Reacties op brief CLINTEl aan wereldleiders.

Een bijdrage van Arthur Rörsch.

De discussies op Climategate.nl volg ik maar sporadisch omdat ik met een aantal fysici in de wereld druk bezig ben om een essay te schrijven waarin we een geheel nieuwe kijk op de werking van de aardse broeikas geven dan de laatste 50 jaar gebruikelijk is.

CLINTEL is in principe bereid hierbij als ‘publisher’ op te treden. Omdat deze organisatie met een achterban van 800 wetenschappers ernstige bedenkingen heeft tegen huidige interpretaties van waarnemingen en de statistische behandeling daarvan, die zouden voorspellen dat bij een verdubbeling van de CO2 concentratie in de atmosfeer dit tot een temperatuurstijging van > 1 C aanleiding zou moeten geven.

Dagelijks bereiken mij theoretische studies van gerenommeerde fysici, die er op wijzen dat dit fysisch onmogelijk is. Bij elkaar nu wel zo’n tiental die het effect van CO2 verdubbeling berekenen als tussen 0 en 0,3 C. Hun publicaties worden geweigerd door de gevestigde tijdschriften, zonder behoorlijk onderbouwde kritiek door hun referees.

Een schrijnend voorbeeld is dat van prof. Witteman, em. hoogleraar en ontwerper van een IR CO2-laser die werkt, maar die op het gebied van de atmosferische wetenschappen door de referees als onvoldoende deskundig wordt beschouwd. Dit is hoogst onrustbarend. Kees le Pair heeft inmiddels het niet geaccepteerde manuscript van Witteman op zijn web-site gezet. Wie gerechtvaardigd bezwaar heeft tegen de thesis dat de invloed van CO2 op het aardse broeikaseffect nihil is, daag ik uit de fysische argumenten van Witteman te ondergraven.

Met de schrijvers van ons essay getiteld, ‘In search of autonomous regulatory mechanisms in the earth greenhouse’, komen we ook uit op de conclusie dat een verdubbeling van de CO2-concentratie in de atmosfeer een nihil effect heeft op grond van een schat van waarnemingen, waarvan we menen dat deze door de huidige mainstream klimaatveranderingsschool (gevormd rond IPCC, politiek gedreven) verkeerd worden geïnterpreteerd.

Publicatie van onze bevindingen stellen we maand tot maand uit, omdat we menen dat we voortdurend op zeer fundamentele misvattingen over de werking van de aardse broeikas stuiten, die in de huidige tunnelvisie over AGW (‘Anthropogenic Global Warming‘) een plaats hebben gekregen. En het doorbreken van zo’n tunnelvisie, door wat heet ‘lateraal’ denken, vergt zorgvuldige formulering om te worden begrepen.

Enige vorm van lateraal denken is sowieso vreemd aan de AGW-school. Dat is wellicht het meest verontrustende in de attitude van die volgers. Het plaatst ze buiten de kring van de echte wetenschappers, hoe hard ze ook claimen zich wel tot die kring te mogen worden gerekend, omdat ze een wetenschappelijke graad aan een universiteit hebben verworven en binnen eigen kring elkaar blijven ophemelen en vervolgens menen autoriteit te mogen uitdragen. Ze hebben het grondbeginsel niet geleerd te durven twijfelen aan eigen kunnen.

Errare humane est, vergissen is menselijk, ook in commune – de ‘school’- die zweert bij zogenaamde bereikte ‘consensus’. Zo zal het wetenschappelijk inzicht in de werking van de aardse broeikas nooit kunnen voortschrijden om daarin doorbraken teweeg te brengen.

Tal van nuchter denkende natuurwetenschappelijke onderzoekers met tenminste wel de reputatie ooit één of meer doorbraken in de ‘wetenschap’ te hebben bewerkstelligd, hebben gewezen op aantoonbare misvattingen over de oorzaak van het aardse broeikaseffect volgens de AGW-school.

Ik durf me onder hen te rekenen met het argument dat het misvatting is dat CO2 noodzakelijk een belangrijke component in de veroorzaker van het broeikaseffect is. Zie hieronder een gedachtewisseling met Witteman.

Ja, ik ben het er mee eens, dat CO2 slechts een kleine bijdrage levert maar op andere gronden dan jij.

Sinds een aantal jaren  werk ik, met een aantal fysici, met een model waarbij wij er vanuit gaan dat in de diurnal cycle een autoregulatie mechanisme zit opgesloten. Volgens dat model heb ik zelfs helemaal geen CO2 nodig om een broeikaseffect te zien opgewekt.

Op de waterplaneet vervult H2O in zijn verschillende aggregatievormen twee tegengestelde functies. Enerzijds houdt het IR uitstraling vanaf het oppervlak tegen, houdt daarmee afkoeling tegen en leidt indirect tot warmte vasthouden. Anderzijds koelt het door verdamping het oppervlak af.

Wat er met deze ‘balans’ gebeurt, hangt af van de breedtegraad en de dag van het jaar. Dus van de lokale zoninstraling op een bepaald moment.

Een vrij simpele berekening leert nu het volgende. Zou er gelijktijdig geen verdamping optreden, H2O alleen maar de optische dichtheid verminderen, dan zou op 30 N breedte in de zomer de temperatuur tot boven de 100 C oplopen.  Echter in de winter de temperatuur tot beneden het vriespunt dalen. We hebben helemaal geen CO2 nodig om de temperatuur binnen de waargenomen grenzen van 28 C boven de oceaan in de zomer tot 19 C in de winter te houden.

Echter, CO2 beïnvloedt de temperatuur potentieel wel een beetje. Volgens onze berekeningen en die van vele anderen levert 2*CO2 een versterkte terugstraling op van 3.7 W/m2 en dit leidt tot een potentiele temperatuur verhoging van 0.2 tot 0.3 C , weer afhankelijk van de breedtegraad en de dag van het jaar.

Als de opwarming echter maar een klein beetje de wolkvorming versterkt, de zoninstraling daardoor vermindert, verdwijnt het CO2 effect geheel en zou het zelfs afkoeling kunnen veroorzaken. De  fysische meteorologie achter dit verschijnsel is dan dat CO2 het doorgeven van IR naar de tropopauze bevordert en daar ook door de wolken de uitstraling richting heelal wordt bevorderd.

Kort samengevat, een potentieel effect wordt aangezien voor een noodzakelijk effect in situ, waarbij de werking van de waterhuishouding als regelmechanisme wordt genegeerd. Natuurlijk moeten we als ‘CO2-sceptici’ ook onder ogen durven te zien dat wij ons eveneens kunnen vergissen. Maar tot op heden is deze gedachtegang door geen aanhanger van de AGW-school steekhoudend ondergraven.

Dat kunnen ze ook niet omdat ze niet vertrouwd zijn met de beginselen van autoregelmechanisme, die in tal van andere natuurwetenschappelijke disciplines zijn ontwikkeld. Te wijten dus aan onvermogen om over de grenzen van eigen discipline heen te kijken. Het niet willen luisteren naar de argumenten van natuurwetenschappers uit andere disciplines, die zij als non-experts binnen de klimatologie in de hoek zetten, acht ik het meest schrikbarende verschijnsel binnen de AGW-school.

Tenslotte terug naar de vergelijking van Berkhout van de veronderstelde klimaatcrisis met de coronacrisis, die zich echt manifesteert. Hem is verweten door ene Van Gelder twee wetenschappelijke problemen oneigenlijk te vergelijken. (De ‘posting’ kan ik niet terugvinden. Als die van een trol verwijderd?). Berkhout vergeleek echter de economische gevolgen van een denkbeeldige klimaatcrisis met die van de coronacrisis die evident is geworden. Het gevolg zal zijn dat bij de politici de aandacht voor de denkbeeldige klimaatcrisis naar de achtergrond wordt gedrongen. Dat is dan een mooie ‘oplossing’ voor de CO2-sceptici. Maar uit wetenschappelijk oogpunt voor mij toch onbevredigend, omdat daarbij niet blijkt dat de AGW-school met zijn alarmistisch karakter wetenschappelijk op een ernstig dwaalspoor is geraakt. Zoals indertijd de milieubeweging met het grote Waldsterben dat aan zure regen werd toegeschreven, maar door een schimmel bleek te zijn veroorzaakt.

Het is voorts erg boeiend om nu te volgen hoe epidemiologische experts met hun adviezen aan de regering reageren. Ik denk dat we hier te maken hebben met twee echte experts, Van Dissel (RIVM ) en Osterhaus (Erasmus) met experimentele ervaring op het gebied van bestrijding van virusinfecties en vaccinontwikkeling, die effectief zijn geweest. (In de klimatologie kennen we dit soort experts met ervaring niet. Alleen theoretici.)

Wat me opvalt is dat we hier worden voorgelicht door onderzoekers die binnen twee weken hun oordeel over de ernst van de crisis op grond van waarnemingen hebben aangepast. Die uitgesproken ernst neemt nog steeds toe van dag tot dag. En daarmee ga ik mee, met bestuurlijke ervaring op het gebied van maatregelen bij de HIV-uitbraak jaren 1970-80.

Maar op grond van welke waarnemingen blijven de AGW-school aanhangers vasthouden aan de veronderstelling dat CO2 een klimaatcrisis zou kunnen veroorzaken.?

Ik lees de annotated ‘Alice in wonderland’ er regelmatig op na en dan blijft vooral steeds de uitspraak van de red queen hangen. ‘First the sentence, then the formulation of the verdict’.