In de NRC komt komt Lucas Brouwers met het bericht, ‘Warm herfstweer komt door opwarming aarde’, op basis van een ‘onderzoek’ van de KNMI–klimaatwetenschapper Geert Jan van Oldenborgh, waarin deze relatie zou zijn aangetoond.
Ik zet daar zeer grote vraagtekens bij.
Allereerst wil ik nog eens te kijken naar het ontstaan van het probleem en verwijs daarbij naar de inleiding boven mijn artikel, ‘Code oranje voor het klimaat’ van 24 november:
De directeur van Het KNMI, Gerard van der Steenhoven, heeft zich onlangs gevoegd in het koor van de klimaatalarmisten. Tot op heden was het KNMI betrekkelijk terughoudend in de klimaatdiscussie. Maar daar is nu verandering in gekomen. Op het NOS-journaal van afgelopen zondagavond kondigde Van der Steenhoven ‘code oranje’ aan voor het klimaat, met een fictief nieuwsbericht van 2065, waarin de kijkers werden geconfronteerd met schokkende beelden van overstromingen als gevolg van een combinatie van grote afvoer van grote rivieren en zeespiegelstijging.
Zoals uit de rest van mijn artikel blijkt, is er ernstige twijfel aan het wetenschappelijke gehalte van de uitspraken van Van der Steenhoven die in zijn presentatie voor de NOS heel duidelijk weer en klimaat door elkaar haalt.
Een blunder van de eerste orde – zeker als je een instituut als het KNMI vertegenwoordigt. Iets anders kun je er niet van maken: een directeur van het KNMI, die kennelijk onvoldoende kennis heeft van meteorologie en toch meent alarmistische uitspraken te kunnen doen op grond van zijn positie. Dat is geen wetenschap, maar politiek.
Mede naar aanleiding van een aantal artikelen in de media, heeft ook het KNMI begrepen dat het de fout was ingegaan. En dat roept om ‘emergency control’ of ‘damage control’.
Daarom wordt Geert Jan van Oldenborgh, klimaatonderzoeker bij het KNMI, in stelling gebracht en hij gaat met behulp van een artikel in het NRC vertellen dat het ‘geen onzin’ is wat zijn directeur heeft gezegd. Hij geeft ook aan dat de resultaten van zijn ‘berekeningen’ nog niet zijn gepubliceerd in een rapport of artikel. Maar Van Oldenborgh laat weten, maar hij ze graag per e-mail opstuurt. Bij deze dan ook de vraag om ‘dit rapport’ aan ons toe te zenden.
Omdat Van der Steenhoven een directe relatie legde tussen weer en een paar warme dagen in november komt Van Oldenborgh met de gegevens over de eerste tien dagen van november waarover de gemiddelde etmaaltemperatuur in De Bilt 12,2 °C was en met een langjarig gemiddelde van 8,3 °C.
Nu zegt het statistisch gezien niet veel als je een gemiddelde over een lange periode naast een waarneming over enkele dagen gaat zetten. Dat is niet echt wetenschappelijk te noemen, ook niet als het toevallig een warme periode betreft. Dat wordt wel cherry picking genoemd.
Ik laat de verdere alarmistische kretologie aan de NRC over en verwijs nogmaals naar de onderzoeken van dr Pielke (zie mijn eerdergenoemde artikel).
Omdat zijn directeur weer en klimaat door elkaar heeft gehaald, gaat van Oldenborgh er een kansberekening op los laten en paste volgens zijn zeggen ‘een statistische bewerking toe die normaal wordt toegepast in de verzekeringswereld’. Deze werd losgelaten op een paar warme dagen in november met de volgende vraagstelling:
Wat is de kans op een extreem warme herfst in het huidige klimaat? En wat zou die kans zijn geweest in een wereld zonder klimaatverandering?
Die paar warme dagen in de vraagstelling zijn opeens gepromoveerd tot een warme herfst en daarmee zakt hij helemaal door het ijs.
Hoe kom je er op? De herfstmaanden zijn nog steeds de laatste 3 maanden van het jaar en niet een paar warme dagen in november en we hebben nog meer dan een maand te gaan.
As ik het weer in de eerste herfstmaand kijk dan geeft het KNMI over oktober het volgende aan:
De tweede decade van oktober was sinds 1992 niet meer zo koud verlopen en eindigt op plek tien in de rij van koudste tweede decades sinds 1901.
Hoever kun je van het wetenschappelijk pad afdwalen als wetenschapper om je werkgever de hand boven het hoofd te houden?
Terug naar de ‘kansberekening’ van Oldenborgh. Als conclusie van diens rekenexercitie geeft Lucas Brouwers het volgende aan:
De kans op extreem warm herfstweer, zoals begin november, is de afgelopen honderd jaar toegenomen van bijna nul naar eens in de 36 jaar. Die toename hangt samen met de opwarming van de aarde. We beoordelen de bewering daarom als grotendeels waar.
Wie zijn ‘we’ in dit verband zou je je kunnen afvragen. Ook is onduidelijk wat met extreem weer bedoeld is. Dat wordt niet benoemd en het begrip ‘grotendeels waar’ is wetenschappelijk gezien onzin te noemen.
Ook verwijst hij naar Ted Shepherd, hoogleraar klimaatwetenschap, om zijn beweringen kracht bij te zetten en legt hij hem zijn bevindingen voor.
Ik geef hieronder alleen de kern van de reactie van Shepherd weer:
De uitspraak dat deze warme november veroorzaakt is door klimaatverandering is onmogelijk aan te tonen: de rekensom van Van Oldenborgh zegt louter iets over de kans op warme herfstperiodes in het algemeen. Bovendien: de berekening kan nooit onthullen dat klimaatverandering de oorzaak is. Dat is een interpretatie, gebaseerd op klimaatmodellen.
Wat je hier uit kunt halen is dat de desbetreffende hoogleraar duidelijk is. Er is geen wetenschappelijke grond om de conclusie te trekken, zoals die nu door Oldenborgh naar buiten gebracht wordt.
Mijn conclusie is echter wel duidelijk. Gezien de misser van Van Steenhoven kun je op geen enkele manier wetenschappelijk bewijzen dat hij het toch bij het juiste eind heeft. Van Oldenborgh heeft een poging gedaan en ook met het er bij betrekken van het werk van een actuaris en de reactie van een hoogleraar was deze poging gedoemd te mislukken.
PS,
Een actuaris is een wetenschappelijk opgeleide medewerker die met zeer ingewikkelde berekeningen bezig is en waar je niet zomaar naar kunt verwijzen als je het hebt over kansberekening. Hij probeert op deze wijze zijn rekenexercitie meer gewicht te geven.
Om een goed beeld van te krijgen van het werk van een actuaris kun je dit verslag eens doorlezen.
Het artikel vermeldt dat de statistische aanpak is geleend van ‘ingenieurs en verzekeringsmaatschappijen’. Ik vraag me af of de tools uit die vakgebieden ook de meest geschikte zijn voor een meteorologische tijdreeks van ruim honderd jaar, zoals hier gebruikt. Het is denkbaar dat rekening moet worden gehouden met specifieke vormen van niet-stationariteit , of met langetermijnpersistentie (zie bijvoorbeeld het werk van Demetris Koutsoyiannis),
“meteorologische tijdreeks van ruim honderd jaar”
Door het verplaatsen van meetpunten (kennelijk een hobby van het KNMI) is het geen aaneengesloten MEETreeks.
De “meteorologische tijdreeks” is dus geconstrueerd uit meetreeksen op verschillende locaties op het meetveld.
Bij KNMI kunnen ze praten als Brugman, ze kunnen er echter niet omheen dat ze weer en klimaat door elkaar halen en met elkaar verwarren.
Het grootste probleem van een code is, dat de oorzaak niet vermeld wordt. Bij gevaarlijk weer wordt een code afgegeven om te voorkomen dat mensen dingen gaan doen die tot hogere risico’s kunnen leiden, zoals festival tenten opzetten. Wat ga je doen bij een code voor gevaarlijk klimaat? Het licht uit doen? Geen tent opzetten? Als de verandering het gevolg is van natuurlijke variatie (wat grotendeels het geval zal blijken te zijn), wat is dan het nut van een dergelijke signalering? Dat ik niet meer rustig slaap? Zolang er dit soort idioten aan het roer staan, slaap ik rustig, omdat ik weet dat het allemaal wel over zal waaien. Wat een hubris.
Misschien moeten dat alarmisme wel toejuichen, hoe meer overdrijving hoe beter.
Even serieus. Ondanks recente ontwikkelingen is het KNMI door de tijd heen, echt een baken van robuustheid geweest. De discontinuiteit van de meetreeksen is m.i. destijds zeer correct aangepakt. Toen duidelijk werd dat het oorspronkelijke meetpunt voor temperatuur gaandeweg werd gecontamineerd door veranderingen in de directe omgeving, is een tweede meetpunt op het vrije veld opgesteld. Gedurende langere tijd is het verschil tusesn beiden in de gaten gehouden. Hierdoor kon een oprecht correcte homogenisatie worden gereconstrueerd, in vergelijking waarbij de GISS homogenisatie de plank volledig missloeg. Ik meen dat Hans Erren zich daarin destijds heeft verdiept.
Het ging pas mis bij het KNMI toen ze Henk Tennekes ontsloegen omdat hij zijn twijfels uitte over de ingeslagen alarmistische koers.
Het ontslag van Tennekes wordt regelmatig alhier aangehaald in een soort mythe dat het te maken zou hebben met zijn kijk op klimaatmodellen. Hieronder de weergave van Gerbrand Komen hierover:
http://home.kpn.nl/g.j.komen/crok.pdf
“In werkelijkheid had het vertrek van Tennekes weinig met het klimaatonderzoek te maken. Er speelde wel allerlei andere dingen, en ook zijn karakter. Over dat laatste zei hij in de Telegraaf : (13 februari 2010): “Ik was een dwarskop en heb een afschuwelijk temperament”. (Ik denk dat de mensen die met hem gewerkt hebben dat goed herkennen.) Verder was er het een en ander te doen over een nieuwe computer die hij niet nodig vond. Daarbij verwees hij soms naar bijbelse teksten. Dit had dus allemaal niets met het klimaatonderzoek. “
dank Herman, voor die link. Deze statement daarin is ook erg interessant: “Er wordt nog wel eens gevraagd naar een hard bewijs voor de menselijke invloed op het klimaat.
Welnu, dat is er niet, en het zal er ook wel nooit komen.
André, er werken inderdaad capabele mensen bij het KNMI, die hun werk serieus nemen en ook kwaliteit afleveren. Maar waar het gaat om de zeer gevoelige zaken – het klimaatdebat – lijkt het vaak dat de kwaliteit minder voorop staat. Zo vind ik hun klimaatscenario’s teveel detail bevatten en té stellig worden gebracht, vooral als je nagaat dat regionale modelleringen slecht scoren op hydrologisch relevante variabelen (zoals neerslag en verdamping). En nu heeft de directeur ook echt een steek laten vallen.
Ik kan me voorstellen dat de échte onderzoekers binnen het KNMI zich soms onprettig voelen dat ze in het kader van het klimaatonderzoek zaken moeten uitwerken die ze bij voorbaat al wankel vinden.
“Een blunder van de eerste orde – zeker als je een instituut als het KNMI vertegenwoordigt. ”
————-
Waarom is dat een blunder?
99,99% van de Nederlanders kent dat verschil niet. Een blunder is pas een blunder wanneer hij wordt opgemerkt.
Sterker nog, wanneer je het iemand probeert uit te leggen krijg je als antwoord, “taalspelletjes”.
Hoe de temperatuur was in Nederland weet ik maar wat ik eigenlijk zou willen weten is hoe de herfst verloopt op het Noordelijk halfrond. Weet iemand dat?
Vorig jaar hadden wij een relatief warme winter maar de winter in Noord Amerika was erg koud. Hoe loopt het nu?
prof Olu Humlun, Oslo University, onderhoudt ook de climate4you.com website … stuurt maandelijks een nieuwsbrief rond als je je inschrijft op de site … met o.a. maand per maand temperaturen over de hele wereld …
Twan
De herfst is nog lang niet voorbij en het weer kan zo omslaan.
Een stationair hoge drukgebied op de juiste plaats en je zit in de kou. Een paar honderd kilometer verder en je zit met lucht met als brongebied Afrika.
Daarnaast was de Noordzee een aantal jaren vrij warm geweest. De laatste 3 jaar neemt de temperatuur wat af.
Met onze overheersende zuidwesten wind is de temperatuur van de Noordzee mede bepalend.
Twan
Wel leuk is om eens naar deze site te kijken:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Witte_kerst#Nederland
Tussen 1900 en 2000 was er 6 keer sprake van een witte kerst.
In die periode was de maximum sneeuwhoogte niet hoger dan 20 cm.
Dat zou verdwijnen omdat de aarde opwarmde voorspellers gaven aan dat onze kinderen en kleinkinderen haast geen sneeuw en ijs zouden zien.
Nu is er al sinds 1998 sprake van een trendbreuk en zaten we in 2009 en 2010 met een witte kerst en is er een record gevestigd met een max sneeuwhoogte van 50 cm. ( in limburg plaatselijk tussen 30 en 50 cm) ( toeval dacht ik)
Als we het hebben over het voorspellen van het aantal warmere of koudere perioden in de herfst zou ik met behulp van deze data van het KNMI een heel andere uitkomst krijgen.
Het is ook maar net welke kant je opkijkt.
Hugo,
leuk weetje, die witte kerst ! … :-)
ter info, op de link https://drive.google.com/folderview?id=0B_QnD_aaeF0TY1FfRGlOcGo0Vjg&usp=sharing blijven in dat verband steeds wat grafiekjes staan die gebruik maken van de cijfers van KNMI, Rijkswaterstaat en andere “onverdachte bronnen” …
ik heb nu net nog een stukje geschreven over de temperatuur in IJsland, en naar Euan Mearns van euanmearns.com gestuurd, dat dra ook op de google drive zal staan …
en er komt bij al naargelang ik wat interessants tegenkom …
(maar voorlopig gaan we natuurlijk niets veranderen aan het alarmistische momentum dat wordt ontwikkeld op en in onze massamedia … daarvoor had bv. wat sneeuw in Parijs kunnen zorgen … hoewel het zich 2 weken geleden mogelijk wat anders aankondigde, ziet het er meer en meer naar uit dat het weliswaar wat kouder zal zijn, maar niet zo koud … of enige blackouts in bv. België of Engeland, maar net als het er in ons landje daarvoor een beetje goed ging uitzien, mogen ze D3 en T2 weer opstarten … damn ! … :-) … )
PS het voordeel van het feit dat ik geen wetenschapper ben is dat ik overal mag kijken.
De regionale weerman van Omroep Flevoland, die normaal nogal alarmistisch is ingesteld, ontkracht op zijn Facebook pagina in één zin het KNMI geleuter…..
Robert de Vries Weerdiensten
20 uur ·
Doordat september en oktober te koud waren en november juist te zacht is de herfst van 2015 in #Emmeloord relatief normaal verlopen qua temperatuur.