Een bijdrage van Hugo Matthijssen.

Op de site www.energieinnederland.nl kun je een link vinden naar een EBN–poster met de cijfers van 2016 over ons energiegebruik. “Uitstoot Elektriciteitsproductiebedrijven toegerekend naar eindverbruikssectoren o.b.v. EBN analyse. Voor uitleg, datasets en disclaimer zie www.energieinnederland.nl. Bron: CBS tenzij anders aangegeven. Rapportagejaar 2016.”

Het totale primaire energiegebruik is 3147 PJ

Het primaire energiegebruik is opgebouwd uit verschillende bronnen en daarvan zijn aardgas 39%, olie 39% en kolen 14% de belangrijkste. Dat werd aangevuld met hernieuwbaar 5%, kernenergie 1% en overige waaronder import stroom 1% (1 Petajoule [PJ] = 277 777 777,7 kWu)

Van het totale primaire energiegebruik is in 2016 totaal 1107 PJ gebruikt voor de productie van elektriciteit

Deze 1107 PJ was samengesteld uit kernenergie 4% olie 4%, aardgas 44%,kolen 37% en hernieuwbaar 11%. In de praktijk is er sprake van rendementsverlies bij de energieomzetting van energiebronnen naar elektriciteit zodat er na de elektriciteitsproductie 378 PJ stroom en 165 PJ warmte netto bruikbaar is.

Aandeel hernieuwbaar

Van het totale primaire energiegebruik was in 2016 5% afkomstig van hernieuwbaar van die 5% was het aandeel biomassa 60% en de rest zon, wind en aard/lucht warmte. De Tweede Kamer geeft nu aan dat de subsidie voor hernieuwbaar direct moet stoppen.

Dat betekent dat de genoemde 60% van hernieuwbaar wegvalt en daarmee het echte aandeel van het gebruik in 2016 is teruggebracht naar een schamele 2% van het totale primaire energiegebruik. Dat is inclusief warmteproductie. In de praktijk kwam in 2016 dan ook niet meer dan 29 PJ van windmolens en 7 PJ van zonnepanelen.

Het energieakkoord

Het energieakkoord gaat ook nog eens uit van een toename van het het gebruik van biomassa na invoering van dit akkoord zou met name het verbranden van bossen in centrales een belangrijke bron worden. In het akkoord is opgenomen dat ook dan 60% van de geplande 14% in 2020 en 20% in 2023 van het verbranden van bossen zal moeten komen. Halen we die 60% er uit dan blijft er van het energieakkoord nauwelijks wat over. Wind en zon samen komen op iets minder dan 5% van het energiegebruik uit. Wind en zon zijn aanbod gestuurde weersafhankelijke bronnen die op een vraaggestuurd netwerk worden ingepast, wat betekent dat de inpassingsverliezen daar nog van af moeten. In Duitsland komt het nu al regelmatig voor dat de pieken hernieuwbaar niet meer op het stroomnetwerk inpasbaar zijn. En wij gaan, als we zo doorgaan met het plaatsen van zonnepanelen en windmolens, dezelfde kant op

Een andere rekeneenheid help ook niet echt

Als je niets veranderd in de inbreng van hernieuwbaar en je gaat in plaats van het totaal primaire energiegebruik over op een andere rekeneenheid waarbij je uit gaat van het eindverbruik dan lijkt het aandeel hernieuwbaar toe te nemen, wat in de praktijk niet zo is. Het totale stroomgebruik verandert niet zodat elektriciteitsgebruik van ongeveer 13% van het totale primaire energiegebruik met deze rekenmethode iets meer is dan 20%, maar dan van het totale finale energiegebruik. Het huishoudelijk aandeel in het stroomgebruik (samen ongeveer 7,7 miljoen huishoudens) is 20%. Dat komt neer op 2,6% van ons totale primaire energiegebruik en 4% van het totale finale energiegebruik. Het zal duidelijk zijn dat het rekenen in huishoudens voor de levering van windmolen – en zonneparken een totaal vertekend beeld geeft van de relatief geringe bijdrage van de energieproductie met deze weinig energie-intensieve bronnen.

Deze aanpassing van de rekeneenheid is overeenstemming met de Europese afspraken.

Vorig jaar is het CBS gaan rekenen met een andere rekeneenheid voor het totale finale energiegebruik

Dit geeft het CBS daarover aan over het totale finale energiegebruik: “Voor de berekening van het aandeel hernieuwbare energie wordt, in overeenstemming met Europese afspraken, uitgegaan van het energetisch eindverbruik van energie. Dit is verbruik van energie door eindverbruikssectoren (industrie, huishoudens, diensten, landbouw en vervoer) voor energetische toepassingen. Dit is dus exclusief het gebruik voor niet-energetische toepassingen zoals aardolie als grondstof voor plastic en de verliezen bij energie-omzetting. Bij de berekening worden de rekenregels gevolgd uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie. Deze wijken wat af van de regels voor de nationale energiebalans en daardoor is het eindverbruik van energie in de statistiek hernieuwbare energie niet precies gelijk aan het energetisch eindverbruik uit de nationale energiebalans.”

Zo komen uit op totale finale energiegebruik van ongeveer 2119 PJ en zelfs als je niets aan de hoeveelheid hernieuwbare energie doet, lijkt het aandeel groter dan met de oudere berekeningsmethode.

Bron hier.

Ga je daarmee rekenen dan levert het grootste windpark op zee, “Gemini”, dat volgens opgave stroom levert aan 780.000 huishoudens, ongeveer 0,4% van ons totale finale energiegebruik. Voor deze relatief geringe bijdrage aan onze energieproductie wordt voor miljarden aan subsidie gereserveerd. (Alle huishoudens samen gebruiken 4% van het totale finale energiegebruik in de vorm van stroom en we hebben nu in Nederland iets meer als 7,7 miljoen huishoudens.)

Maar de plannen zijn groots op korte termijn komen er nog 4 windparken op zee bij, zodat we straks uitkomen op 2% van ons totale finale energiegebruik met deze grote nieuwe windparken, en daar moeten de inpassingsverliezen nog van af. Het zal duidelijk zijn dat veel hernieuwbare bronnen waar de overheid het over heeft, elektriciteit produceren. En ga je dan rekenen in huishoudens, dan kun je het beeld ontwikkelen dat je met hernieuwbare bronnen enorm veel energie kunt produceren.

De praktijk is anders in 2016 kwam na aftrek van biomassa niet meer dan afgerond 37 PJ van wind en zon. Kijken we naar zonnepanelen op de 52e breedtegraad dan zijn dat ook niet echt een bruikbare energieleveranciers. 400.000 Zonnepanelen op het dak van boeren in het noorden gaan in de nabije toekomst net zoveel stroom per jaar leveren als de Eemshaven centrale in 60 uur kan produceren.

Bron hier.

Toch denken veel gebruikers dat zon de oplossing is. Maar vergeet niet dat de totale levering van een zonnepaneel in Nederland niet meer is dan 10% van de opgegeven piekcapaciteit van het paneel, maal het aantal uren per jaar. Leg je dak vol en dan kom je een eind wat het thuisgebruik betreft maar de inpassingsproblemen worden steeds groter omdat al die panelen gelijktijdig pieken in de zomermaanden en de stroom voor de warmtepompen in de winter uit de centrales wordt getrokken. Vergeet niet dat alle huishoudens samen per jaar nu niet meer gebruiken aan stroom dan 4% van het totale finale energiegebruik.

Van ons totale primaire energiegebruik in 2016 van 3147 PJ was 93% afkomstig van aardgas, olie, kolen, en kernenergie. Niet meer dan 5% kwam van hernieuwbaar, waarvan na aftrek van biomassa niet meer dan 2% over blijft. Het totale finale energiegebruik in 2016 was 2119 PJ en daarvan was het aandeel elektriciteit 378 PJ Daarvan leverde wind 29 PJ en zon 7 PJ.

Nu is het plan opgevat om het huishoudelijk gasgebruik te verminderen, gascentrales af te bouwen en kolencentrales te stoppen. We moeten van fossiel af is een veel gehoorde kreet. Ook het huishoudelijk gasgebruik gaan we omzetten in elektriciteit en de verwarming moet komen van warmtepompen, ook wordt aangegeven dat we het transport gaan elektrificeren. Niemand geeft aan hoe deze elektriciteit in de nabije toekomst geproduceerd moet gaan worden de energie moet ergens vandaan komen en voor elektrificeren van de maatschappij is enorm veel energie nodig. Gezien het bovenstaande zal het duidelijk zijn dat de productie van zoveel energie met wind en zon absoluut onmogelijk is daarvoor zijn deze bronnen te weinig energie intensief en weer afhankelijk. Kijk ook eens naar deze link dan zal veel duidelijk worden.

De minister speelt paniekvoetbal en belooft gouden bergen. Onze industrie wordt in de tang genomen het laag calorische gasverbruik zal worden teruggebracht en de bedrijven moeten maar over gaan naar alternatieve bronnen geeft de minister aan. Het probleem is alleen dat er door de genoemde “nieuwe bronnen” zoveel energie niet kan worden opgewekt. En dan moeten ook de kolencentrales dicht en het gasgebruik in centrales sterk worden teruggebracht. Er zijn al plannen om bij de Eemshaven de gascentrales op waterstof te laten werken en de kolencentrale op biomassa (het verbranden van bossen). Dat betekent in de praktijk dat na ombouw de totale CO2-uitstoot van de centrales en de keten van brandstofproductie en aanvoer die daar dan bijhoort, sterk zal gaan toenemen. Het effect van het grootschalig gebruiken van biomassa en waterstof als brandstof in centrales is in de praktijk is contra-productief wat CO2-reductie betreft.

Je kunt als weldenkende burger de vraag stellen of we dat straks allemaal gaan oplossen met hernieuwbaar. Dan komt eerst aan de orde wat we echt met de huidige hernieuwbare kunnen in onze energieproductie?

Wat we zien is dat er in de 2e kamer een zeer overtrokken beeld bestaat van de mogelijkheden van hernieuwbaar met name door het rekenen met niet technische eenheid “huishoudens” in de beleidsstukken. Stroom leveren aan 780.000 huishoudens met het grootste windpark op zee lijkt veel maar het is in de werkelijke wereld niet meer als 0,4% van het totale finale energiegebruik. Ga je het percentage zon en wind op het vraaggestuurde netwerk nog verder uitbreiden dan loop je tegen de beperkingen van het vraaggestuurde netwerk aan, naarmate het percentage weer afhankelijke bronnen toeneemt wordt het percentage van de inpassingsverliezen snel hoger en met smart grids produceer je geen kWu extra.

(Die discussie voerde ik al in 2011 met de minister en de argumenten kun je terug vinden in het volledige rapport van de nationale ombudsman.)

Wat we zien is een beleid wat is gebaseerd op wensdenken en luchtkastelen maar daar hou je geen energievoorziening mee op peil. Een luchtkasteel wat de komende jaren 75 miljard gaat kosten en daar komen dan zeker nog 20 miljard netwerkkosten en kosten voor aansluitingen van de windparken op zee bij. Dat kan voor de gebruiker oplopen tot 700 á 1000 euro per jaar per aansluiting.

Toch zal uiteindelijk het resultaat niet meer dan enkele procenten bijdrage aan onze energieproductie, en dat nog voor een groot deel weersafhankelijk. Hoe meer molens en zonnepanelen op het netwerk hoe groter de verliezen worden aan de fossiele kant.

Het beleid is gebaseerd op wensdenken en daar bouw je geen betrouwbaar vraaggestuurd energiesysteem mee op. Sprookjes bestaan niet in de techniek. Dan krijg je de moderne versie van de nieuwe kleren van de keizer. In 2018 is dat de wonderbare duurzame energie vermenigvuldiging.

 

Een praktijkvoorbeeld

Op 30 januari las ik op de site Duurzaam bedrijfsleven een artikel dat begint met de volgende tekst:

“De constructie van Hornsea One, het grootste offshore windpark ter wereld, is vorige week van start gegaan. 29-01-2018 16:03 | DOOR: HIDDE MIDDELWEERD.

Dat meldt Business Green. Het windpark wordt ontwikkeld door Ørsted (voormalig Dong Energy) en krijgt een imposante capaciteit van 1,2 gigawatt.

Windenergie Hornsea One verrijst voor de kust van Yorkshire (Engeland) en moet in 2020 klaar zijn voor gebruik. Wanneer het windpark volledig online komt, moet het in staat zijn om ongeveer 1 miljoen huishoudens van elektriciteit te voorzien.”

Bron hier.

Vertaald naar Nederlands gebruik gaat dit windpark door het jaar heen ongeveer 1% van ons totale finale energiegebruik leveren en dan moeten daar de inpassingsverliezen nog van worden afgetrokken.