Climategate.nl gaat op zoek naar Sharon Dijksma’s Natuurpact- natuur, die ‘midden in de samenleving staat en daarom tegen een stootje kan’. Hoe ziet dat er uit? In deze aflevering de verlaten Duurswouder heide van Staatsbosbeheer, waar een hele middag maar 1 bezoeker hun uitkijkheuvel bezocht, begeleid door blatende heideschapen. Wat voor verdienmodel hangt daar nu weer aan?
De natuur, die is voor tevredenen. Dodelijk saai, als je kop naar gezelligheid staat of gewoon op onweer. Je ziet liever een roodharige metalslet met appelbillen en tieten die pront vooruit prikken in een zwart corset model Anneke van Giersbergen. Maar de heide van Duurswoude heeft op zijn best ABP-pensioenpotjes die vervaarlijk op hun E-bike voorbij zoeven op zoek naar de roodborsttapuit.
De enige spanning bij Staatsbosbeheer werd geleverd door het schrikdraad rond het heideveld. Om die grote graasmeiers van ze binnen te houden. Continue belaagt ongewenste biodiversiteit de wandelaar, van die horzels met groen metalen velgen op de vleugels. Het Staatsbosbeheer-equivalent van die steekmug op je slaapkamer, onvindbaar voor executie nadat je slaapdronken het licht aan knipt. Maar dan met meer hulptroepen.
En midden op de heide van die verdwaald staande dode bomen, die de boswachter expres liet staan alsof hij Bob Ross was. Of gewoon niet opmerkte, omdat ze bij Staatsbosbeheer alleen nog achter het bureau of koffie-automaat hangen te wachten tot het 5 uur is. Alsof ze zelf al lang vonden dat in hun natuurterrein geen fuck te doen is. En die bureauwachters Jan Publiek pas datzelfde verwijt maken, als ze in subsidie worden gekort.
De eenzame staak. Treurig symbool van vergankelijkheid die de existentiële crisis uitbeeldt van de natuursector en vooral Staatsbosbeheer, sinds Henk Bleker ze 70 procent van hun budget ontnam bij natuurclub-bezuinigingen. En waar Sharon Dijksma met haar Natuurpact weer een eigen treurige draai aan gaf met haar ‘natuur die midden in de samenleving staat’, haar ‘vindt ons toch leuk’-offensief met kansen-proza. De gestorven boom wrijft de ijdelheid van die ambtelijke ambities er nog eens robuust in, hier in dit stukje paarse tranendal ver buiten de samenleving.
Ja, wie wil hier op zo’n lome zaterdagmiddag in juli nu komen, wandelen over zo’n Duurswouder Heide, dan ouden van dagen die reeds balanceren op de rand van hun graf. Hun miljardste deel van het ABP spenderend aan een slap bakje koffie bij Molecaten in Bakkeveen, terwijl ze elkaar uitgeblust en met giftige eigen gedachten aanstaren.
Een over haar vruchtbaarheid gegroeide alleengaande passeert met witte herder. En dat is ook het enige publiek dat deze middag de heide bezoekt, de door Staatsbosbeheer opgeworpen uitkijkheuvel in ijdelheid ongebruikt achterlatend met haar krimpend silhouet. Welk buddybureau, uitzendbureau en vriendenleverancier voor alleengaanden ziet hier brood in. Wat voor verdienmodel hangt hier ook aan, zo’n met subsidies open gehouden heideterrein met horzels?
Ach ja, IJdelheid der IJdelheden niets dan najagen van wind. Waartoe tobt een mens zich af onder de zon….
We nemen de volgende Nieuwe Hindernis – het metalen hek waar de wandelaar van Staatsbosbeheer met de grote graasmeiers mag socialiseren. Doorkruisen een veld met dopheide waar volgens het infobordje van Staatsbosbeheer de roodborsttapuit zou leven. En ja verrek, daar, dat zenuwachtig piepende neuro-vogeltje boven de adelaarsvarens. Het mannetje van de roodborsttapuit.
Dat was er 1. Hoerah.
Paleo bij Friesche Palen
Op het verplichte informatiebord bij de ingang van het natuurterrein, ook de afbeelding van jager-verzamelaars die hier in de IJstijd geleefd zouden hebben. Afgebeeld als de kraamhouders van een biologische streekmarkt, met zo’n vrij opgevoed kutkind, dat bedelt om een stukje hert bij een oer-barbekjoe, terwijl vader toch duidelijk met de buurman in gesprek is. Paleo bij de Friesche Palen. En omdat het zomer is, vele Unidentified Butterflying Objects (UBO’s), vlindertjes met van die sla-mij-plat-naampjes die mij steeds ontschieten als zandoogje, bont dikkopje, het valse nichtje. Veel koevinkjes vooral.
Er verschijnt nog zo’n neurotisch vogeltje, een pieper die zenuwachtig op het schrikdraad heen en weer wipt. Het zal een graspieper zijn geweest. Piep deed hij tot vervelens toe. Je wilt dat nerveusmakende fladdervogeltje wel naar het hoofd slingeren: ‘Nee ik heb het niet op je nestje voorzien, dus geen paniek en nu je snavel houden’. Maar ze blijven doorgaan, dat is hun instinct, hoewel na millennia evolutie in deze situatie volstrekt nutteloos.
Na 3 miljard jaar leven op aarde was ook geen genetische kronkel in de natuur voorbereid op de komst van een dergelijk excentriek fenomeen: de vogelaar. Natuur is eten en gegeten worden, niet kijken en bekeken worden. Dus wie is hier nu gek, je hoort het die pieper zeggen.
En dan hoor je een strijdkreet: ‘behhhhhh’. Dat is een schaap van de schaapskudde die de heide ‘open’ moet houden, en zo de oorlog verklaart aan het gras. De wollige reden van Staatsbosbeheer voor al dat schrikdraad om het natuurlijke heideveld. Grazers zijn de strijders tegen het spook van de verbossing. Die verbossing, dat is de kwelgeest van natuurbeheerders die van openheid houden, open heide. En ik snap die beheerders wel. Want een bos, wat valt daar te zien. De bomen staan er voor. Je wilt wat overzicht hebben als klager-verzamelaar. Waar komt mijn hulp/subsidie vandaan.
Het duurde me al veel te lang om die akelige heide te vinden, ingeklemd tussen bossages en boerenbedrijven. Loop je over het pad, dan moet je af en toe op zij springen voor een colonne mountainbikers met Dart Vader brillen en van die kleurige flikkerpakjes met sponsorteksten er op. Ting! Ga je de natuur in om het lokale snelheidsrecord te vestigen.
Als dat gezelligheid is, dan liever een isoleercel. Dat je met elkaar gaat afspreken om met zijn vijven achter elkaar op een mountainbike te hardrijden, naar een in wielerbroek verpakte mannenreet van je voorganger kijken, de pedalen aantrappend in een land zonder bergen. En dan wat lullen over voetbal en de tour. Als dat maar geen goede herinnering wordt later.
Mopperend over zoveel moois dat de Schepper over ons uit heeft gestort om ons te kwellen tot ons graf, kriebelt plots iets onder je kleren. Het zal toch geen teek zijn, met borelia-biodiversiteit onder de leden? Het is inderdaad zo’n mini-spinnetje dat al een gaatje wilde boren in mijn huid. Ik sla deze ziekte van Lyme, opmaat tot arbeidsongeschiktheid van mijn arm, druk het dood. Wat kan de natuur toch mateloos irriteren.
Zou je Staatsbosbeheer ook aansprakelijk kunnen stellen voor het levensgevaarlijke ongedierte dat zich in hun terreinen ophoudt. Dat biodiversituig, dat zich op onschuldige voorbijgangers stort wanneer je het waagt dit grootste fitness-centrum van Nederland te betreden? Wanneer ik in mijn sportcentrum door nalatigheid Legionella oploop, dan weet een letselschade-advocaat met die biodiversiteit ook wel raad. Is zo’n heideterrein niet te ontsmetten?
Ruïnes, monumenten en de dingen die voorbijgaan
Zijn we dan eindelijk die uitkijkheuvel opgeklommen onder begeleiding van schapengeblaat, ja hoor, kunnen we de PINGO ruines zien. Op de een of andere manier hebben natuurclubs het patent op restanten, uitstervende Rode Lijsters die alarm slaan, overblijfselen, ingestorte fenomenen, monumenten, dingen van vroeger die hun sociaal-economische functie verloren en waar je dan verwonderd bij moet staan mijmeren over de zin van dit alles. Ruines.
Pingo-ruines passen daar prima bij. Dat zijn meertjes die in de ijstijd ontstonden doordat de bodem opveerde onder druk van het landijs dat smelt. De kraters zakken in, en er komt smeltwater in. De eskimo’s noemen dat PINGO. Je ziet ze rond de Noordpool uiteraard nog steeds, die pingo-ruines tot wel 2 kilometer breed. En daar wonen die eskimo’s. Die zeehondenkwellers en karibou-killers moet je Inuit noemen als je van de PvdA bent, of de Amerikaanse variant daarvan, een Liberal.
Tuig is het.
Tussen 10 en 60.000 jaar geleden was het hier als een toendra. Nou…dat moet wat geweest zijn. Stel dat je archeoloog bent, opgravingen doet en vuistbijlen met inscripties vindt van die biologisch dynamische tophoppers met tandproblemen in berenvel. ….de wereld van 60.000 jaar geleden zal er nooit meer het zelfde uitzien na jouw ontdekking.
Alles giet foarbei neat is foar iewich, jammert Nynke Laverman met Fado-stem. En alles wat oerbliuwt, is leaf, mar om op te libjen, net genoach.
Het is nu gewoon nu, en toen is voorbij. Er hangt een aangenaam zomertemperatuurtje, er zijn festivals met Wein Weib und Gesang, de ene facebook-vagebekende zwerft door Noorse bergen, een andere vage kennis zit op Bali. Anderen klonteren samen rond een braadset met dode dieren, een beetje als de Paleo’s op het bordje van Staatsbosbeheer, maar dan lachend. De meeste mensen van mijn generatie tonen foto’s waarop ze hun voortplantings-succes etaleren in diverse ontwikkelings-stadia.
En ik ben slechts heidekneuter die de schrijfpauze benut om op zijn hondjes de leegte op te zoeken, werkend aan onderzoek dat twee handenvol mensen interesseert, door 1 handvol daadwerkelijk half wordt gelezen en door 1 volledig: mijn eindredacteur.
Wanneer bonusdirecteur Marc van den Tweel van Natuurmonumenten graag Psalm 24 citeert over ‘moreel leiderschap’, ik citeer bij Die Leiden des nicht mer so jungen Werthers graag Psalm 21. Ik ben een worm en geen man, bespot en veracht door het volk, zij die jonger van jaren zijn spugen mij in het gelaat en pruilen hun lip. Wat hier op dit terrein van Staatsbosbeheer vandaag ontbreekt zijn de buffels van Basan die mij omringen. Terwijl de grote graas-fundamentalisten dat langharige werkschuwe tuig van Schotse hooglanders doorgaans overal loslaten, ook tussen de zeldzame orchideen.
Maar het falen om genot te bieden voor wie daar niet voor open staat, daar kan de Duurswouder Heide overigens niets aan doen. Daar helpt geen draagvlak-campagne tegen, nog meer betonnen toegankelijkheid, geen Natuurpact, glossy website, of je leden vragen wat je van hun natuurgebied vindt.
Die heide lag daar op die middag gewoon heide te zijn, in stilte met ruisende wind door loof en naalden. En veel meer kan zo’n heide niet, tenzij je er een motorcrossbaan van maakt met pitspoezen in plaats van heideschapen.
Als hondenuitlaat van 125 hectare verdient deze Heide toch zeker een 7 bij een beter gesternte, met wat meer endorfines in je lijf. Of toch weer met een lekker …Maar een avontuurtje in de natuur heeft met al dat borelia-besmette ongedierte haar onschuld verloren. Tsja, Quo Vadis met de natuur? Laten we maar weer draagvlak genereren of zo.
Heidevelden en kaal gegraasde vlakten zijn moeilijk natuur te noemen maar is door mensen aangelegd en in stand gehouden. Zonder kunstmatig onderhoud zoals afplaggen en grote grazers binnen hekken de zaak kaal laten vreten blijft er weinig van over.
Als de mens zijn activiteiten staakt in de zogenaamde natuur terreinen en deze met rust gelaten wordt ontstaat er na verloop van enkele tientallen jaren weer een natuurgebied wat zijn eigen evenwicht zal krijgen.
Hoeveel grootschalige heidetuinen willen we tegen enorm hoge kosten nog in stand houden?
De overheid zou zich eens moeten beraden over wat zij natuurwaarden noemen.
En dat zijn niet alleen fosfaatarme gebieden die zijn in het verleden voornamelijk ontstaan door overbegrazing.
Excuus voor de bovenste reactie ( concept ) die zou net als de meeste grootschalige heidetuinen verwijderd moeten worden .
Het gefotografeerde vlindertje moet een dikkopje zijn, als ik dat zo vergelijk met de vlindergids.
Verder heeft dit blog geen enkel doel, en is het niet om te discuzeuren over natuur, enkel om te lezen en te lachen
Prima! Lekker verhaal! Filmpjes mogen ook van mij! Climategate.nl op Youtube?
Moest je het even kwijt Rypke?..grijns…
Ik vind trouwens een heideveld wel erg mooi, ik zou het echter niet onder natuur willen scharen, maar onder wat het eigenlijk is, cultuur.
Zo erg is het nu ook weer niet om op een mooie zomeravond nog even een uurtje of twee over b.v. het Balloerveld te zwerven en een adder te spotten.
Ik zie daarom mijn zuurverdiende centjes liever naar het in stand houden van de heide gaan dan naar de bodemloze put van b.v. windmolensubsidie.
@ Roel Meijer, volledig eens, de boodschap van mijn blog is eigenlijk dit: als je er niet voor open staat om wat voor reden of gemoedstoestand ook, zie je de mooie dingen niet. Dat geldt eigenlijk voor alles
Het is een prachtig gebied, en liever miljarden naar natuurgebieden dan naar die windmolens.
De vlinder lijkt mij een Groot dikkopje. Die Roodborsttapuit lust dat wel!!!
Reuze grappig. Het is goed als iemand eens met een frisse blik naar al die natuurvertrutting kijkt, met de hekjes, bordjes en suffe koeien.
goh was je depressief ofzo? voortaan maar wegblijven dan. dat scheelt weer een bezoeker.
ik ben met je eens dat hier geen reet te beleven is, maar als je dat zoekt kun je beter naar de kermis gaan. ik ben blij met de rust en geniet ervan als ik hier helemaal in mn eentje kan rondlopen zonder irritante mensen met loslopende honden of krijsende kinderen tegen te komen.