinig zinvol maakt voor garnalen. Maar er kan wellicht wel een ander type management worden uitgewerkt, dat wel zinvol is in deze situatie.
Tot slot: het is nu eenmaal het doel van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (Europese Commissie) om managementplannen te ontwikkelen voor zoveel mogelijk wilde bestanden die door de mens geëxploiteerd worden, en de verschillende nationale instituten van de deelstaten moeten in dat kader meewerken. Dat lijkt me een goede zaak. Dergelijke plannen hoeven voor mij wel niet altijd ingevuld te worden door middel van vangstbeperkingen, maar verzekeren wel dat de situatie tenminste wordt opgevolgd.
Met vriendelijke groeten,
Kelle Moreau
@ Kelle, dank: Thunen institut, die keurt ook de beoordelingen van de Viswijzer en die klopten ook al niet, tenminste wat betreft een kathadrome soort als de paling
Of een instituut gezaghebbend is bekijk ik daarom liever per publicatie, dit is ook bepaald geen hoogstandje
Ik denk dat je ‘milieuactivist’ tussen aanhalingstekens moet lezen. Ik bedoel het zo: onderzoeksgeld verdienend vanuit de wens van beleidsmakers om natuurgebruik te (over)reguleren
En kijk naar de gegevens van ICES, er IS GEEN overbevissing op garnalen, en als die er al een jaartje is dan is dat door zijn jaarrond voortplanting al snel weer ongedaan gemaakt