De overheid/Greenpeace wil ook 30 procent Doggersbank dicht, maar eigenlijk is volgens de eigen definitie impact visserij al zeer laag

De overheid/Greenpeace wil ook 30 procent Doggersbank dicht, maar eigenlijk is volgens de eigen definitie impact visserij al zeer laag

We hebben in Nederland enkele wetenschap-op-bestelling-instituten, die in rapportjes wetenschappelijk klinkende beweringen en ‘onderzoek’ fabriceren waarover de beleidstrein van ministeries vervolgens voortdendert.  Door Postcodeloterijgelden vetgemeste milieuclubs citeren graag selectief uit de beweringen van deze instituten, omdat de vaak alarmistische beweringen van bijvoorbeeld het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een beleidsnoodzaak oproepen.

Valse concreetheid
De meeste beweringen van het Planbureau vallen onder de noemer ‘valse concreetheid’. Men schermt met exactheid en grafieken, percentages, terwijl die getallen niet op gegevens zijn gebaseerd maar beweringen, of zelfverzonnen spelregels/definities zonder grond in experimenteel onderzoek. Of verwijzingen naar (eigen) rapporten, waar weer verwijzing naar rapporten staan. Men verzwijgt zorgvuldig ieder onderzoek dat de beleidsnoodzaak weerlegt, of de schadelijkheid aantoont van bestaand beleid voor bepaalde (natuur)doelen. Het PBL heeft dan ook als voornaamste functie: steun geven aan de beleidsbureaucratie.

Vandaag voorbeeld1: hoe het Planbureau voor de Leefomgeving criteria voor ‘ecologisch duurzaam’ uit haar duim zuigt
Zie hoe bij het Planbureau voor een Bureaucratische Leefomgeving (PBL) de definities volslagen uit de hemel van ministeriële beleidsnoodzaak vallen bij de Noordzee, zonder dat hier kwantitatieve grond voor bestaat:

Naast economisch duurzaam is het voor het ecosysteem in de Noordzee van groot belang dat de visserij in de toekomst ook ecologisch duurzaam wordt. Er is sprake van een ecologisch duurzame bevissing wanneer gevoelige bodemorganismen een kans hebben om te overleven. Voor zandige bodems betekent dit dat deze hooguit circa 1 maal in de 7 jaar bevist mogen worden. De figuur laat zien dat ook van de Natura 2000-gebieden op de Noordzee een aanzienlijk areaal nog steeds intensief wordt bevist.

De bewering luidt dus dat er zoiets bestaat als

  • a. een uniform zandecosysteem als pindakaas uitgesmeerd over de Noordzeebodem, los van de vraag of dynamiek en getijdestroming invloed heeft
  • b. dat de (re)generatietijd van de langstlevende organismen hier tot 7 jaar bedraagt

Voor de luie lezer samengevat: uit de internationale literatuur blijkt dat de visserij GEEN doorslaggevende invloed had op bodem-ecosystemen van de dynamischer delen van de Noordzee, en dat mariene bodemfauna zich ZEER SNEL herstelt in die gebieden. Eutrofiering werd in 1990 nog als de belangrijkste drijver gezien van een TOEname van biomassa in bodemleven, terwijl visserijdruk toen 40 procent groter was dan nu.

De noodzaak om gebieden van visserij te vrijwaren is sinds de jaren ’90 enkel afgenomen. De aanzwellende actie tegen vissers lijkt meer een uiting van het toegenomen volume campagnegeld dat milieuclubs sinds de jaren ’90 ter beschikking hebben. En de groei van de groene beleidsbureaucratie, die deze campagneclubs ondersteunt.

Oftewel: Lies, Damn Lies, Environmentalism.

De anti-wetenschappelijke leugenfabriek Greenpeace: waarom tuinen mensen daar zo makkelijk in?

Wie beschermt ons tegen de anti-wetenschappelijke leugenfabriek Greenpeace? Waarom tuinen mensen daar zo makkelijk in? Schaam je!

7 jaar? Is dat ook waar?
WELKE organismen op de dynamische zandbodems van de woelige Noordzee hebben 7 jaar hersteltijd nodig? En is er buiten de rapportpoepers van PBL en Imares ook andere literatuur, waarin men met MEETGEGEVENS werkt, in plaats van beweringen op elkaar stapelt?

Het Impact– onderzoek uit de jaren ’90 waar Han Lindeboom aan werkte met NIOZ-collegae is feitelijk het enige Nederlandse onderzoek met metingen aan visserij-invloed op ecosystemen. Dat is waarnaar Imares en PBL verwijzen (een rapport Lindeboom 2005 verwijst dan weer naar Lindeboom 1998, die op zijn beurt weer verwijst naar enz). Daar kwam tot ongenoegen van Han Lindeboom uit naar voren, dat die visserij-effecten op het Noordzee- ecosysteem niet zo doorslaggevend zijn.

We lezen op bladzijde 352 namelijk een teleurstellende conclusie voor anti-visserij-activisten:

The recurrent hypothesis that the strong and increasing effort (tot de jaren ’90 RZ) in the demersal fishery results in a permanent decrease in the abundance of non-target fish and invertebrate species within the ecosystem North Sea IS NOT SUPPORTED (…) by all analyses.

Nu, 17 jaar later is de visserijdruk enkel afgenomen, met ruim een derde. Over die zandbodem-effecten lezen we op bladzijde 369 als conclusie:

Trawls leave visible marks on the sea floor. Depending on the local circumstances these marks will disappear in a period of 37 hours (beam trawl in an area with fine sediments and exposed to tidal currents) to 18 months (otter trawl on a muddy sediment in a very sheltered area)

Hoeveel maal 37 uur is 7 jaar?

De PLAATS en DYNAMIEK zijn doorslaggevend bij herstel van die zeebodem, die in de woelige kustgebieden al na 37 uur de bodemeffecten uitwist.  Dus hoe staat het dan met de bodemfauna die daar leeft?

Storm en getij temperen soortenrijkdom

Storm en getij temperen soortenrijkdom

Bodemfauna? Die nam toe in biomassa bij sterke groei visserij
Verder vind je in Impact  vooral BEWERINGEN over VERWACHTE gevolgen voor biodiversiteit op ecosysteem-niveau, geen experimentele bevestiging. Het is nogal wiedes, dat een trek met een 12 ton zware boomkor van een Urker met 2000 pk vermogen vol open, leidt tot mortaliteit bij bepaalde weekdieren. Op bladzijde 3 lezen we dan ook als belangrijkste bevinding van Impact 1:

Considering the high mortality of certain species and the fishing intensity, IT CAN BE EXPECTED (…) that commercial beam trawling affects the structure and composition of the benthic community in the North Sea

Het meeste gepapegaai over de ‘schade’ van boomkorvisserij aan het ecosysteem van de Noordzee hangt dus aan die dikke duim van Lindeboom en zijn ‘het mag verwacht worden‘ in 1998. Het voorzorgprincipe als je bewijs.

Omdat directe mortaliteit van bepaalde schelpdieren boven in de zeebodem hoog kan zijn (tientallen procenten per trek), verwacht hij…. Terwijl er in zijn onderzoekstijd bij fors toegenomen visserij tegelijk een TOENAME in biomassa van bodemleven werd gevonden. Ja u leest het goed, een TOEname.

Vissen met de VWNAndere studies: eutrofiering verklaart veranderingen Noordzee
Genanter wordt het eenzijdig toeschrijven van ecologische verandering aan visserij, als je op bladzijde 52 de verwijzing naar Eike Rachor 1990 vindt in het Netherlands Journal of Sea Research. Die schrijft de meeste verandering aan macro-zoobenthos (hogere biomassa) in de Noordzee sinds de jaren ’20 toe aan eutrofiëring.

Comparisons of benthic macrofauna biomass (= bodemleven) data from early and recent investigations indicate overall increases. These findings are supported by long-term density trends in macrozoobenthos populations from different areas of the German Bight. Examples are given which show that deep-dwelling and long-lived species derive less benefit from changing conditions than animals which 1. live near the sediment surface, 1. have an adaptive feeding behaviour, and 3. grow and reproduce quickly. Thus, the observed changes are reflected in the dominance structure of the benthic fauna. These changes are interpreted as being influenced and driven by increased eutrophication.

Let op: die TOEname van biomassa van bodemleven, vond plaats terwijl de visserij op de Noordzee haar aanlandingen vergrootte van ongeveer 1 miljoen ton rond 1900 naar het maximum in de jaren ’60-’70 van 3,5 miljoen ton, tot 2,5 miljoen ton toen Impact 2 verscheen in 1998. Dat is alweer 17 jaar geleden, en sindsdien is de Nederlandse vissersvloot met nog weer 1/3de gekrompen. De betekenis van visserij als invloed op het ecosysteem is enkel AFgenomen

Men negeert het peer reviewed gepubliceerde maar onwelgevallige werk van Boddeke en Hagel 1990 dat ook eutrofiering als belangrijke oorzaak noemt van het verschijnen en verdwijnen van de Noordzeekustzone als belangrijke kweekvijver van kabeljauw en schol. (het PBL zwamt hier wat over ‘de klimaatverandering’)

Vissen met de VWN (8)Overmaat stikstof: geen groeivoordelen, wel de nadelen
Bedenk verder dat fosfaat wel afnam in de Noordzee, maar dat dit geen effect op de helderheid heeft, of hoeft te hebben: dat stelde Reynolds al in 1992 vast en zijn publicatie is al 23 jaar genegeerd bij Nederlands waterbeleid. Er is nog steeds een overmaat stikstof in het Noordzee-milieu, in 2011 werd zelfs een grotere overmaat stikstof in de Noordzee gemeten dan in de 10 jaar daarvoor, aldus het Planbureau voor de Leefomgeving in andere publicaties. Dus de ecologische voordelen van bemesting (bij gunstige ratio fosfaat) verdwenen wel DANKZIJ MILIEUBELEID tegen fosfaat, maar de nadelen niet. De overheid FAALT, en visserij krijgt via PBL de schuld, alsof zouden hun sleepnetjes het hele dynamische zeemilieu veranderen.

Is er meer (onafhankelijk) onderzoek naar invloeden op biodiversiteit?
Ja dat is er, Thomas Vanagt voerde met Deltares dat onderzoek voor de kust van Ameland uit, als tussenrapportage voor Rijkswaterstaat over de invloeden van suppleties in 2013.  Met echte data, in plaats van duimzuigerij van het PBL. Ze vonden een direct effect op bodemfauna, maar na 2 jaar was geen ecologisch effect waarneembaar. De meeste soorten in het gebied hebben namelijk een zeer KORTE generatietijd van 1-2 jaar. Uit bemonstering blijkt verder dat strandkrab, garnaal en Noordzeekrab voor 99 procent de schaaldierfauna bepalen.

Lees verder in Science de studie van Halpern et al in 2008 die ik al in de MPA-Wijzer citeerde, en zie figuur c: De gehele Nederlandse kustzone tot aan Denemarken geldt als gebied met LAGE ecologische impact dankzij de hoge dynamiek en zandige bodem. Ook valt hier de Doggersbank in gunstige zin op, een bank die de overheid/Greenpeace wil sluiten voor visserij. Om de bodem te beschermen tegen hun eigen verzinsels. Vrijwel het gehele Nederlandse continentale plat valt onder lage danwel medium-impact, bij de Duitse bocht is hoge impact en de Bruine bank. Hoogste impact vind je bij het Kanaal en rond de Shetlands.

Bron: Halpern et al, Science 2008, zie figuur C: groen betekent lage ecologische impact

Bron: Halpern et al, Science 2008, zie figuur C: groen betekent lage ecologische impact, ook de Doggersbank nauwelijks impact, het Kanaal juist zeer hoge impact

Dus waar komt die 7 jaar nu uit de hemel vallen?
Wat zegt de literatuur?

Wanneer ik deze reviewstudie Rapid Recovery of Damaged Ecosystems in Plos One uit 2009 pak van meer dan 240 studies van ecosysteemherstel, zien we bij mariene benthische ecosystemen juist de kortste hersteltijd, enkele jaren zijn al voldoende, precies wat Vanagt ook al vond, en vele andere studies. Ik denk dat de 7 jaar die nodig is voor herstel van die zeebodem van het PBL vooral een wens van het Ministerie uitdrukken, niet een ecologische variabele. Wat u?

En verder is dus de ecologische invloed van visserij al decennia aan het AFnemen.

Milieuclubs kregen steeds meer kapitaal sinds jaren ’90
Dus hoe kan het dan, dat het lijkt alsof het een grote treurnis is op de Noordzee? Wat wel toenam was de kapitaalvloed naar anti-wetenschappelijke entiteiten als Greenpeace, dat sinds de jaren ’90 al meer dan 50 miljoen euro loterijgelden toucheerde, Natuurmonumenten al 357 miljoen euro en het Wereld Natuur Fonds 330 miljoen euro. Die hebben een ‘noodzaak’ nodig voor hun bestaan.

Op basis van de literatuur kunnen ze dus beter lobbyen voor sluiting van het Kanaal voor scheepvaart  en visserij, dan Doggersbank en Noordzeekustzone. Of zorgen dat landen als Indonesie waar men gewoon explosieven tussen koraalriffen gooit, dat die iets van ecologisch beleid ontwikkelen.

Dat krijgen ze er nooit door, en dus gaan ze onze kustvisserij maar pesten samen met de overheid.

 

Zeer korte hersteltijd mariene ecosystemen

Zeer korte hersteltijd mariene ecosystemen, dankzij korte generatietijd bodemsoorten