De plannen van de regering om een nieuw miljardenfonds, het Wopke-Wiebesfonds, op te richten om de economie – na de coronacrisis – een extra impuls te geven, deden mij sterk denken aan eerdere plannen om soortgelijke doelstellingen te bereiken – maar dan zonder ‘klimaat’. Al deze plannen zijn een zachte dood gestorven.
De ezel stoot zich in het gemeen niet twee maal aan dezelfde steen. Maar dat alles was lang geleden en de ezel is vergeten waar de steen lag. En sommige ezels zijn vergeetachtiger dan andere.
Vandaar dit opfrissertje uit de oude doos (2014).
Topsectorenbeleid: selectief industriebeleid in een ander jasje
‘Special’ Liberaal Reveil: ‘Wat schaffen we af?’
Liberaal Reveil is onlangs met een speciaal nummer gekomen, waarin de vraag centraal stond: ‘Wat schaffen we af?’ Mijn bijdrage aan dit nummer volgt hieronder.
We hebben in Nederland een markteconomie, waarin de particuliere consumenten en producenten geacht worden de hoofdmoot van de beslissingen over consumptie en productie voor hun rekening te nemen. Maar steeds weer duikt de gedachte op dat dit systeem tekortschiet in het creëren van welvaart en dat de overheid in dit proces dient te interveniëren om vermeende tekortkomingen te verhelpen. Vroeger was daarvoor de term industriebeleid in zwang, thans heet het topsectorenbeleid een geesteskind van voormalig minister van economische zaken, Maxime Verhagen en de VNO-voorzitter Bernard Wientjes.
Om het geheugen op te frissen even een stukje geschiedenis. In 1980 verscheen een WRRrapport, getiteld: Plaats en toekomst van de Nederlandse industrie, waarvan Arie van der Zwan de belangrijkste auctor intellectualis was. Dit rapport was baanbrekend, voor zover het tot een hernieuwde waardering voor de industrie in Nederland heeft geleid. Maar ondanks inspanningen van industriecommissies op hoog niveau, werden de meer specifieke aanbevelingen van dat rapport nooit in concreet beleid omgezet. Het bleef bij generiek beleid.En dat was ook wel logisch omdat er namelijk vele theoretische en praktische argumenten zijn die tegen een selectief beleid pleiten. Deze zijn alles behalve nieuw, maar zij lijken toch enigszins in het collectieve geheugen te zijn weggezakt. Het is daarom nuttig om ze nog eens uit de kast te halen om te voorkomen dat men zich inspanning zou getroosten om het wiel opnieuw uit te vinden.
Ervan uitgaande dat de overheid in een gericht industriebeleid een belangrijke rol zal hebben te spelen, kan als eerste argument naar voren worden gebracht dat er geen enkele garantie bestaat dat overheden over betere informatie en een beter inzicht beschikken om de kans op economische levensvatbaarheid van bedrijfstakken, bedrijven en producten te beoordelen dan de markt. Dat is de onoplosbaarheid van het probleem dat door de Angelsaksen als picking the winners wordt aangeduid. Waar overheden zulks toch probeerden, is dit in vele gevallen uitgedraaid op: bailing out the loosers.
In de tweede plaats leidt een actief overheidsbeleid op industrieel gebied tot politisering van economische besluitvorming. Ons democratisch bestel functioneert nu eenmaal dusdanig dat de overheid geen enkele groep op discriminatoire en duidelijk zichtbare wijze zal willen bevoordelen of benadelen. Dat is strijdig met de gelijke behandeling die in de wet is verankerd. Indien de overheid dat toch zou doen, zou zij daarmee bovendien haar eigen politieke legitimiteit ondermijnen. Dat betekent dat de overheid vaak pijnlijke keuzes uit de weg zal gaan. Het is bijvoorbeeld moeilijk voorstelbaar dat de overheid zou besluiten bedrijf A te steunen en bedrijf B in dezelfde branche, geheel in de steek zou laten. Of dat de overheid aan probleemregio X bepaalde voorrechten zou geven en die aan probleemregio Y zou onthouden. De overheid zal proberen haar steun zo eerlijk mogelijk te verdelen. Maar dit betekent dan wèl dat politieke rationaliteit op gespannen voet kan komen te staan met economische rationaliteit. In het ergste geval leidt dit tot Italiaanse toestanden.
In de derde plaats kan worden opgemerkt dat ondanks het feit dat de overheid vermoedelijk haar best zal doen om niet te discrimineren, het welhaast onvermijdelijk is dat grote bedrijven beter zullen worden behandeld dan middelgrote en kleine bedrijven. Men krijgt niet zo gemakkelijk toegang tot de overheid. De grote bedrijven met hun goede contacten met de overheid en hun subsidiologen hebben hier een duidelijke voorsprong op de kleinere.
In de vierde plaats is er een belangrijk verschil in besluitvormingscultuur tussen de overheid en het bedrijfsleven: bij de overheid bureaucratisch, hetgeen vaak synoniem is met inefficiënt, langdurig en omslachtig; bij het bedrijfsleven korter en doelmatiger. Dit leidt niet zelden tot communicatiestoornissen tussen beide culturen, als de communicatie al tot stand komt. In het ergste geval leidt zulks tot besmetting, waarbij bedrijven worden gedwongen in de pas te gaan lopen met de besluitvormingscultuur van de overheid, hetgeen een schadelijke invloed heeft op hun flexibiliteit en dynamiek. [Zoals Rypke Zeilmaker onlangs zo treffend opmerkte: ‘Tussen woord en daad staat een bureaucraat.’]
In de vijfde plaats is gericht industriebeleid moeilijk anders denkbaar dan in het kader van een nationale economie; in dit geval de Nederlandse. Het spreekt vanzelf dat zulks haaks staat op de officiële beleidsfilosofie van de Europese Gemeenschap die gericht is op economische integratie, inclusief samenwerking en fusie van bedrijven over de Europese grenzen heen.
In de zesde plaats kan een dergelijk industriebeleid ook in strijd komen met formele afspraken in het kader van de EG en andere internationale organisaties. Wat de EG betreft kan hierbij onder andere aan het mededingingsbeleid worden gedacht. Daarnaast hebben de geïndustrialiseerde landen ook in bredere kring, met name in de OESO, door de jaren heen herhaaldelijk hun voornemen bevestigd om de direct interveniërende rol van de overheid in het bedrijfsleven terug te dringen.
In de zevende plaats kleeft aan het gerichte industriebeleid het gevaar van concentratie van economische macht in de handen van de overheid en/of een beperkte groep personen die de overheid ter zake adviseren. Het ligt voor de hand dat zij, indien zij eenmaal een beslissing hebben genomen, zich zullen inspannen om deze beslissing ook tot een succesvol einde te brengen. Dit kan er toe leiden dat zij nieuwe toetreders tot bepaalde markten zullen weren, waardoor kartelachtige toestanden ontstaan. Volgens de economische conventional wisdom houdt dit gevaren in voor de doelmatigheid van de productie. Bovendien is overmatige machtsconcentratie, inclusief die op economisch gebied, het in strijd met de politieke uitgangspunten van de belangrijkste politieke stromingen.
Dit alles impliceert niet dat de overheid zich totaal dient te onthouden van elke activiteit op het terrein van het industriebeleid. Maar men zal toch met zeer overtuigende argumenten moeten komen om af te wijken van de regel dat de activiteiten van de overheid ter zake tot generiek beleid dienen te worden beperkt.
Maar nu hebben we dan toch een topsectorenbeleid. Wat houdt dat in? En wat zeggen deskundigen daarvan?
Het kabinet wil topsectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt, nog sterker maken. Om dat te bereiken, gaan overheid, bedrijfsleven, universiteiten en onderzoekscentra samen werken aan kennis en innovatie. De afspraken hierover zijn vastgelegd in zogeheten innovatiecontracten. Het betreft negen sectoren: tuinbouw en uitgangsmaterialen, agri&food, water, life sciences & health, chemie, high tech, energie, logistiek en creatieve industrie.
Het topsectorenbeleid is nog maar net begonnen. Over de resultaten is dus nog weinig bekend. Toch is er al forse kritiek op gekomen, onder andere van de economen Steven Brakman en Harry Garretsen, beiden verbonden aan de universiteit van Groningen, in een artikel onder de uitdagende titel: ‘Het misleidende denken in top en flopsectoren’.
Zij zien het topsectorenbeleid, waarin het succes van bestaande sectoren verder wordt ondersteund en uitgebouwd, als negentiendeeeuws denken. In de 21e eeuw leidt een focus op sectoren tot misleidende beelden en beleid.
Dat vergt nadere verklaring. Ik citeer:
Het kabinet wil topsectoren waarin Nederland internationaal uitblinkt, nog sterker maken. Dit is een ambitieus streven waarbij wordt voortgebouwd op de door het vorige kabinet gemaakte keuzes voor een beperkt aantal topsectoren zoals de chemie of tuinbouw omdat kansen en knelpunten veelal sectorspecifiek van aard zouden zijn. Een belangrijk onderdeel van dit beleid is dat wordt gestreefd naar clusters waarbij bedrijven en liefst ook kennisinstellingen uit dezelfde sector zich in elkaars nabijheid bevinden, zoals de regios Eindhoven (High-tech) of Wageningen (Agri & food). De sector als aangrijpingspunt voor het economische beleid heeft een lange traditie maar is helaas niet langer relevant, waarmee het topsectorenbeleid een verkeerd en verouderd antwoord geeft op de belangrijke vraag hoe in een wereld van globalisering een open economie als de onze zijn toekomstige welvaartsgroei gaat realiseren.
Om duidelijk te maken dat de vertrouwde sectorale aanpak niet langer deugt onderscheiden de auteurs twee fasen in het globaliseringsproces:
De eerste fase die met de transportrevolutie in de 19e eeuw begon ontkoppelde productie en consumptie in tijd en ruimte van elkaar met internationale handel als gevolg, waarbij landen zich specialiseerden in die sectoren waarin zij relatief sterk waren. Nederland groeide zo bijvoorbeeld uit tot een mondiale specialist in de chemiesector (speciale garens) en de landbouwsector (tuinbouw). De tweede grote fase van globalisering begint eind 20e eeuw en is gericht op het productieproces zelf. Gestimuleerd door allerlei ICT ontwikkelingen kunnen onderdelen van het productieproces worden gesplitst in steeds kleinere fasen. Het geografisch opknippen van het productieproces is daarmee veel eenvoudiger geworden, en een moederbedrijf kan letterlijk van minuut tot minuut een bedrijfsonderdeel aan de andere kant van de wereld volgen en controleren.
Voor traditionele industrielanden als Nederland heeft het meer verhandelbaar worden van de productie twee belangrijke gevolgen voor de aard van de werkgelegenheid. Allereerst vallen de opgeknipte fasen steeds minder samen met een sector. Het is voor een computerprogrammeur niet zozeer meer van belang dat zij in de chemie of de landbouw werkzaam is, maar simpelweg dat zij programmeur is. Als bedrijven hun software-afdeling verplaatsen naar India is de specifieke inhoud van een baan van doorslaggevende betekenis en niet zozeer de sector waarin de programmeur werkzaam is. Een tweede gevolg is dat in toenemende mate in landen als Nederland de toegevoegde waarde en daarmee de winst zit in de eerste fase van het productieproces (ontwikkeling, ontwerp) en in de laatste fasen (verkoop, marketing). Het tussenliggende deel, de industriële productie, verdwijnt naar het buitenland. Dit betekent dat Nederland niet langer een concurrentievoordeel heeft in een gehele sector maar in productiefasen of taken zoals ontwerp en marketing die dwars door sectoren heen snijden.
Zij concluderen:
Wil men, zoals kabinet-Rutte II, de economische kracht van Nederland beter begrijpen en versterken dan zou de aandacht moeten worden verlegd van een sectoranalyse naar een banen- of takenanalyse. Het centrale uitgangspunt van het topsectorenbeleid is daarmee achterhaald. …
Dit alles pleit voor een human capital-agenda in plaats van een bedrijvenagenda waarbij investeren in onderwijs en in de fysieke maar ook sociale infrastructuur van Nederland denk aan het woon- en leefklimaat veel meer gewicht zou moeten hebben. Daar komt nog bij dat een beleid, zoals het topsectorenbeleid, dat zich richt op het principe van picking the winners in het verleden vrijwel nooit succesvol is gebleken. Bovendien loopt men met dit principe het risico dat vooral de bestaande bedrijven op de been worden gehouden die het subsidiepad naar Den Haag hebben weten te vinden en niet de winners van morgen.
Aldus de Groningse economen Steven Brakman en Harry Garretsen.
Maar er is niet alleen kritiek van vaderlandse bodem, ook de deskundigen van de Europese Commissie zetten vraagtekens bij het topsectorenbeleid.
Onder de titel, ‘Topsectoren op pijnbank’, schreef ScienceGuide daar onder meer over:
Het paradepaardje van EL&I -het topsectorenbeleid- scoort in Brussel slecht. Het rendement is onduidelijk, het lijkt meer dead weight. Nederland laat fundamenteel R&D verkommeren en dreigt zelfs de innovatiekloof tussen regios te vergroten.
De ‘Europa 2020-strategie’ is de opvolger van de weinig succesvolle ‘Lissabonstrategie’. Europese leiders kwamen in 2010 overeen dat zij elkaar scherper de maat zouden moeten nemen bij discussies over de overheidsfinanciën, arbeidsmarkthervormingen en innovatieve investeringen.
Anders zou de groeistrategie nooit van de grond komen, dat was bij de Lissabon-strategie uiteindelijk toch gebleken. Vandaar dat zij toen een aantal concrete doelstellingen overeen kwamen en afspraken dat het beleid van de EU-lidstaten strakker gecoördineerd zou worden. De Europese Commissie voert daartoe de beleidscontroles uit, maar het zijn uiteindelijk de lidstaten die de groeistrategie sanctioneren. …
Door de Europese evaluatiebril bezien levert het Nederlandse topsectorenbeleid weinig rendement op. De cijfers laat men vervolgens spreken. Wat betreft R&Dinvesteringen blijft Nederland met 1,83% (2010) onder het streefpercentage van 2,5% en zelfs onder het Europese gemiddelde van 2%, net zoals de voorgaande jaren. Het topsectorenbeleid wordt tegen die achtergrond ‘dead weight’ verweten.
“Het is niet duidelijk of de investeringen in onderzoek en ontwikkeling die door een aantal ‘topsectoren’ zijn beloofd niet gewoon investeringen zijn die de bedrijven ook zonder het nieuwe beleid hadden gedaan”, stelt de Commissie in het document. “In dat geval zou er dus geen sprake zijn van nieuwe vrijgemaakte middelen. Evenmin is het duidelijk hoe kleine bedrijven hier op een doeltreffende manier bij kunnen worden betrokken. Bovendien kunnen snelgroeiende bedrijven worden gepasseerd die niet onder een van de topsectoren vallen.”
Het probleem is in de kern, volgens de Commissie, er een van conceptuele kwaliteit. “Er is geen sprake van een grondgedachte waarop dit sectorgebaseerde bedrijfslevenbeleid is gebaseerd.” De topsectorenaanpak beschikt niet over een mechanisme om te bepalen of het beleid inderdaad extra R&D-investeringen oplevert.
Daar komt volgens het rapport van de Europese Commissie nog bij dat de topsectorenaanpak vooral die bedrijven en regio’s steunt die dat het minste nodig hebben. De rapportage stelt: “Regio’s met een hoger ontwikkelingsniveau profiteren het meest van de middelen die door dit ‘topsector’-beleid beschikbaar worden, zodat de innovatiekloof tussen de regio’s breder kan worden. Daarnaast kan het negeren van fundamenteel onderzoek en het bevorderen van toegepast onderzoek op lange termijn de groeivooruitzichten van de economie schaden. Wat dat betreft is het zorgwekkend dat de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in het kader van de ‘topsector’-aanpak een aanzienlijk deel van de middelen voor fundamenteel onderzoek heeft bestemd voor toegepaste doeleinden.”
Aldus SchienceGuide over de (voorlopige) evaluatie van de diensten van de Europese Commissie over het Nederlandse topsectorenbeleid.
Kortom, vele deskundigen staan kritisch tegenover het Nederlandse topsectorenbeleid. M.i. terecht!
Ceterum censeo Carthaginem esse delendam
Persoonlijk geef ik dan ook de voorkeur aan een generiek beleid waarbij de overheid zich zo veel mogelijk beperkt tot het bevorderen van de randvoorwaarden waarbinnen het particulier initiatief tot bloei kan komen dus zo weinig mogelijk gedetailleerde directe bureaucratische interventie in het economische leven. Hierbij denk ik vooral aan lastenverlichting en verlichting van regelgeving. Is daar voldoende ruimte in het huidige tijdsgewricht, waarin iedereen de broekriem moet aanhalen?
Overheidsbeleid leidt niet altijd tot de gewenste uitkomsten en is niet zelden ambivalent. Goede bedoelingen leiden niet immer tot een positief resultaat. En de mogelijke maar hoogste onzekere voordelen van de kleine kluifjes die men de geselecteerde topsectoren toegooit, worden meer dan teniet gedaan door de schade van de voorgenomen gigantische misallocaties die voor de deur staan op het terrein van de energievoorziening, in het bijzonder elektriciteit. Een betaalbare en betrouwbare elektriciteitsvoorziening speelt een cruciale rol bij investeringsbeslissingen, vooral in de energieintensieve industrie. Het lijkt er thans op dat Nederland met het Energieakkoord, waarbij het accent ligt op de uitbreiding van windenergie, dezelfde weg opgaat als de Duitsers met hun Energiewende, waarvan het majestueuze echec met de dag zichtbaarder wordt, zoals ook door de Duitse vicekanselier Sigmar Gabriel wordt erkend.
Volgens berekeningen van deskundigen zal de plaatsing door Nederland van tig windmolens op zee en op land geen vermindering van het verbruik van fossiele brandstoffen en dus ook geen vermindering van CO2-uitstoot opleveren. Het effect op het klimaat zal nihil zijn. Dat beleid kost echter vele miljarden paar jaar en dat bedrag loopt nog steeds op. Kortom, het afblazen van het Energieakkoord ‘all pain and no gain’ biedt een immens besparingspotentieel.
Het verhaal eindigt dus toch nog met een positieve noot.
Aldus wat ik zes jaar geleden schreef.
Ik denk, nee ik weet het eigenlijk wel zeker, dat uitblinken op de wereldmarkt loopt gestaag omlaag.
Burgers worden niet meer ontlast maar belast.
Steeds meer van de kennis gaat verloren, vakmensen moeten vaak aangetrokken worden uit het buitenland.
De groene gekte slaat ons helemaal om de oren.
Er loopt een test in Zweden, ijzer smelten zoals bij ons bij de hoogovens maar dan op waterstof, met gevolg dat staal tot 30% duurder word.
Uiteindelijk word dat weer verhaald op de klant.
Zienfonds, weten we nog, volgens Rutte kwamen we er beter uit, tot nu toe heb ik er nog niet veel van gemerkt, behalve in mijn beurs dan.
De overheid verkloot geld aan de lopende band.
En de energie transitie waar wij nu voorstaan, met alles wat ze willen in deze korte tijd gaat de burgers de kop kosten.
Het enige wat hun nog een beetje kan redden is om af te zien dat burgers gedwongen van het gas moeten.
Maar de tijd van uitblinken is van de baan, misschien wel eens ooit met molens in zee en ijsselmeer te plaatsen dat ze gevraagd worden door andere lande hun kennis te delen.
Echte hoogstandjes zie ik niet meer maar kan ook aan mij liggen natuurlijk.
Er moet een ministerie van anti-inefficiency komen. En die publiceert ieder jaar keihard. Met Sinterklaas stel ik voor. We noemen dat:”Wie krijgt de Zwarte Piet”.
Man, de hoogstandjes liggen onder je voeten. Nederland is de belangrijkste speldeprik op aarde. Onder andere door onze botte hardheid. En ons koude klimaat. Alleen laden we onszelf vol met lege taken: heel Afrika zich hier laten voortplanten, stukken stom toch havo laten doen etc. Iedere wereldmacht ging ten onder aan zijn verplichtingen. Kennedy ( de schrijver ). En wat doen wij? Dom links nabouwen.
Dus die “duimpjes omlaaggever” willen wel dat Afrika zich hier verdubbelt in aantal met behulp van de kinderbijslag. Kun je zien dat links alleen maar vreet aan de geestjes die niet kunnen rekenen. Maar wel betaald willen worden door een ander. Met hun uitkering.
Ja laten we daar eens mee beginnen. Weg uit het Parijse akkoord,
Weg van de crisis en herstelwet. Een referendum met deugdelijke voorlichting over de pro en contra’s van het voorliggende vraagstuk. Een evenwichtiger samenstelling van regering en parlement op basis van kennis.. Dat zou al héél wat zijn. Een overheid moet niet met geld smijten, maar voorwaarden scheppend bezig zijn en zich vooral realiseren dat zij voor een groot deel de portemonnee van de burgers beheren.
Uiteraard moeten bedrijven doen waar ze goed in zijn, net als de burgers. Gelukkig hebben we verstandige ondernemers die kansen zien.
Overheden moeten slechts sturen. Maar dan wel graag de goede kant uit.
Windhandel en gebakken lucht:
Groene beleggingen waar je geen cent van terugziet.
Airco’s waarvan iedereen weet dat het energievreters zijn omdraaien van buiten naar binnen in plaats van binnen naar buiten.
Koudwater warmtenetten.
Alle bomen kappen voor de energiecentrale.
Elektrische auto’s van 2500 kg.
Voor 4000 Euro’s zonnepanelen kopen met 5 jaar garantie om 200 Euro per jaar te besparen waarbij men de kosten voor het onderhoud vergeet.
Vloerverwarming die ook de ondergrond verwarmt.
Schimmels door gebrek aan ventilatie.
De Polarstern met 2 dieselmotoren van 20.000 pk elk.
Vergeten vulkanen ZW van Spitsbergen.
De Amsterdamse vuilverbranding.
Greta Thunberg.
Aardwarmte (van 2,5 km diep).
Siemens, Vattenfall en Shell.
Het ABP.
Ik ben er nog een heleboel vergeten….
Samenvattend: groen is lucht.
Neen Chris, eigenlijk ook een ja. Want:
groen is gras,
groenSlinks,
groene kikker,
BP,
mijn vorige auto,
groene revolutie,
groen is de natuur,
groen is het ecolabel van Skoda Fabia,
groen is poen,
groen is de overkant van het weiland,
groen is alg,
Ben ik nog iets vergeten?
Theo 7 sep 2020 om 21:06
Vergeet niet de hoogstandjes in domheid, onbenulligheid, bewuste misleiding en onderdrukking van de burgers door het huidige Kabinet. Zij zijn er trots op en wij weer niet, maar ach wie let daar nu op met ruim zesduizend per maand.
Straks beloven ze het morrende gepeupel weer gouden bergen en zie de domheid der burger gaat verder.
Ik heb meer vertrouwen in Sijbesma en Wennink.
Ik in Bas Gresnigt. Heeft niet gelijk maar geeft wel linkjes waarmee je je eigen mening kunt vormen. Politiek heb ik het meeste vertrouwen in Pieter Winsemius. Wel oud maar Drees bewees al dat je de grote lijnen het best vanaf de divan kon zien.
Wel grapping, die duimpjes omlaag…..twee toppers uit het bedrijfsleven, met meer capaciteiten dan de hele Tweede Kamer bij elkaar.
Toppers van elders zijn niet automatisch toppers in de politiek. Kwam net kranteknipsel over AbrahamPais tegen: wetenschappelijke topper die als MinOnd de hele universiteit omvertrok en verzwakt achterliet voor de parasitaire alpha. Nul politiek inzicht. Dus jouw logica is onlogica.
Ik heb meer vertrouwen in Wilders, Baudet en van Haga.
Volgens mij het enige gezonde verstand in onze regering.
Haga zeker. Een huisjesmelker die de kortste termijn voorrang geeft: moreel misdadig gedrag. Wilders heb ik nog nooit over industriepolitiek gehoord. Tenzij het ondermijning door verplichte anti-discriminatie was. Nee, Cornelia, zo vang je ons niet.
Nee van Haga is ook mijn fan niet, een zakenman die ook nog zelfs een bedrijf in de zonnepanelen handel heeft, meerdere bedrijven trouwens, als hij ze trouwens nog steeds heeft.
Houd zich ook niet netjes aan de regels voor een man in zijn positie.
Niet open van karakter, er zit een zwarte duivel achter.
Baudet en Wilders kan ik me meer in vinden, alleen Wilders is een beetje eenzijdig, ik zou graag meer standpunten van hem willen horen.
Haga is nu eigen man. Dus die is niet meer schatplichtig aan een partij. Precies zoals Thorbecke bedoelde. Dus vandaar soms een heldere mening. Alle andere partijen overtreden in de geest de democratische wetten met hun vieze partijen. Dat is er gewoon ingefrommeld zonder wet. Wilders is de enige Thorbecke-democraat. Lijst Wilders. De rest hoort op het schavot. Beetje dan. Pink er af of zo.
2 kerncentrales, een separate HSL spoor naar Groningen, noordzee luchthaven, versterking tech-maak-industrie in de oostelijke regio’s etc. of een combinatie ervan…..
Ik schat in, dat onder het gekrakeel van de groen en linkse oppositie in Nederland er geen nationale economische boost komt en het bedrag van 20 miljard (als het het volgende kabinet haalt?) besteed gaat worden aan zinloze / effectloze (“100% van het gas af”) klimaatmaatregelen en het restant te verdelen onder de kansarme populatie.
Scheffer
Inderdaad, dat krijg je als het deugen je in de weg zit. Dan neem je als overheid verkeerde beslissingen.
En vervolgens gaat iedereen voor de opgepoetste korte termijn winst
Laten we een keer positief blijven, wat zouden jullie doen met 20 miljard? Ervan uitgaan van het feit dat we CO2 moeten verminderen.
Valt wel mee. Gekrakeel is kenmerk van laatste restjes voor de ondergang. Links ziet ook wel in dat ze eten van de ander. Dus die laten de kip met gouden eieren lekker doorleggen terwijl ze al nietszeggend er bij staan. Het is marginaal opgeklopt door een groep havo-talen overbodigen.
Die HSL naar Groningen is zeker gebaseerd op de mercatorprojectie: de directe lijn tussen Rotterdam en Hamburg loopt via Enschede. Bovendien is Groningen geen magneet maar reservaat.
Ik bedoel niet over bestaand spoor voor een nieuwe HSL naar Groningen. Anders wordt het weer een 5,5 uur reis NS-boemeltje via Gronau. Van Groningen dus vervolgens naar Berliijn. Geen tussenstops.
Picking the winners werkt wel. Je niet niet de bedrijven subsidiëren maar de personen die er achterstaan. Zo krijg je een groep oligarchen die er superrijk mee worden. Die steunen de staat dan weer om het systeem in stand te houden. De kleptocratie blijkt een stabiele staatsvorm te zijn.
Niet helemaal. Ze betalen veel belasting en moeten leven in een overbevolkt land waar hun kinderen worden neergestoken door berberachtigen. Bovendien maken ze gebruik van door iedereen onderschreven regels. Ze mogen van mij wel zwaarder gecontroleerd worden maar kleptocratie kun je het niet noemen. Dat begint bij Bulgarije.
Van 2 nieuwe kerncentrales worden we alleen maar armer en ongezonder van zoals:
– ongezonder; zie: http://goo.gl/p0aUGk
– armer; zie UK met Hinkley C; een voorhistorische KWh prijs van 15cent.
Kijk hier hoe er gehakt wordt gemaakt van Gresnigt en z,n gorleben leugen.
Toch blijft hij tot op de dag van vandaag dezelfde onzin over internet verspreiden.
https://atomicinsights.com/former-nrc-counsel-attacks-quoted-source-used-in-radiation-isnt-the-real-risk/#comment-125791
In een gezonde, marktgeleide economie zou zo een financiële boost niet nodig zijn. Dan zou particulier initiatief de rol van economische voortrekker op zich nemen. Door dit Wopke-Wiebesfonds (de heren zullen heel wat discussies voeren om de juiste benaming te vinden) geeft de overheid blijk van het feit dat we geen gezonde economie hebben. Logisch, want ieder particulier ondernemerschap wordt dood gereguleerd met ambtelijke oekazes die vooral uit Brussel afkomstig zijn. Het Brussel waar linkse partijen in de de meerderheid zijn. En zoals bekend mag zijn, zijn linkse mensen tegen een marktgeleide en voor een staatsgeleide economie.
Ik verwacht dan ook dat veel geld zal gaan naar ‘duurzame’, ‘energieneutrale’ projecten. Dáár zitten de door de politiek gestimuleerde kansen, dus daar zullen ondernemers zich op richten. Makkelijk geld verdienen op kosten van de burgers.
ironisch dat ’teruggaan naar de tijd van voor de stoommachiene ‘ ; die waarin het bevolkingsaantal , de welvaart en het welzijn, werden bepaald door de beschikbaarheid van natuurlijke bronnen , als innovatief wordt beschreven door hooggeleerde Groningse economen. En de vooruitgang zou dienen.
Eerder het failliet van de wetenschap,. de onmacht om nog werkelijk te vernieuwen en het einde van de vooruitgang na 250 jaar . De mensheid is nu beland in de fase van ‘achteruitgang’ , nu brandstofefficiëncy razendsnel op de terugweg is met zonnepanelen windmolens , waterstof en andere ‘innovatieve’ manieren om het principe van de Tweede wet van de Thermodynamica om zeep te helpen. (‘warmte is de meest elementaire vorm van energiie )
De laatste grote uitvinding was de transistor (1948 ) en de laatste wetenschappelijke ontdekking was het chromosoom in 1953 .
Op die twee gebeurtenissen drijft de wereldeconomie sindsdien; De digitale revolutie met als spinn off deze gioene revolutie ( modellen bouwen met computers )
Zoals u wellicht weet wordt de corona paniek nu gebruikt om de groene economie een versnelling te geven en daar past dit fondsje mooi in .
Uiteraard verdwijnen deze 20 miljard natuurlijk linea recta naar de ‘hernieuwbare energie ‘ sector , die ze eufemistisch hebben aangeduid met Toptechnologie .
Niet geheel toevallig was Ad van Wijk er als de kippen bij met een claim van 600 miljoen, die hij te weing vindt voor zijn waterstofplannen .
je doet er niets aan. Dat hooggeleerden . Timmermans en samsom ons vertellen dat windmolens behoren tot toptechnologie en vervolgens studenten en bestuurders ons bestraffend toespreken met teksten als :” u heeft zeker geen kinderen he ! ”. ( nee gelukkig niet , want dat ziet er niet best uit voor ze. )
Vorige week heeft Marieke Doorninck , wethouder van Amsterdam – zo’n product van de UVA – de eerste elektrische betonmixer verwelkomd in de stad . Dat is lettelijk het paard achter de wagen spannen , maar zeg er niets van want een betonmixer die 10 ton accu’s als ‘ vracht heeft , is innovatief, Toptechnologie ..
Dat krijg je in een economie waar de markt is uitgeschakeld en economische wetten niet meer gelden .
Vorige week zei ik tegen de directeur van SWeco dat ik de ontwikkelingen beschouwde als een ontkenning van de intelligentie van mensen. Hij begreep het niet en begon direct te orakelen over ‘ toekomstige en ontwakende technologien. (welke ?)
” En allemaal meeëten meneer Zonneberg” uit de oneindige ruif . ( wim Zonneveld )
Alles met voornaam is 68. En dat weer mammoetwet. En dat weer alpha. En dat weer communisme. En dat eindigt omgekeerd dan wat het voorstond. Maar met een andere elite.
@ dhr vellinga : in een vrije markt economie ‘ toegevoegde waarde ” belangrijk . . ( doordenkertje , maar u snapt ‘m vast gelijk . )
@ ronnie
Onderaan mijn homepage staat een beschjrijving van Carlo Rovelli , schrijver van het boek ‘ Mysterie van de tijd ” over het begrip entropie .
veel meer zou het over dat begrip moeten gaan . Scheelt heel erg veel papier en de energietransitie zou gelijk ten einde zijn als bestuurders het werd uitgelegd. Ingenieurs kennen het allemaal . Die verloochenen het dus.
http://www.bureaulesswatts.nl
lees verder ook de wijze woorden van james Lovelock .
Van entropie hebben de meesten nog nooit gehoord.
Voor wat begrip, zie: https://npofocus.nl/artikel/7995/wat-is-entropie…wel van NPO ;-)
Geniet vooral van de dommigheid van de rest.
Entropie is de vijand van recyclen, hernieuwbaar en energieneutraal.
Dat zijn dan ook de alpha-mensen. Sukkels die iets “weten” zouden eens in staking moeten gaan. Twee jaar of zo. Coronavrij kon ook. De alpha kan nog niet eens een schavot maken waarop hij de beta wil doden. Daarna vertrekt dan de juichende menigte achter Napoleon aan, de Russische natuurkundie wetmatigheden tegemoet. ” Alpha is Beta “zoals “Lux is Sunlight.” Grapje uit de jaren zestig.
Nieuwsbrief van de PVV.
Ons land moet stoppen met het aardgasvrij maken van woningen. De alternatieve vormen van energie jagen huishoudens op enorme kosten en diep in de schulden, stellen Geert Wilders en Alexander Kops (PVV) vandaag op de Opiniepagina van het Algemeen Dagblad.
Wie in Duitsland een gasaansluiting neemt, krijgt geld toe. Aardgas is immers de schoonste fossiele brandstof. In Nederland wordt aardgas als ‘vervuilend’ gezien, en daarom moeten alle acht miljoen woningen aardgasvrij, oftewel ‘CO2-neutraal’ worden gemaakt. ‘Verduurzamen’, met een sjiek woord. Dat zou nodig zijn voor het klimaat én goed voor de portemonnee.
Beide zijn niet waar. Om met het klimaat te beginnen: Nederland, dat kleine landje, is verantwoordelijk voor slechts 0,35 procent van de totale wereldwijde CO2-uitstoot: verwaarloosbaar. Het klimaatbeleid van dit kabinet zorgt voor minder opwarming van de aarde van slechts 0,00007 graden in 2030: óók verwaarloosbaar. En voor zo’n minuscuul effect moeten onze betrouwbare aardgasvoorzieningen, de beste ter wereld, plaatsmaken voor onbetrouwbare, peperdure warmtepompen en warmtenetten.
Dan de portemonnee: de kosten van deze zogeheten verduurzaming lopen uiteen: 30.000, 60.000, er zijn zelfs gevallen van meer dan een ton per woning. En keer op keer probeert het kabinet ons wijs te maken dat het voor iedereen ‘haalbaar en betaalbaar’ zou zijn. Immers, de kosten van de verduurzaming van je woning zou je direct terugverdienen met een fors lagere energierekening. Maar niets is minder waar: uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat die verduurzaming ‘voor vrijwel niemand rendabel’ is. Heb je eenmaal een bak geld aan deze groene gekte uitgegeven, en diep in de schulden gestoken, dan duurt het tientallen jaren voordat die kosten zijn terugverdiend. Een complete hypotheek wordt sneller afgelost dan die verduurzaming ooit zal opleveren. Nu al kunnen 650.000 huishoudens hun energierekening nauwelijks of niet meer betalen. Onderzoeksbureau Ecorys concludeert dat deze groep de komende tien jaar meer dan verdubbelt, naar 1,5 miljoen huishoudens in 2030, als gevolg van het besluit om alle woningen van het gas te halen.
Huishoudens worden regelrecht de energiearmoede in gestort, voor een onmeetbaar klein klimaateffect. ‘Haalbaar en betaalbaar’, aldus het kabinet. Een grove leugen. Aardgasvrije woningen: het werkt niet, het is nergens goed voor, het is niet te betalen én mensen willen het niet. Steeds meer huishoudens zijn helemaal klaar met dat eindeloze duurzaamheidsgedram. Vorig jaar werden er dan ook opnieuw méér gasgestookte cv-ketels verkocht. Klimaatbeleid is een nietsontziende obsessie. Met gezond verstand heeft het niets te maken.
En toch is de keuze eenvoudig: kiezen we voor een warm huis met een vertrouwde cv-ketel en een betaalbare energierekening óf voor een huis met een niet-werkende warmtepomp, schulden en energiearmoede? De PVV kiest voor het eerste. Het aardgasvrij maken van woningen: stoppen met die waanzin.
Dit zal hem zetels gaan opleveren.
Moet centraal geregeld worden. Iedere gemeente knoeien met dom advies is geldverspilling. Isolatie en warmtewisselaars eerst. Er zijn drie miljoen huizen met ondiepe kruipruimte en leidingen doorheen. Dat lost geen bouwvakkersbedrijfje op maar centraal bedenk je zo iets. Het werk geven aan lager opgeleiden is hier veel belangrijker. Lekker aanprutsen zonder het grote geheel. Honderd gemeentes vinden het wiel uit geadviseerd door vieze verkopers met zwarte bril. Dat heet ondergang, eindigt in revolutie en die in iets veel ergers. Werdegang. Zucht.
Lees ik nu goed dat de PVV vindt dat wij als klein land, ons wel kunnen onttrekken aan de wereldwijde klimaat afspraken en kunnem parasiteren op de inspanningen van de andere landen in deze wereld???
Ook al zijn wij een van de rijkste landen in deze wereld…
Niet zo zeuren hoor Hans. Het eerste resultaat van het WWfonds is er al:
Tien goedbetaalde bijbaantjes voor figuren die naast hun topfunctie blijkbaar genoeg tijd over hebben om 20 miljard te verdelen.
Beetje bijbeunen voor gevorderden zeg maar…
Leo,
Ook nog even gekeken naar de leden van de beoordelingscommissie.
‘Leden van beoordelingscommissie zijn ING-hoofdeconoom Marieke Blom, voorzitter van de OVV en voormalig minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem, hoogleraar natuurkunde Robbert Dijkgraaf, directeur van Autoriteit Financiële Markten Laura van Geest, rector van Maastricht University Rianne Letschert, Feike Sijbesma van DSM, Peter Wennink van ASML, Constantijn van Oranje, Robert-Jan Smits van de Technische Universiteit Eindhoven en Jacqueline Tammenoms Bakker, die commissaris is bij verschillende bedrijven.’
Allemaal mensen met ongetwijfeld grote kwaliteiten, maar hebben zij ervaring met het nemen van juiste beslissingen over miljarden aan investeringen? Dat soort mensen zijn goud waard in het bedrijfsleven.
20 Miljard verdelen op basis van een uurtje of wat per maand vergaderen is al de waanzin ten top Hans. Dan hoef je de kwaliteiten van die commissie niet eens meer te bekijken om te weten dat het geld voornamelijk naar vriendjes zal gaan, zoals gewoonlijk.
Toevoeging:
Dat het naar grote bedrijven gaat kun je ook al zien aan het minimum projectbedrag van 30 miljoen.
Niet naar 10 mensen met een briljant idee van 3 miljoen wat weer veel banen in het MKB zou kunnen opleveren, maar een minimum van 30 miljoen waaraan alleen grote bedrijven kunnen voldoen die voldoende mankracht hebben om een wurgende lading onleesbare rapporten te produceren waarmee ze het gratis geld kunnen binnenslepen.
Maar goed, zo werkt het nu eenmaal: Als je geld hebt, kun je geld maken.
Op de keper beschouwd is alleen Robert Dijkgraaf een grote naam. Sybesma een beetje en de rest is matig of geposdiscrimineerd. Constantijn is zelfs dom. Het uithouden met Petra lukt een begaafd iemand echt niet. Hij kan wel hobbyist zijn in nieuwe ondernemingen maar een splijtend idee heb ik nog nooit van hem gehoord. Wel veel geleende gedachten uit het relatienetwerk.
Feike zal zijn broer wel willen spekken
Leo Bokkum 8 sep 2020 om 17:05
Dan moet men de toekenningscriteria maar gaan aapassen. Eerst praktisch laten zien of iets werkt met volledige onderbouwing en uitleg en daarna pas een toekenning voor hetgeen men denkt te moeten opstarten met subsidie. Banken vragen ook een onderpand aan ons als wij geld willen lenen, dus bedrijven moeten maar eerst met een werkzaam model kome voordat er een cent subsidie verstrekt gaat worden. Bij niet werkbaar project op korte of langere termijn restitutie van volledige subsidiebedrag vermeerderd met boetebedrag en voor toekomst geen samenwerking meer gewenst.
Oei, zijn we nu te ver doorgeslagen of geven we gratis geld weg voor niet geleverde prestaties en diensten?
Hilarisch dat verhaal van Rotmans (nomen est omen) over het aardgasvrij maken van zijn woning (niet dus) in de Telegraaf. Ook wonderkind Nijpels moet er nog even aan geloven.
Het is ook een subsidie voor luchtfietserij en de bouw van luchtkastelen.
Wat is er mis met de aloude aftrekpost voor onderzoek en ontwikkeling?
Waarom zou een overheid geld geven aan starters?
Daar zijn banken voor of “crowd funding” en durfbeleggers.
Moet je wel met een overtuigend verhaal komen.
Vreemd blijft dat overheden 450.000 betaalbare woningen achterlopen, de NATO-verplichting niet nakomt en ontwikkelingshulp ook met een terroristische oogmerk verleent.