Iedereen die Nederland doorkruist kan zelf zien dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de Nederlandse bevolking voorliegt over ‘de laagste biodiversiteit van Europa’. ‘Alleen Malta doet het slechter’, zo roepen de beroeps-oplichters Johan van de Gronden van Wereld Natuur Fonds en Marc ‘bonus’ van den Tweel van Natuurmonumenten, zich verschuilend achter het PBL. Na deze blog-ontdekkingstocht met katholiek tintje mag de duivel hun ziel halen, opdat zij eeuwig branden in de hel samen met het PBL. De realiteit is de beste weerlegging van hun gelieg voor geld en politiek gewin.
Neem het traject Friese Meren (Langweer) naar Lauwersmeer. Je start op een zandrug in het Friese merengebied en binnen slechts 80 kilometer rij je van veenmoeras door het coulissenlandschap van de Friese Wouden, om vervolgens op de oude akkergebieden te belanden van het Noorderland tot je bij de Waddenzee bent.
Die vlakten zijn het zeekleigebied van de Marne langs het Reitdiep die uitmond in de Lauwersmeer. Het is een gekanaliseerde rivier die vanaf de Drentse Hondsrug als ‘A’ door Groningen zijn weg zocht door de B-film des levens. Daaraan grenst het door inpoldering en afdammen in 1969 ontstane natuur- en recreatiereservaat de Lauwersmeer. Hier ligt het Niets dat boven Groningen gaat, zo claimt de regionale toeristensector.
Bij Roode Haan, een sluis in het Reitdiep kun je op een muziekcamping ’s avonds de blues horen spelen. Op weg kom je langs de meest bizarre plaatsnamen als Faan, Kornhorn en Briltil, en als je een typische homo voorbij ziet fietsen in Niekerk/Oukerk: die komt van gaycamping de Heerenborg.
Vertel mij: in welk land vind je over zo’n kleine afstand zoveel diversiteit? Volgens het PBL scoort Finland als meest biodiverse land van de EU en wij als laagste. Althans, wanneer ze ‘biodiversiteit’ berekenen met hun Globio-computermodel en achter het bureau zou je dat kunnen geloven. Maar rijdt van Helsinki naar Vaasa, dat is 500 kilometer. Dan zie je alleen naaldhoutplantages met hier en daar een meertje en veel landbouw.
Vijfhonderd saaie slaapverwekkende kilometers, met als tussenstop het plaatsje Nokia: naaldbos met een meer en een kerkje zonder beltoon. Die monotone saaiheid buiten het Globio-model van het PBL uit zich ook in de 4 maal lagere plantaardige diversiteit van Finland. Wij hebben ook lekker meer broedvogelsoorten dan Finland. Dat zij meer elanden en veelvraten hebben, die mogen ze van mij houden.
Net als Het Bilt in Friesland werden in de Marne vanaf de late Middeleeuwen dijken aangelegd rond de zichzelf langs strekdammen ophogende kwelders. De Waddenzee zelf, zoals wij die nu kennen, was ook nog maar een paar eeuwen jong. Die was ontstaan door de stormvloeden in de warme Middeleeuwen, met name die in de 12de en 13de eeuw. Wanneer je de landkaart van Ortelius er bij pakt uit de 16de eeuw, zie je dat het dorpje Warfhuizen nog tegen zee aanligt. Steeds werd een dijk aangelegd, tot het slib zich weer langs strekdammen had opgehoogd.
En dan kwam er een nieuwe dijk, die de oude als monument in onbruik in het landschap naliet.
Warfhuizen ligt nu al kilometers landinwaarts. En nu huist hier in de Groninger leegte de enige echte kluizenaar van Nederland; broeder Hugo, een man van mijn leeftijd die volgende maand tot priester wordt gewijd. Ik ontmoette Broeder Hugo op straat en sprak mijn bewondering uit: het is voor de menselijke diversiteit goed, als er mensen als hem zijn die zo’n keuze maken. Maar hij reageert laconiek: ‘ach het is niets bijzonders als je maar als de juiste persoon op de juiste plaats zit is het altijd goed.’
Broeder Hugo is een levende verbinding met de 11de en 12de eeuwse Benedictijnse kluisbroeders en kloosterlingen die zich bij De Kruisweg vestigden, om hier het omringende land te cultiveren tot productieve grond. En om ook de geest te cultiveren van de woeste oer-Friezen, die volgens ‘De Wadden, een Biografie’ van Matthijs Deen elkaar continue om niets te hersens insloegen. Tsja, de mens in natuurlijke staat zonder beschaving…
Bij De Kruisweg ontmoet ik een bioboer, die experimenteert met groenbemesting. Hij werkt met zijn zoon aan een sluitende kringloop op zijn akkerbouwbedrijf. Hij zaait velden in met Perzische klaver en andere stikstofbindende planten. Die moeten de bovenlaag van de bodem verrijken met stikstof, dat hij dus zo met stikstofbindende planten uit de lucht haalt.
De stikstof van kunstmest komt overigens ook zo uit de lucht. Maar dan via het Haber-Bosch-proces, ontwikkeld door de Kolonel-Luitenant Helmut Haber die in de Eerste Wereldoorlog ook het gifgas ontwikkelde. Volgens de bioboer zit er ook nog meer dan genoeg fosfaat in de grond, 5 ton per hectare. Wel zit dat fosfaat dus gebonden, om het bruikbaar voor plantengroei te maken moet het mobiel zijn. Volgens de bioboer gaan de schimmels en bacterien in de bodem daarvoor zorgen.
Het is een echte: als ik op zijn erf met de boer praat, komt een tor over de grond lopen die volgens hem slakken eet. Die mag van de boer ‘schuilen onder mijn voet, bij mij is hij veilig’. Heerlijk, zo iemand! Of deze wijze van boeren ook meer succes geeft op lange termijn, dat is nog de vraag: daarom nog geen publiciteit voor de beste man, die met trial and error de onvermoede krachten van bodembiodiversiteit moet zien aan te boren. Feit is dat zijn velden wemelen van de vlinders, bijen, een contrast met de groene meren des doods van de melkquotum-lozen.
Vanaf de toren van Hornhuizen overzie je een keur van oud agrarisch cultuurlandschap, over de dijk tot aan Schiermonnikoog. In het Duitse deel zie je op verre afstand de zee-windturbines van Borkum Riffgrund, als gigamonumenten van het eco-inperialisme. In het weekend kun je naar Lauwersoog rijden langs het militair oefenterrein van de Mardewaard langs de Waddenzeedijk. Bij de Lauwersmeer is de zeearend nu het reclame-icoon, net als bij de Oostvaardersplassen. Ook hier heeft Staatsbosbeheer de paarden en koeien losgelaten, die hier ‘natuurlijke processen’ op gang brengen. Maar wat deden de paarden en koeien dan die ik in het boerenland zag?
Wie nu wil treuren over het feit dat de Lauwers werd afgedamd, waardoor tijdelijk een enorme sterfte optrad van de zoutwatervis. Er kwam iets afwisselenders en biologisch rijkers voor terug. Zoals de historici Jl van Zanden en SW Verstegen schrijven in Groene Geschiedenis van Nederland over de gevolgen van de Deltawerken. (blz 109)
Eerder werden al de Brielse Maas (1950) en de Braakman (1952) afgesloten. In het noorden onderging de Lauwerszee hetzelfde lot. Sommige van de afgesloten zeearmen zijn inmiddels internationaal als ecologisch zeer waardevol erkend. Zoals wel vaker in de Nederlandse geschiedenis, geldt hier dat niet iedere menselijke ingreep per definitie een verslechtering betekent. In de overgangsfase is er uiteraard sprake van het massaal uitsterven van soorten, maar dit neemt slechts enkele jaren in beslag. In het Veerse meer nam het aantal soorten binnen vijf jaar af tot nul, in het seizoen 1964-65 begon al het herstel. Het tijdelijk openen van deze voormalige zeearemen voor zout water, zoals in Grevelingen gebeurde in 1980, GAF DE VERNIEUWDE VISSTAND EVENWEL EEN FORSE KLAP
Dat kan dus ook gebeuren wanneer dankzij het door WNF bejubelde en door de gemeenschap betaalde Kierbesluit weer zout water het Haringvliet indringt. Iedere aanwinst gaat ten koste van iets anders, zoals uit iets dat verwoest wordt ook iets nieuws en soms beters kan ontstaan.
De landaanwinning tussen 1927 en 1968 leverde liefst 165.000 hectare nieuw land op, dat vele malen biologisch rijker is dan die slikvlaktes en waterplassen. Dankzij de polders met rietmoerassen vestigden zich hier vele vogelsoorten (kleine en grote zilverreiger) met de teruggekeerde zeearend als belangrijkste symbool. Rijke landbouwgrond kon worden benut door akkervogels en omdat de bevolkingsgroei achter bleef bij de prognose van 20 miljoen in 2000 is er nu ruimte zat over voor zaken als natuurgebied.
Een stukje demografische transitie vond plaats in Nederland, gefaciliteerd door de pil, de hostie van de seksuele bevrijdingsbeweging. Waar kunstmest de hoogproductieve landbouw mogelijk maakte, en zo ruimte voor natuurbouw liet, daar maakte een andere technische vinding Nederlandse vrouwen kunstmatig onvruchtbaar. Opnieuw geldt dus; welvaart en de Industriele Revolutie zijn een zegen geweest voor onze biodiversiteit.
En zo gaat in deze tiende aflevering van onze zoektocht naar Sharon Dijksma-natuur, dat is ‘Natuur die midden in de samenleving staat en daarom tegen een stootje kan’ dit Noorderland met een ruime 8 naar huis. Je ziet nergens waar natuur ophoudt en cultuur begint, want dat onderscheid was per definitie al onzin. Op zijn best is ‘natuur’ in Nederland een vorm van primitieve cultuurbescherming. Het is veel boeiender om de historie in het landschap te kunnen lezen, de vele lagen met ieder hun eigen leven, dan deze uitgewist te zien worden door de primitieve cultuurbarbaren van het eco-imperialisme.
Ontroerend mooi verhaal!
Wat is onze natuur zonder WNF/Dijksma toch mooi! WNF-Dijksma: De bulldozer er in ten behoeve van “Natuur die tegen een stootje kan”. Wat een quatsch! Opzouten deze bureaucratische smiechten.
Een reden waarom zeearenden en kraanvogels bij ons zo verstoringsgevoelig zijn bij broeden, moet kunnen liggen in selectie door vervolging. Ze werden systematisch uitgeroeid en in het oorspronkelijke 1700 waren ze dan ook al verdwenen als broedvogel (in GB al in 1600). Het enige broedgedrag dat loonde was heimelijk en schuw zijn, wegvluchten en verbergen, wie gezien werd was weg
In de Verenigde Staten zie je al zeearenden die bijna tam zijn, en die tik niet hebben. Dus het is goed mogelijk dat straks zeearenden en ook visarenden veel dichter bij mensen gaan broeden
Het is verwijtbaar voor Natuurmonumenten dat ze niets doen tegen de verstoring in het Fochtelooer Veen, zoals het ook mogelijk verwijtbaar is dat het broedgeval van de zeearend in het Roggebotbos verloren ging bij Staatsbosbeheer door verstoring. Ze zijn te druk met marketing en het schetsen van een vals beeld van de natuur voor politiek gewin
Een originele Zeilmaker.
Je hoort de volksmond wel beweren: ach die mensen moeten er ook zijn. Het gaat dan, afhankelijk van het onderwerp van gesprek over ploeteraars van uiteenlopende pluimage wier activiteiten vraagtekens oproepen waar het gaat om nut en algemeen nut in het bijzonder. Een soort vergoelijking: Laat maar gaan als het er maar niet te veel zijn.
Bovenstaande schitterende Zeilmaker zit bomvol kennis, passie en compassie of op z’n minst empathie maar ademt vooral ook rust, tijd en energie die erin gestoken is. Zelfs achter de laptop ga je een beetje mee op reis.
En als je dat dan leest en wegdroomt met een broodje verse garnalen op een bankje aan het wad (je bent kok of je bent het niet) en je beeld wordt verstoord door zo’n dorre, leugenachtige PBL-er die zijn geloofwaardigheid op het offerblok legt van een onverzadigbare bewindsvrouwe http://www.omroepwest.nl/sites/default/files/imagecache/cp_main/erasmus/0d/2227239.jpg dan denk ik NEE, NEE! Die mensen moeten er NIET OOK zijn. Die moeten ontslagen, allemaal!
@dwk, dat broodje verse garnalen is ook zeker genuttigd, in Lauwersoog. Overigens is in Noord Groningen de agrarische natuurvereniging Wierde en Dijk actief, het lijkt er op dat ze best goed werk doen. In ieder geval viel mij op dat het akkerlandschap relatief afwisselend was met veel overhoekjes en je kon de geschiedenis nog aflezen
http://www.wierde-en-dijk.nl
De redacteur van Lauwersland Magazine schreef me echter net, dat de regio een subsidiegestuurde nivellering ondergaat:
Als geboren en getogen Zoutkamper (1957) en zoon van een garnalenvisser, werd ik direct na de afsluiting van de Lauwerszee ‘gedwongen’ om met mijn ouders mee te verhuizen naar een rijtje barakken dicht bij de spuisluizen op Lauwersoog.
Ik heb de hele transitie van de oude binnenzee naar het huidige Lauwersmeer dus van nabij meegemaakt.
De afsluiting mag voor de Nederlandse biodiversiteit dan een zegen zijn geweest, op vele andere fronten was het dat niet.
Anno 2015 is een groot deel van de Lauwersmeerpolder (en ook het aanpalende ‘oude’ landschap in NO-Fryslan, NW-Groningen en de Waddenzee) verworden tot een subsidie gestuurde, amorfe moloch waar juist de door jou terecht zo geroemde biodiversiteit steeds meer onder druk komt te staan, c.q. ras afneemt.
Neem maar eens de huidige ontwikkelingen in en rond de haven van Lauwersoog als ijkpunt. Of probeer iets terug te vinden van wat tot 1969 Oostmahorn of Zoutkamp heette. Wat de Centrale As is voor het coulissenlandschap (over biodiversiteit gesproken….) van de Friese Wouden is, is de geplande ‘ontwikkeling’ van de Zuider Ee voor het Noord-Friese kleilandschap. Enzovoort, enzovoort. Ach, breek me hier de Fries/Groninger bek niet over open.
Waarvan akte
Ben het comleet met je verhaal eens. Ik woon ook vlakbij het nationaal park lauwersmeer. En van mij mogen ze die afsluitdijk wel weer door steken. Het is misschien veiliger geworden voor de scheepvaart, en het werd mede ingepolderd voor Defensie. Maar Defensie doet helemaal niks met het gebied. Vroeger had je tijdens eb dat er zeehonden op de zandbanken lagen te zonnen. Voor de vissen was het een stuk makkelijker om de zee te bereiken. Voor de natuur is het juist rampzalig geweest deze inpoldering. Alleen al die muggenplaag die is ontstaan doordat het lauwersmeer zoetwater is geworden. Waren er nu plannen geweest om dit project nu te laten realiseren dan was er geen lauwersmeer gekomen, dat kan ik je wel vertellen.
Rypke,
voordat ik het lagerop zocht heb ik in Lauwersoog nog een pension bekeken dat te koop stond. Het was inderdaad daar waar ik tijdens het lezen dat broodje nuttigde. Ik zag uiteindelijk van koop af. Hoewel de omgeving zeer vakantieachtig was draaide dat huis alleen maar op werklieden die voornamelijk werkzaam waren bij Heiploeg.
Met dat bedrijf heb ik trouwens nog een garnaaltje te pellen. Jaren heb ik ruim een tientje te veel moeten lappen voor een kilo Hollandse wegens prijsafspraken. Moesten ze weliswaar miljoenen straftikken bij de autoriteiten maar de kleine garnalensnaaier heeft het nakijken.
Nou ja; dedslaaif.
RZ als een 5-sterren gids. Wat een prachtig verhaal.