Rookpluimen van bosbranden in Zuidoost-Australië op 4 januari 2020, zoals te zien door de MODIS-imager op de Aqua-satelliet van NASA.

Auteur: Roy W. Spencer.

Vertaling: Martien de Wit.

Samenvatting

1) Wereldwijd is het totale aantal natuurbranden de afgelopen decennia afgenomen, waardoor een plaatselijke toename (of afname) van natuurbranden moeilijk is toe te schrijven aan ‘wereldwijde klimaatverandering’.

2) Net als Californië is Australië elk jaar vatbaar voor bosbranden tijdens het droge seizoen.

Er is elk jaar weer voldoende brandstof en droog weer voor verwoestende branden, zelfs zonder extreme hitte of droogte, zoals wordt geïllustreerd door het recordaantal verbrande hectaren (meer dan 100 miljoen) in 1974-75, toen er bovengemiddelde neerslag viel en de temperaturen onder het gemiddelde lagen.

3) De gemiddelde Australische temperaturen lagen in 2019 ver boven wat de theorie van de opwarming van de aarde kan verklaren, wat het belang van de natuurlijke variabiliteit van jaar tot jaar in weerpatronen illustreert (bijv. extreme droogte en hoge temperaturen).

4) De neerslag in Australië lag op een laagterecord in 2019, maar klimaatmodellen voorspellen geen langetermijntrend in de neerslag in Australië, terwijl de waargenomen trend opwaarts was, niet neerwaarts. Dit onderstreept opnieuw het belang van natuurlijke klimaatvariabiliteit voor brandgevaarlijke weersomstandigheden, in tegenstelling tot de door de mens veroorzaakte klimaatverandering.

5) Hoewel vermindering van het aantal gecontroleerde branden waarschijnlijk heeft bijgedragen aan de onregelmatige toename van het aantal jaren met grote bosbranden, heeft zeker de vijfvoudige toename van de bevolking in de afgelopen 100 jaar de potentiële ontstekingsbronnen, zowel per ongeluk als opzettelijk, aanzienlijk verhoogd.

Historische achtergrond

Australië heeft een lange geschiedenis van bosbranden, waarbij de Aboriginals al eeuwen (of wellicht al millennia) gecontroleerde branden stichtten voordat Europeanen zich hier vestigden. Een goed overzicht van de geschiedenis van bosbranden en hun beheer is vijfentwintig jaar geleden geschreven door de CSIRO Division of Forestry, getiteld: Bushfires – An Integral Part of the Australia’s Environment.

De huidige bewering van velen dat door de mens veroorzaakte klimaatverandering de Australische bosbranden erger heeft gemaakt, is om een ​​aantal redenen moeilijk te ondersteunen. Bosbranden (zoals natuurbranden elders in de wereld) zijn overal waar neerslag sterk seizoensgebonden is, een natuurlijk verschijnsel. De vegetatie groeit tijdens het natte seizoen en wordt vervolgens brandbaar materiaal tijdens het droge seizoen.

Als alle andere factoren gelijk zijn, worden bosbranden (als ze eenmaal zijn ontstoken) verergerd door hogere temperaturen, lagere luchtvochtigheid en sterkere wind. Maar met uitzondering van droge bliksem, zijn de natuurlijke bronnen van brandontsteking vrij beperkt. Hoge temperaturen en lage luchtvochtigheid alleen veroorzaken niet dat dode vegetatie spontaan ontbrandt.

Naarmate de bevolking toeneemt, zijn de potentiële ontstekingsbronnen snel toegenomen. De bevolking van Australië is de afgelopen 100 jaar vervijfvoudigd (van 5 miljoen naar 25 miljoen). Afgedankte sigaretten en lucifers, voertuigkatalysatoren, vonken van elektrische apparatuur en hoogspanningsleidingen, kampvuren, gecontroleerde branden die uit de hand lopen en moedwillige brandstichting zijn enkele van de meest voor de hand liggende bronnen van door mensen veroorzaakte branden, en deze kunnen allemaal net zo hard toenemen als de bevolking.

Trends in bosbrandactiviteit

De volgende grafiek toont de belangrijkste bosbranden in Australië gedurende dezelfde periode (100 jaar) als de vijfvoudige toename van de bevolking van Australië. De gegevens zijn afkomstig van Wikipedia: Bushfires in Australia.

Fig. 1. Jaarlijks brandseizoen (juni tot mei) hectaren verbrand door grote bosbranden in Australië sinds het seizoen 1919-20 (seizoen 2019-2020 is vanaf 7 januari 2020).

Zoals te zien is, brandde verreweg het grootste gebied af in 1974-75, in totaal meer dan 100 miljoen hectare (bijna 15% van de totale oppervlakte van Australië). Vreemd genoeg vonden echter volgens de gegevens van het Australia Bureau of Meteorology (BOM) de bosbranden in 1974-75 plaats gedurende een jaar met een bovengemiddelde neerslag en een ondergemiddelde temperatuur. Dit staat haaks op de mythe dat grote bosbranden een kenmerk zijn van extreem warme en droge jaren.

Elk droog seizoen in Australië kent overmatige hitte en een lage luchtvochtigheid.

Hoge-temperatuur-trends in Australië

De volgende grafiek toont (in rood) de jaarlijkse gemiddelde variaties in dagelijkse hoge temperatuur voor Australië, vergeleken met het 40-jarig gemiddelde gedurende 1920-1959.

Fig. 2. Jaarlijkse gemiddelde hoge temperaturen in Australië zoals geschat vanaf thermometergegevens (rood) en zoals gesimuleerd door het gemiddelde van 41 klimaatmodellen (blauw). (bron).

Fig. 2 toont (in blauw) het gemiddelde van 41 CMIP5-klimaatmodellen van de hoogste temperaturen per dag voor Australië (van de KNMI Climate Explorer-website). Er zijn een paar belangrijke opmerkingen te maken bij deze grafiek.

Ten eerste, als we de jaarlijkse temperaturen in figuur 2 vergelijken met het verbrande bosbrandgebied in figuur 1, is er in wezen geen correlatie (-0,11), voornamelijk vanwege de enorme gebeurtenis 1974-75. Als dat jaar uit de gegevens wordt verwijderd, is er een zwakke positieve correlatie (+0,19, dus nauwelijks significant op het 2-sigma-niveau). Maar bij het werken met statistieken hangt er zoveel af van afzonderlijke gebeurtenissen (in dit geval de verwijdering van 1974-75 uit de gegevensset), dat dat nou juist één van de redenen is waarom we de huidige natuurbranden (2019-2020) niet zouden moeten gebruiken als een indicator voor klimaatverandering op de lange termijn.

Ten tweede, terwijl het algemeen bekend is, dat de CMIP5-modellen in de tropen te veel opwarming laten zien in vergelijking met de waarnemingen, gebeurt er in Australië precies het tegenovergestelde: de BOM-temperaturen laten een snellere opwarming zien dan het gemiddelde van de klimaatmodellen toont. Dit kan een vals resultaat zijn van veranderingen in de Australische thermometer meettechnologie en gegevensverwerking, zoals beweerd door Jennifer Marohasy. Of misschien is het verschil het gevolg van natuurlijke klimaatvariabiliteit. Wie weet?

Let ten slotte op de enorm grote temperatuurvariabiliteit van jaar tot jaar in figuur 2. Het is duidelijk dat 2019 uitzonderlijk warm was, maar een groot deel van die warmte was waarschijnlijk te wijten aan natuurlijke variaties in de tropen en subtropen, vanwege aanhoudende El Niño-omstandigheden en de bijbehorende veranderingen in de locaties waar de neerslagregio’s versus heldere luchtregio’s zich gewoonlijk bevinden in de tropen en subtropen.

Neerslagtrends Australië

Om het punt duidelijk te maken dat een bepaald jaar niet moet worden gebruikt als bewijs voor een langetermijntrend, is de neerslag in Australië een uitstekend voorbeeld. De volgende grafiek is als de temperatuurgrafiek hierboven (Fig. 2), maar nu voor neerslag zoals gerapporteerd door de BOM (data hier).

Fig. 3. Zoals in Fig. 2, maar voor jaarlijkse neerslagtotalen.

We kunnen zien dat 2019 absoluut een droog jaar was in Australië, toch? Mogelijk zelfs een record. Maar de langetermijntrend (rode stippellijn) is opwaarts en niet neerwaarts, hetgeen opnieuw illustreert dat een bepaald jaar misschien niets te maken heeft met de langetermijntrend, laat staan ​​met door de mens veroorzaakte klimaatverandering.

En wat dat laatste betreft, de blauwe curve in figuur 3 laat zien dat de verwachting van de opwarming van de aarde zoals gerepresenteerd door het gemiddelde van 41 klimaatmodellen is, dat er geen langetermijntrend in neerslag in Australië had moeten zijn, ondanks claims van de media, pseudo-experts en Hollywood-beroemdheden die het tegendeel beweerden.

Houd er rekening mee dat het risico op natuurbrand juist kan toenemen met meer neerslag tijdens het groeiseizoen voorafgaand aan het brandseizoen. Meer neerslag produceert meer brandbaar materiaal. In feite is er een positieve correlatie tussen de neerslaggegevens in figuur 3 en het aantal verbrande hectaren (+0,30, significant op het 3-sigma-niveau). Nu beweer ik niet dat hete, droge omstandigheden niet in het voordeel zijn van meer bosbranden. Dat zijn ze – tijdens het brandseizoen – wel, terwijl al het andere hetzelfde is.

Maar de huidige toename van bosbranden in 2019-2020 is moeilijk te koppelen aan de theorie van de opwarming van de aarde op basis van het bewijs in de voorgaande drie grafieken.

Wereldwijde activiteit natuurbranden

Als door de mens veroorzaakte klimaatverandering (of zelfs natuurlijke klimaatverandering) ervoor zorgde dat de natuurbrand toeneemt, zou dit veel beter moeten blijken in de wereldwijde statistieken dan in een specifieke regio, zoals Australië. Natuurlijk kan elke specifieke regio een opwaartse (of neerwaartse) trend in het aantal natuurbranden hebben, simpelweg als gevolg van de natuurlijke, chaotische variaties in weer en klimaat.

Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, heeft een wereldwijd onderzoek naar de hoeveelheid natuurbranden uitgewezen dat de afgelopen decennia feitelijk minder natuurbranden hebben plaatsgevonden en niet meer (Doerr & Santin, 2016). Dit betekent dat er meer gebieden zijn met een afname van de hoeveelheid natuurbranden dan dat er gebieden zijn met meer natuurbranden. Waarom wordt deze daling niet toegeschreven aan door de mens veroorzaakte klimaatverandering?

Afsluitende opmerkingen

Er zijn meerdere redenen waarom mensen de indruk hebben dat bosbranden erger worden en dat de door de mens veroorzaakte klimaatverandering de schuld is.

Ten eerste meldt het nieuws alleen rampen … nooit een gebrek aan rampen. Het verlangen naar meer klikken (= geld) betekent dat de koppen steeds sensationeler worden. De media kunnen altijd ten minste één expert vinden om het gewenste verhaal te ondersteunen.

Ten tweede is de verspreiding van nieuws nu snel en dringt het diep door, verspreid via sociale media.

Ten derde grijpt een toenemend aantal belangenorganisaties voor het milieu elke natuurramp aan en verklaren zij dat deze wordt veroorzaakt door de toename van CO2 in de atmosfeer. De hyperbolische en niet-feitelijke (verzonnen) claims van Extinction Rebellion zijn hiervan een van de beste recente voorbeelden.

Dit alles tegen een achtergrond van door de overheid gefinancierde wetenschap die budgetten ontvangt die in directe verhouding staan tot de bedreiging voor het leven en eigendom, waarvan de onderzoeker beweert dat deze bestaat als er geen wetenschappelijke antwoorden worden gevonden en het beleid niet wordt gewijzigd. Het mag dus niet verbazen dat er politieke invloed is op welk onderzoek gefinancierd wordt (en welk niet) wanneer de uitkomst van dat onderzoek rechtstreeks van invloed is op het overheidsbeleid.

Mijn persoonlijke mening, gebaseerd op het beschikbare bewijs, is dat elke toename op lange termijn van natuurbranden op een specifieke locatie zoals Australië (of Californië) wordt gedomineerd door de toename van door mensen veroorzaakte branden, ongeacht of deze per ongeluk of opzettelijk zijn. Een daarmee verband houdende reden is de toenemende druk van het publiek om gecontroleerde branden te verminderen, net als het verwijderen van dode vegetatie en het open houden van brandgangen. Het publiek denkt dat het niet uitvoeren van dit onderhoud op korte termijn voordelen biedt voor schoonheid en behoud van de natuur, maar het heeft op lange termijn gevolgen met het tegenovergestelde effect en nog veel erger.

Volgens recente nieuwsberichten zouden tientallen mensen zijn gearresteerd voor brandstichting, een fenomeen waarvan we moeten aannemen dat het de afgelopen 100 jaar ook met minstens een factor vijf is toegenomen (samen met de bevolking). Ongewilde brandstichting door pech of een ongeluk neemt ook toe in dezelfde mate als de toename van de bevolking en alle infrastructuur die met meer mensen samengaat (voertuigen, hoogspanningsleidingen, kampvuren, afgedankte lucifers en sigaretten, enz.)

Dus, om de Australische bosbranden automatisch de schuld te geven van door de mens veroorzaakte klimaatverandering is vooral alarmistische nonsens, waarvoor vrijwel geen enkele basis is te vinden in de feiten.

Bron hier.