Een gastbijdrage van Gerard d’Olivat.

Sinds een jaar of vier zijn ze verplicht in Frankrijk. Al naar gelang het aantal passagiers dat je vervoert moeten er gele hesjes aanwezig zijn in iedere auto. Die moet je gebruiken in het geval van calamiteiten op de weg.

Situaties waardoor je opeens je auto uit moet en de asfaltjungle moet betreden, pech, een ongeluk, een lekke band of een treurig door zijn as gezakte caravan. Overal zie je ze dan staan, wat verloren langs de weg, achter de vangrails een beetje treurig zittend op de talud, met hun telefoon aan, wachtend in hun gele hesjes op hulp.

En je laat het wel uit je hoofd om ze niet in de auto te hebben liggen want bij iedere verkeerscontrole wordt er gehandhaafd. Ik heb er zelf ook een stuk of zes, want je weet maar nooit met wie je opstap gaat.

Twee jaar geleden wilde de alom aanwezige overheid ook nog dat je je eigen ‘blaastest’ bij je had, om op die manier je eigen ondergang bij verkeerscontroles te versnellen. De knullige plastic blaaspijpjes zijn nooit ‘geïmplementeerd’, daarvoor was het toch allemaal wat te amateuristisch en juridisch niet houdbaar, maar de gele hesjes zijn gebleven.
Zelf heb ik ze nog nooit aan hoeven trekken en dan raken ze toch wat op de achtergrond maar dat veranderde een week of twee geleden radicaal.

Wat wil het geval. Frankrijk is echt een autoland. Een groot land zonder effectief openbaar vervoer. Het platteland is enorm uitgestrekt en bijna iedereen is verplicht om één of meerdere auto’s te hebben. De kinderen moeten naar school, de boodschappen gedaan en er wordt enorm veel geforensd van en naar het werk, ook al omdat iedereen ’s middags naar huis of naar een restaurant gaat om te eten.

Om dat allemaal mogelijk en betaalbaar te houden werd er decennia lang vol ingezet op ‘dieseltjes’. Betrouwbaar, laag in onderhoudskosten enz. De wegenbelasting werd afgeschaft toen het tolwegennetwerk eenmaal goed op stoom gekomen was.

Kortom een ideaal en noodzakelijk vervoersmiddel die auto, die natuurlijk wel een flink aandeel uitmaakt van het besteedbaar inkomen van iedereen. Ging allemaal best wel aardig eigenlijk tot 2013/14. Toen stegen de wereldprijzen van olie en gas tot ongekende hoogte en moest er aan de pomp opeens zo rond de 1,50/1,70 euro worden betaald. De socialist Hollande verlaagde de accijnzen zodat de prijzen toch weer wat zakten.

Nadien ging het opeens een stuk beter aan de pomp. De olieprijzen daalden naar ongeveer 30 euro per vat en iedereen kreeg weer wat ‘lucht’. Zo betaalde ik twee jaar geleden toch niet veel meer dan één euro voor een liter diesel.

Maar voor de overheid tegelijkertijd een mooie kans om eens wat ‘flankerend milieubeleid’ uit te zetten. Er is nu een marge door de lage olieprijzen, zo dacht men, en dus waait er sinds een paar jaar een wind die je het best kunt beschrijven als ‘automobilistje onder de guillotine leggen’.

Transitie, milieu, klimaat en het EU beleid zijn daarbij de toverwoorden. En dan wordt er net als in Nederland van alles en nog wat uit de kast gehaald door de overheid om het publiek murw te masseren met mooie vergezichten en de dystopie van verstikkende dieselsteden.

Meestal zonder al te veel succes omdat de maatschappelijke tegenstand hier te lande enorm is. Allerlei pogingen zijn er ondernomen om het verkeer en het milieu ‘schoner’ te maken met o.a. groene vignets voor vrachtverkeer. Maar dat liep telkens op niets uit.

Sommige maatregelen waren wel redelijk populair zoals de ‘inruilpremies’ en belastingvoordeeltjes voor elektrisch rijden. Dat laatste werkt hier feitelijk niet, omdat 60% van de Fransen niet of nauwelijks inkomstenbelasting betaalt. Dan heb je ook niet veel aftrekposten. Het gevolg is dat, nog sterker dan in Nederland, het vooral de maatschappelijke bovenlaag is die profiteert van de economische ‘milieu- en klimaatvoordeeltjes’.

Met Macron, die je qua gedachtegoed en bewustzijn het beste kan vergelijken met een ‘redelijke D66er’ heeft de ‘politieke terreur van de redelijkheid’ vaste grond onder de voeten gekregen. Vijf jaar lang zal hij hier de scepter zwaaien en weggestemd wordt hij in die tussentijd niet, want dat is feitelijk onmogelijk in het parlementaire stelsel dat hier sinds De Gaulle is ingevoerd. En het ziet er naar uit dat hij voet bij stuk gaat houden in zijn ‘redelijke politiek’.

Redelijkheid met fatsoen en natuurlijk tegen iedere vorm van populisme is zijn toon waar hij ook verschijnt en met wie hij ook spreekt. Zelfs Trump kan een anti-populistisch toespraakje van hem verwachten.

Hij leeft met zijn regering in een parallel universum dat feitelijk slechts gekozen is door 23% van de Fransen. Tegenover hem ter linker- en rechterzijde twee populistische blokken van Le Pen en Melenchon, samen toch goed voor ongeveer 40% van het electoraat, maar monddood gemaakt en nauwelijks vertegenwoordigd in het parlement en de senaat.

Zijn populistische tegenstanders en hun electorale aanhang bestaan nauwelijks in Macrons wereldbeeld. ’Wegwerpmensjes en onfatsoenlijken’ zo ziet hij ze, die op een heel ander metrostation dan hij zelf hun weg afleggen.

En dan heb je als gepest ‘wegwerpmensje’ en ‘onfatsoenlijke’ eigenlijk maar een mogelijkheid en dat is de ‘straat’. En laten ze daar nou goed in zijn die Fransen. De straat is het domein van het volk. En de laatste maanden kwam er druk op de ketel te staan, met de ‘auto’ in het midden van de arena.

De (twee)jaarlijkse autokeuringen zijn sinds mei enorm verscherpt en peperduur geworden. Voor het minste of geringste wordt je auto afgekeurd en moet je voor een herkeuring opdraven. De uitstootregels worden verscherpt. De dieselmotoren zijn opeens in de beklaagdenbank gezet en moeten op termijn uitgefaseerd worden. Er moet geëlektrificeerd worden al weet niemand precies hoe dat allemaal in het vat gegoten moet worden. Wat heb je aan een elektrische autootje met een bereik van amper 200 kilometer in een groot land met dito afstanden tussen steden?

Om dat proces te ‘versnellen’ heeft Macron in hoog tempo de accijnzen verhoogd op vooral diesel. In verschillende fases wordt telkens de prijs verhoogd om het ons mensen ‘gemakkelijker’ te maken om over te stappen op benzinemotoren.

Tegelijkertijd zijn wereldwijd de olie- en gasprijzen meer dan verdubbeld. De optelsom is snel gemaakt. Niet alleen aan de pomp, maar ook de huisbrandolie, de zgn ‘rode diesel’ voor tractoren en de gasprijzen zijn de afgelopen twee jaar tussen de 20% en 30% gestegen.

Alsof al die verhogingen nog niet genoeg waren zijn er voor januari 2019 opnieuw accijnsverhogingen afgekondigd. En in tegenstelling tot wat Macron eerder beweerde dat benzine daarbij ontzien zou worden, wordt ook dat niet door hem waargemaakt. Ook daar komen ‘milieu-transitie-opcenten’ bovenop.

Bovendien, en dat is vorige week Macrons grootste fout geweest, is dat hij bij de herdenkingen van de wapenstilstand van de ‘Grote Oorlog’, tegen een ‘gewone Fransman’ beweerde dat hij niets aan die prijsverhogingen kon doen.
“C’est pas Bibi….” zei hij. Het laat zich nog het best vertalen als ‘ ken! ik er wat aan doen’. Een totaal misplaatst taalgebruik voor wie het ‘fatsoen en de redelijkheid’ heeft uitgevonden. Natuurlijk kan hij er wat aan doen. Hij verhoogt de accijnzen immers.

Het kwam hem op een explosie van volkswoede te staan. Die volkswoede werd georganiseerd en gekanaliseerd door de sociale media met als boegbeeld, Jacline Mouraud, een Bretonse vrouw die zich in een meer dan vijfmiljoen keer gedeelde selfie-video boodschap zich tot Macron richtte, met de vraag waar hij in godsnaam mee bezig is?

Zie hier.

Jacline Mouraud.

Jacline Mouraud, een goed uitziende, goed bespraakte rustige vrouw die sindsdien zo ongeveer in ieder tv/radio programma te beluisteren is. De ‘stem van het volk’ uit totaal onverwachte hoek, omdat geen enkele politieke partij van links tot rechts zich aanvankelijk wilde uitspreken over deze ‘Gele hesjes mensjes’. Diesel, benzine en steenkool zijn kennelijk zo besmet dat niemand er ook maar een positief woord aan wil wijden uit angst om gedemoniseerd te worden door de transitieprofeten.

Maar daar hebben de ‘Gele hesjes mensjes’ natuurlijk niets mee te maken en het protest werd al groter en groter. Zaterdag zijn er 380.000 mensen de straat opgegaan, er zijn gewonden en een dode gevallen en honderden mensen zijn gearresteerd. Het hele land lag plat en het zal nog lang onrustig blijven is mijn inschatting.

Jacline Mouraud.

Zelf rijd ik ook al een week of wat met het gele hesje goed zichtbaar onder de voorruit. Dat ik me heb aangesloten bij het leger van de ‘Gele hesjes’ kwam door een gesprekje van twee weken geleden bij ‘mijn’ bakker.

Samen met alle Franse bakkers en kappers ook al van die populistische broeinesten! Bij de bakker heb je het niet over diesel en de prijzen aan de pomp maar over ‘brood’.

En laat er nou een directe link te leggen zijn. De afgelopen anderhalf jaar is de broodprijs bij mijn bakker gestegen van 5 euro per kilo naar 6,5 euro per kilo. Een prijsstijging van zo’n 30%. Toevallig of niet, net zoveel als de prijzen aan de pomp gestegen zijn.

Allemaal het directe gevolg van de stijgende vervoerskosten van (bakkers)grondstoffen, die net zoals bijna al ons voedsel en kant en klare producten van vloertegels tot Alibaba en Bol.com allemaal eindeloos vervoerd worden.

Stijgende vervoerskosten en stijgende heffingen op ‘transitiedoelen’ gaan op dit moment hand in hand en leiden samen tot enorme directe en indirecte prijsstijgingen.

Dat wij binnen de EU als energie-importerende economieën meedrijven op sterk stijgende energieprijzen op de wereldmarkt is al problematisch genoeg. Het risico is groot dat we ons met onze ‘transitieredelijkheid’ in de voet aan het schieten zijn en in één keer de recessie in gaan.

Of daar iets aan te doen valt in de EU zal niet afhangen van de transitie-terreur van de ‘fatsoenlijken en redelijken’, die weten het zeker….., de transitie-jungle moet! Dat zal eerder afhangen van de effectiviteit van de opstand van de ‘Gele Hesjes mensen’ en hun keurige onverwachte woordvoerster zoals Jacline Mouraud.

Een idee is wellicht om de gele hesjes in de hele EU verplicht te stellen. Kost vrijwel niets, het verhoogt de verkeersveiligheid en je kunt er herkenbaar en goed mee in opstand komen.