Begin mei 2015 heeft het ministerie van EZ een grote advertentie in een aantal lokale kranten geplaatst. Die advertentie was gericht aan de “Geachte bewoners van de Drentse Veenkoloniën”en ging over Windpark De Drentse Monden en Oostermoer. Deze adressering is buitengewoon misleidend. Zij suggereert immers dat het gaat om een beperkt aantal inwoners in een beperkt gebied. Nog steeds wil de windlobby ons doen geloven dat de 200 meter hoge giganten een lokale impact hebben. In het geval van Drentse Monden en Oostermoer bedraagt de grootste afstand tussen de turbines ongeveer 16 km. Als gevolg daarvan bedraagt de oppervlakte van het gebied dat op minder dan 12 km van turbines ligt zo’n 1000 km². Gelet op deze grootte slaan de door het syndicaat van overheid en windlobby voorgesteld “mitigerende” maatregelen nergens op. Maar dit syndicaat houdt zich van de domme en schotelt inwoners voor wat hun te wachten staat. Zij worden aangemoedigd mee te doen.
Wie meer officiële informatie wil moet de website: www.drentsemondenoostermoer.nl raadplegen. Dat is de website van de initiatiefnemers, die daarop propaganda voor hun plannen plaatsen en ook verkondigen dat zij een productiefactor van over de 34% zullen scoren, ongeveer evenveel dus als de turbines op zee. Kan het nog dwazer? Den Haag laat de officiële informatie over aan de zakelijk belanghebbenden!. Met democratie heeft dit niets meer te maken. Bovendien: wijs mij de sector aan waar Den Haag ook door de mond van de belanghebbenden regeert! Die “positieve discriminatie” is uitsluitend aan de windlobby voorbehouden.
Er worden nogal eens vragen gesteld bij het bestaansrecht van de Eerste Kamer. Maar moet die van de Tweede Kamer, die vorenstaande laat gebeuren, niet evenzeer tegen het licht worden gehouden? Deze advertentie en de robot–achtige manier waarop EZ omgaat met de ruimtelijke waarden van het IJsselmeer zijn aanleiding geweest om bijgaand artikel aan de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden aan te bieden.
– – –
Bij de laatste verkiezingen stond bij een aantal kandidaat-politici de politie op de stoep. Zij werden verdacht van het ronselen van stemmen. Dat is verboden, tenzij …? Neem het syndicaat van overheid en initiatiefnemers dat her en der gigantische, 200 meter hoge, windturbineparken wil realiseren. Die veroorzaken ter plaatse veel ellende. Niemand laat die ellende over zich heen komen als daar geen heel zwaarwegende redenen voor zijn. Die zijn er niet, want de initiatiefnemers zijn niet in staat om nut en noodzaak van die parken aan te tonen. Dat is de mondige burgers niet ontgaan. Die weten precies dat de turbines vrijwel nutteloos maar niet gratis zijn. Integendeel uit hun huishoudportemonnees moeten zij de komende jaren €60 miljard bijpassen.
Tegenstanders voeren een ongelijke strijd. De overheid maakt het zich gemakkelijk door zich (als teken van eigen zwakte en erg onsportief) te beroepen op de dictatoriale crisis– en herstelwet en de rijkscoördinatieregeling. Bovendien bedient zij zich van de overbekende verdeel– en heerspolitiek. Dat gebeurt met behulp van geld. Mensen reageren nu eenmaal heel verschillend op geld. Dus is het een goed middel om de bevolking uiteen te spelen.
Overal waar turbines komen wordt de bevolking gesplitst in voorstanders en tegenstanders. Voor de overheid en de windbedrijven geldt daarbij: hoe meer voorstanders hoe beter. Want met voorstanders verwerf je draagvlak voor je plannen. Dan verwerf je stemmen die roepen dat zij een windpark bij hen in de buurt wel zien zitten. Mits daar een flinke vergoeding tegenover staat zijn zij best bereid de kwaliteit van hun woonomgeving in te leveren.
Dat de overheid de mensen hiertoe aanmoedigt is zeer bedenkelijk. Want deze voorstanders verkopen niet alleen de kwaliteit van hun eigen woonomgeving, maar ook die van hun buren. Ofwel: ze verkopen iets dat niet van hen is.
Concreet stelt het syndicaat de bevolking participatie en profijt in het vooruitzicht. Met profijt bedoelt men dat men aanbiedt om enig geld aan een dorpshuis of zo te schenken. Je moet wel erg dom zijn om daar in te trappen. Participatie wil zeggen dat de bevolking mee–investeert. “Dan wordt het windpark ook een beetje van U en bent U blij als het waait en de wieken draaien”, aldus het syndicaat. Er aan toevoegend dat die investering meer oplevert dan de spaarrekening op de bank.
Verzwegen wordt dat alleen mensen met (veel) geld kunnen investeren. En dat het dus alleen deze mensen zijn die de kans krijgen om hun woonomgeving te gelde te maken. Want aandelen kopen betekent in dit geval: omgevingskwaliteiten verkopen. Het is onbegrijpelijk dat, afgezien van de twee regeringspartijen, vooral D66 en de partijen links daarvan dit scenario van harte steunen. Deze partijen doen er beter aan het openbaar ministerie te vragen om te toetsen of het geronsel door het syndicaat niet even verdacht is als de hiervoor genoemde kandidaat–politici. Als de politiek dat niet doet dan zullen de actiegroepen het moeten doen.
Dit artikel werd gepubliceerd in de Leeuwarder Courant van 8 juni 2015.
Hier is het
http://www.drentsemondenoostermoer.nl/over-het-windpark/locatie-en-omvang/
Line-up van deze Drentse windturbines staat Zuid-West/Noord-Oost gericht. Bij de juist overwegende (Zuid-)Westen wind in NL staan deze windturbines in elkaars negatief beïnvloedende wervelstroom. Gevolg: nog minder opbrengst dan volgens een (negatieve-) invloedvrije opstelling.
Nou windmolens zijn mooi wel duurzaam jullie klimaatontkenners
Jij bent Sharon Dijksma niet
Zeg Sharon, leg eens uit hoe windmolens duurzaam zijn? Zo een ding vergt tonnen staal, beton, koper en niet te vergeten zeldzame aardmetalen. Vervolgens gaan ze maar een jaar of 15 mee. Dat klinkt niet erg duurzaam vind je wel?
Drentse monden oostermoer.
Als men een bestaande windturbine van 3 megawatt begrensd op 1,5 megawatt dan is inderdaad een productie factor van 34 % mogelijk.
Capaciteitsfactoren voor wind op land variëren tussen 19 en 24% (CBS 2005-2013)
Dan is die windmolen dus twee keer te groot voor het geleverde max vermogen; twee keer te veel ruimtebeslag, twee keer te veel kosten, twee keer te veel subsidie etc. Bovendien: in “Als men begrenst …” is het werkwoord in tegenwoordige tijd, dus met een t: begrenst.
Nee vier tot vijf keer te groot.
Je zegt dat een windturbine met een capaciteit van 3,0 MW die begrensd is op 1,5 MW een beduidend hoger rendement heeft dan eentje met een capaciteit van 1,5 MW. Dat lijkt mij moeilijk omdat je voor het begrenzen de 3,0 MW turbine bij hogere windsnelheden op een lager rendement zult moeten laten draaien om te voorkomen dat meer dan 1,5 MW wordt geproduceerd. Dus laat eens zien waar je je uitspraak op baseert?
Da’s niet zo erg moeilijk Frank.
Men neme:
Een molen van 3MW,
schaal deze molen vervolgens REKENKUNDIG naar beneden tot 1,5MW,
en voila, het rendement op papier schiet opeens omhoog.
Is zoiets als een dikke Scania een bestelwagen noemen en hem vervolgens roemen om zijn enorme laadvermogen.
Bedankt meneer Lukkes dat u bestaat.
In heel Duitsland gemiddeld over 2014: productiefactor 14,8%
http://notrickszone.com/2015/02/07/germany-2014-report-card-is-in-its-25000-wind-turbines-get-an-f-averaged-only-14-8-of-rated-capacity/#sthash.kliflUdG.dpbs
@Beste Frans Franken.
Een productie factor is een andere eenheid dan rendement.
Een wat oudere kolencentrale met een rendement van 30 % kan gedurende een jaar best wel een productie factor van 70 of 80 % hebben.
Stel nu een windmolen die ontworpen is om maximaal 3 Mw op te wekken.
Een verstel mechanisme op de wieken voorkomt dat deze wieken bij hevige storm meer dan 3 Mw aan asvermogen opwekken. Dat verstel mechanisme kan ook op 1,5 Mw afgesteld worden.
Op jaarbasis zal de molen dan minder energie opwekken.
Uit grafieken van windenergie uit Ierland (Eirgrid wind generation) blijkt dat het verlies dan 15 % is.
Dus de begrensde molen van 1,5 Mw heeft een jaar productie van 85 % van die van de molen van 3 Mw.
De productie factor van een windmolen is (jaarproductie in Mw uur / capaciteit in Mw x 365 x 24) x 100 %.
Dus de begrensde molen van 1,5 Mw heeft een hogere productie factor dan die van 3 Mw.
Het is slechts een sommetje.
Ik zelf vindt dat windenergie nuttig is als ik in een zeilboot zit.