Eerder schonk ik aandacht aan de Belg István Markó, van Hongaarse origine. Hij was hoogleraar organische chemie aan de ‘Université Catholique de Louvain‘ (UCL) en een internationaal bekende scheikundige. Hij was tevens een van de meest vooraanstaande klimaatsceptici in België. Op 31 juli overleed hij plotseling na een longembolie.
Hij speelde een belangrijke rol binnen de kring van Belgische klimaatsceptici, door zijn charme, humor, werklust en intelligentie, gericht op waarheidsvinding in de wetenschap.
Zijn collega, prof. dr. Alain Préat, sprak op 7 augustus een rede uit bij zijn begrafenis, waaraan ik de navolgende fragmenten ontleen.
Alain Préat:
Ik spreek hier namens een groep wetenschappers, ingenieurs, filosofen, en mensen uit de media en het maatschappelijk middenveld, bijna allen academici. De kern van deze Franstalige en Nederlandstalige groep omvat zo’n dertig mensen, die zich spontaan aaneengesloten hebben rond één thema of project, namelijk de meest onbevangen en constructieve benadering van het onderzoek van een wetenschappelijk probleem, dat repercussies heeft op tal van terreinen van de samenleving, te weten de klimatologie.
In korte tijd heeft István zich hierin een leidende rol weten te verwerven door zijn kennis, getuige zijn indrukwekkende academische carrière, en zijn tomeloze inzet. Hij was onze bindende kracht, ons kompas en heeft zich volledig ingezet voor het bereiken van onze doelstellingen, met het grootste mogelijke respect voor de ethische gedragsregels die daaruit voort zouden kunnen vloeien, want ons uitgangspunt is de wetenschappelijke methode.
István was dus verreweg de meest actieve deelnemer. Hij bewoog zich op alle terreinen. Hij had zo’n brede kennis dat hij bruggen kon bouwen tussen onze verschillende wetenschappelijke disciplines. Daarin ligt de superieure kwaliteit van een wetenschapper die tot de top van zijn vak behoort. Zijn werklust, zijn geheugen in combinatie met zijn buitengewone karakter, waren uniek.
Wat zijn karakter betreft was hij in de eerste plaats iemand die bereid was te luisteren en die snel vrienden maakte in de nobelste betekenis van het woord. Men kon hem alles vragen. Maar zijn vriendschap heeft hem nooit verhinderd zijn diepst gekoesterde gevoelens te verloochenen, die werden ingegeven door zijn eigen kompas, de strikte toepassing van de wetenschap.
Dat is de definitie van de echte wetenschapper, in de beste betekenis van het woord, onzelfzuchtig en zonder vooringenomenheid. Hij was geen man van consensus, noch binnen de groep, noch – en a fortiori – daarbuiten. Voor hem telde eenvoudigweg de analyse van de feiten en vervolgens de meest rationele interpretatie daarvan, zonder de behoefte om anderen daarmee te behagen. Hij was gericht op waarheidsvinding. Dat is een veeleisende zoektocht en brengt het risico met zich mensen tegen de haren in te strijken, ja zelfs te choqueren. Dat bleek bijvoorbeeld bij de publicatie van het boek ‘Climat: 15 Vérités qui dérangent‘, dat hij van het begin tot het eind redigeerde. Bovendien haatte hij intellectuele modes en kon hij fel daartegen ageren.
István was onwaarschijnlijk ad rem en velen buiten de groep vreesden zijn inbreng in het debat, zowel mondeling als schriftelijk, en gaven er zelfs de voorkeur aan niet met hem in discussie te gaan. Toch was István geen agressieve of haatdragende persoonlijkheid, want hij had al vroeg begrepen dat dat tot niets leidde. Integendeel, hij was joviaal, speels en grappig. Hij hield ervan de mensen aan het lachen te maken en was zelf ook goedlachs. Hij minachtte niemand. Hij had een soort humor die soms bijtend was, maar nooit kwaadaardig.
Ja, onze groep is een mooi voorbeeld van een perfecte symbiose tussen individuen met verschillende achtergronden – een synergie die altijd stand heeft gehouden gedurende de bijna tien jaar dat we elkaar kennen …
Dank dus István voor je buitengewone kwaliteiten waarvan velen hebben mogen profiteren. We zullen je erg missen. Maar je idealen van vrijheid en rede zijn onsterfelijk. Door deze uit te dragen, onwankelbaar en onophoudelijk, brengen we hulde aan de nagedachtenis van de grote István Markó.
Aldus Alain Préat.
Lees ook Pierre Gosselin hier.
Altijd betreurenswaardig is het ontvallen van dierbaren in de ruimste zijn des woords.
in de Nederlandstalige pers alhier nergens over gelezen of gehoord …
het stond blijkbaar wel vermeld in Le Soir, maar lesoir.be bekijk ik niet echt systematisch …
tsja, 61 jaar is natuurlijk heel veel onder het gemiddelde, en dus veel te vroeg …
R.I.P.