Voor sommige klimaatbevlogenen is de democratie niet heilig.

Onder de titel, ‘Wenn Forschern die Demokratie lästig wird’, schreef ‘Der Spiegel’ in december 2009 na de klimaattop van Kopenhagen:

Der Kopenhagener Gipfel ist gescheitert – und Klimaforscher spielen mit dem Gedanken an eine autoritäre Regierungsform, um die globale Erwärmung zu bewältigen. Die Wissenschaftler Nico Stehr und Hans von Storch warnen vor dieser antidemokratischen Strömung.

Die Demokratie scheint in der Forschung unantastbar zu sein. Ernsthafte, öffentlich und lautstark vorgetragene Zweifel von Wissenschaftlern an der Demokratie als politischem System lassen sich kaum finden – es sei denn, sie sind von Diktatoren aufgefordert, sich zur Abwesenheit der Demokratie in ihrer Gesellschaft zu äußern. In einem solchen Fall verlieren sie mit Recht jede Legitimität, als Wissenschaftler ernst genommen zu werden.

Auf dem Feld der Klimaforschung und Klimapolitik aber kann man das Gegenteil beobachten – insbesondere nach dem Scheitern des Kopenhagener Klimagipfels. Es ist nicht mehr nur der tiefe Graben zwischen Erkenntnis und Handeln, der beklagt wird – es ist die lästige Demokratie, die als Schuldige ausgemacht wird.

Führende naturwissenschaftlich orientierte Klimaforscher betonen, die Menschheit stehe an einem Scheideweg. Das ökonomische und politische Weitermachen führe in die Katastrophe. Um eine global nachhaltige Lebensweise zu realisieren, bräuchten wir umgehend eine “große Transformation”, fordert etwa Hans Joachim Schellnhuber, Direktor des Potsdam Instituts für Klimafolgenforschung. Was genau damit gemeint ist, bleibt oft vage. Ein Teil, wenn nicht sogar das Herzstück dieser großen Transformation ist in den Augen mancher Klimaforscher – und anderer Wissenschaftler, die sich an der Diskussion beteiligt haben – ein anderes Politikregime: “Wir benötigen eine autoritäre Regierungsform, um den Konsens der Wissenschaft zur Treibhausgasemissionen zu implementieren,” argumentieren die Australier David Shearman and Joseph Wayne Smith in ihrem Buch “The Climate Change Challenge and the Failure of Democracy”.

Zie verder hier.

Ook de directeur van het ‘Potsdam Institut für Klimafolgenforschung’ (PIK), Hans-Joachim Schellnhuber flirt met de gedachte van een meer autoritair politiek systeem om de klimaatdoelen te bereiken.

Eerder schreef ik daarover:

Naast zijn directeurschap van het PIK is Schellnhuber ook voorzitter van de ‘Wissenschaftlichen Beirat Globale Umweltveränderungen’ (WBGU). Dit adviesorgaan is enigszins vergelijkbaar met onze WRR, maar het legt de lat aanmerkelijk hoger. Enkele jaren geleden heeft deze raad vanuit klimaatoverwegingen voorstellen gedaan voor een nieuwe politieke en economische wereldordening, waarbij de democratie niet als onaantastbaar diende te worden beschouwd. ‘Fools rush in where angels fear to tread!’

Het rapport is hier te vinden.

Het spreekt vanzelf dat dit rapport grote weerstand opriep.

Spiegel Online rapporteerde daarover het volgende:

Doch mittlerweile häuft sich Kritik an den Gutachten des WBGU. Der letzte große Bericht las sich wie Schellnhuber in Reinkultur: Der Beirat erneuerte seine alte Forderung nach einer “Großen Transformation” der Zivilisation. Der ambitionierte Weltplan sieht kontinentale Arbeitsteilung vor: Die gemäßigten Breiten produzieren Nahrung, die Subtropen Sonnenenergie, und die Tropen dienen der Erholung und der Erhaltung der Artenvielfalt. Das Gutachten sorgte für ungewöhnlich viel Zorn und Spott, insbesondere in konservativen Kreisen, auch im Wirtschaftsministerium. Der Beirat der Bundesregierung fordere eine “Ökodiktatur”, hieß es in Dutzenden Kommentaren. Das “ideologische Pamphlet” habe dem WBGU geschadet, nörgeln aber auch alte WBGU-Weggefährten Schellnhubers. Es habe die Befürchtung bestätigt, dass Schellnhuber in dem Gremium Kontrahenten fehlten. In den neunziger Jahren bevölkerten den WBGU noch allerlei “neoliberale Wirtschaftswissenschaftler”, wie die alten Kollegen sie heute abschätzig nennen. […] Mittlerweile aber steht der WBGU auch wegen der Einhelligkeit seiner Gutachten in der Kritik. Zwar erlaubt die Satzung des Beirats ausdrücklich, dass abweichende Meinungen in den Gutachten betont werden. Dennoch führen die Wissenschaftler in keinem ihrer Werke Minderheitenvoten auf.

Lees verder hier en hier.

Maar het idee duikt steeds weer opnieuw op. Zo vestigde Bjørn Lomborg onlangs de aandacht op een interview met Jørgen Randers, professor klimaatstrategie aan de Noorse Business School, dat in ‘Svenska Dagbladet’, een Zweedse kwaliteitskrant rechts van het politieke midden, verscheen onder de titel ‘Demokratin måste pausas för att lösa klimatkrisen‘.

Bjørn Lomborg schreef daar onder meer over:

Prominent environmentalist proposes a climate dictatorship because democracy is just not willing to do his policies.

The gall of this argument is staggering. It is even more staggering that the Swedish newspaper bringing this large interview today does not clearly mark the viewpoint as extreme and unreasonable. Instead, they seriously have their political analyst muse about whether a climate dictatorship is really necessary, and ending with a conclusion of ‘yeah, possibly.’

The claim comes from Jørgen Randers, professor of climate strategy at BI Norwegian Business School. His main claim to fame is as co-author of the 1972 Limits to Growth book, which scared a generation to believe we would run out of all resources and kill humanity with suffocating air pollution. …

Of course, their scare scenarios were almost entirely wrong. …

Now Professor Randers — correctly – tells us that democracy is unwilling and unable to pay the exorbitant amounts that he and many other environmentalists are asking us to pay. Surveys of willingness to pay for climate policies show most people in the US are willing to pay $180 per household or $70 per person. In China, the average willingness to pay is $30 per person per year. (They would all rather use it on education, health, poverty alleviation etc.)

Yet, the current Paris promises will cost each American $500 per year, each European $600 and each Chinese $170. Of course, most Americans and Europeans are unlikely to elect leaders that will actually incur a much larger cost than most people are willing to pay.

Moreover, these promises will not *solve* global warming – indeed, they will together achieve almost nothing: By the UN’s own estimate, the Paris Treaty will reduce emissions by less than 1% of what would be needed to keep temperature rises under 2°C and yet cost $1-2 trillion per year by 2030, mostly in reduced GDP growth. So Paris will deliver far less than what most people expect, yet will cost much more than most people are willing to pay.

Of course, most smart people would be against paying lots for achieving little or nothing. If anything, this suggests that democracy works just fine.

But Randers instead takes this unwillingness to spend fortunes on little benefits as an argument for ending democracy. ‘if people don’t want my preferred solution, then people are stupid, shouldn’t be allowed to decide their fate, and we should install a climate dictatorship instead.’ The argument literally seems to be: If I can’t have my way in a democracy, I want my way with a dictatorship.

Lees verder hier.

Ook al spelen GroenLinks en de PvdA geen rol meer in de huidige coalitie hun ideeën voor een klimaatwet lijken toch door het huidige kabinet in het regeerakkoord te zijn overgenomen.

Tegen deze achtergrond schonk ook Martin Sommer onder de titel ‘ Klimaatwet en democratuur’ afgelopen zaterdag in de Volkskrant aandacht aan de spanning tussen ‘consensus’wetenschap en democratie. Ik pik er een aantal fragmenten uit.

Citaat:

Het klimaatvraagstuk begint bij de wetenschap. Uitgangspunt is, zoals gezegd, de wetenschappelijke consensus.

Hier heeft Martin Sommer, een doorgaans uiterst kritische journalist, zich laten meeslepen door de stelselmatige desinformatie die hier al tientallen jaren over wordt verspreid. Dat is een sprookje. Er is helemaal geen consensus, zoals wij al vele jaren uitvoerig en goed gedocumenteerd hebben betoogd (zie o.a. hier.) En ook al zou er consensus zijn – hetgeen niet zo is – kan dat nog niet als wetenschappelijk bewijs worden beschouwd.

Sommer vervolgt:

Daaruit vloeit vanzelf voort wat er op politiek moet gebeuren, tot 2050 aan toe. Er is dus en rationeel doel en er is een verstandige manier om dat doel te bereiken.

Uit het voorgaande blijkt dat dat zulks in het geheel niet zeker is. Los daarvan is een Nederlandse inspanning op dat terrein geheel verwaarloosbaar in het licht van de inspanningen die andere landen zich getroosten, zoals we al vele malen hebben aangetoond. Het is een illusie te denken dat Nederland in zijn eentje de planeet kan redden. Er is dus geen rationeel doel en al helemaal geen verstandige manier om dat te bereiken.

Sommer:

Het is geen toeval dat de grootste bestrijders van de opwarming het water in de mond krijgen bij de aanpak van de autoritaire Chinezen, terwijl wij hier maar voortsukkelen …

Die reflex berust op een hardnekkig misverstand en een naïeve voorstelling van zaken dat de Chinezen een effectief beleid zouden voeren wat betreft de vermindering van hun CO2-uitstoot. Dat doen ze niet. Hun CO2-uitstoot neemt nog steeds snel toe.

Sommer:

Ook onder de klimaatwetenschappers vinden we niet de grootste democraten. Als de gewenste uitkomst vastligt, hoeven we bij wijze van invuloefening allen nog maar vast te stellen waar de windmolenwouden komen te staan ….

Op deze website hebben wij, met verwijzing naar de desbetreffende berekeningen, vele malen betoogd dat wind- en zonne-energie geen of nauwelijks CO2-uitstoot besparen, hetgeen door recente cijfers van het CBS, die een toenemende CO2-uitstoot laten zien, wordt bevestigd.

Sommer:

Een rechtgeaarde liberaal kan hier onmogelijk blij mee zijn. En uitgerekend de VVD levert de klimaatminister. U mag zelf uitmaken wat dit betekent voor het gehalte van het liberale gedachtegoed in die partij.

Dat is een retorische – maar terechte – vraag die bij vele liberalen onaangename gevoelens oproept. Maar niet alleen bij hen, ook bij andere democraten. Die gevoelens hangen deels samen met de ondermijning van democratische besluitvorming en deels ook met de wijdverbreide, stelselmatige manipulatie die er op klimatologisch gebied heeft plaatsgevonden.

Lees verder hier (achter betaalmuur).

Laten we hopen dat het onderzoek van de Amerikaanse ‘Environmental Protection Agency’ (EPA), waarover hier eerder werd gerapporteerd, daaraan een einde maakt.

Maar hoe het ook zij, klimaat maakt meer kapot dan je lief is.