Of meer druppels op een gloeiende plaat?

Een bijdrage van Hugo Matthijssen.

Dit schrijft het CBS:

In 2019 is in Nederland 18 procent meer elektriciteit uit hernieuwbare bronnen opgewekt dan een jaar eerder. In 2018 bedroeg de toename 11 procent. Vooral de elektriciteitsproductie uit zonne-energie nam in 2019 toe. Dit blijkt uit nieuwe, voorlopige cijfers van het CBS over hernieuwbare elektriciteit.

In 2019 bedroeg de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen 21,8 miljard kilowattuur (kWh), in 2018 was dit nog 18,5 miljard kWh. Windmolens hadden hierin met 49 procent het grootste aandeel, maar dit is gedaald ten opzichte van 2018 (54 procent). Biomassa was goed voor 26 procent, zonnestroom voor 24 procent van de ‘hernieuwbare’ stroomproductie. De productie van ‘hernieuwbare’ elektriciteit was in 2019 goed voor 18 procent van het elektriciteitsverbruik in Nederland, tegen 15 procent in 2018. Zie dit rapport van het CBS.

Wat een geweldige toename! Maar een opmerking is hier wel op zijn plaats, biomassa is niet hernieuwbaar gebleken, wereldwijd worden daarvoor bossen gesloopt en de CO2-uitstoot van hout in centrales is per kWu 20% hoger dan met kolenstook. Als je in enkele minuten een boom verbrandt die 50 jaar nodig heeft om te groeien, kan dit nooit duurzaam zijn. De geproduceerde CO2 hoopt op en de vraag is of de bomen ook worden herplant.

Daar worden we al minder blij van maar laten we eens verder kijken en de werkelijke groei van wind en zon nu eens bekijken en dat afzetten tegen het totale finale energieverbruik.

Maar eerst een kanttekening. In het rapport van het CBS wordt gesproken over miljarden kWh en met deze wijze van presenteren lijkt dat erg veel. Eerst even iets om bij stil te staan: als we de maten van de voortuin aangeven in mm dan is een klein tuintje van 6 x 4 meter is nog steeds 6000 mm x 4000 mm geworden of te wel 24.000.000 vierkante millimeter.

Dat lijkt erg veel daarom houden we het maar op 6 x 4 meter. Toch zie je in dit juichende bericht hetzelfde. Er wordt gesproken over miljarden kWh.

Het totale finale energiegebruik van Nederland is 2100 PJ per jaar en een PetaJoule ( PJ) is afgerond 277.778 MWh (277.777.778 kWu)

De levering van wind en zon in in 2019

Wind leverde in 2019 10.743.000.000 kWh wat neerkomt op 38,67 PJ. Zon leverde in 2019 5.189.000.000 kWu wat neerkomt op 18,68 PJ. De totale levering van wind en zon = 57,35 PJ en dat is 2,73% van ons totale finale energiegebruik van 2100 P.

De werkelijke levering in 2018 was uit wind 36 PJ en zonne-energie kwam niet verder dan 13 PJ daar moet de levering van zonnewarmte nog van af.

En dan blijkt dat windstroom in 2018 totaal 1,7% leverde van ons totale finale energiegebruik (36 PJ van 2100 PJ). Zonne-energie kwam niet verder dan 0,6% en dat is inclusief zonnewarmte.

Zie dit rapport van het CBS.

Conclusie de bijdrage van wind en zon was in 2018 iets minder dan 2,3% van het totale finale energiegebruik van 2100 PJ en in 2019 kom je dan uit op 2,73%. Een toename van 0,43% van het totale finale energiegebruik.

Samen met de subsidie voor biomassa is tussen 2011 tot 2018 totaal 33 miljard uitgegeven om deze relatief geringe bijdrage te behalen.

Kijken we nu nog eens naar de presentatie van het CBS

Productie groene elektriciteit in stroomversnelling”

In 2019 is in Nederland 18 procent meer elektriciteit uit hernieuwbare bronnen opgewekt dan een jaar eerder. In 2018 bedroeg de toename 11 procent. Vooral de elektriciteitsproductie uit zonne-energie nam in 2019 toe. Dit blijkt uit nieuwe, voorlopige cijfers van het CBS over hernieuwbare elektriciteit.

Tot zover het CBS.

Ik denk dat de hele politiek blind vaart op het CBS maar net zoals je je tuin meet in vierkante meters en niet in millimeters moet je ook de bijdrage van wind en zon aan onze energieproductie aangeven in MWh of PJ niet in kWh.

Concreet wind en zon zijn niet energie-intensief genoeg om daar de energievoorziening mee op te bouwen Na investering van al die miljarden tot nu toe is de bijdrage van 2,73% aan het totale energiegebruik verwaarloosbaar. en de groei minder dan een druppel op een gloeiende plaat.

Even een paar cijfers

De universiteit van Wageningen komt met het volgende:

Zonneparken

3.1 Potentiële stroomopbrengst Op basis van de ervaringen op de Zonneweide uit voorgaand hoofdstuk kunnen we concluderen dat op efficiënt ingedeelde zonneparken een PV vermogen van 0,5 MWp per ha te realiseren is, waarmee onder onbeschaduwde omstandigheden 1.000 kWh per KWp per jaar aan stroom is op te wekken in de IJsselmeerpolders. Dat is een stroomopbrengst van 500 MWh per ha, ongeveer het verbruik van 150 huishoudens. Bron: Universiteit wageningen “ Wat levert een Zonneweide per ha op?” https://edepot.wur.nl/336567

Waarom zonneakkers verboden zouden moeten worden is daarmee gelijk duidelijk. Een zonnepark van 100 ha levert per jaar niet meer dan 100 x 500 MWh = 50.000 MWh per jaar, dat lijkt veel maar energietechnisch stelt het weinig voor, dat komt neer op 32 uur draaien van de Eemshavencentrale van 1560 MW.

Om een voorbeeld te geven: De gemiddelde aardappelopbrengst bedraagt 54.076 kg per hectare. In 2018 was dit 47.088 kg per ha. Gezien het feit dat op dit moment bijna een miljard mensen in de wereld onvoldoende toegang tot voedsel hebben is het plaatsten van zonnepanelen op akkers een misdaad te noemen.

Windparken op zee

De productie van het grootste windpark Gemini komt op 8,4 PJ per jaar of 0,4% van het totale finale energiegebruik. Het type windparken wat de basis zou moeten worden van onze toekomstige energievoorziening. Ga je die stroom bufferen om pieken op te vangen dan is het verlies tussen stroom, waterstof, opslag onder hogedruk en weer stroom door de overgangs- en compressie verliezen 73%. Je houdt dan 2,3 PJ over.

Elektriciteitsproductie en de relatie met het totale finale energiegebruik:.

Het totale finale energiegebruik is 2100 PJ het aandeel elektriciteitsproductie daarvan is 385 PJ. Wind en zon samen leveren 57 PJ

En de Tweede Kamer krijgt dit te horen: Productie hernieuwbare elektriciteit in een stroomversnelling.

Het wordt tijd voor een parlementaire enquête.

Naschrift redactie

Door tegenstanders van wind energie wordt vaak gewezen op het nadeel van de intermitterende opwekking van stroom door windturbines vanwege het feit dat de wind fluctueert. De voorstanders wijze er dan op dat het altijd wel ergens waait. Maar dat blijkt niet zo te zijn.