Bij Kornwerderzand fotografeerde ik de nationale kunstmatige getijde-rivier: die ontstaat wanneer Rijkswaterstaat bij afgaand tij de sluizen openzet. Alsof je de Britse rivier de Severn ziet, die haar water woest kolkend het estuarium in laat schuimen.
De grote zaagbekken en aalscholvers duiken er de door de plotse schok murw gebeukte vis op, die vanuit het IJsselmeer wordt aangezogen. Hoezo, geen vismigratie? Er stonden ook staandwant-netten van een spiering-visser, als ik me niet vergis. De visjes die naar komkommer ruiken. En een zeehond stak haar kop boven water.
Die manscapes als de mondiaal unieke Afsluitdijk, die zijn niet meer of minder ‘natuurlijk’. De oernatuur duikt voor je neus op. ‘Natuurlijkheid’ is een kreet waar je als Ecomodernist niet zo vreselijk veel meer mee kunt.
Meer dan gradaties in natuurlijkheid kun je een evolutionaire hiërarchie hanteren als Gerard Jagers met zijn actor-operatortheorie. Die valt weer te herleiden tot de nieuwe ecologie waar Schrodinger (‘What is life’) en Prigogine al aanzet toe gaven. Die wilde ik bespreken in ons boek en de ecologie voor de 21ste eeuw ook, maar dat zou te ingewikkeld worden. Dus dat is voor een opvolgend boek en de wetenschappelijke publicaties die al 2 jaar op de plank liggen.
Bij een klimaatbezorgd metromannetje van de Volkskrant– zeg maar de oude traditionele achterban van milieuclubs, begint ook te dagen, dat niets aan de menselijke natuur Natuurmonumenten vreemd is. Beschaving betekent dus misschien wel zoiets als ‘je natuur leren beheersen’. Liegen, of jezelf corrumperen voor geld, dat is onbeschaafd, vulgair. Het liegen en bedriegen zit in de natuur van mensen, maar je hebt de keuze er aan toe te geven of weerstand te bieden.
Dat kan een gevecht tegen oerkrachten zijn. Er zijn ook culturen waar ‘liegen’ gelijk staat aan ‘handig’. Vanzelfsprekend is die weerstand dus niet.
Maar uiteraard is Natuurmonumenten er voor mensen en niet ‘De Natuur’. Die keuze hoeven ze zich niet voor te schamen, als Nedernatuur-beheerders. Dat zou schizofreen zijn.
Ons land bestaat ook louter uit ‘manscapes‘ zoals de Afsluitdijk, de oudste ecologische verbindingszone waar zowel auto’s als, trekvogels en konijntjes zich tussen Friesland en Noord Holland kunnen bewegen.
Het verlangen naar ‘De Natuur’ waar het Volkskrant-metromannetje naar hunkert, dat is echter geen natuur zoals je die afleidt uit moderne ecologische inzichten. Mensen verwijzen dan vaak naar een beeld, een verlangen dat een specifieke groep meestal urbane mensen heeft VAN natuur. Natuur als iets dat los van mensen zou staan, en pas happy en gezond is van menselijke smetten vrij.
Traditionele urbane achterban van Natuurmonumenten en de beleidsbureaucratie blijft vaak ten onrechte ‘natuurlijkheid’ ook 1 op 1 associeren met ‘biodiversiteit’ en andere evenveel als weinigzeggende signaalwoorden.
Het gebruik van die woorden voor een kwalitatief oordeel over natuur komt voort uit de zelfde ideologie van natuurzuiverheid en natuurgezondheid, die ik in hoofdstuk 9 en 10 bespreek van ons nieuwe boek Ecomodernisme bij Nieuw Amsterdam.
Je kunt liever ook spreken over gradaties in dynamiek, waarbij (te) hoge dynamiek tot lagere soortenrijkdom leidt, maar helemaal geen dynamiek ook dood in de pot is. Dan nemen enkele dominante soorten de rol over. Dat is ook klassieke ecologische theorie overigens (intermediate disturbance hypothesis), waar zoals altijd weer vele uitzonderingen op bestaan.
Natuurbeheer betekent letterlijk ‘natuur beheersen’, zoals Rijkswaterstaat met de Afsluitdijk 0ok de natuur beheerst. Je bestrijdt de ene soort om de bedoelsoorten te plezieren waarvoor je subsidie krijgt. Tuinieren is dat, en daar is niets mis mee. Ieder zijn eigen natuur op eigen terrein.
Maar: Wie zich graag laat verrassen, die is juist geboeid door die andere natuur…Juist op die paar plaatsen waar ze niet bedoeld was komt de meest verrassende natuur opzetten, waar wij natuur bestrijden en tegengaan. Wat je niet verwachtte, is toch wat het zelfde is als ‘verrassend’.
Je ziet in de moderne tijd de zelfde processen als in de oertijd plaatsvinden, oernatuur voor je neus op door mensen gemaakte kunstwerken. Zoals de korstmossen op de basaltblokken, net als wanneer ze op de gestolde lava vestigen die bij de jonge aarde stolden als ondergrond voor het eerste leven. Net als in de meest dynamische zones tussen kust en zee zie je hier de pioniers, een paar soorten die een stootje kunnen hebben.
Die oeroude ‘diehards’ die tegen de hoogste dynamiek in de kop op steken, die zouden zelfs tegen een groenbeheerder van Gemeente de Fryske Marren kunnen standhouden. Hersenloze (b)oerkrachten.
Biodiversiteit is (ook) een wat wetenschapperige term voor onkruid versmald tot ‘beestjes waar NGO’s een zwak voor hebben’. Terwijl biodiversiteit alles kan zijn, ook datgene wat buiten bestemmingsplan de kop op schiet en wat mensen willen bestrijden. Zoals de medische wetenschap ook biodiversiteit bestrijdt met anti-biotica en je van malariamuggen ook liefste verlost bent.
Antibiotica, dat is eigenlijk ‘anti-biodiversicum’.
Natuurbestrijding, dat is ‘natuurbeheer’ immers ook waarbij ecologen als een soort natuurdokters menen te weten welke soort waar ‘hoort’. Ze kunnen zelfs aan de lichaamssappen der natuur zien, of deze is ‘verstoord’, of de humeuren ‘in balans’ zijn. Althans volgens de achterhaalde systeem-ecologie uit de tijd van het Polygoon-journaal (gebroeders Odum) die weer valt te herleiden tot de Griekse medische wetenschap en natuurfilosofie van Aristoteles.
De soorten die het uit zichzelf goed doen de kop in drukken ten faveure van bedoelbeestjes waarvoor het Ministerie van Economische Zaken subsidies verstrekt. Grutto-productiedoelen, 70 euro per nestje. Of was het zelfs per ei?
De beleidsbureaucratie en haar milieuclubs zal die achterhaalde systeem-ecologie met hand en tand verdedigen, ze ontleende er haar bestaansrecht en macht aan. De hele fondsenwerving van Greenpeace/WNF is er op gebaseerd.
Er bestaat vooral wensnatuur, dat wat mensen graag willen zien.
En tegelijk gaat de natuur zelf haar gang. Je ziet de zeekool opschieten, een eetbare zoutminnaar plant die al langs de oerzee groeide. Later komt er ook Rucola bij. Bovenaan de dijk groeit al braam, en de bunkers waar Kapitein Boers moedig standhield tegen de Duitse Oernatuur-utopisten, die zijn begroeid met verwilderde ligusters. Altijdgroen met vette blaadjes, zodat je er als soldaat beschut onderdoor kunt kruipen.
Nu zitten daar nog de konijntjes waarvan Trudy gek in de bol wordt.
De gezellig kaka-ende kauwtjes dartelen rond de draaibrug, en de menselijke recreanten klonteren samen met campers. Juist de plekken die niet als bedoelnatuur ontstonden, daar kun je het meest verrast worden. Zoals je van algemene soorten ook meer lol hebt dan zeldzame soorten. Die algemene soorten zijn de ‘slimme’ dieren, die met mensen om leerden gaan. Dat lukt de meeste mensen al nauwelijks.
De vraag voor Natuurmonumenten is dus niet voor ‘welke natuur’ zij is, om op de column van het metromannetje van de Volkskrant terug te komen. Natuur is overal, alles is overal zoals viroloog/micro-bioloog Beijerinck het al stelde en Baas Becking in zijn kielzog. (zie proefschrift Mechtild de Jong)
De vraag is dus: Voor WELKE mensen laat Natuurmonumenten zich gebruiken?
Fantastische tekst weer Rypke Ik ben het ook 100% met je eens. En blijf die fake-natuurinrichters op de huid zitten!!
Top artikel Rypke,
Ik hou mijn hart vast. In het gooi is de bomenzaaggekte ook losgebarsten