Uit de data van ons WOB-verzoek blijkt dat het PBL en WOT Natuur en Milieu in Wageningen er in 1900 vrolijk 100.000 hectare bos bij planten om zo 11 procent van het land te bebossen en ook in 1950 blijkt ons land even bosrijk.In werkelijkheid halen we pas rond het jaar 2000 meer dan 350 duizend hectare bosppervlak, althans volgens de Bossenkaart 2001 en data van Probos. Zie ook de figuur van CBS met bodemgebruik.
Rond 1800 bevond het bosoppervlak van Nederland zich rond een dieptepunt van 169 duizend hectare, dat was 5,6 procent van het toenmalige landoppervlak en dat groeide naar ongeveer 250 duizend hectare in 1900, 8 procent van het grondoppervlak. Grondeigenaren gingen de heide en zandgronden bebossen. Ook de voorouders van Eisinga hier bij mij, die plantten toen de Vegelinsbossen op wat eerst ‘de heide’ was.
Eerder liet ik al zien hoe het PBL en WOT het agrarisch grondoppervlak inkrompen in 1900 van 70 procent naar 28 procent. Terwijl ze best weten dat ze daarmee de boel voor de gek hielden. Want de CBS-figuur met grondgebruik haal ik van het zelfde Compendium voor de Leefomgeving af, als waar het PBL de biodiversiteit-rampgrafiek op publiceert waar dit creatief boekhouden aan ten grondslag ligt.
1 miljoen hectare grond in 1950 weer uit hoge hoed
En zoals ik gisteren blogde laten ze voor het berekenen van de biodiversiteitscore van 1900 bijna 1 miljoen hectare Nederland in de Bermuda-driehoek verdwijnen tussen Wageningen en Bilthoven. In 1950 duiken die hectares plots weer op, nu onder de post agrarisch grondgebruik, dat laten zij dan plots naar 67 procent van Nederland groeien. Zo krijgt ons land er dan 39 procent land bij waar PBL de ‘biodiversiteit’ uitkleedt met haar MSA-atoombom van 0,1: 40 procent van ons landoppervlak kan maar 4 procent biodiversiteit bijdragen. De overige 22 procent die het PBL ons nog wil geven in 1950 komen dan uit heiderestantjes, een snippertje moeras en het tot 4 procent geslonken areaal ‘half natuurlijk grasland’.
Het gesmokkel met bosoppervlak past ook in het plaatje dat PBL wil schetsen van onze natuur waar ‘vroeger’ synoniem moet heten met ‘beter’… hoewel het toen ook al slecht met onze natuur zou zijn. Wanneer je een miljoen hectare in de Bermudadriehoek laat verdwijnen om zo de ‘biodiversiteit’ in 1900 omlaag te drukken met 30 procent, moet je die schade elders compenseren.
Zoals ik al blogde laten ze het agrarisch areaal bij PBL groeien tot 76 procent in 1990, terwijl de CBS-data tonen hoe ons areaal agrarisch gebied al voor 1960 inkrimpt. Nu is er ongeveer weer evenveel landbouwareaal als in 1900.
Die door PBL verzonnen groei van landbouwoppervlak tot 1990 is de belangrijkste reden waardoor onze ‘biodiversiteit’ zo keldert in de grafiek van ons onderzoek, hier beneden getoond. BIodiversiteit is bij PBL synoniem met ‘oppervlakte landnatuur’ in het kadaster minus alle water, delta en Waddennatuur , alleen hadden ze dat er wel even netjes bij mogen vermelden. Dat van die waternatuur ga ik morgen verder op in.
Ik blijf zitten met de levensgrote vraag ‘waarom?’ Waarom moeten de gegevens worden gemanipuleerd? Welk doel wordt hiermee gediend? En wie heeft daar belang bij? Ze tuimelen van de ene leugen in de andere en lijken elke keer hun misstappen te willen camoufleren door weer andere gegevens te manipuleren. Ziek word ik er van.
Was aanleiding voor deze serie / door Rypke uitvoerig over geschreven:
Zie de knik in groene lijn en dit: http://tinyurl.com/nopovyh
Het is gewoon lijfsbehoud.
Knoeien is heel gebruikelijk als politieke doelstellingen niet gehaald kunnen worden.
Met een lik verf is diepzwart best rood of groen te krijgen.
Het grootste bedrog zit in de kunst van het weglaten bij PBL, want ze rekenen in 1900 maar 67 procent van het grondoppervlak mee. Dus 33 procent van Nederland bestaat niet of is biologisch dood