Een gastbijdrage van Leffert Oldenkamp.
Er bestaan misverstanden over het gebruik van biomassa voor energie-opwekking. Sommigen zien dat niet zitten, omdat de verschillende vormen van biomassa (zaden, stengels, wortels, knollen, hout, organisch restmateriaal) dan voor hun primaire bestemming (voedsel en ander gebruik) of voor hun secundaire betekenis (onderdeel ecosystemen) onvoldoende beschikbaar blijven. Bovendien wordt bij verbranding van biomassa meer CO2 uitgestoten dan bij verbranding van fossielen, per opgewekte eenheid energie. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Anderen veronderstellen dat door biomassa te verbranden er netto meer CO2 zou kunnen worden vastgelegd in groei van planten dan wordt uitgestoten. Daarmee zou ‘het klimaat’ worden geholpen.
Met biomassa wordt koolstofschuld vergroot en gaan gronden verloren voor primaire voorzieningen
Vanuit diverse maatschappelijke geledingen met eigen belangen en daarop gebaseerde inzichten kwam het energieakkoord tot stand. In navolging van het IPCC, gevolgd door EU, werd merkwaardig genoeg biomassa als een hernieuwbare brandstof aangemerkt. In de veronderstelling dat weliswaar de in het verleden opgenomen CO2 bij verbranding weer in de atmosfeer terecht komt, maar in de toekomst in tenminste dezelfde mate opnieuw zou kunnen worden vastgelegd door planten. Verbruikers van biomassa zouden daardoor geen zogenaamde koolstofschuld opbouwen.
Deze simpele beschouwing van een complexe zaak bleek vervolgens niet goed uit te leggen. Immers zowel de in het verleden opgenomen CO2 als alle in de toekomst hopelijk nog vast te houden CO2 zijn van diverse oorsprong, waarbij de moleculen aan het vrije verkeer deelnemen. Al die moleculen zijn identiek voor planten en een molecuul uit biomassa heeft geen aparte positie in de nog lang aanhoudende overmaat aan CO2 moleculen. Verbranding van biomassa levert dus onnodige opbouw van koolstofschuld. Dat zou ook voor (allereerst) steenkool en (ten slotte) aardgas gelden, mits voldoende werkelijk hernieuwbare energie (wind, zon) wordt opgewekt. Dat is nog lang niet het geval.
Er werd daarnaast niets gedaan met de kennis over de verschillen in uitstoot tussen de diverse vormen van organische brandstoffen (fossielen en biomassa). Van oorsprong identiek materiaal, maar bij de fossielen is bij de vorming al in meer of mindere mate koolstof ontsnapt. Derhalve kan de uitstoot per opgewekte eenheid energie bij gebruik van biomassa (waar nog geen koolstof uit verdwenen is) tot 20% hoger zijn dan bij gebruik van steenkool en tot 50% ten opzichte van aardgas. Als er al te veel CO2 in de atmosfeer zit dan is het dus onverstandig om aardgas of steenkool door biomassa te vervangen. Planten (bomen) staan al meer dan voldoende CO2 moleculen ter beschikking om te kunnen groeien. Andere groeifactoren zijn vaak wel belemmerend, maar aan CO2 hebben planten geen gebrek.
Energie uit biomassa is van oorsprong zonne-energie. Theoretisch ligt het rendement van die potentiële energie (bij omzetting via biomassa) tussen 3 en 3,5 %, maar afhankelijk van de analysemethode tref je ook lagere waarden aan in de literatuur. In gematigde gebieden ligt dit lager door een kortere groeiperiode. In de praktijk is het rendement nog lager (minder dan 1 %) vanwege teeltverliezen en energie kostende bewerkingen van de biomassa. Het praktische gevolg daarvan is dat – als de energievoorziening op biomassa wordt gericht – er gigantische oppervlakten gewassen, c.q. bomen nodig zijn om ook maar een klein deel daarvan te kunnen realiseren. Dat gaat ten koste van de voorziening met voedsel en hout op die gronden, maar ook ten koste van het functioneren van het platteland (film Marijn Poels: ‘The uncertainty has settled’) en van bos-ecosystemen (Zembla documentaire 22 maart 2017).
Rechtstreeks via zonnecellen kan overigens een rendement uit zonne-energie van boven de 15% worden behaald.
Bovenstaande, al lang bekende zaken, zouden voldoende moeten zijn om af te zien van het gebruik van biomassa voor energie. Desondanks blijven miljarden aan SDE+ subsidies beschikbaar voor oogst en transport van houtbrokjes (pellets, chips etc.) en voor installaties om die brokjes te verstoken. Veelal zijn die installaties omgebouwd van aardgas of van steenkool op biomassa.
Op dit moment komt meer dan 60 % van de in Nederland gebruikte, zogenaamd hernieuwbare energie van biomassa. Daarvoor worden in Nederland onder meer bosgebieden omgevormd tot ‘ecologische landschappen’ om aan de sterk stijgende vraag naar chips te kunnen voldoen. Van het Nederlandse bos uit 1990 is ondertussen 14% verdwenen en dat gaat bij voortzetting van dit beleid verder. Maar ook worden buitenlandse bosgebieden leeggeplunderd (USA, Canada, Karpaten, Baltische Staten, Rusland ) om aan de West Europese vraag te kunnen voldoen. Nederland heeft als doel 14% hernieuwbare energie in 2020 op te wekken. Wanneer gerekend wordt dat 2/3 daarvan door biomassa wordt verkregen dan is er ten aanzien van CO2-reductie netto een beduidend negatief resultaat bereikt. Je zou denken dat dan meteen biomassa in de ban wordt gedaan (en kernenergie weer op de agenda komt).
Helaas zijn de (financiële en emotionele) belangen ondertussen zo groot geworden dat met behulp van medewerkers van Erasmus Universiteit (belangen haven), Universiteiten Wageningen en Utrecht (belangen bosbouwsector) en Universiteit Groningen (belangen energiesector) selectief met koolstofcijfers en met groeigegevens van bossen wordt omgegaan. Dit om de illusie, dat met bio-energie vroeg of laat het klimaat valt te redden, overeind te houden.
De belangrijkste misvattingen zijn:
- De door gewassen (bomen) bij fotosynthese opgenomen CO2 wordt, zonder rekening te houden met vluchtige processen, als opslag van koolstof beschouwd. Soms ook nog cumulatief over meerdere jaren. In werkelijkheid staat een belangrijke deel in periodieke uitwisseling met de atmosfeer ( fotosynthese, ademhaling, verrotting, vertering, omzetting) en is er voor dat deel (cyclische koolstof) geen sprake van opslag. Alleen in hout en in ondergrondse, ten dele reeds afgebroken organisch materiaal kan sprake zijn van opslag. Maar dan dient dat hout of de daaruit verkregen vezels wel een duurzame bestemming te krijgen en niet te worden verbrand. Ook moet organische stof (waaronder veen) niet worden bewerkt. Energieplantages leveren uitsluitend cyclische koolstof en dragen niet bij aan opslag van koolstof. Cyclische koolstof, die bij een volgende rotatie weer dienst doet, mag je niet sommeren en evenmin van een koolstofschuld aftrekken.
- Bij aanleg van een gewas ( al dan niet voor energie) wordt soms verondersteld dat er een extra hoeveelheid koolstof uit de atmosfeer in dat gewas blijft zitten. Dan wordt vergeten dat die oppervlakte grond voorheen met andere gewassen of opslag van kruiden, grassen, struiken of bomen was begroeid. Vaak is daarbij minstens zo veel cyclische koolstof betrokken. Er wordt dus geen extra CO2 vast gelegd. Ook als er door meerjarige gewassen eenmalig en over langere tijd meer cyclische koolstof in het geding is, wordt netto daarmee het CO2 probleem niet verminderd.
- Bossen worden, ongeacht hun beheertoestand en ongeacht de wereldwijd sterk dalende oppervlakte, onrealistische eigenschappen toegekend voor het vasthouden van CO2. De realiteit zou moeten zijn dat slechts in hout en ondergrondse organische stof van langdurig vasthouden van koolstof sprake is. Voor de al bestaande overmaat aan CO2 is de huidige toestand van bossen dramatisch. Er wordt onvoldoende verjongd met bomen die een substantiële bijdrage aan de houtaanwas kunnen leveren, goede groeiers worden gekapt en vervangen door bomen en struiken met veel geringere aanwas potenties. Daarnaast wordt er onvoldoende ruimte in te dichte bossen geschapen om groei te bevorderen (dunning van bos). Nog ongunstiger wordt het wanneer begrazing ( runderen etc.) als instrument voor beheer wordt ingevoerd. Dat betekent dat de toekomstige groei geheel wordt verwaarloosd (de betrokken koolstof wordt in sterkere mate cyclisch). Naast deze verwaarloosde toestand is er wereldwijd ook nog sprake van een jaarlijks verlies aan oppervlakte bos van bijna 7 miljoen ha (FAO), hoewel actuele berichten doen vermoeden dat dit fors aan het stijgen is. Bosbouwkundig wordt de houtgroei, die jaarlijks voor een gebied kan worden bereikt , uitgedrukt in m3 per ha. Die zogenaamde ‘lopende aanwas’ zou dus moeten stijgen als de overmaat CO2 in de atmosfeer moet dalen. Als er extra CO2 door stoken van biomassa bij komt, dan dient de lopende aanwas nog meer te stijgen. Bosgebieden worden echter kleiner en het beheer van de overgebleven bossen laat sterk te wensen over: onvoldoende dunningen, geen of ondeugdelijke verjongingen. Een sterke daling van de lopende aanwas is wereldwijd het gevolg. Deze daling valt niet in korte tijd te corrigeren. Daarvoor moeten allereerst de beheermethoden worden verbeterd en de afname van het bosareaal stop gezet. Uiteraard is bosuitbreiding niet verkeerd, maar zelfs met miljoenen hectaren per jaar is dat nog maar een druppel op een gloeiende plaat. Met een realistische berekening kwam ik voor 100.000 ha bosuitbreiding in Nederland (een inmiddels verzwegen actieplan) tot een gemiddelde vastlegging van 1 mega ton CO2 per jaar, maar pas over 40 tot 50 jaar. Te laat en te weinig. In werkelijkheid wijst alles erop dat de bosoppervlakte in Nederland eerder zal afnemen dan toenemen. Ook stelden de initiatiefnemers van het actieplan dat een deel van het hout als biomassa zou kunnen dienen, waarmee het paard achter de wagen werd gespannen.
- Sommige bosbouwers uit de biomassa wereld verdedigen zich inmiddels door te beweren dat uitsluitend resthout en afval wordt gebruikt. Dan zou er minder volume worden verbrand en kan de uitstoot eerder worden vastgelegd (korte compensatietijd). Maar resthout en afval zijn onderdeel van een reguliere kapcyclus. Bij elke kap komen zwaardere en lichtere sortimenten ter beschikking met het nodige aan afval. Voor al die onderdelen (ook afval) geldt dat bij verbranding extra CO2 uitstoot ontstaat ten opzichte van steenkool en aardgas. Alleen de zwaardere sortimenten kunnen voordeliger in duurzame toepassingen met blijvende vastlegging (bv. constructiehout) terecht komen, wat minder nadelig kan zijn. Maar als bossen niet geschikt zijn voor vastlegging van extra uitstoot, geldt dat ook voor uitstoot van resthout. Ten slotte : als de energievoorziening substantieel geholpen moet worden met biomassa zijn –juist bij gebruik van uitsluitend resthout -nog steeds omvangrijke arealen bos nodig, die er niet duurzaam zijn.
- Andere bosbouwers beweren dat ze juist geen resthout en takhout meer gebruiken. Dat is ook logisch want dat materiaal bleek slechts met veel kosten geschikt te maken voor verbranding. Bovendien kwam uit het veld de kritiek dat dergelijk materiaal niet gemist kan worden bij de opbouw van een gezonde bosbodem. Deze gebruikers – evenals die ad d. – doen vervolgens vooral een beroep op de pellets die uit het (verre) buitenland worden geïmporteerd, waarvan niet direct zichtbaar is met welke vernielingen van bossen dat gepaard gaat.
- Een bijzondere vorm van onbegrip wordt getoond als wordt beweerd dat bossen nog genoeg CO2 vast leggen, zolang niet alle aanwas wordt geoogst of zo lang er een hoge houtvoorraad is. Echter, bij de huidige toestand van onze bossen is dat een teken dat er onvoldoende oud bos wordt vervangen door jong bos. Dat laatste is noodzakelijk om de toekomstige groei op peil te houden. Als je bomen lang laat staan gaat de groei verminderen. Zo lang de bestaande tendens van dalende lopende aanwas niet wordt omgebogen naar stijgende lopende aanwas, wordt er steeds minder CO2 vastgelegd door bossen.
- Een groeiend bos zou op termijn alle uitstoot kunnen compenseren. Helaas, zonder de zeer moeilijk te realiseren structurele verbeteringen bij het bosbeheer en zonder substantiële bosuitbreiding valt er weinig te compenseren.
Certificering
De overheid heeft onder druk van milieu organisaties criteria ontwikkeld om verantwoord gebruik van biomassa te garanderen: de zogenaamde NTA criteria, die afkomstig zijn uit systemen van certificering van duurzaam bosbeheer als FSC en PEFC. Gezien het voorgaande is verantwoord gebruik per definitie onmogelijk. Immers een houtbrokje uit gecertificeerd bos stoot even veel CO2 uit als een houtbrokje uit niet gecertificeerd bos. Het gebruik van biomassa uit welk bos dan ook blijft even onverantwoord. Desondanks wordt voor oogst van houtbrokjes uit gecertificeerd bos subsidie verstrekt. Ten onrechte wordt bovendien verondersteld dat die bossen de uitstoot zouden compenseren. Helaas, juist bij FSC en PEFC wordt onvoldoende aandacht geschonken aan te verbeteren houtaanwas. Ook wordt beheer aangemoedigd waarbij meer cyclische koolstof ontstaat (stimulering van begrazing, verwijdering exoten, open landschappen). Biodiversiteit wordt tegenover houtproductie gesteld, wat bij goed bosbeheer niet aan de orde is. Op basis van deze criteria blijft vastlegging van CO2 een illusie.
Recente artikelen in De Groene en Trouw
Op 22 november j.l. verschenen in deze bladen artikelen (Groene, Trouw) op basis van een gezamenlijke studie. Daarin werd de essentie voor het afwijzen van biomassa weergegeven: er wordt met biomassa meer vervuild dan met fossielen. Ook werd al schoorvoetend door sommige onderzoekers gewezen op de erg lange termijnen die nodig zijn om enig gunstig effect te mogen verwachten van CO2-vastlegging door bossen. Dat er naast een lange termijn ook sprake moet zijn van structurele verbeteringen bij het bosbeheer kwam nog niet aan de orde. Maar deze artikelen kunnen helpen om de misvattingen, zoals hiervoor aangegeven, opnieuw aan de kaak te stellen.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
Op een sessie van de klimaatconferentie in Parijs werd al een presentatie verzorgd waarin de essentiële bewaren tegen biomassa aan de orde kwamen (Biomyths). De KNAW heeft in 2007 en 2015 symposia georganiseerd met voldoende stof tot nadenken. Artikelen in diverse tijdschriften behandelden sindsdien de bezwaren. Desondanks blijven de milieuorganisaties en vooral het ministerie van Economische Zaken (2015:Strategische visie biomassa 2030) volharden in hun misvattingen. Met als gevolg dat er SDE+ verdienmodellen zijn ontstaan, waarmee het milieu zwaarder wordt belast. De Tweede Kamer heeft kennis genomen van deze problematiek (2016), maar durfde niet door te bijten.
Vooruitzichten
Vroeg of laat zal de kwalijke SDE+ subsidie wel worden stop gezet. Bosvernieling door overmatige oogst van biomassa kan dan stoppen.
Daarna zou een aanzet kunnen volgen om meer en beter functionerend bos te krijgen. In Nederland, maar vooral wereldwijd. Daarmee kan, naast het ecologische belang ook het belang van de houtvoorziening voor komende generaties worden gediend. Bovendien: Juist de extreme voorbeelden van rampen, die vaak aan klimaatverandering worden toegeschreven, blijken voor een belangrijk deel aan ontbossingen te kunnen worden toegeschreven. Wat mij betreft kan het devies dan ook luiden: minder aandacht voor CO2, meer voor bos.
Aldus Leffert Oldenkamp
Dit artikel verscheen het eerst op Climategate.nl.
Zie hier voor onze auteurs en bekijk de filmpjes van climategate TV.
.
verstandige opmerking
” Andere groeifactoren zijn vaak wel belemmerend, maar aan CO2 hebben planten geen gebrek.”
Daar zullen de “sceptici”wel over vallen
Maar ik ben het wel met je eens dat biomassa geen oplossing is op de lange termijn
Stel ,je woont op de Veluwe in éen groot bos. Een bos dat je beschutting geeft, dat zuurstofrijk is, dat koelte geeft en waaruit je hout kunt oogsten voor zover het bos dat toelaat en nog veel meer. Dan komt de overheid die zegt dat ze al het bos gaat verbranden in elektriciteits- en warmtecentrales met een rendement van 0,00000 %; een negatieve energiebalans ten gevolge van het lage droge – stof gehalte van vers gekapt hout en transport met schepen en vrachtwagens, waardoor uiteindelijk de cumulatieve uitstoot van CO2, NOx , roet en fijnstof , vele malen hoger zal zijn, dan wanneer de centrale met gas of kolen zou zijn gestookt.
Je weet dat er over een paar jaar van de Veluwe niet meer dan een kale vlakte zal resten, maar het is goed zo.
https://www.biobasedpress.eu/2012/10/staatsbosbeheer-wood-is-competitive/
http://reports.climatecentral.org/pulp-fiction/2/#section-1
De gevolgen van biomassa voor de nationale energievoorziening:
het paard is de traditionele biomotor.
Nederland gebruikt thans de power van 500 miljoen paarden, die voor hun voer 220 maal onze landoppervlakte nodig zouden hebben.
Een energievoorziening met 50% biomassa en gebruik van 5 x onze landoppervlakte in het buitenland kan slechts welvaart leveren voor 5% van de bevolking. Terug dus naar een feodaal stelsel.
Bjørn Lomborg
The big slide in renewable energy tells the real story
https://wattsupwiththat.com/2017/11/26/the-big-slide-in-renewable-energy-tells-the-real-story/
Opvallend dat groen wel het onterechte AGW-standpunt van het KNAW omarmt en niet het terechte KNAW-standpunt over bio-energie.
De KNAW is een merkwaardige organisatie. Onlangs was ik hoopvol getogen naar een lezing in de bieb van Amsterdam over het huidige onvermogen met angst om te gaan. (milieu organisaties zijn handelaren in angst) Maar het bleek matig cabaret te betreffen over de angst van de spreker voor optreden in het openbaar. Niks maatschappelijks. Protestbrief geschreven, geen antwoord ontvangen. KNAW kan beter herdoopt worden in KNAK (K van kleinkunst).
David,
Ik vind jou ook gemotiveerd spor angst en totaal irrationeel
Het wordt misschien een beetje eentonig, maar ook biomassa mag je klasseren onder non-profitable resources. Net als schalieolie/gas, teerzand en bio-ethanol. Vooral natte biomassa is in de begintoestand zelfs laagenergetisch. Om het op te werken tot een bruikbaar eindproduct mag je dus bakken (fossiele) energie toevoegen, zodat je uitkomt op een EROIE van tussen 1 en 5, afhankelijk van de locatie op de aardbol waar je het vandaan sleept. Het is dus geen wondermiddel maar een disaster, omdat het ons versneld afhelpt van de voorraden goedkope fossiele brandstoffen zonder enige waarde toe te voegen.
Helemaal mee eens terwijl daarbij het huidige milieu op onze aardbol voor mens en dier naar de knoppen wordt geholpen.
Bedankt, Leffert, voor de uitleg.Ik vond al jaren, dat je met je klomp kon aanvoelen dat het totale onzin was met die biomassa-energie, zonder overigens de moeite te nemen het te kwantificeren. Toen ik echter in de Groene las, dat er een echte hoogleraar bio-energie bestaat, dacht ik dat ik wel iets essentieels over het hoofd zou zien.
Na dit artikel heb ik weer wat meer vertrouwen in mijn klomp.
Kunnen er niet een Eerste en Tweede Hoofdwet Bio-energie opgesteld worden?
De Eerste op grond van Davids paarden. De tweede betreffende het cyclische karakter?
Zelfs het groene partijorgaan Trouw is het hier mee eens …
Waarom biomassa een grotere klimaatkiller is dan steenkool
https://www.trouw.nl/groen/waarom-biomassa-een-grotere-klimaatkiller-is-dan-steenkool-~a8d089d1/
Dit feitelijke artikel toont de idiotie aan van huidige “duurzaam” en is de tikkende tijdbom onder de belastinggeldverspilling aan SER+ energie akkoord en RutteIII’s-nieuwe -extra-klimaat-ambities en betekent definitief het dode einde voor de GroenLinkse mythe van Jesse Klaver. Nu nog plaatsing in Elsevier.
Het wordt hoog tijd dat zowel de 2e als de 1e kamers zich uitspreken over de kwaliteit van de aannames en plannen van het Energie Akkoord. Al jaren doen de kamers alsof hun neus bloed en laten beslissingen kritiekloos over aan de klimaatconferenties. Bedroevend !
Omdat de meesten er totaal geen verstand van hebben. We hebben te maken met een verwurging van onkunde. Politiek heeft geen kennis van zaken maar bepaalt wel waar onderzoekgeld naar toe gaat. Onderzoekers willen de betalers niet tegenspreken zodat niemand zich zal branden aan verzet tegen heersende mening.
“Juist de extreme voorbeelden van rampen, die vaak aan klimaatverandering worden toegeschreven, blijken voor een belangrijk deel aan ontbossingen te kunnen worden toegeschreven. “
Inderdaad, daar moet goed op gelet worden. Vaak zijn veel van die rampen wel aan onzorgvuldig, onnadenkend gedrag van de mens te wijten, maar in genen dele aan CO2 uitgestoten door de mens.
De aarde warmt iets op, maar dit komt niet door CO2 .
Als biomassa niet meer mag worden meegeteld, voelt Nederland zich internationaal in zijn hemd staan, want dan halen we de 14% duurzaam nooit. En omdat in je hemd staan niet-blank is, blijven we biomassa meetellen. Da’s logisch toch? Politiek is wat anders dan wetenschap.
“niet-blank” is zo’n ipad verbetering. Bedoeld is natuurlijk niet prettig of zo. Sommigen zouden zeggen beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, maar gezichtsverlies in Europa is een te grote hobbel om te nemen.
waar blijft de partij Don Quichote tegen de windmolens?…wie kan…wie durft…politiek blijkt in de msm de beste marketing…..mvg…bart.
Staatsbosbeheer opgericht nadat er bijna geen bomen meer water in Nederland.
Nu zijn ze bezig om de bossen te verbranden. Het verdienmodel gaat niet uit van duurzaam bosbeheer.
https://www.linkedin.com/pulse/onze-bossen-verdwijnen-de-biomassa-centrales-heeft-hugo-matthijssen-/
Dank voor deze reacties. 1e en 2e hoofdwet op biomassa zal nuttig zijn en we zullen Faaij moeten vragen daar een voorzet voor te maken. Kan hij zweten. Overigens is Trouw geenszins om. Weliswaar was het eerste deel van het artikel ( meer uitstoot met biomassa) al vernietigend voor hun eigen standpunten , maar in het tweede deel kwam een select gezelschap aan het woord waarvan de uitspraken toch weer de nodige hoop aan de biomassa stokers gaven. Weliswaar op onzin gebaseerd, maar Trouw nam niet de moeite dat goed uit te zoeken. Zie daarvoor het artikel in climategate.
Opmerkelijk is verder de rol van Nijpels ( de grote animator van het energieakkoord en het gebruik van biomassa). In de periode dat hij voorzitter was van het bestuur van Face ( aanleg bossen voor vastlegging van CO2) heb ik in het reuzengebergte ( waar succesvol 15.000 ha bos werd aangelegd op terreinen die onder invloed van de bruinkoolmijnen stonden) uitvoerig met hem van gedachten gewisseld over het belang om Co2 in hout te laten zitten. Hij is die uitleg al lang vergeten.
Nijpels beseft kennelijk niet dat het verstoken van biomassa zo snel gaat dat de natuur (bomen) daar niet tegen op kan groeien. In juli 2013 werd het Energieaccoord gesloten met ca. 40 partijen. Geen enkele van die partijen was gekozen met een mandaat van de bevolking. Pure hobbyisten. Zoals o.a. Milieudefensie, etc.
Nijpels is toen door zijn politieke vriend Henk Kamp aangewezen als ‘borger’ van dit Enenergieaccoord. In een tv interview beweerde Nijpels dat windenergie gratis is!
Helaas klopt het wat hij zei. Immers voor de rijksbegroting is windenergie neutraal, want… de burger betaalt middels mileu toeslagen op zijn energierekening. Zoals de ecotax, de Subsidie Duurzame Energie (SDE) en daar komt bij de Opslag Duurzame Energie (ODE)
Biomassa is jonge steenkool, politiek neemt het mee in reductie CO2, wetenschap niet
Periode Ouderdom Delfstof % Koolstof
Carboon >300miljoen jaar Steenkool >90%
Mioceen 23,5-5miljoen jaar Bruinkool 75%
Holoceen <11000jaar Turf 60%
Holoceen <100jaar Hout/Biomassa 50%