Dit is een vertaling van de Executive Summary van een recent rapport van de Global Warming Policy Foundation (GWPF). Het volledige rapport is hier te vinden.
Auteur: Ole Humlum (Noorwegen).
Vertaling: Martien de Wit.
Algemeen overzicht 2019
De focus in dit rapport ligt op waarnemingen en niet op de uitkomst van numerieke modellen. Alle referenties en gegevensbronnen worden aan het einde van het volledige rapport vermeld.
Luchttemperaturen
Luchttemperaturen die nabij het oppervlak van de planeet worden gemeten, vormen de kern van veel klimaatdiscussies, maar het belang van korte termijn opwarming of afkoeling in de temperatuur van de oppervlaktelucht mag niet worden overschat. Telkens wanneer de aarde warme El Niño of koude La Niña-episodes ervaart, vinden er grote warmte-uitwisselingen plaats tussen de Stille Oceaan en de atmosfeer daarboven, die uiteindelijk opduiken als een signaal in de mondiale luchttemperatuur. Een dergelijke verandering weerspiegelt echter geen verandering in de totale warmte-inhoud van het oceaan-atmosfeer-systeem, maar weerspiegelt vooral de herverdeling van energie tussen de oceaan en de atmosfeer. Het evalueren van de dynamiek van oceaantemperaturen is daarom minstens zo belangrijk als het evalueren van veranderingen in de temperatuur van de oppervlaktelucht.
Gezien het temperatuurrecord van de totale oppervlaktelucht sinds 1850 of 1880, was 2019 een zeer warm jaar, maar in alle wereldwijde temperatuurrecords was het koeler dan 2016. De temperatuurdaling die 2017 en 2018 kenmerkt, werd echter onderbroken door een hernieuwde, gematigde El Niño-episode, die het belang van uitwisselingen van oceaanatmosfeer onderstreept.
Veel arctische regio’s kenden in 2016 recordhoge luchttemperaturen, maar sindsdien, ook in 2019, zijn de omstandigheden over het algemeen koeler geweest. De Arctische temperatuurpiek in 2016 is mogelijk beïnvloed door de oceaanwarmte die vrijkwam uit de Stille Oceaan tijdens de sterke El Niño 2015-2016 en die vervolgens naar het noorden werd getransporteerd. Dit onderstreept hoe Arctische luchttemperaturen niet alleen kunnen worden beïnvloed door variaties in lokale omstandigheden, maar ook door veranderingen ver weg.
Veel diagrammen in dit rapport richten zich op de periode sinds 1979 – het satelliettijdperk – waarin we een breed scala aan waarnemingen hebben met een bijna wereldwijde dekking, inclusief temperatuur. Deze data geven een gedetailleerd beeld van temperatuurveranderingen in de tijd op verschillende hoogtes in de atmosfeer. Deze waarnemingen laten zien dat, hoewel de relatief welbekende lagere temperatuurpauze in de lage troposfeer rond 2002 begon. Een vergelijkbaar temperatuurplateau in de stratosfeer was al in 1995 begonnen, enkele jaren voor de start van een vergelijkbaar plateau in oppervlaktetemperaturen.
Sinds 1979 zijn de temperaturen in de lagere troposfeer gestegen boven zowel land als oceanen, maar het duidelijkst boven land. De meest eenvoudige verklaring hiervoor is dat een groot deel van de opwarming wordt veroorzaakt door zonnestraling, maar er kunnen heel wat aanvullende redenen zijn, zoals veranderingen in bewolking en landgebruik.
Oceaantemperaturen
Het Argo-programma heeft nu 15 jaar een wereldwijde dekking en is gegroeid van een relatief schaarse reeks van 1000 drijvende meetstations in 2004 tot meer dan 4000 begin 2020. De inzet van nieuwe drijvers gaat door, oplopend tot 800 per jaar. De drijvers hebben een unieke dataset voor oceaantemperaturen opgeleverd voor diepten tot 1900 m (hoewel de oceanen veel dieper zijn). Ondanks deze beperking en het feit dat de gegevensreeksen nog relatief kort zijn, komen nu interessante kenmerken naar voren uit de waarnemingen.
Sinds 2004 zijn de bovenste 1900 m van de oceanen netto opgewarmd, vergeleken met het wereldgemiddelde. De maximale opwarming (0,08 – 0,23 °C) betreft de bovenste 200 m van de oceanen en dan vooral in gebieden in de buurt van de evenaar, waar de meeste zonnestraling wordt opgevangen. Op grotere diepten vond tussen 2004 en 2019 een geringe (ongeveer 0,02 °C) netto opwarming plaats.
De opwarming had vooral invloed op de equatoriale oceanen tussen 30 °N en 30 °S, die vanwege de bolvorm van de planeet een enorm oppervlak vertegenwoordigen. Tegelijkertijd hebben de noordelijke oceanen (55 – 65 °N) gemiddeld een duidelijke afkoeling tot 1400 m en een geringe opwarming op grotere diepten ervaren. De zuidelijke oceanen (55 – 65 °Z) hebben op de meeste diepten een lichte opwarming gezien, maar het meest duidelijk aan de oppervlakte. De gemiddelden kunnen echter misleidend zijn en vaak wordt een beter inzicht verkregen door de details te bestuderen (zie paragraaf 3).
Zee-ijs
In 2019 bleef de wereldwijde omvang van het zee-ijs ver onder het gemiddelde van het satelliettijdperk (sinds 1979), maar bleef gedurende het jaar stabiel of vertoonde een licht stijgende trend. Eind 2016 bereikte de wereldwijde omvang van het zee-ijs een duidelijk minimum. In Antarctica speelden windomstandigheden een rol, maar het wereldwijde minimum werd ten minste gedeeltelijk veroorzaakt door de werking van twee verschillende natuurlijke zee-ijscycli, één op het noordelijk en één op het zuidelijk halfrond. Deze cycli hadden in 2016 gelijktijdige minima, met resulterende gevolgen voor de wereldwijde omvang van het zee-ijs. De minima zijn nu gepasseerd en gedurende 2019 is mogelijk een trend naar stabiele of hogere ijsconcentratie op beide polen begonnen.
Sneeuwbedekking
Variaties in de wereldwijde sneeuwbedekking worden voornamelijk veroorzaakt door veranderingen op het noordelijk halfrond, waar zich alle grote landgebieden bevinden. De sneeuwbedekking op het zuidelijk halfrond wordt in wezen beheerst door de Antarctische ijskap en is daardoor relatief stabiel. De gemiddelde sneeuwbedekking in het noordelijk halfrond is ook stabiel sinds het begin van satellietwaarnemingen, hoewel de lokale en regionale verschillen tussen de jaren groot kunnen zijn. Gezien de seizoensveranderingen sinds 1979, neemt in de herfst de sneeuwbedekking op het noordelijk halfrond licht toe, is de omvang in de midwinter grotendeels stabiel en is de omvang in de lente iets afgenomen. In 2019 lag de sneeuwbedekking op het noordelijk halfrond dicht bij die van de voorgaande jaren.
Zeeniveau
Het zeeniveau wordt gevolgd door satelliet-altimetrie en door directe metingen met getijdenmeters langs kusten. Hoewel het van satellietgegevens afgeleide record een wereldwijde zeespiegelstijging van ongeveer 3,2 mm per jaar of meer suggereert, wijzen gegevens van getijdenmeters langs kusten over de hele wereld op een stabiele, gemiddelde wereldwijde zeespiegelstijging van minder dan 1,5 mm per jaar. Geen van de twee soorten metingen duidt op een recente versnelling van de zeespiegelstijging. Het duidelijke verschil (minimaal 2: 1) tussen de twee datasets heeft nog steeds geen algemeen aanvaarde verklaring, maar het is bekend dat satellietobservaties van zeespiegelveranderingen onderhevig zijn aan verschillende complicaties in kustgebieden. Bovendien zijn voor de lokale kustplanning alleen getijdengegevens relevant, zoals verderop in deze publicatie zal worden toegelicht.
Stormen en orkanen
De meest recente gegevens over de geaccumuleerde cycloonenergie (ACE) van tropische stormen en orkanen wereldwijd liggen ruim binnen de waarden sinds 1970. De datareeksen van ACE vertonen een aanzienlijke variabiliteit, maar zonder duidelijke trend naar hogere of lagere waarden. Een langere reeks voor het Atlantic Basin (sinds 1850) suggereert een natuurlijke cyclus van ongeveer 60 jaar voor tropische storm- en orkaan-ACE. Bovendien suggereren recente data over de aanlanding van orkanen in de continentale Verenigde Staten dat deze binnen de normale bandbreedte blijven.
***
Over de auteur
Ole Humlum is voormalig hoogleraar Fysische Geografie aan het Universitair Centrum in Svalbard (Spitsbergen), Noorwegen en emeritus hoogleraar Fysische Geografie aan de Universiteit van Oslo, Noorwegen.
Onderstaande zin klopt niet:
“Deze waarnemingen laten zien dat, hoewel de relatief welbekende lagere temperatuurpauze in de lage troposfeer rond 2002 begon.””
“”Deze waarnemingen laten zien dat, hoewel de relatief welbekende lagere temperatuurpauze in de lage troposfeer rond 2002 begon, een vergelijkbaar temperatuurplateau in de stratosfeer was al in 1995 begonnen, enkele jaren voor de start van een vergelijkbaar plateau in oppervlaktetemperaturen.”
Overigens, op pagina 1 van de bron staat de zin als volgt weergegeven:
“These observations reveal that while the relatively well-known lower troposphere temperature pause began around 2002, a similar stratospheric temperature plateau had already begun back in 1995, several years before the start of a similar plateau in surface temperatures.”
(Gerard, er zal daar vast iets mis zijn gegaan bij de vertaling want als de punt na het woordje “begon” een komma was geweest dan zou de zin wel kloppen)
PS. Mijn eigen oog viel op de volgende passage, waarin een onjuiste waarneming wordt beschreven:
Want op pagina 35 (blz. 41 van de pdf) wordt gesproken over een 12-maanden gemiddelde zeeijs dip in 2016… maar de grafieken op dezelfde pagina laten zien dat het dieptepunt in de wereldwijde zeeijs trend zich pas eind 2017 aandiende:
Overigens, het verloop van de grafieken op pagina 35 zijn wel heel interessant want de meest recente dips het 12 maanden gemiddelde zee hebben zich aangediend in respectievelijk: eind 2017, eind 2007, eind 1997 en eind 1986 (tussen deze jaren wordt halverwege telkens nog een dip aangetroffen)… wat natuurlijk keurig de regelmaat van de 11-jarige zonnecyclus toont (weliswaar iets verkort, maar dat hoort bij de een zonnecyclus waarbij het momentum in kracht toeneemt; tijdens het Maunder minimum duurden de zonnecycli gemiddeld 14 jaar).
Dit beeld maakt voor mij ook weer direct duidelijk dat de ENSO cyclus (welke een lengte heeft die varieert van 2-7 jaar) een nauw verband heeft met de 11-jarige zonnecyclus… en aangezien het minimum niveau bij de LISIRD TSI data set voor de zon in 2017 op het hoogste minimum niveau is beland van de afgelopen eeuwen zou er eigenlijk geen twijfel mogen bestaan over de (grote) impact van de zon in de opwarming van de afgelopen decennia, zie: http://lasp.colorado.edu/lisird/data/historical_tsi/
Correctie/aanvulling:
Deze zin hoort ook nog bij de 2de Engelse citaat uit het rapport van “Humlum” dat ik zojuist deelde:
test
Wel Martijn,
“en aangezien het minimum niveau bij de LISIRD TSI data set voor de zon in 2017 op het hoogste minimum niveau is beland van de afgelopen eeuwen zou er eigenlijk geen twijfel mogen bestaan over de (grote) impact van de zon in de opwarming van de afgelopen decennia”
De stelligheid waarmee je dit nu presenteert behoeft wel enige nuance zoals je zelf hebt bevestigt op “ScienceTalks’
(www.sciencetalks.nl/590-2/#comment-188)
Dit is wel echt iets om over na te denken:
“Tegelijkertijd hebben de noordelijke oceanen (55 – 65 °N) gemiddeld een duidelijke afkoeling tot 1400 m en een geringe opwarming op grotere diepten ervaren.”
“Simultaneously, the northern oceans (55–65°N) have, on average, experienced a marked cooling down to 1400 m, and slight warming at greater depths.”
(Immers, dit valt moeilijk te rijmen met de beeldvorming dat juist bij de noordpool de temperatuur van de atsmofeer veruit het hardst is opgelopen afgelopen decennia… behalve trouwens bij Groenland, waar de temperatuur al in 2010 piekte en de temperaturen op veel locaties in het westen nauwelijks warmer zijn dan halverwege de vorige eeuw)
(Ronald, er vanuit gaande dat de LISIRD TSI set de beste gegevens presenteert die beschikbaar zijn voor de experts – zoals de auteur van de LISIRD beschrijft – zie ik nauwelijks aanleiding om mijn punt hierboven te nuanceren; je doelt waarschijnlijk enkel op het feit dat er vanzelfsprekend onzekerheidsmarges van toepassing zijn + dat andere data sets, een totaal ander verloop beschrijven voor de minima op basis van correcties die op basis van de satelliet data op geen enkele manier kunnen worden gerechtvaaardigd)
Op ScienceTalks was je een stuk genuanceerder. Helaas werkt de ‘Read more’ knop niet meer om je volledige antwoord te kunnen zien.
(www.sciencetalks.nl/590-2/#comment-188)
Dat ging enkel over de ruwe satellietmetingen Ronald.
Staat in feite geheel los van wat de LISIRD beschrijft.
Zeno? Wc-eend?
Tsja ‘Zeno’… je denkt vast aan wc-eend omdat je alter-ego vanochtend dezelfde term binnen exact dezelfde context ook al in de email gebruikte die ik vanochtend van ‘B-a-s P-o-s-t’ mocht ontvangen.
Daarmee is wat mij betreft ook definitief vastgesteld dat Hans Labohm zich geenszins heeft vergist: we hebben hier inderdaad te maken met tenminste één anonieme klimaat-fanaat die de boel in feite voortdurend zit te belazeren door gebruik van meerdere identiteiten; helaas ook weer een teken aan de wand dat Ronald zich zonder gene afgelopen dagen/weken heeft laat mee sleuren door dit soort van praktijken terwijl deze door Hans Labohm recent hier al uitgebreid aan de kaak werden gesteld in een blogpost: https://www.climategate.nl/2020/04/klimaatpsychose/
(Ofschoon, wellicht niet echt verrassend, want in de discussie over mijn artikel in februari toonde de posts van ene ‘Klaas’ ook al opmerkelijk sterke overeenkomsten met het nogal typische gedachtegoed van Ronald… door 2x personen werd er expliciet naar gerefereerd… maar zowel Ronald als Klaas hebben er beide niet op gereageerd en van Klaas hebben we vervolgens al snel überhaupt helemaal nooit meer iets gehoord)
Het gebruik van een anonieme gebruikersnaam valt in het algemeen natuurlijk wel te billijken.
Echter misbruik is wel wat anders.
Vertrouwen komt te voet en vertrekt te paard.
Martijn, in een inhoudelijk debat op ScieneTalks ben je gewezen op de zwakheden in jouw artikel. Ook zijn jou aanbevelingen aangereikt ter verbetering van jouw artikel die de kans op publicatie vergroot.
Dat alles gratis en voor niets. Graag gedaan hoor!
Ronald Mcdonald. Ook een clown, maar dan een leuke.
Ronald, je suggereert dat er in die discussie “aanbevelingen” zouden zijn aangereikt; je doelt daarmee vast op je eigen eerste punt in die discussie.
Van een reële aanbeveling is geenszins sprake want je richt je woord überhaupt niet in mijn richting.
(Je hebt in je eerste post op Science Talks in feite onzin zitten te verkondigen… maar dat heb je zelf mogelijk niet door omdat je je punt eigenlijk geenszins concreet hebt omschreven en dus waarschijnlijk ook niet goed onderzocht. Praktisch bezien lijkt het mij zelfs niet reëel wat je daar beschrijft omdat het om een beperkt aantal TSI_min punten gaat. Je omschrijving in termen van een “artificiële” correctie gaat voorbij aan het fenomeen dat het fenomeen zich aandient in het perspectief van de wisseling van de magnetische polen van de zon + de bijzondere statistische context waarbij 2 individuele reeksen een bijna perfecte correlatie tonen waarbij de temperatuur vrijwel voortdurend de verandering in de activiteit van de zon volgt… terwijl bij de combinatie slechts bij 3 van de 9 overgangen de temperatuur de activiteit van de zon volgt).
Martijn van Mensvoort 3 jun 2020 om 13:54
Tsja ‘Zeno’… je denkt vast aan wc-eend omdat je alter-ego vanochtend dezelfde term binnen exact dezelfde context ook al in de email gebruikte die ik vanochtend van ‘B-a-s P-o-s-t’ mocht ontvangen.
Daarmee is wat mij betreft ook definitief vastgesteld dat Hans Labohm zich geenszins heeft vergist: we hebben hier inderdaad te maken met tenminste één anonieme klimaat-fanaat die de boel in feite voortdurend zit te belazeren door gebruik van meerdere identiteiten; helaas ook weer een teken aan de wand dat Ronald zich zonder gene afgelopen dagen/weken heeft laat mee sleuren door dit soort van praktijken terwijl deze door Hans Labohm recent hier al uitgebreid aan de kaak werden gesteld in een blogpost: https://www.climategate.nl/2020/04/klimaatpsychose/
Dat Ronald met meerdere namen reageert was al vastgesteld door Danny:
“Danny 24 feb 2020 om 19:17
Ronald,
Als je naar mij toe reageert, wees dan op zijn minst consistent en gebruik steeds dezelfde – je originele dus – (reactie?)naam…”
En dat guido hier met ontelbare namen reageert ondanks z,n ban (zeno,bas post etc etc)zal inmiddels ook wel iedereen duidelijk zijn.
Zonder een oordeel te vellen over hun argumenten betreft dit kleinzielig gedrag.
Martijn,
Ik heb je geadviseerd om de correlatie (TSI_min,T) als functie van de tijd te presenteren i.p.v. een artificiële correctie o.b.v. stratosferisch ozon te introduceren. Je zult zien dat jouw correlatie weer stijgt na een dipje in de mid ’80 tot mid 90’s. Dat is sterker en veel beter verkoopbaar dan jouw obsessie om toe te werken naar (bijna) perfecte correlaties door stratosferisch ozon te introduceren. Dat gaat je opbreken in peer review.
Ik heb je om die reden ook geadviseerd het hele stratosferisch ozon deel te schrappen uit je paper. Het is om vele redenen een zwak deel van je paper en zal een peer review niet doorstaan. Door het te schrappen en mijn aanbeveling op te volgen vergroot je de kans tot publicatie.
Nogmaals Ronald, wat je voorstelt is mijns inziens weinig realistisch (probeer maar eens te beschrijven hoe jij zo’n correlatie analyse als functie van de tijd zou willen aanpakken op basis van enkel de minima). Daar worden we niks wijzer dan t.o.v. de neutralisatie van de overgang tussen 1985 en 1996.
Je lijkt niet te beseffen dat ik dat aspect op 2 manieren heb beschreven, respectievelijk in paragraaf III via de neutralisatie (zonder ozon) en paragraaf V in combinatie met ozon.
PS. Ik heb in de discussie op Climategate al aangegeven dat in het peer review concept de aandacht gaat worden gericht op de kern van mijn beschrijving, d.z.w. de periode 1890-1985 dus de rol van ozon blijft daarmee automatisch ook buiten beeld. Een belangrijk punt gaat worden dat het eigenlijk al heel lang bekend is dat de zonnegevoeligheid binnen de 11-jarige zonnecyclus duidelijk kleiner is dan voor het perspectief van de lange termijn. Het punt wordt niet alleen door Shaviv beschreven, het punt wordt ook beschreven in het 2006 onderzoek waarbij van Dorland zelf betrokken is. En ik heb inmiddels ook een beschrijving gevonden waaruit blijkt dat het ook al enige tijd bekend is dat de wisseling van de polen gepaard gaan met een temperatuur verschil waarbij de laagste waarde wordt bereikt tijdens de minimum fase waarneer de magnetische polen zich in hun oorspronkelijke positie begeven. Ik was me hiervan nog niet bewust toen ik het mei artikel schreef maar dit maakt expliciet duidelijk dat het eigenlijk in zekere zin zelfs onverantwoord is om een analyse te maken zonder hiermee rekening te houden.
Martijn,
goed dat je zelf inmiddels ook wel inziet dat het ozonlaag verhaal geen hout snijdt en dat in het vervolg maar beter buiten beeld kunt laten.
Als je stopt in 1985 dan valt de neutralisatie periode (1985-1996) verder ook buiten beeld. In dat geval zal de tijdserie die ik suggereer slechts hoge correlaties laten zien die vrij constant zijn in de tijd. Dat voegt dan niet veel meer toe. Die suggestie van mijn kant kun je dán verder negeren.
De eerste vraag die je zult krijgen bij de peer review zal dan zijn waarom je stopt in 1985? Daarmee negeer je een periode van 35 jaar; 35 jaar op een totaal van 130 jaar (1890-2019), oftewel meer dan een kwart van de totale periode, terwijl je voor die periode wel gewoon data tot je beschikking hebt …….
Ps. De titel zul je ook moeten aanpassen. De stijging sinds 1985 is zo’n 0.55 graad. Dus als je stopt in 1985 zul je die moeten aftrekken van de 1.1 graad die je gebruikt in je titel. Door in 1985 te stoppen gooi je de helft van jouw zonneïnvloed weg. Is dat nu wel zo verstandig?
Maar goed, ik begrijp dat je de periode nog verder wilt inkorten tot slechts 95 jaar (1890-1985) en inmiddels nieuwe inzichten hebt die je eerst nog moet verwerken. Terug naar de tekentafel dus. Welkom in de wetenschappelijke wereld ;-).
Ronald, je geeft in je beschrijving je eigen draai aan mijn woorden.
Want mijn keuze om het ozon verhaal niet op de voorgrond te plaatsen is vooral ingegeven doordat deze factor geen duidelijk rol speelt binnen de dynamiek van de multi-decennium oscillatie (meer specifiek: de tijdzones waarin de trend van richting is veranderd). Immers, ozon speelt enkel een rol tijdens het verloop van de meest recente opwaartse fase van de oscillatie.
PS. Het concept staat inmiddels grotendeels al in de stijgers en draagt de titel:
”Lange termijn impact zon op klimaat 5x groter dan tijdens 22-jarige zonnecyclus’
(Ik ben inmiddels op een relatief eenvoudige wijze aanzienlijk dieper doorgedrongen tot de kern van de materie, waarbij nu ook heel concreet duidelijk zal gaan worden hoe de relatie tussen de zon en ENSO op basis van 22-jarige cyclus relatief eenvoudig kan worden begrepen en beschreven)
Duidelijk! Einde discussie van artikel. Met voorspelde uitkomst ;-)
Ronald
Hoe komt het toch dat ik als de naam Ronald in beeld komt bij mij de indruk ontstaat van een omhoog gevallen figuur die naar boven likt en naar beneden trapt? Is dat je manier om op de wetenschappelijke ladder te stijgen of serieus en kritisch te worden bevonden? Laat a.u.b. je sneren achterwege, dan kan ik dat ook doen.
Peter,
“Hoe komt het toch dat ik als de naam Ronald in beeld komt bij mij de indruk ontstaat van een omhoog gevallen figuur die naar boven likt en naar beneden trapt?”
Ik heb geen idee Peter. Misschien kun je het eens proberen onder woorden te brengen?
Ronald
Dat probeerde ik al vanaf het begin dat ik naar deze site keek. Het is niet de eerste keer dat ik kritiek lever op je manier van doen. Maar kennelijk is enige zelfreflectie je vreemd. Stop dus met sneren en geef gewoon inhoudelijk commentaar. Ken je het verschil niet tussen die twee, houdt er dan gewoon mee op commentaar te leveren. ook een combinatie van die twee lijkt mij volstrekt overbodig.
Ik heb Martijn heel veel inhoudelijk commentaar aangeboden, Peter. Gratis en voor niets. Dat is je ontgaan? Wat was jouw bijdrage?
Uiteindelijk zijn we tot dezelfde conclusie gekomen aangaande publicatie in een peer-reviewed tijdschrift. Je zou het consensus kunnen noemen: niet geschikt voor publicatie. Martijn heeft eerst nog wat zaken nader uit te zoeken.
En dat ik die conclusie al in een veel eerder stadium had getrokken, tja, ‘don’t shoot the messenger’
Ronald, zie:
https://www.climategate.nl/2020/06/ole-humlum-over-de-staat-van-het-klimaat-2019/comment-page-1/#comment-2315041
Ronald
Blijkbaar is ook je inschattingsvermogen niet helemaal wat het moet zijn of zou kunnen zijn. Ik heb al vaker opgemerkt dat mijn bijdrage opeen ander vlak ligt en ik slechts poog de discussie kritisch te volgen om zo zelf méér aan de weet te komen.
Vergelijk het maar met het luisteren naar pianospel. Je hoeft zelf geen piano te kunnen spelen om te horen of het vals klinkt.
En helaas, jouw spel klinkt regelmatig vals. Al zijn er ook welluidende passages.
Een heel bemoedigend artikel zonder co2 te benoemen.
Eigenlijk hoef je dat ook niet meer te benoemen, de wereld is weer aan het stabiliseren ondanks hogere co2 waardes.
De zon, ja zonder zon krijgen we het koud, dus de zon doet het altijd.
Het Argo project werpt zijn vruchten af en de getijden meters zorgen voor een betere meting dan satellieten, ik heb die dingen nog nooit vertrouwd als het om mm werk gaat.
Goed artikel, helder en duidelijk, alles komt goed.
Nee niet alles want de hoge heren zullen er niets van willen weten, weet je nog, het is een verdien methode die goed werkt en niet helpt.
I’m a big of Humlum.
In Australië zijn weer eens wat temperatuurrecords gebroken. In grote delen van het continent is het nog nooit zo koud geweest. Komt waarschijnlijk door de opwarming van de aarde. net als bij die bosbranden.
”
“Some sites in New South Wales set records for their lowest May mean daily maximum temperature, and some in South Australia set records for lowest May mean daily minimum temperature, although for both States these sites have less than 50 years of observations. Some sites in Victoria also observed their lowest May mean daily maximum temperature for at least 20 years.
A strong cold outbreak brought cool temperatures to southeastern Australia and significant snowfall in the Alps with widespread light falls over elevated locations in the first days of May.”
De koudste temperatuur op aarde ooit gemeten is -101,8 graden bij het Vostok Station op Antactica, 24 juli 2019. Zeer recent dus.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vostokstation
Dit getal zegt overigens weinig over het klimaat op de aarde als geheel. Beide kampen doen aan ‘cherrie picking’.
Leuk artikel. Dank daarvoor. Zo zie je maar weer, de zon warmt je ( bijvoorbeeld de oceanen over langere tijd gemeten) soms meer op dan je lief is. Adapteren is daarvoor de beste remedie.
Uiteindelijk stabiliseert alles Zeno, je kiest wel veel namen zeg, de gemeente heeft het druk met jou. :-)
Eerst een beetje warmte en dan de kou, zo moet je een diepvries ook ontdooien Zeno.
De Groenlandse ijskap is van vorm aan het veranderen. Langs de kust trekken de gletsjers zich met een onrustbarende snelheid terug, maar uit nieuwe gegevens van de NASA-satelliet ICESat-2 blijkt dat het ijs verder landinwaarts juist dikker is geworden.
En uiteindelijk komen die gletsjers ook terug.
https://wibnet.nl/natuur/klimaatverandering/ijskap-op-groenland-wordt-dikker
@Theo:
Het lot van een hellend ijsvlak is afglijden naar lager gelegen oorden.
Daar komt de naamgeving gletsjer dan ook vandaan.
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/gletsjer
@Boels,
Ja dat klopt natuurlijk.
National park USA, heeft de bordjes maar weg gehaald, ze zijn niet gesmolten maar groeien weer aan.
http://lysanderspooneruniversity.com/2018/12/glaciers-continue-to-grow-in-glacier-national-park/
Theo, het artikel vermeldt ook: “In totaal heeft Groenland gemiddeld 200 miljard ton ijs per jaar verloren. De aangroei van het ijs in het binnenland compenseert het afkalven van het ijs aan de kust dus niet.”
Thialf moet 5.000 zonnepanelen op het dak uitzetten, verwijdering van de panelen dreigt.
Tja die dingen veroorzaken ook veel dak branden, ik heb pas nog gelezen dat maar 10% veilig geïnstalleerd is.
Voor wie dat artikel interesseert wil ik het wel weer opzoeken.
Thialf moet 5.000 zonnepanelen op het dak uitzetten, verwijdering van de panelen dreigt
https://www.lc.nl/friesland/Thialf-moet-5.000-zonnepanelen-op-het-dak-uitzetten-verwijdering-van-de-panelen-dreigt-25720811.html
Het zal Zeno (alias B.P.) zijn ontgaan dat Prof. Ole Humlum zelf toch echt een ervaren klimaatwetenschapper is, zie:
https://www.mn.uio.no/geo/english/people/aca/geohyd/olehum/
Je hebt de discussie op ScienceTalks gestaakt?
@Ronald,
Waarom is dat forum zo afgeschermd?, je had toch op zijn minst verder moeten kunnen lezen, reactie naar aanmelden vind ik normaal.
Niet verder kunnen lezen duidt op een besloten clubje, niet open.
Ik heb geen idee Theo. Tot een paar dagen geleden was de toegang voor iedereen vrij. Er heeft blijkbaar een ‘upgrade’ plaatsgevonden die niet geheel geslaagd is. De volledige reacties zijn niet meer zichtbaar en de mogelijkheid voor ‘reply’ werkt ook niet meer.
Het zal daar lekker rustig worden.
Je bedoelt die serie ‘klimaat-‘junkie’ reacties waarbij zelfs een videogame fragment met een machinegeweer op het toneel verscheen?
Blijkbaar schrik jij er als anonieme figuur zelfs niet voor terug om met andere anonieme figuren te collaboreren: in je eigen eerste post op Science Talks liet je zelf direct zien waar het jou om ging… want in je eerste 2 zinnen stelde je mij direct als een soort van object ter discussie… en nadat ik daar niet op in ging stelde je nogal dwingend op met de suggestie dat ik op zie zogenaamde inhoudelijke inbreng direct had moeten reageren. Zullen we het eens gaan hebben over de vraag met hoeveel identiteiten jij op dit platform inmiddels actief bent geweest Ronald? Je toont sinds de dag dat mijn artikel in februari hier werd gepresenteerd inmiddels in veel te veel opzichten het roekeloze gedrag dat hoort bij een wolf in schaapskleren, wat nota bene begonnen is nadat ik je bij de voorbereiding van zowel mijn december artikel als het februari artikel onbevangen in vertrouwen had genomen.
In mijn ogen zou het voor het Science Talks platform eigenlijk beter zijn wanneer de discussie onder het artikel geheel wordt verwijderd want de toon werd direct gezet in de allereerst eerste reactie van B.P. en die figuur blijkt gewoon niet in staat om op een normale manier een inhoudelijke discussie te voeren.. maar van de andere kant vind ik het wel prima dat jouw eigen betrokkenheid bij dat soort van wangedrag daar publiekelijk zichtbaar blijft want je hebt op geen enkele manier laten blijken dat je bereid bent om afstand te nemen van reacties waarbij uitingen van extreem geweld worden gebruikt.
Ik heb zelf niets te verbergen en sta voortdurend onbevangen in de discussie.
Jammer dat je zelf nooit het lef hebt gehad om op dezelfde wijze open kaart te spelen Ronald.
“extreem geweld”, Martijn? Ik heb geen idee waarop je doelt. De mensen kunnen de discussie gewoon zelf teruglezen (als de ‘bug’ om volledige reacties te lezen hersteld wordt). Ze kunnen dan zelf hun oordeel vormen. Dat oordeel is niet aan jou Martijn, als niet onafhankelijke in deze, maar aan de lezer.
Oké, ik begrijp het, altijd interessant om eens mee te lezen, misschien word het weer hersteld.
Ik heb daar niet alles goed mee kunnen lezen, of het extreem geweld is.
Maar de toon van BP of wie er ook achter zit vond ik ook erg aanvallend.
Mijn eerste gedachte was, mensen met zulk niveau wat beiden in het klimaat gebeuren geïnteresseerd zijn is dit niet de weg van communiceren.
En weer kreeg ik het idee, maar ik kan maar een klein gedeelte lezen, dat ze niet alles snappen wat Martijn bedoeld, en andersom misschien ook.
Maar naar mijn idee is dit een niet fijne openbare discussie.
Re: “extreem geweld”
Het betreft de post die voor André één dag later aanleiding was om te reageren; André heeft in zijn post niet vermeld dat de link in de #154 post van B. P. door hem werd verwijderd in combinatie met een vermelding van dit ingrijpen.
Ik heb er vervolgens na jouw eerste inbreng nog wel meerdere keren naar gerefereerd in de richting van B.P. betreffende zijn “machine gun” animatie en hij heeft er zelf ook nog naar gerefereerd; dus ik kan me nauwelijks voorstellen dat juist dit jou helemaal is ontgaan Ronald (afgezien van dat ik me wel kan voorstellen dat jij de animatie waarschijnlijk zelf niet hebt gezien omdat de link door André 3 dagen voor jouw eerste inbreng al werd verwijderd).
Ik heb die, blijkbaar verwijderde, post niet gezien, dus ik kan er niets mee. Dat jij daarentegen een verwijderd bericht dat ik niet gezien heb nu gebruikt om mij iets in de schoenen te schuiven vind ik niet kies.
Ronald, enkel de link in post #154 werd door André verwijderd; de post zelf staat er dus nog steeds met de vermelding dat de link is verwijderd.
Het betreft de post direct boven de enige post van André zelf.
Weinig wetenschappelijke publicaties over klimaat van Ole Humlum, en geen recente. En het artikel uit 2012 is door klimaatveranda geanalyseerd, met een tamelijk negatief eindresultaat.
Voor mij extra motivatie om de publicatie van Ole Humlum te gaan lezen.
Lees dit report
https://journals.ametsoc.org/doi/pdf/10.1175/JCLI3627.1
Our results indicate that the central San Joaquin Valley has
experienced a significant rise of minimum temperatures
(3°C in JJA and SON), a rise that is not detectable in
the adjacent Sierra Nevada. Our working hypothesis is
that the rapid valley warming is caused by the massive
growth in irrigated agriculture
”””’
Leuk dat in dit report CO2 ge-ignoreerd wordt. Opwarming is de oorzaak van meer CO2 in de lucht.
Ronald, ik heb bij het schrijven van de artikelen die ik tot nu toe heb gepresenteerd überhaupt geen poging gedaan om het format geschikt te maken voor een ge-peer-reviewde publicatie. Tot nu toe lag de nadruk voor mij vooral op verkenning van de fundamentele inhoud in combinatie met een geschikt plan van aanpak. Je suggestie dat wij hierover dus tot een soort van consensus zouden zijn gekomen is dus geheel voor jouw eigen rekening.
Ik heb enkel gesproken over de ambitie om in de toekomst een stap in die richting te maken; in het interview heb ik beschreven dat het gewenst is dat een deskundige hierbij een rol gaat spelen. Inmiddels heb ik gisteren kunnen melden dat de Nederlandstalige versie van het concept in de steigers staat en hoop het komende week grotendeels af te kunnen ronden. Zo’n concept zou de drempel wellicht kunnen gaan verlagen voor een deskundige om in te haken.
Maar ik begrijp de feedback van Peter van Beurden wel want je feedback is meestal weinig constructief van aard geweest, mede omdat je je eigen opinies hierin veelal nogal nadrukkelijk laat doorklinken. Dus het beeld dat je schetst m.b.t. je eigen inbreng is in mijn ogen weinig evenwichtig en laat ik het netjes zeggen… onvolledig.
Eigenlijk heb je op de dag van de presentatie in februari ervoor gezorgd dat je mijn vertrouwen in één keer hebt verspeeld. Ik heb hierover in de tussentijd inmiddels meerdere keren publiekelijk gecommuniceerd en voor mij is duidelijk dat je jezelf hierbij waarschijnlijk behoorlijk klem hebt gezet… want je hebt hierop nooit op enigerlei wijze direct durven te reageren.
Nogmaals, het beschermen van je identiteit valt te billijken.
Het gebruik van andere identiteiten om draagkracht voor je eigen inbreng te creëren valt niet te billijken en heeft natuurlijk helemaal niets te maken met het bedrijven van wetenschap.
Met dit soort van praktijken heb je uiteindelijk enkel vooral je eigen geloofwaardigheid ondermijnd.
Misschien dat het voor jou beter is dat je hier anoniem actief bent.
“PS. Ik ben me inmiddels aan het oriënteren op de beste aanpak voor een publicatie in een peer reviewed tijdschrift maar denk hierin enkel te kunnen slagen wanneer een deskundige bereid vind om hierbij enige vorm van supervisie te verlenen.”
(Martijn van Mensvoort 7 mei 2020 om 12:44)
“Overigens, ik kan inmiddels melden dat 1 van de Nederlandse deskundigen op het terrein van de zon een reactie heeft gegeven van een afwachtende doch wel constructieve aard; mocht het zo ver komen dan kan ik in ieder geval ook meteen een Nederlandse deskundige aandragen als reviewer… !”
(Martijn van Mensvoort 8 mei 2020 om 16:08)
“Ronald, ik ga er vanuit dat wanneer het lukt om een co-auteur te vinden het vervolgens geen punt zal zijn om vervolgens ook een journal met status te vinden.
Ik wil jou hier alsnog even bedanken voor je belangstelling, betrokkenheid en inzet in de discussies + het proces rond de 2 voorgaande artikelen.”
(Martijn van Mensvoort 8 mei 2020 om 21:53)
“PS. Ik denk zelf dat het vooral zaak wordt om de beschrijving in het kader van een peer-reviewed artikel veel eenvoudiger te houden dan ik tot nu toe heb gedaan in mijn artikelen. Dan wordt het ook aanzienlijk gemakkelijker voor een reviewer om tot de kern door te dringen (zodat men niet hoeft te verzanden in details in de context).”
(Martijn van Mensvoort 15 mei 2020 om 16:23)
“In de email aan Geert-Jan beschrijf je je plan om dit onderzoek te publiceren in een peer-reviewed tijdschrift.”
(Martijn van Mensvoort 16 mei 2020 om 19:51- Antwoorden)
Aldus commentaren van Martijn onder het artikel
https://www.climategate.nl/2020/05/de-zon-zorgde-voor-11-c-opwarming-sinds-de-17de-eeuw/
De ambitie om het onderzoek in bovengenoemd artikel te onderwerpen aan peer-review was er wel degelijk. Maar inmiddels niet meer. De ambitie is blijkbaar verlegd naar een nog komend artikel waarin nieuwe inzichten zullen worden gepresenteerd die eerder nog ontbraken.
Ik wens je wederom heel veel sterkte en succes. Je zou de gehele wereld een zeer grote dienst bewijzen door aan te tonen dat de huidige mondiale opwarming het gevolg is van de zon en niet van AGW. Ik zal niet de eerste zijn om je te feliciteren bij het in ontvangst nemen van de Nobelprijs, maar netjes in de rij aansluiten en geduldig wachten op mijn beurt.
Re: Ronald
Bovenstaande betreft een citaat uit de mail van v. Dorland.
Dit is wat ik hierover schreef in de mail gericht aan van Oldenborgh:
“Het plan is nu om i.s.m. een actieve deskundige op het terrein van de zon te gaan werken aan een peer reviewed publicatie, maar ik realiseer me dat dit niet eenvoudig zal gaan worden.”
Je beeldvorming klopt dus niet, want ik heb nergens de indruk gewekt dat ik zou hebben gedacht dat het laatste artikel geschikt zou zijn voor een peer reviewed publicatie.
PS. Bij het concept waar ik nu inmiddels aan werk ligt dit wel anders; ik heb inmiddels het tijdschrift ‘Living Reviews in Solar Physics’ op het oog als een voor de hand liggende mogelijke optie.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Living_Reviews_in_Solar_Physics
“Living Reviews in Solar Physics” past niet bij de focus van je artikel. Het gaat over het klimaat, niet over zonnefysica.
Je moet het zoeken bij Journal of Climate (https://www.ametsoc.org/index.cfm/ams/publications/journals/journal-of-climate/) of vergelijkbaar.
IMHO is je artikel kansloos voor publicatie, maar dat wist je vast al.
Re: Voorbijganger
Dank voor je suggestie, maar ik denk dat het onderwerp prima tussen de onderwerpen van de 2007 editie zou kunnen hebben gepast, zie:
https://link.springer.com/journal/41116/4/1
En dit is nog een artikel dat hierbij aansluit:
https://link.springer.com/article/10.12942/lrsp-2013-3
Naast het aspect van de zon vormt het (kritische) karakter van de ‘Living Reviews in Solar Physics’ journal denk ik ook een potentiële connectie.
PS. Ik heb even gezocht naar wat relevante artikelen bij Journal of Climate gerelateerd aan “climate change”, “solar cycle” en “22-year” maar ondanks de grote hoeveelheid artikelen levert dit voor mij weinig interessant materiaal op… dus dat lijkt mij eigenlijk een conservatief podium (wellicht dat die journal vooral jouw eigen aandacht heeft?):
https://www.ametsoc.org/index.cfm/ams/search-results/?cx=006604013691433161533%3Acni8ugxqzym&q=%22solar+cycle%22+%22climate+change%22&sa=&cof=FORID%3A11
Zou het niet beter zijn als jullie eens een time out nemen?
Dit loopt van kwaad naar erger.
Niet dat ik er veel mee te maken heb, maar het lees niet meer lekker en het word steeds meer op de man af spelen.
Wie hier schuld aan is laat ik in de midden.
Maak je niet druk Theo.
Het spel is gespeeld.
http://www.youtube.com/watch?v=Um9kd-mhhK4
;-)
Ma ma Ronald duw het er maar weer op.
Inderdaad Geert wel mooi nummer.
Mooi nummer