Een bijdrage van Ap Cloosterman.

Een hypothese is een stelling, die nog niet is bewezen.

Adam was de eerste mens

In de Middeleeuwen (500-1500) was men er heilig van overtuigd, dat de Aarde en de mens rechtstreeks door God geschapen waren. Een evolutietheorie zou onmiddellijk geleid hebben tot een kerkelijke ban of een veroordeling tot de brandstapel.

Eeuwenlang heeft het fresco van Michelangelo de mensheid overtuigd van de rechtstreekse goddelijke schepping van Adam. Maar zou het kunnen zijn, dat Michelangelo een geheime code in zijn schilderij heeft verwerkt, waarin een andere opvatting is verborgen?

In 1990 ontdekte Frank Lynn Meshberger dat het fresco een anatomisch accurate afbeelding bevat van het menselijk brein. Omlijstingen van het werk correleren met de sulci in het binnenste en buitenste oppervlak van de hersenen, de hersenstam, de basilaire slagader, de hypofyse en het optisch chiasma.

Dit zou kunnen betekenen, dat Michelangelo heeft bedoeld, dat de schepping van Adam een uit het menselijk brein geboren idee is geweest. Het zou ook kunnen betekenen, dat God Adam op dat moment intellect gaf, dat ons onderscheidt van de dierenwereld.

 

Een ommekeer in het scheppingsverhaal van Adam kwam 150 jaar geleden met de evolutietheorie van Darwin en is tot op de dag van vandaag nog steeds actueel. Adam zou dan een product geweest kunnen zijn van deze evolutie.

Fylogenetisch stamboom: een schema, dat de evolutionaire geschiedenis van biologische soorten weergeeft.

De theorie legt uit hoe planten, dieren en zelfs de mens zijn ontstaan uit een voorouder en zich dankzij natuurlijke selectie aan hun omgeving hebben aangepast. De evolutietheorie is de natuurwetenschappelijke verklaring voor de evolutie van het leven en voor de verscheidenheid aan soorten op Aarde. Ze beschrijft het proces waarbij erfelijke eigenschappen binnen een populatie van organismen veranderen in de loop van de generaties als gevolg van genetische variatie, voortplanting en natuurlijke selectie.

 

 

Charles Darwin in 1869 (1809-1882),

De oudst bekende bacteriënArchaea en voorouders van de eukaryoten leefden ongeveer 3,5 miljard jaar geleden in een waterige omgeving. Uit deze bacteriën ontstonden steeds ingewikkeldere eencelligen en meercellige organismen. Het eerste plantaardige leven op Aarde bestond één miljard jaar geleden uit algen.
De eerste fossielen van insecten zijn 400 miljoen jaar geleden ontstaan. De gewervelde dieren waren een grote groep van waterbewoners, waarvan vermoedelijk een bepaalde groep geleidelijk het land heeft gekoloniseerd.
De eerste viervoeters waren afhankelijk van water, vergelijkbaar met de tegenwoordige amfibieën, maar door een ontwikkeling van ongeveer 330 miljoen jaar geleden is een bepaalde groep erin geslaagd de embryonale ontwikkeling in een ei buiten het water door te maken. Al snel splitsten de voorouders van zoogdieren zich af. Zie hier.

De wetenschap is in staat om de verschillende evolutie-ontwikkelingen qua vormgeving stap voor stap in kaart te brengen, maar de vraag is of men überhaupt weet hoe nieuwe organen, zintuigen en de mogelijkheid tot voortplanting tot stand zijn gekomen.

In ieder geval blijft er voldoende ruimte voor gelovige mensen om de Hand van God in deze evolutie te erkennen.

Interessant is om de opvatting over God van de wereldberoemde kosmoloog Prof. Dr. Stephen Hawking te vernemen.

Ik heb niets tegen God. Ik wil niet de indruk wekken, dat ik met mijn werk het bestaan van God wil bewijzen of ontkrachten. Alles kan met natuurwetten worden verklaard. Als je wilt, kun je wel zeggen dat die wetten het werk zijn van God. Men kan God definiëren als de belichaming van de natuurwetten. Dit is echter niet zoals de meeste mensen denken over God. Zij denken aan een mensachtig wezen, met wie je een persoonlijke band kunt hebben.

 

CO2, de menselijke uitstoot als veroorzaker van de klimaatverandering

Zelfs in deze tijd doen zich nog ontwikkelingen voor, welke voor bepaalde vaststaande theorieën leiden tot een andere denkwijze. Denk maar eens aan het onderwerp Klimaatverandering. Ook voor dit onderwerp vindt een ommekeer plaats. Talrijke publicaties ondersteunen de misvatting over de oorzaak van een klimaatverandering.
Zie bijvoorbeeld hier.

De Al Gore film ‘An Inconvenient Truth‘ en het IPCC- rapport over de AGW (Anthropogenic Global Warming) leverden in 2007 de Nobelprijs voor de Vrede op.

De grafiek waarmee Al Gore de mensheid heeft misleid:

In het bovenste deel van de grafiek zijn de CO2 concentraties t.o.v. 1950 weergegeven tot 400.000 jaar terug.
In de onderste grafiek zijn de atmosferische temperatuur verschillen over dezelfde periode weergegeven. Met de zwarte lijnen wordt de indruk gewekt, dat een verhoging van het atmosferisch CO2 gehalte onmiddellijk een temperatuur verhoging tot gevolg heeft gehad. Niets is minder waar!

Al Gore heeft op de horizontale X-as onderlinge afstanden aangehouden van 10.000 jaar waardoor verschillen van bijvoorbeeld enkele honderden jaren niet meer zichtbaar zijn.

De werkelijkheid is duidelijk anders, zoals zal blijken uit onderstaande grafiek. In deze grafiek van Prof. Dr. Ole Humlum (Universiteit Oslo) zijn de parameters CO2 en temperatuur samen weergegeven.

Op de horizontale X-as zijn de tijden per jaar aangegeven en dan komt duidelijk naar voren, dat er eerst sprake is van een temperatuurverhoging van het oceaanwater gevolgd door een verhoging van het CO2 gehalte in de aardse atmosfeer.
De verklaring is, dat door opwarming van het oceaanwater er CO2 ontwijkt. De oplosbaarheid van CO2 neemt namelijk in warmer water af. Hierbij moet u weten dat de oceanen ongeveer 50x zoveel CO2 bevatten dan de aardse atmosfeer.

In deze tijd leiden wetenschappelijke meningsverschillen niet meer tot een veroordeling tot de brandstapel, maar verwijten en beledigingen zijn er volop. Zie hier.

Uit KNMI-gegevens vanaf 1706 blijkt duidelijk, dat de temperatuur in Nederland is toegenomen. Zie onderstaande grafiek.

De mainstream wijt deze temperatuurverhoging aan de invloed van de menselijke CO2-uitstoot. Maar is dit niet een kwestie van meer zonuren zoals onderstaande grafiek dit laat zien?

De temperatuurgegevens, zoals deze als een voortschrijdend gemiddelde grafisch worden gepresenteerd, worden door de mens ook zo ervaren

In bijna alle artikelen, die over een korte termijn periode (bijv. 30 jaar) gaan, vind je grafieken met d.m.v. puntjes aangegeven gemiddelde maandelijkse temperatuurgegevens. Door deze maandelijkse punten wordt een lijn getrokken waarmee dan een beeld wordt verkregen van het temperatuurverloop over de verschillende jaren. Om de grote verschillen te dempen wordt vervolgens ook nog een lijn met een voortschrijdend gemiddelde ingetekend.

De mens ervaart deze gemiddelden aan den lijve niet, maar is wel gevoelig voor de verschillen in dag- en nachttemperaturen (het weer). Bij grote dagelijkse verschillen wordt al snel en onterecht het woord klimaatverandering in de mond genomen.

Ik heb drie maandtabellen met dag- en nachttemperaturen van het KNMI in De Bilt gedownload (juni, juli en augustus 2019). Overigens zijn er in Nederland maar liefst 37 weerstations waarvan de gegevens ook nog eens verschillend kunnen zijn.

De mens is niet in staat om een gemiddelde temperatuur (groene lijn) gevoelsmatig waar te nemen (laat staan een 5 daags voortschrijdend gemiddelde), maar voelt wel de temperatuurverschillen per dag (rode lijn) en per nacht (blauwe lijn). We zien dat de temperatuurverschillen van dag tot dag (in werkelijkheid: het weer) flink kunnen verschillen en welke de mens dus aan den lijve ondervindt.

Uit bovenstaande grafieken blijkt, dat er nauwelijks een verband bestaat tussen dag- en nachttemperaturen. Immers de temperatuur op de dag en de nacht zijn afhankelijk van niet gelijke omstandigheden.

Ik heb dan ook sterke twijfels of je überhaupt iets hebt aan de waarde van een gemiddelde en om daarmee vervolgens een specifieke oorzaak aan te wijzen.

De oerknal: het lontje is aangestoken

Kosmologie is een wetenschap die zich bezighoudt met het ontstaan en de ontwikkeling van het Heelal. Over het ontstaan van het Heelal tast de wetenschap op vele punten nog in het duister. Natuurlijk zijn er over het ontstaan van het Heelal diverse theorieën, maar het proces van het ontstaan is dermate ingenieus, dat dit door het menselijke brein nauwelijks is te bevatten.

Kosmoloog pater Lemaître (1894 – 1996) met Einstein.

De huidige opvatting over het ontstaan van het Universum is o.a. gebaseerd op de theorie (1931) van de Belgische Jezuïet pater George Lemaître.

Volgens deze theorie – die inmiddels de instemming heeft van een grote meerderheid van de wetenschap – was de energie, waaruit het Heelal is ontstaan, samengebald in een extreem hete pit van 10³² ºC. Deze pit wordt ook wel oer atoom of singulariteit genoemd.

Ongeveer 13,7 miljard jaar geleden is dit energierijke oer atoom als een waterdruppel uiteengespat. Overigens was dit geen explosie zoals het woord oerknal zou doen vermoeden, maar een uitdijing (inflatie).

De Speciale Relativiteitstheorie (1905) van Albert Einstein beschrijft o.a. de massa-energierelatie, hetgeen betekent dat energie en massa equivalent zijn en in elkaar kunnen overgaan volgens de formule E = m.c²
waarbij E = energie
m = massa
c = lichtsnelheid = 300.000 km/sec.

De snelheid van de uitdijing was onvoorstelbaar groot en tijdens deze volumevergroting werd energie omgezet in materie, eerst in de vorm van allerlei elementaire deeltjes (elektronen en quarks), waaruit in tweede instantie de waterstofkern of te wel het proton is ontstaan. Uit deze waterstofkern zijn later alle andere elementen (Helium, Koolstof, Zuurstof, Stikstof, etc.) gevormd. Deze waterstofkern was precies het goede LEGO-steentje waarmee verder gebouwd kon worden. Als het ontwerp ook maar iets anders was geweest, dan was er nooit materie en leven ontstaan, zoals wij dat nu kennen.

Je kunt je dus afvragen of dit zonder regie spontaan kon plaatsvinden.

Uit de elementen Waterstof en Helium zijn tussen de ½ en 1 miljard jaar later de eerste sterren en sterrenstelsels ontstaan.

De uitdijing van dit oer atoom vraagt om ruimte. Wij mensen denken zelden of nooit na over het begrip ruimte. Wij aanvaarden het als iets vanzelfsprekend en we maken er zonder nadenken gebruik van.  Al zolang wij het Heelal kennen bestaat er ruimte, waarin sterren en planeten zich kunnen ophouden. De vraag is, was deze ruimte er al vóór de Oerknal?

Het is heel goed mogelijk, dat er niets was en dus ook geen ruimte en dat de ruimte dus ook ‘verpakt’ zat in het oer atoom.

Ons Heelal dijt na 13,7 miljard jaar nog steeds uit en dat betekent dat de bestaande 200 miljard sterrenstelsels met ieder 100 à 400 miljard sterren steeds verder uit elkaar gedreven worden. In het buitengebied ‘niets’ moet dus steeds nieuwe ruimte worden gecreëerd.

Volgens onze natuurkundewetten, die ook in het Heelal gelden, is er de zwaartekracht werkzaam en dus zouden sterrenstelsels elkaar moeten aantrekken en tot botsingen komen. Het vreemde is, dat sterrenstelsels uit elkaar drijven. Men gaat ervan uit, dat hier sprake is van een onbekende kracht die tegengesteld aan de zwaartekracht werkt: de zogenaamde donkere energie.

Op termijn zullen ook alle sterren uit elkaar drijven en tenslotte zullen hun moleculen en atomen gesplitst worden. Er ontstaat dan uiteindelijke een vrijwel lege ruimte en kan er weer een nieuw oeratoom ontstaan.

Het menselijk brein kan dit eenvoudigweg niet bevatten.

Over het ontstaan van het oeratoom lopen de meningen uiteen.

De Amerikaanse kosmoloog Alan Guth is de grondlegger van de zgn. inflatietheorie en die houdt in, dat uit “niets” “iets” kan ontstaan. Hij gaat ervan uit dat er in het begin een medium van twee soorten vacuüm heeft bestaan, namelijk een positief en een negatief vacuüm. Dit medium stortte in elkaar, waarbij enorm veel energie vrijkwam en waaruit het oer atoom is ontstaan.

Andere wetenschappers (o.a. Andrei Linde) zijn van mening, dat het oer atoom is ontstaan in een reeds bestaand Heelal.

Als deze theorie juist is dan zouden er meerdere Heelallen kunnen bestaan en is er sprake van een Multiversum. Blijft overigens de vraag hoe dan het eerste Heelal is ontstaan.

Ook is het mogelijk, dat het oer atoom een zwart gat is geweest in een ander Heelal. Een zwart gat bevat een enorme hoeveelheid massa met een extreem grote zwaartekracht. Door deze grote zwaartekracht wordt alle massa uit de omgeving (zelfs hele sterren) naar binnen gezogen. De zwaartekracht is zo groot, dat licht niet kan ontsnappen.

De geabsorbeerde massa zou dan via een wit gat een nieuw Heelal kunnen vormen.

Onze Melkweg met zo’n 200 miljard sterren bevat in het middelpunt een zwart gat, Sagittarius A, met een massa van 3,7 miljoen keer de massa van onze Zon. De massa van onze Zon (een doodgewone ster) is 1,9891 x kg.

 

 

 

 

Roger Penrose zegt uit satellietwaarnemingen het bewijs gevonden te hebben, dat er vóór de Oerknal reeds een Universum was en na het vergaan van dit Universum er weer een nieuw Universum is ontstaan.

Hoe je het ook wendt of keert: er moet een begin geweest zijn, hetzij met de geboorte van het oer atoom of met een singulariteit of zwart gat in een reeds bestaand Heelal.

Maar laten we terugkeren naar het allereerste begin, dus toen er echt “niets” was.

Als er sprake is van een Schepper, dan moet Hij zich toch ergens ophouden en dat zou betekenen, dat er wel degelijk “Iets” geweest moet zijn. De vraag die zich dan weer voordoet is, heeft dit “Iets” dan altijd al bestaan. Aan de wereldberoemde kosmoloog Prof. Dr. Stephen Hawking werd tijdens een college gevraagd: “Wat was er vóór de Oerknal?” Zijn antwoord was:

Twee zalen verderop bevindt zich de faculteit Theologie. Vraag het daar maar eens.

Ik verwonder mij elke dag opnieuw over de veelheid van prachtige en interessante informatie, die ons ter beschikking komt en zichtbaar wordt door beelden. Het is nauwelijks onder woorden te brengen wat er zich in ons Heelal afspeelt en afgespeeld heeft. De processen die plaatsvinden zijn van een onmetelijke genialiteit.

Albert Einstein, die leefde in de tijd dat het drukken van boeken nog met loden letters gebeurde, bracht zijn verwondering en respect voor het ontstaan van het Heelal als volgt onder woorden:

Over het ontstaan van ons Zonnestelsel zijn onder de wetenschappers nauwelijks verschillen van mening.
Onze Zon met haar planeten zijn ontstaan uit de resten van een geëxplodeerde supernova. Deze resten vormden een enorme moleculaire wolk, welke voor 98% uit waterstof, helium en lithium bestond. De overige 2 % bestond uit zwaardere elementen.

Door een schokgolf vanuit de ruimte stortte deze wolk in onder invloed van zijn eigen zwaartekracht. Dit instorten veroorzaakte een draaiing (cycloon). Deze draaiing is nog steeds aanwezig: De omwenteling van de Zon en haar planeten en de banen van de planeten om de Zon.

In het binnenste van de wolk met de lichtere elementen liep de temperatuur en druk enorm op, waardoor kernfusie plaats vond en er een gloeiende bol ontstond: onze Zon. De zwaardere elementen werden naar de buitenkant geslingerd en door samenklontering ontstonden hieruit de planeten.

Zelfs een minuscuul onderdeel van het Heelal, onze planeet Aarde, is een verbazingwekkende creatie:

  • Op een afstand van 150 miljoen km van de Zon (dit is ook een ster) draait de Aarde haar baan en deze afstand is precies goed voor de mogelijkheid van leven (planten, dieren en mensen).
  • De Aarde heeft precies de juiste massa om de atmosfeer (lucht) vast te houden.
  • De Aarde voorziet ons van voedsel en de atmosfeer bevat voldoende zuurstof voor onze ademhaling.
  • De gevaarlijke straling van de zonnewind wordt door het aardmagnetisme afgebogen en in een atmosfeer van zuurstof en stikstof onschadelijk gemaakt (= poollicht).
    Overigens zorgt deze “nadelige en gevaarlijke” zonnewind er ook voor, dat de zeer gevaarlijke interstellaire straling rondom ons zonnestelsel wordt afgebogen.
  • De schuine stand van de Aarde t.o.v. de Zon zorgt ervoor dat we seizoenen (winter, lente, zomer, herfst) kennen.
  • De begeleidende Maan zorgt samen met de Zon voor eb en vloed, waardoor voedingsstoffen via de oceanen kunnen worden aangevoerd.
  • De Maan zorgt voor stabiliteit van de Aarde, zodat deze niet als een dronkenman rondtolt.
  • Op de Aarde is leven mogelijk en het uiterlijk en de pracht van dit leven getuigt van bovennatuurlijke genialiteit.
  • De mogelijkheid van voortplanting is een wonder. Een geboorte ontroert ieder mens.
  • Wie er oog voor heeft kan genieten van de intense schoonheid van de Natuur.

Maar toch blijven er vele vragen over:

  • Waarom moet het Heelal zo gigantisch groot zijn?
  • Waarom is het Heelal 13,7 miljard jaar geleden ontstaan en niet eerder of later?
  • Waarom is de Zon en de Aarde pas 4,5 miljard geleden ontstaan en loopt homo sapiens pas 200.000 jaar op de Aarde rond?
  • Waarom is bij de creatie van de mens ook zoveel slechtheid en criminaliteit ingebouwd?
  • Waarom vernietigt de mens zijn leefomgeving (bijv. ontbossing, uitroeiing van bepaalde diersoorten, giflozingen, gigantische lozingen van plastic afval)?
  • Is er leven na de dood en waar zou dat dan zijn? Kosmologen hebben nog geen hiernamaals waargenomen.
  • Waarom is de mens zo hebzuchtig waardoor een groot deel van de wereldbevolking in armoede en hongersnood moet leven?
  • Waarom zijn er zo veel mensen, die het verschil tussen ‘mijn en dijn’ niet naleven?