Persbericht De Groene Rekenkamer.
De recente veranderingen van het Nederlandse klimaat zijn goed te ‘verklaren’ zonder grote invloed van broeikasgassen. Meer zon en een veranderde luchtcirculatie hebben vermoedelijk een aanzienlijk effect gehad op zowel de temperatuur als neerslag in Nederland. Dat is een van de hoofdconclusies van het rapport ‘Waarom de KNMI-scenario’s niet zullen uitkomen’. Het rapport is geschreven door wetenschapsjournalist Marcel Crok en klimaatblogger Rob de Vos en uitgebracht door Stichting De Groene Rekenkamer.
De titel van het rapport is een knipoog naar het KNMI dat volgens de auteurs veel te stellig is over claims uit de in 2014 gepubliceerde KNMI-scenario’s. Zo schrijft het KNMI in haar brochure over de scenario’s dat “[d]e temperatuur in Nederland verder [zal] stijgen” en “[o]p jaarbasis ligt de opwarming in Nederland tussen 1,0 en 2,3°C rond 2050”. Het KNMI erkent in achtergronddocumentatie echter dat aan de KNMI-scenario’s überhaupt geen kansen te verbinden zijn. Het is dus niet te zeggen of de kans op 1 tot 2,3°C aan opwarming in 2050 1% of 99% of welk percentage dan ook zal zijn. Het taalgebruik van het KNMI suggereert echter een 100% zekerheid dat de opwarming in de range 1-2,3°C zal liggen en dat is onjuist.
Veel meer zon
De gemiddelde temperatuur in Nederland is sinds 1900 gestegen met zo’n 1,8°C en het KNMI schrijft die opwarming haast stilzwijgend toe aan broeikasgassen. Dit rapport stelt echter dat veranderde luchtcirculatie misschien wel de belangrijkste factor geweest is voor de toename van de temperatuur in ons land. Een grotere aanvoer van zachte lucht vooral in de winter (meer zuidwestenwind) leidde tot een snelle toename van de temperatuur vanaf eind jaren ’80. Ook het schoner worden van de lucht boven ons land heeft ervoor gezorgd dat vanaf de jaren ’80 de hoeveelheid zonnestraling met maar liefst 10% is toegenomen (gemiddeld een uur meer zon per dag). Het is aannemelijk dat ook deze zogenoemde brightening een rol heeft gespeeld bij de opwarming.
Extreme neerslag niet extremer
Het is algemeen geaccepteerd in het Nederlandse publieke debat over klimaatverandering dat extreme neerslag in Nederland steeds extremer aan het worden is. Dit rapport kan die conclusie echter niet bevestigen. Weliswaar zijn er meer dagen met extreme neerslag maar uit de neerslagmetingen van het KNMI blijkt niet dat extreme neerslag ook extremer is geworden, dat wil zeggen dat buien intensiever zijn geworden.
De totale neerslag is in Nederland wel toegenomen maar piekte in 2000 en is inmiddels weer terug op een niveau van zo’n 800 mm/jaar. Dat is het niveau dat we kennen uit de jaren ’60 van de vorige eeuw.
Al twintig jaar nagenoeg geen opwarming
Het rapport laat ook zien dat de opwarming in Nederland grotendeels te herleiden is tot een sprong eind jaren ’80. De laatste twintig jaar staat de opwarming in Nederland nagenoeg stil. In dezelfde periode is het CO2-gehalte van de atmosfeer met bijna 12% gestegen. De KNMI-scenario’s suggereren echter dat de temperatuur tot 2050 gemiddeld iedere tien jaar 0,18 °C (het gematigde scenario) tot maar liefst 0,42 °C (het warme scenario) warmer zou moet worden. Ook de historisch waargenomen zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust ligt met 1,8 mm/jaar ver beneden de verwachtingen in de KNMI-scenario’s (2,7 mm/jaar tot 7,3 mm/jaar tot aan 2050).
Het KNMI zou meer aandacht moeten besteden aan het vergelijken van hun modelsimulaties met de recente veranderingen in het Nederlandse klimaat om te laten zien hoe goed of hoe slecht de modellen overeenkomen met de waarnemingen.
Overgevoelig
Er zijn sterke aanwijzingen dat modellen ‘overgevoelig’ zijn voor CO2 en dus te veel opwarming ‘produceren’. Bovendien stelt het rapport dat het “warme scenario” van het KNMI (dat gebaseerd is op het RCP8.5-scenario van het IPCC) onaannemelijk is. Dit scenario gaat uit van een vertienvoudiging van steenkoolgebruik in 2100 en wordt door experts inmiddels als onrealistisch bestempeld en zou eigenlijk niet meer als referentie gebruikt moeten worden voor beleidsstudies.
Op basis van bovenstaande achten de auteurs het niet aannemelijk dat de KNMI-scenario’s zullen uitkomen.
Het rapport is gratis te downloaden via:
www.groenerekenkamer.nl/download/GRK-rapport-KNMI-scenarios-def.pdf
Modellen zijn leuk, maar ook levensgevaarlijk. De veronderstellingen in modellen moet je steeds controleren met de werkelijkheid. Naar mijn weten zijn er geen modellen die achteraf gezien een juiste voorspelling hebben gedaan. Ook het IPPC erkent de overschatting van de rolvan CO2. Dat valt natuurlijk helemaal verkeerd bij klimaatalarmisten en politici. De draconische maatregelen die onze overheid en de samenleving miljarden Euro’s kosten zijn helaas wel op die modellen gebaseerd. Helaas zullen politici nooit toegeven dat ze fout zaten. Inmiddels mag de burger wel opdraaien voor het gelag.
Wat een dik document!
Alvast een tip aan Marcel Crok en Rob de Vos:
verander even het allerlaatste cijfertje op pagina 129 :-)
OK december 2018 veranderd in januari 2018.
scherp gezien Bart.
Speelt ook het urban heath island effect geen rol. Nederland is sterk verstedelijkt.
“Het is de taak van het KNMI om de Nederlandse samenleving objectief en feitelijk te berichten over de status quo van het klimaat en over wat ons in de nabije toekomst mogelijk te wachten staat. Het instituut lijkt echter steeds vaker de neiging te hebben om op de emoties van het publiek in te spelen om mogelijk daarmee actief de politiek en het beleid te willen sturen”
Als je als organisatie alleen maar klonen in je kaders produceert dan wordt je van buiten af opgegeten (Fons Trompenaars, 2007)
Mooi stuk. Dank. Ik voorspel dat het KNMI niet geïnteresseerd zal zijn in de aanbevelingen.
Engeland is goed vergelijkbaar met Nederland. Al 20 jaar geen opwarming, van 1996 tot 2016 volgens CET (central england temperature)
https://www.dropbox.com/s/ze9e9ahf61upjcr/Bestand%2027-10-17%2020%2011%2044.jpeg?dl=0
Het 30-jarig gemiddelde van de CET loopt anders nog steeds op (2016, 2017 heb ik nog niet beschikbaar)
http://www.logboekweer.nl/International/UnitedKingdom/CET_Temp.pdf
30 jaar loopt nog wel op Bart, maar 20 jaar niet meer. Dus stagnatie.
Dan zit je wel binnen de vereiste nauwkeurigheid voor het vaststellen van klimaatverandering (30 jaar). Hier het verloop van de CET tot en met 2017
https://www.metoffice.gov.uk/hadobs/hadcet/index.html
Voor alle zekerheid, hier is de samenvatting van het rapport:
http://www.groenerekenkamer.nl/download/Samenvatting-KNMI-rapport.pdf
Ik kan het aanbevelen.
Dat is dus niet de samenvatting van een KNMI-rapport
@Hans Wel van het rapport over de KNMI-scenario’s. Er is geen sprake van een rapport van het KNMI. Wat bracht je op dit idee?
De naam van het pdf
wederom een interessant verhaal.
Wie gaat deze studie eens punt voor punt doorspreken met Hiemstra?
Een debat wellicht: Hiemstra met beide auteurs, gemodereerd door Marianne Zwagerman, bij WNL?
Jeroen
Laten we het gewoon nogmaals zeggen, CO2 doet (bijna) niets aan de temperatuur, maar zorgt wel voor vergroening en dus de voedselvoorziening. Laten we zuinig zijn op dit weldadige gas. We zullen het in de toekomst misschien nog hard nodig hebben, als er een grote temperatuur daling plaats vindt. Niet voor de temperatuur, maar voor ons voedsel.
Scenario’s voorspellen niets. Ze zetten alleen een aantal mogelijke ontwikkelingen naast elkaar, onder verschillende veronderstellingen: meer of minder globale opwarming, meer of minder westelijke circulatie. Niemand weet welke van de veronderstellingen waar zullen worden; misschien moet rekening worden gehouden met heel andere veronderstellingen (bijvoorbeeld globale stagnatie van de opwarming). En dus kunnen uit de scenario’s geen voorspellingen worden afgeleid. Het KNMI weet dat ook wel, maar hun woordvoerders zijn daar niet eerlijk over. Rob van Dorland zegt en schrijft bijvoorbeeld vaak dat een bepaalde weergebeurtenis in overeenstemming is met de klimaatscenario’s van het KNMI. Maar hij weet best, dat er niet één scenario is! Ook Gerrit Hiemstra en Peter Kuipers Munneke doen dit. Zij roepen dan ook dat dit volgens de klimaatscenario’s in de toekomst vaker zal gebeuren. Maar ook zij horen te weten dat er meerdere scenario’s zijn.
Afgelopen maanden zijn er diverse vulkanen actief geweest oa op Kamschatka spuugde een aswolk tot 40 km hoogte en ook een joekel op Sumatra.
in ieder geval is Kamschatka nog steeds actief.
Resultaat is heden prachtig te aanschouwen nl giga hoeveelheden sneeuw in Alpen tot in Sahara toe
extreme koude in Canada en Amerika sneeuw in Florida .
En nog steeds volhouden dat het klimaat door menselijk gedrag aan het veranderen is.
Maar we hebben geluk omdat China heden de VS economisch de duimschroeven aan het aandraaien is om Korea met als resultaat dat daar GEEN kernoorlog komt maar Rusland gaat in het voorjaar EU/VS voor de keus stellen Oekraïne crisis word politiek opgelost of alle Economische handel tussen EU/VS en Rusland?China komt in HOLD stand.
Eindresultaat VS zit economisch aan de grond en daar zingen zij even 5 octaven lager mede door dat de petro-dollar ook de nek is omgedraaid.
En zullen we daarna nog over klimaat verandering hebben of gaan we weer verstandig met het echte leven verder.
Onze politici die het zo goed met ons voorhebben. Wat u schetst over de situatie in Rusland, die “wij” wel even een lesje zouden leren. (Krim) Ze hebben het voor elkaar.
De Russen investeren gigantisch in de landbouw terwijl zij het eerst importeerden. Met gevolg van de boycot, Nederlandse en Belgische tuinders failliet, de politici ontvangen elk maand hun traktement en gaan vervolgens ons land vol zetten met windmolens die al sinds begin December praktisch niet gedraaid hebben. Straks zijn de kolencentrales dicht en mogen wij Russisch gas importeren. Er is er tot nu toe niet een die zich over alternatieve energiebronnen heeft nagedacht. Energie wordt onbetaalbaar en straks zijn wij afhankelijk van Rusland.
Twee dagen terug zou volgens Marcel Crok in het artikel “Marcel Crok over Svensmark-hypothese” 1 tot 4 procent extra wolkenkernen maar klein zijn.
Ik heb me toen afgevraagd wat daarvan de betekenis was.
Vandaag lees ik in het onderhavige rapport waarvan hij mede-auteur is, op pag. 15 dat Roy Spencer vind dat 1% minder wolken overeenkomt met 1 graad opwarming. Geldt omgekeerd ook voor afkoeling bij 1% meer wolken. Nu begrijp ik best dat een wolkenkern geen wolk is, maar voor mij blijft het onduidelijk wat dat inhoudt. Wie?
Guus D 11-1-2018 22.48
Spencer heeft vijf jaar geleden, met een vliegtuig, onderzoek gedaan naar het mogelijke lokale IR effect van wolken. Of 1 % meer of minder direct te correleren is met een mondiaal gemiddelde verandering van de oppervlaktetemperatuur is echter discutabel gebleven. Er is een andere studie, waarvan ik de literatuurreferentie niet direct bij de hand heb, die er op wijst dat het effect van bewolking beperkt blijft als gevolg van kosmische straling tot de 30ste breedtegraad.
Het doorgronden van het effect van wolkenvorming op een mondiale schaal blijft mijns inziens vooralsnog kwantitatief zeker nog problematisch, enerzijds vanwege de relatie tot de zoninstraling die het oppervlak kan bereiken en dit meer of minder opwarmt maar anderzijds is er het effect te verwachten dat meer of minder IR uitstraling vanaf het oppervlak direct richting heelal kan ontsnappen.
Een punt waarmee men mijns inziens bij het berekenen van mondiaal gemiddelden onvoldoende rekening houdt, .is de dag nacht en de seizoen afwisseling die op elke breedtegraad optreedt. Het gaat daarbij niet alleen om een verschil in zon energie die het oppervlak kan bereiken (door de scheve stand van de draai as) maar ook om de lengte van de dag waarop die zoninstraling plaats vindt tijdens de verschillende seizoenen. Op 21 maart en 21 september is overal de dag-nacht tijd 12 uur. Op het noordelijk halfrond neemt echter de daglengte op 21 juni heel sterk toe, en op 21 december af. De totaal ontvangen zonenergie over 24 uur wordt dus niet alleen bepaald door de invalshoek van de zoninstraling op elke breedtegraad maar ook door de daglengte. Het wordt dientengevolge op 30 NB op 21 juni warmer dan op de equator!. Zelfs de pool, met een daglengte van 24 uur, ontvangt op 21 juni dan nog een grote hoeveelheid zonwarmte. Geen wonder dat drijvend Noordpoolijs gedurende de zomer afsmelt.
Maar nu terug naar het effect van de wolkbedekking. Die zal gedurende de dag nacht afwisseling variëren. We voelen dat op onze breedtegraad ook duidelijk. Gedurende een bewolkte nacht neemt de temperatuur minder af dan bij een heldere nacht. Niet zelden hebben we bij een heldere nacht zelfs in de lente nachtvorst aan de grond.
Daaraan ben ik nu verder aan het rekenen bij vier breedtegraden.(0, 30, 60, 85 NB) Ik denk dat de uitkomst zal zijn dat wat zich op 30 NB afspeelt (subtropisch dus) bij een langere daglengte op 21 juni dan aan de equator (vier uur verschil) ’cruciaal is voor het berekenen van een jaarlijks mondiaal gemiddelde. En daarmee ook het effect van de lokale wolkvorming.
Ik denk dat Svensmark die seizoen en dag/nacht invloed onvoldoende in aanmerking neemt.
@Arthur, dank voor je reactie. Het is dus afwachten.
@Arthur Tijdens enkele weken verblijf in de woestijn bij Noord Arabië is heel erg duidelijk voelbaar hoe groot het effect van waterdamp is. Overdag ca.50°C en ’s nachts wel 10°C onder 0.
Net het rapport van Crok en De Vos uitgelezen. Het is hier en daar wel wat technisch, maar al met al voor een leek goed te volgen. Het geeft een genuanceerd overzicht van de factoren waaraan de geobserveerde opwarming, van de aarde in het algemeen en Nederland in het bijzonder. voorzover waargenomen, zoal kan worden toegeschreven. Een prestatie van formaat, zou ik zeggen. En ja, er blijft veel onzekerheid, maar daarmee heeft men maar om te gaan.
Nu maar hopen dat de beleidsmakers van Nederland – Wiebes, om te beginnen -de moeite nemen het rapport te lezen en de medewerkers van het KNMI door het rapport tot zelfreflectie worden aangezet!
@Arthur Rörsch:
De ruwe data in de uurgegevens van De Bilt bevat een kolom “inkomende straling”.(vanaf 1957-07-01)
Als ik die gegevens paar aan de gemiddelde dag temperatuur (T in Kelvin) dan is een relatie met de inkomende straling (Q in W/m2) ruwweg te bepalen:
T = (0,94 +/- 0,02) * Q met R^2 = 0,68