Een bijdrage van André Bijkerk.

Onlangs kwam Venus in het centrum van de belangstelling te staan toen de veronderstelde maar onjuiste extreme broeikas weer eens werd aangevoerd om de mensen de stuipen op het lijf jagen. Maar hoe zit de legpuzzel van Venus dan wel in elkaar?  Ik heb toen wat provocerende dingen gezegd, die ik hierbij waar wil maken om daarmee extra aan te tonen dat Venus niets met broeikaseffect te maken heeft. Ik heb een speciale verhouding met de planeet Venus en meen haar te begrijpen. Tot voor kort in de veronderstelling de enige te zijn, ontdekte ik zojuist dat het ook ooit door anderen is bedacht. Vreemd dat die publicatie me nooit eerder onder ogen is gekomen. Ik zal dan maar eerst mijn relaas doen, voordat ik daar op in ga.

André Bijkerk, midden.

Ergens in november 2000 of misschien 2001 fietste ik van het werk naar huis bij een prachtige zonsondergang, de avondplaneet Venus glorieus zichtbaar, maar mijn gedachten waren bij de Mammoeten in Siberië die daar vrolijk rondliepen tijden de laatste ijstijd en daarmee alle menselijke kennis over die periode tartend. Ik was echter druk bezig met complexe rotaties binnen in de aarde die misschien een motor zouden kunnen zijn om de aardmantel over de as te verschuiven ten gevolge van allerlei gyroscopische processen diep in de ingewanden van de aarde om die asymmetrie te verklaren.

Maar Venus trok de aandacht en leidde af, je moest er gewoon naar kijken, al dat heldere licht, al die energie. Energie, ja dat had Venus genoeg met die extreme temperaturen maar vrijwel geen rotatie. Hmm rotatie energie van de aarde, daar was ik mee bezig. Hitte energie van Venus zonder rotatie en….. Wham, daar was ie, flash-over, het eureka momentje. Ineens zag ik voor me dat, wat ik voor de aarde aan het projecteren was, in werkelijkheid op Venus was gebeurd. Het had alle rotatie-energie in warmte omgezet. Wow, rillingen langs de ruggengraat. Nu kan ik eureka momenten tijdens het fietsen niet aanbevelen, je mist zomaar de bocht en gelukkig kon ik me met veel kunst en vliegwerk overeind houden. Maar de dagen daarna was 24 uur per dag en 24 uur per nacht gewijd aan Venus. Overdreven? Een Venus dag duurt ook 243 dagen dus dat kan best.

Maar genoeg gekout. Nu wordt het menens en ingewikkeld. Het mechanisme waar ik toen aan dacht is als volgt: Een planeet zoals Aarde of Venus is feitelijk een setje van drie verschillende gyroscopen op elkaar, de vaste binnenkern, de vloeibare buitenkern en de mantel. Als vlieger die uren naar een kunstmatige horizon gyroscoop tuurt, kon ik me de complicaties daarvan met precessie en nutaties goed voorstellen.

Een gyroscoop blijft altijd in dezelfde richting draaien zolang er geen torsiekrachten op werken. De aarde ondervindt torsiekrachten door de zwaartekracht aantrekking van de zon en maan. Deze werken op de uitstulping rond de evenaar en dit veroorzaakt precessie, waarbij de draaingsas op zijn beurt ook weer langzaam gaat ronddraaien. De eerste die dit uitlegde was niemand minder dan Isaac Newton, die van de appel en de zwaartekracht.

Maar die uitstulping rond de evenaar zit vast aan de mantel van de planeet en niet aan de vaste binnenkern. Die laatste heeft  geen idee van die precessie beweging en wil ijzerenheinig zijn eigen richting vasthouden zoals een goed gyroscoop betaamt. Nu komt de vloeibare ijzeren/nikkelen binnenkern in beeld. Deze werkt als een vloeistof koppeling in een automatische versnellingsbak en houdt de vaste binnenkern in het gareel en trekt het mee met de mantel, al dan niet gesteund door allerlei magnetische processen, de kern-mantel koppeling.

Maar naarmate de planeet langzaam afkoelt, stolt en groeit de binnenkern steeds verder  en daarmee wordt het ook steeds koppiger in het vasthouden van zijn richting (voor de kenners met een factor van straal (er) tot de vierde macht) en dat gaat ten koste van de vloeibare buitenkern waardoor het vermogen afneemt om de binnenkern in het gareel te houden.

Kortom, op een gegeven moment ontsnapt-ie en gaat eigenwijs zijn eigen weg. Het gevolg is daarvan is gigantisch. Er ontstaan enorme wrijvingskrachten tussen binnen en buitenkern en wrijving betekent hitte. Draaiingsenergie wordt omgezet in hitte totdat uiteindelijk na miljoenen jaren de planeer zijn rotatie is kwijtgeraakt en de hitte via de mantel naar buiten uitbarst.

Zover was ik na een paar dagen nadenken en daar staat de hypothese. De daaruit voortvloeiende predictie is uiteraard: kunnen we bewijzen vinden van die uitbarstende hitte?

Nou en of. Ongelooflijk veel.

Je kunt heel het verhaal fragmentarisch terug vinden in de natuur. Ontelbare vulkanen, duizenden kilometers lange lavastromen, voorheen gesmolten gebieden (tessera’s ), warmte krimpscheuren. En bewijzen van “resurfacing”  Neem de corona’s bijvoorbeeld:

Bron

Indertijd was de verklaring van convectie nog niet beschikbaar, maar we hadden vergelijkingsmateriaal op aarde, weliswaar op kleine schaal. Een gesmolten/vloeibaar uiteinde van een convectiecel van opwellende warmte. Wat wil je nog meer?

Pas later kwam het verhaal van de chaotische zone beschikbaar. Wanneer de frequentie van verschillende cycli dicht bij elkaar komen kan er interferentie ontstaan waarbij de cycli elkaar versterken. De schuinte (obliquiteit) van de draaingsas van een planeet doorloopt een cyclus evenals de richting van de draaingsas (precessie). Als de periodes van die twee cycli dicht bij elkaar komen, gaan ze elkaar versterken (interferentie) en daardoor ondergaat de planeet chaotische tuimelingen. De standvastige binnenkern is daar al helemaal niet van gediend, waardoor het hierboven besproken proces eigenlijk nog veel sneller kon verlopen.

Maar toen ontdekte ik dat dit alles ook al eens eerder was bedacht. Touma en Wisdom 2001

In our scenario, the energy that is required to resurface the planet is drawn from the kinetic energy of rotation of the planet. Though not indefinite, the rotational kinetic energy is a very large reservoir (about 2.5 *10 tot de macht 29Joule). There is plenty of available energy. The energy that is dissipated during resonance passage …. seems to be sufficient to initiate the resurfacing of Venus. Preliminary mantle convection simulations (B. Hager 2001, private communication) have produced encouraging results concerning resurfacing, given the amount of resonant heating we have estimated here. Venus must slow down to the present slow rate of rotation in the billion or so years since resurfacing. A number of possible braking mechanisms were presented.

Laat ik me haasten te vertellen dat dit op aarde niet kan gebeuren, althans, niet, zolang we onze maan hebben. Zijn zwaartekracht zorgt ervoor dat de precessiecyclus (19-21 of 26 duizend jaar) veel sneller is dan de schuinte (obliquiteit) cyclus (41 duizend jaar) en van interferentie kan daarom geen sprake zijn. Maar toch, ook onze eigen binnenkern groeit gestaag en vertoont onverwachte eigenschappen die goed kunnen worden verklaard wanneer ze ooit in een andere richting had gedraaid. Maar dat is een verhaal voor een volgende keer.

Rest nog te vermelden, zoals ook al is bediscussieerd  dat naar analogie van de buurman Mercurius, de grafiet in de mantel van Venus, meekwam naar de oppervlakte tijdens dat “resurfacing”proces. Dit ontbrandde spontaan, wellicht via de water-gas methode, zodat het water verdween en er een dikke laag kooldioxide ontstond, die de warmte vasthield door het principe van de vertikale temperatuursgradient. Tenslotte verdween ook Venus eigen magnetisch veld om dat de planeet vrijwel tot stilstand kwam en daarmee ook de interacties in de vloeibare buitenkern, die naar men aanneemt het magnetische veld op aarde veroorzaakt.

We zien hier dus een schoolvoorbeeld van een succesvol doorlopen wetenschappelijke methode (van Touma en Wisdom): idee –> voorspelling –> test waarbij  één enkel mechanisme alle fenomenen van Venus kan verklaren, Toch triest dat dit het moet afleggen tegen een onlogische broeikashypothese, die feitelijk helemaal niets verklaart. Nog triester dat iemand als Stephen Hawking niet even de moeite neemt om de literatuur te raadplegen voordat hij zijn alarmisme verspreidt.