In persbericht ‘2015 was recordjaar voor windenergie’ claimt branche-organisatie NWEA met ex-Rabobankier Hans Timmers dat het bijgeplaatste windturbine-vermogen liefst stroom zou leveren aan 473 duizend huishoudens. Die stroom zou afkomstig zijn van 402 MW bijgeplaast vermogen op land en 129 MW bijgeplaatst vermogen op zee. Dit aantal ‘huishoudens’ blijkt bij controle een grove overdrijving van de stroomproductie. De suggestie dat ‘huishoudens’ profiteren is een intentioneel misleidende claim.
Is de NWEA dus verkoper van de sub-prime-hypotheek-variant op energie? Meer dan een rekenmachine en middelbare school natuurkunde heb je niet nodig om die vraag bevestigend te beantwoorden..
Opbrengst 100 duizend ‘huishoudens’ lager
Bij een gemiddelde productiefactor van 25 procent op land, (402 x 365x 24/3,5x 0,25) zou voor maximaal 252 duizend TWEEPERSOONS-huishoudens stroom (3,5 MWh/jaar) worden geproduceerd
Wind op zee scoort iets gunstiger. Bij een gemiddelde productiefactor van 30 procent zou je het equivalent van 97 duizend TWEEPERSOONS-huishoudens produceren. Ook bij een rooskleurige productiefactor van 0,35 haal je dan slechts het equivalent van 116 duizend huishoudens uit zeewindstroom. En dan tikt de NWEA nog steeds dik 100 duizend huishoudens te veel af.
De NWEA presenteert dus waarschijnlijk opbrengstcijfers gebaseerd op de maximaal mogelijke opbrengst van windturbines op ideale locaties. De hoogst gemeten productiefactor van wind op zee werd bij Horns Rev gemeten, iets boven de 0,4. Zo’n productiefactor wordt op land slechts op uitzonderlijke locaties gehaald. Kema kwam eerder met 0,22 als productiefactor, 0,25 is dus zeker niet te laag.
Claim huishoudens weersafhankelijke stroom is intentionele misleiding
Ook is het intentioneel misleidend om te spreken van huishoudens. Windenergie parasiteert namelijk op de netstabiliteit, die door gas- kern- en kolencentrales wordt gegarandeerd. Huishoudens nemen stroom af van dat net. Niet de direct op dat net gedumpte gevraagde/ongevraagde weers-afhankelijke stroom. Windenergie ging door groene politiek/marketing ‘duurzaam’ ging heten. Niet op basis van haar prestaties of economische en ecologische rentabiliteit.
- De NWEA wil met de term ‘huishoudens’ de suggestie wekken dat windturbines als vervanging van stabiele energielevering werken. Terwijl geen enkel huishouden direct op een windturbine is aangesloten. Dat zou immers vandaag al niet kunnen. Ik zou nu bij schrijven niet kunnen werken, want het is volledig windstil.
- Een gemiddeld TWEEPERSOONS-huishouden heeft een jaarverbruik van 3,5 MWh. Dat is het equivalent van 350 laadbeurten met een plug-in-hybrid (die daar 40 km op kan rijden). Dat een 2 persoonshuishouden 3,5 MWh verbruikt per jaar, betekent dus niet dat alle gezinnen dit jaarverbruik hebben.
Zoals wij berekenen, levert deze windhandel de windbankiers weer 130 miljoen euro subsidies extra op per jaar, dankzij de SDE+subsidie-jackpot van Henk Kamp (8 miljard euro in 2016). Daarnaast kunnen windbankiers investeringen in de bouw aftrekken van de belasting.
Duidelijk en niet misleidend is het om het jaarlijks opgenomen aandeel windenergie uit te drukken in een percentage van het totale Nederlandse elektriciteit verbruik.
Volgens de regering moeten we immers naar een zeker percentage toe?
Benoem dat dan ook, ook het aandeel daarin van een nieuw windmolenpark!
Welk aandeel bedoel je?
Per seconde, minuut, uur, dag, … ?
Juist het wisselvallige aanbod is de doodslag van “hernieuwbaar” en daarom wordt het dus ook niet genoemd ;-)
Het gebruik van het jaargemiddelde van huishoudelijk verbruik geeft ten onrechte het beeld dat de “duurzame” energie constant is.
Daarmee wordt de onbevangen burger op het verkeerde been gezet want anders liep ‘ie wel te vloeken wanneer hij nu om 6:30 uur de windstilte aan de lijve onder de douche moet voelen als hij voor “puur groen” heeft gekozen.
Per jaar. In Denemarken doen ze het net zo. Gemiddeld 20 % van het elektriciteit verbruik (huishoudelijk, industrie ect) wordt door windmolens opgewekt.
Het net kan maar de helft ervan benutten, de rest moeten ze dumpen naar Noorwegen/zweden.
Wel met de tijd meegaan he. Productiefactor van een moderne windmolen op een gemiddelde landlocatie is tegenwoordig 0,35. Bij hoge molens met grote rotor gaat dat tegenwoordig zelfs al boven 0,40.
Vorig jaar was het aandeel windstroom in het nationale Deense elektriciteitsverbruik 42%.
Ha een meneer van Raedthuys die de subsidies komt oogsten, welkom Arthur Vermeulen. Dat zijn interessante beweringen, ik zou zeggen: geef mij de bron en onderbouwing