Een bijdrage van Bert Pijnse van der Aa.

Warmtenetten reduceren de CO2-uitstoot met 50 procent of meer.

(Bron Eneco warmtenet.)

Onlangs schreef Hugo Matthijsen een artikel over aardgas als schone en ook onmisbare brandstof. Daarin feiten die ook naar mijn mening onbetwist zouden zijn, maar niet in kringen van wetenschappers, beleidsmakers, bestuurders en eigenaren van (warmte-) centrales.

Deze bijdrage gaat over de bio-warmte-installatie die Eneco bouwde om te voldoen kennelijk aan de stijgende vraag naar warmte t.b.v. het Utrechtse warmtenetwerk. Op bijgaande afbeelding is te zien dat die werd gebouwd pal naast Warmtekracht (WKK)-centrale Merwedekanaal 12, die draait op gas; een elektrisch vermogen heeft van 225 megawatt en een maximaal thermisch vermogen van 180 megawatt. De centrale voorziet nu nog 500.000 huishoudens van elektriciteit en 150.000 huishoudens van warmte. Met de bouw van de biowarmte-installatie zou die capaciteit worden uitgebreid tot 210.000 huishoudens.

Er verschijnen steeds meer artikelen in kranten over het verbranden van houtsnippers in elektriciteits- en warmtecentrales, zoals onlangs in een artikel van de NRC dat duidelijk was gebaseerd op het visie-document van de KNAW uit januari 2015, waarin werd opgeroepen tot gebruik van de grondstof hout in cascade. Van constructiehout, plaatmaterialen, pulp t.b.v. papierindustrie en derivaten voor de chemische industrie (medicijnen) naar een tweede leven als sloophout en dan uiteindelijk als brandstof. Door ‘hoogleraar’ Andre Faaij werd het artikel gekwalificeerd als ‘’kleuterwerk’’. Een ander artikel ging over de reis van Jelle Brandt Corstius langs de boreale wouden en nog onlangs publiceerde Rypke Zeilmaker over het ombouwen van de Magnum centrale van gas naar houtsnippers.

In de voorgaande eeuwen was het bosareaal, a.g.v. de bouw van schepen en het gebruik als brandstof voor een snel groeiende wereldbevolking, ernstig gekrompen. Dat kon worden gestopt met de komst van kolen als brandstof en later doordat hout, als de belangrijkste leverancier van de basisgrondstof cellulose, grotendeels kon worden vervangen door synthetische stoffen. De zwaar aangetaste bossen herstelden zich, maar nu, zo’n 70 jaar later, zou de aanval op de bosarealen weer volop losbreken in de queeste van de mens om van fossiele brandstoffen af te komen door die te vervangen door brandstoffen van natuurlijke oorsprong: biobrandstoffen.

Als onderscheid met fossiele brandstoffen kregen die het label ‘bio’ mee, dat eerder al was toegekend aan bijvoorbeeld varkens die voorheen in stallen stonden, maar nu weer in de blubber buiten mochten liggen. Of erwtjes die in het ene geval niet groen zijn en het andere geval wél. De economie moet weer biobased worden en circulair zoals die was vóórdat de industriële revolutie begon, maar dan wel met de welvaart van deze tijd.

Volgens het verdrag van Parijs dienen fossiele bronnen te zijn ‘ uitgefaseerd’ in 2050, opdat de opwarming van de aarde, die zou zijn veroorzaakt door het verbranden van die fossiele brandstoffen, wordt gestopt en de aarde wordt behoed voor een catastrofe.

Laten nu juist deze lucide oplossingen, gedreven door hebzucht, daaraan debet worden: houtsnippers aanslepen uit de gehele wereld en dan verbranden.

Hout bestaat voor het grootste gedeelte uit cellulose C6H10O5, het meest voorkomende polymeer op aarde (bron: Wikipedia) en wordt gevormd door het proces van fotosynthese, waarbij 1 % van de energie uit de jaarlijkse zoninstraling wordt omgezet in hout (biomassa). Net als alle andere organische stoffen komt bij verbranding de CO2 weer vrij. De hoeveelheid jaarlijks zoninstraling is gelimiteerd en daarmee de aanmaak van biomassa in de vorm van planten en dus ook hout.

Fossiele energie is het gevolg van exact hetzelfde proces, waardoor echter, in een periode van miljoenen jaren (Carboon) de voorraden werden gevormd waaruit we putten. Fossiele energie is opgeslagen zonne–energie of indirecte zonne-energie en energie in houtsnippers daarentegen het gevolg van directe zonne–energie, waarvan de jaarlijkse hoeveelheid beperkt is door de hoeveelheid zoninstraling. Kortom, fossiele brandstoffen en biobrandstoffen zijn exact hetzelfde.

Niettemin doet inmiddels het woord ‘fossiel’ veel mensen sidderen van angst, mede door de griezelverhalen die Urgenda c.s. de wereld in slingeren met hun media-vrienden om macht en invloed te vergaren. In veel opzichten vergelijkbaar met vroeger tijden, waarin het volk eronder werd gehouden met het schrikbeeld van de inquisitie.

Houtsnippers zouden fossiele brandstoffen vervangen hadden de wetenschappers bedacht: schoon en CO2 neutraal verbrand. Er was wel een probleem geweest, want, zoals hierboven uitgelegd , zijn fossiele brandstoffen en houtsnippers hetzelfde als het gaat over verbranden. Hout bleek ook CO2 uit te stoten en bovendien was de gehele keten niet erg doelmatig t.o.v. van systemen en installaties die de ingenieurs hadden gebouwd in de afgelopen 150 jaar.

Daarvoor hadden lucide geesten van de Europese Unie, die de wetgeving maakten oplossingen gevonden en zo kon het gebeuren dat hout verbranden voortaan geen CO2 uitstoot meer veroorzaakte en was een nieuwe stap gezet in de biobased economy met de uitrol van de houtsnipperindustrie die een waardeketen zou vormen van bosbouwers van over de hele wereld die houtsnippers leveren, via de tussenhandel aan energiebedrijven, die het hier verbranden en uiteindelijk verkopen als CO2–neutraal. Een moderne versie van het oerhollandse ‘knollen voor citroenen’ verkopen.

CO2-techneuten hebben een speciale logica om dat verhaal te verkopen. Kosten zijn geen kosten, maar investeringen, hield minister Wiebes Thierry Baudet onlangs voor. Huh! Of een wolkenkrabber bouwen van de stammen van bomen is beter dan de boom in het bos laten, want als ie dood gaat dan komt de CO2 weer in de atmosfeer terecht en dat moet je niet hebben natuurlijk. Beter is het de boom te kappen en om te vormen tot een draagbalk. Dan zit de CO2 voorlopig gevangen, zoals in kringen van biobased architecten wordt geventileerd. Logica die een mens verbouwereerd achterlaat. Dat bossen meer zijn dan een verzameling bomen, waarin het rottingsproces met daarin planten, schimmels, organismen, bacteriën en dieren die in symbiose met elkaar leven, komt niet in hun CO2-tunneldenken voor.

Ironisch is het dat hun plannen voortdurend en wezenlijk contrair zijn aan de doelstellingen, want kapitaal gedreven.

In 2015 werd mijn aandacht getrokken door een brief van Eneco Utrecht, waarin de vergunning aanvraag voor een bio warmte–installatie werd aangekondigd pal naast de Merwedecentrale nr 12. Met de bestaande gastoevoer zou eenvoudig een hulp ketel aangesloten hebben kunnen worden, maar er werd gekozen voor de bouw van een kapitale biowarmte–installatie met opslag en aanvoer van houtsnippers door ca. 30, 20-tonners per dag over de drukke wegen bij Lage Weide en niet zo ver langs de pas ingestelde milieuzone, waaruit diesel auto’s en vrachtwagens worden geweerd. Kennelijk houdt de uitstoot van uitlaatgassen en fijnstof pardoes op langs de weg. Dertig zware vrachtwagens dus die per dag 650 ton houtsnippers zouden aanvoeren als brandstof voor de ketel met een vermogen van 60 Megawatt. Stond daar echt 650 ton … per dag? Ja dat stond er echt. Ook stond er: dat het ging om resthout en snoeihout uit de directe omgeving.

Het leek me nogal onwaarschijnlijk en ik besloot een onderzoekje te doen. Ik stuurde het rapportje naar alle fracties van de gemeente Utrecht en die van de provincie. Er kwam een reactie van de CU . Opmerkelijk voor Utrecht als men weet dat als het over bomen gaat de emoties doorgaans hoog oplopen en niet zelden de aanhangers van de PvdD erop uit trekken om fysiek te verhinderen dat bomen worden gekapt. Zelfs als het gaat over particuliere eigenaren, zoals Golfclub De Haar.

Warmtenetten reduceren de CO2-uitstoot met 50 procent of meer staat er geschreven op de site van Eneco over warmtenetten en dat klopt als er sprake is van restwarmte, die ontstaat in ‘warmtemachine’s, zoals de turbine die de generator aandrijft (Carnot). Met de inzet van een aparte ketel, zoals hier is geen sprake meer van restwarmte.

Wanneer meer warmte nodig zou zijn, is een gasgestookte ketel de meest doelmatige oplossing. Doelmatig is de inzet van deze installatie allerminst en de CO2 uitstoot is gigantisch. Allereerst vanwege het verbranden van de houtsnippers zelf, maar vooral vanwege de activiteiten in de gehele keten: van de houtsnipperproductie in verre landen, het drogen en pelleteren, het opnieuw kweken en aanplanten van bomen op gigantische arealen.

Uit de berekening bleek dat alleen ten gevolge van de verbranding van de houtsnippers de CO2 uitstoot 10.314.281 kg hoger ligt, dan een vergelijkbare gasgestookte ketel. Als ook alle activiteiten in de gehele keten worden meegenomen komt het verschil uit op 20.000.000 kg t.o.v. de gasgestookte ketel.

Per stookseizoen zou maar liefst 81.859 m3 ‘rest en snoeihout’ moeten worden verzameld in de directe omgeving. Volgens gegeven van Probos is de jaarlijkse aangroei van bomen 8 m3 per jaar per ha: overeenkomstig 10.232 ha. De stad Utrecht beslaat 9900 ha. en telt 160.000 bomen. Die zouden in 1,47 stookseizoen zijn opgebrand. Kortom, een ongeloofwaardig verhaal, maar burgers geloven het.

Verder bleek uit de berekeningen dat de opgave van het aantal huishoudens significant afweek van wat op grond van de CBS-cijfers over gasverbruik van huishoudens, mogelijk zou zijn.

De vraag rijst waarom er toch steeds meer energieproducenten zijn die ertoe overgaan houtsnippers bij te stoken in elektriciteitscentrales en dan met name warmtecentrales die vanuit bedrijfseconomisch opzicht ongeveer het tegenovergestelde zijn van een efficiënt en doelmatige bedrijfsvoering.

Warmtenetten reduceren geen CO2-uitstoot, maar verhogen het wanneer warmte wordt opgewekt met houtsnippers. Het verbranden van houtsnippers en de activiteiten in de gehele keten veroorzaken vele malen meer CO2-uitstoot dan een vergelijkbare gasgestookte ketel .

Bert Pijnse van der Aa.

Naast de hier besproken warmtecentrale heeft Amsterdam een aanvraag lopen voor een twee keer zo grote centrale en is er een in Purmerend. Daarnaast is bijstook van houtsnippers in de Amer-centrales al jaren bestaande praktijk en hebben RWE Eemshaven, Engie Rotterdam aangekondigd houtsnippers te gaan bijstoken.

They’re like the socerers apprentice trapped in the consequences of their meddling.

Literatuur

Roadmap van de EU voor biomassa.

https://www.parool.nl/binnenland/27-000-amsterdamse-huizen-op-biomassa-maar-is-er-genoeg-hout~a4606730/

https://www.parool.nl/amsterdam/-gemeente-loopt-financiele-risico-s-met-stadsverwarming~a4608064/

http://reports.climatecentral.org/pulp-fiction/2/#section-1