‘Klimaatgek’ Rob de Vos in zijn tuin in Deurne. (Foto: Marius van Deursen)

Een gastbijdrage van Maarten Driessen.

Begrijp hem niet verkeerd, er is niets mis met verduurzaming. Maar Rob de Vos waarschuwt voor klimaathysterie, inclusief bijbehorende angst- en doemverhalen. De voormalig docent aardrijkskunde is intussen een wandelende klimaat-encyclopedie. En, durf het tegenwoordig maar eens te zeggen, hij snapt best dat Trump uit het klimaatakkoord is gestapt: “De Amerikanen hebben groot gelijk, het kost heel veel geld en levert vrijwel niets op.”

Ook bij zijn woning in Deurne stond vorig jaar juni het water tot aan de deur. De Vos vernam vervolgens tenenkrommend hoe tal van bestuurders waarschuwden voor meer van zulke extreme buien.

De statistieken vertellen namelijk een ander verhaal. “Dat we werden overvallen door een zware bui is toeval, het was heel lokaal. En het gebeurde vroeger ook. Als het weer extremer wordt, moet je daarvan iets in de cijfers terugzien. Maar dat is niet het geval”, zegt De Vos, die zijn verhaal onderbouwt met gegevens van kennisinstituut KNMI. Zo nam hij zijn eigen woonplaats onder de loep, en wat blijkt? Uniek was 2016 bepaald niet. 1940 kende namelijk net als vorig jaar ook twee etmalen met meer dan vijftig millimeter neerslag (zie grafiek). En nog voor 1920 klapte er al eens zeventig millimeter binnen twaalf uur uit de lucht. Dat de frequentie van dergelijke stortregen toeneemt, ook daarvoor ontbreken de harde cijfers.

Deurne kende in 1940, evenals vorig jaar, twee etmalen met meer dan 50 millimeter neerslag. (Bron: KNMI)

Over meer regen in een korter tijdsbestek valt simpelweg geen zinnig woord te zeggen. Er zijn in Nederland momenteel namelijk dertig neerslagstations die uurmetingen doen. Daarvan is de helft pas na 1990 in bedrijf gekomen. Sindsdien is een handvol zeer stevige buien gemeten, maar we weten niet goed hoe de situatie vóór 1990 was. Daarbij laten de verschillende meetstations sterk uiteenlopende resultaten zien. De Vos: “De enige zekerheid is dat er geen zekerheid is.”

De Deurnenaar is het brein achter de populaire website www.klimaatgek.nl, waarop hij diverse onderwerpen binnen het thema klimaat aankaart. Zijn interesse werd een passie, die zich snel ontwikkelde tot een dagelijkse bezigheid. De oorsprong daarvan ligt in het klaslokaal, waar hij leerlingen jarenlang ‘flauwekul’ verkocht. In de jaren zeventig en tachtig kampte de Afrikaanse Sahel namelijk met ontzettende droogte. Het officiële verhaal legde de schuld voornamelijk bij de veehouders aldaar, omdat ze teveel dieren op een te klein oppervlak hielden. “Dat stond ook zo in de aardrijkskundeboeken. Maar daarna ontdekte wetenschappers dat het om een natuurlijke schommeling in de hoeveelheid neerslag ging. Sinds eind jaren tachtig is de Sahel weer aan het vergroenen. Toen besefte ik dat je altijd heel kritisch moet zijn, zeker op het gebied van klimaat.”

De Vos vindt een medestander in vooraanstaand wetenschappelijk journalist Marcel Crok. Samen werken ze momenteel aan een eigen, uitgebreid klimaatonderzoek over Nederland. De resultaten daarvan worden later dit jaar gepresenteerd. Maar, zo verklapt hij alvast, de jaarlijkse hoeveelheid regen is hier sinds 2000 gemiddeld niet toe-, maar juist afgenomen.

Klimaatakkoord van Parijs
Na de ondertekening van het klimaatakkoord van Parijs (2015) is de wereld definitief in de ban van klimaatverandering. De gemiddelde temperatuur op aarde mag niet verder stijgen dan twee graden Celsius, zo is afgesproken. Want, door de opwarming van de aarde neemt de kans op extreem weer toe, aldus ook het KNMI. En daar zou de mens hoofdverantwoordelijk voor zijn. “Zonder vermindering van de uitstoot van broeikasgassen dreigen delen van de wereld nog deze eeuw onleefbaar te worden door dodelijke hittegolven (…). Het gaat dan om grote, vaak dichtbevolkte delen van India, China, de zuidoostelijke staten van de VS, het noorden van Australië en de tropische binnenlanden van Zuid-Amerika”, zegt KNMI-wetenschapper Andreas Sterl op de website van het KNMI.

Het kennisinstituut noemt het noodweer in Noord-Brabant vorig jaar als meest recente voorbeeld van klimaatverandering in ons land. Die buien in Deurne dus, waarvan de bijzonderheid met behulp van KNMI-cijfers eenvoudig is te ontkrachten. Maar dan was er ook nog een extreme hagelbui, die op 23 juni 2016 een miljoenenschade aanrichtte in onder meer Asten, Someren en Bergeijk. Een woordvoerder van het KNMI zegt daarover: “Ook die hagelbui is een meetbaar gevolg van klimaatverandering.”

 

Op de vlucht voor een van de hevige buien in Deurne vorig jaar. (Foto: Hein van Bakel)

In de nasleep van de bui raakten wetenschappers het al snel eens dat hier sprake was van een zogenaamde supercell. Een natuurverschijnsel dat vrijwel jaarlijks voorkomt, maar zelden zo krachtig. Was die hagelbui dan inderdaad zo uniek? Het tegendeel wordt wederom door het KNMI zelf bewezen. Op hun website beschrijven ze namelijk uitgebreid de zomerstorm van 1674 (!), met hagelstenen ‘zo groot als kinderhoofden’. Een supercell met verwoestende gevolgen, waarbij vooral Utrecht werd getroffen. Daken, molens en kerktorens, allemaal de pineut. En de storm beperkte zich niet enkel tot Nederland. Ook in België, Duitsland en Frankrijk werd schade genoteerd. Er vielen die dag zelfs meerdere dodelijke slachtoffers. Zo maar een voorbeeldje. Meer recent zorgde een supercell in 1967 (toen enkel wind, geen hagel) voor zeven dodelijke slachtoffers.

Of het noodweer in onze provincie inderdaad het gevolg is van klimaatverandering, is dus voer voor discussie. Maar, zoals het KNMI voorspelt, hel en verdoemenis als we niet snel aan de bak gaan. In lijn met de conclusie die landen in het klimaatakkoord van Parijs trekken. Die conclusie houdt onder meer in dat de CO2-uitstoot drastisch moet worden teruggedrongen.

“Daarmee zegt men dus dat CO2 de boosdoener is. Maar daarvoor is geen enkel fysisch bewijs”, zegt De Vos, die het akkoord uitgebreid onder de loep nam. “Hoe gaan ze de uitstoot terugdringen? Dat staat er niet in. Landen zeggen alleen: we doen ons best.” Verder is afgesproken dat ontwikkelingslanden voorlopig zijn uitgesloten van verplichtingen, zij mogen eerst hun economie op orde brengen. Momenteel merkt de internationale Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) ruim 140 landen aan als ontwikkelingsland. Twee van de grootste ‘vervuilers’, India en China, hebben uit onderhandeld dat zij hier ook onder vallen. Eventuele inzet van deze grootmachten is voorlopig dus op vrijwillige basis. En, niet oninteressant, rijkere landen zijn verplicht hun armere bondsgenoten vanaf 2020 – als het akkoord in werking treedt – jaarlijks minstens 100 miljard dollar (91 miljard euro) te schenken voor ‘aanpassingen aan opwarming’. Al met al een deal die deze ontwikkelingslanden onmogelijk links kunnen laten liggen.

Nog zo’n grote CO2-uitstoter, Amerika, is eerder al uit het akkoord gestapt. En Rusland houdt het ook spannend, Poetin heeft de internationale overeenkomst nog steeds niet officieel bekrachtigd. Onderaan de streep blijft er op die manier ontzettend weinig over. “Iets meer dan vijftig landen moeten wel al volledig aan het akkoord voldoen. Waaronder de 28 van de EU. Natuurlijk gaan wij de rekening betalen, de grootste en sterkste groeiers doen tenslotte niet mee. Dit akkoord is volledig een wassen neus, het leidt tot niets.”

Iets meer dan 50 landen moeten wel al volledig aan het akkoord voldoen, waaronder de 28 van de EU

De burger betaalt
En terwijl het gros van de wereld voorlopig dus rustig aan kan doen, schiet Nederland als schoonste jongetje van de klas wel hard uit de startblokken. “Maar het gaat geen verandering brengen, en het kost verschrikkelijk veel geld. Kijk naar het verdrag van Kyoto (1997, red.), daar is ook niets van terechtgekomen. Omdat op enkele brave landen na niemand zich eraan hield. En al die Europese subsidies worden met belastinggeld betaald, geld van de burger dus.”

Die burger krijgt ook op andere manieren de rekening gepresenteerd. Denk aan de recente boodschap van verzekeraars die de premie omhoog gooien, want klimaatverandering. En de plannen van het nieuwe kabinet, dat het milieu tot speerpunt heeft benoemd. Volgens onafhankelijk vergelijker Prisewise betalen huishouden in 2019 minstens 150 euro meer aan energiebelasting dan nu. En dat bedrag loopt daarna alleen maar verder op. Dat kun je dus (gedeeltelijk) voorkomen door zelfvoorzienend te zijn, maar niet iedereen is zo kapitaalkrachtig om bijvoorbeeld zonnepanelen te plaatsen. De Vos: “Mensen met de laagste inkomens zijn altijd de pineut. Die worden het hardst geraakt.”

Het overkoepelende streven: de uitstoot van broeikasgassen tot 2030 met 49 procent verminderen ten opzichte van 1990. Daarmee is Nederland in één klap het meest ambitieuze land ter wereld. En daar heeft het wat voor over. Zo stelt het Rijk alleen al dit jaar bijna 12 miljard euro beschikbaar binnen de subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+). Vanuit die pot worden de komende jaren bijvoorbeeld zonne- en windmolenparken gerealiseerd. En dat is wrang voor andere sectoren zoals de zorg, politie en het onderwijs, waar de werkdruk al jaren tegen het kookpunt aanhikt. Want waar het kabinet de beurs trekt voor een Nederlandse ‘Energiewende’, bezuinigt het de komende jaren tegelijkertijd 1,9 miljard op bijvoorbeeld het ziekenhuis, de wijkverpleging en de geestelijke gezondheidszorg.

Wetenschapsjournalist Marcel Crok becijferde overigens dat áls de 49 procent CO2-reductie wordt gehaald, het op termijn een afkoeling van 0,0003 graden oplevert. Een conclusie die vorige week na een factcheck door NRC als ‘grotendeels waar’ werd bestempeld.

Religieuze trekjes
Al met al een verhaal waar je vraagtekens bij kunt plaatsen. Maar juist daarvoor is vaak geen ruimte. “Klimaathysterie heeft religieuze trekjes”, vindt De Vos. “Uiteindelijk draait het allemaal om geld en macht. Met klimaatangst is veel geld te verdienen. Ik ben geen complotdenker, dat gaat me te ver. Maar er zijn hogere doelen die boven het klimaat uitstijgen.” Documentairemaker Marijn Poels ondervond dat aan den lijve.

Poels presenteerde dit jaar The Uncertainty Has Settled, een documentaire die flink wat stof deed opwaaien. In zijn film geeft hij een ontnuchterende kijk op het klimaatdebat, waarbij hij zowel alarmisten als sceptici aan het woord laat. Hij toont daarbij de gevolgen van het klimaatbeleid in Duitsland. “De energierekening is daar verdrievoudigd en honderdduizenden Duitse families kunnen hun stroomrekening niet meer betalen. Afscheid nemen van fossiele brandstoffen is een goede zaak, maar ik geloof dat we dat in een rustiger tempo moeten doen, zodat iedereen mee kan. We doen het uiteindelijk voor de mensen, dat moeten we niet vergeten. Dat waren mijn drijfveren om deze film te maken”, zegt Poels.

Filmmaker Marijn Poels. (Foto: Jan Janssen)

De Limburger wist dat zijn documentaire controversieel is en dat hij daarom weerstand kon verwachten. “Maar niet zoveel en zo agressief. Vlak na de presentatie kreeg ik al dreigementen. Ik kon de film beter niet uitbrengen, anders zou ik in de problemen komen. Dagelijks kreeg ik haatberichten via social media. Ik schrok daar van. Het heeft de heftigheid van een religieus debat.” Hij kon de film daardoor maar moeilijk aan de man brengen, en ook vanuit de media kreeg hij nauwelijks tot geen gehoor. Tijdschriften of reguliere kranten, niemand wilde er een recensie aan wijden. “Dat verbaasde me en daarom ben ik journalisten gaan bellen. Ze durven simpelweg niet over de film te schrijven. Het zou het publiek verwarren in tijden dat klimaatverandering onder druk staat door opkomend populisme. Journalistieke verantwoordelijkheid noemden ze het.” Veel bioscopen weigerden de film om diezelfde reden.

httpv://youtu.be/8RJW6SCkXyc

Volgens Poels staat het debat op slot. Voor andere perspectieven is geen ruimte, kritisch denken mag simpelweg niet. “Klimaatverandering is een feit, maar dat mens gemaakte CO2 de grote boosdoener is, blijft een interessant mysterie. Andersdenkenden worden echter verketterd en verguisd. Je wordt al snel door machtige ‘klimaathelden’ zoals Leonardo Di Caprio, Al Gore en zelfs de paus gewezen op je morele verantwoordelijkheid. Ik wil met mijn film niemand overtuigen, maar enkel hun kritisch denken op scherp zetten.”

Want Nederland is hard op weg het landschap te creëren dat Duitsland inmiddels voor een groot deel al heeft. De Helmondse wethouder Paul Smeulders (Groen Links) juicht die ontwikkeling van harte toe. Tijdens de vertoning van de documentaire in de Cacaofabriek in zijn stad stelde hij namelijk: ‘Windmolens zijn de toekomst van boeren.’ In de Duitse landbouw zie je volgens Poels de gevolgen van dergelijk beleid al terug. “De gigantische subsidies voor biogasinstallaties en windmolens hebben de landbouw in Saksen-Anhalt volledig op zijn gat gelegd. Duizenden hectare akkers worden inmiddels ingezet voor energiewinning. De ooit florerende akkerbouw in deze regio is compleet verdwenen. Is dat slim?, dat is mijn vraag.”

‘Colleges nemen ondoordachte, vergaande en dure beslissingen’

Rol lokale politiek
Ook in onze regio is klimaatverandering niet alleen een wetenschappelijk, maar vooral ook een politiek item. Links en rechts maakt men zich op voor de naderende rampspoed. Zo denkt de gemeente Asten dat daar over een paar jaar geen gras meer kan groeien, zo grillig als het klimaat wordt. En in Deurne wordt de rioolheffing ‘bewust’ niet verlaagd, want: ‘Door klimaatverandering is er steeds vaker sprake van extreem weer met wateroverlast tot gevolg. Dit vraagt in de toekomst om stevige investeringen in riolering en waterberging’, aldus de gemeente. De financiële buffer die daarvoor wordt opgebouwd, komt voor een deel dus rechtstreeks uit de portemonnee van de burger. En ook in Someren is de strijd tegen het water in alle hevigheid losgebarsten. “Waterbeheer gaat boven alles nu’’, merkt raadslid Marco Stolwijk (Lijst Someren-Heide). “Colleges nemen ondoordachte, vergaande en dure beslissingen. Geen garanties, wel bakken met extra kosten. We zien meer in maatwerk op de locatie zelf.”

Maar al die volstromende straten dan? Het is de laatste jaren toch om de haverklap raak? “Meer wateroverlast wil niet automatisch zeggen dat er meer water valt. Verstening speelt ook een belangrijke rol”, aldus De Vos. Gemeentes krijgen dat in de smiezen, en bekijken hoe ze het water weer de ruimte kunnen geven om in de grond te trekken. Daarbij wordt ook de burger gemotiveerd zijn steentje weg te halen. Simpele, goedkope manieren om wateroverlast het hoofd te bieden. Dat is ook de boodschap van De Vos. Hou het simpel, en blijf altijd kritisch denken. “Want wat betreft het klimaat: ik denk nog steeds dat het zo’n vaart niet zal lopen. En ik merk dat steeds meer mensen dat gevoel ook krijgen.”

Aldus Maarten Driessen

Bron hier.