De olifant in de Kamer: stikstof is goed voor de natuur
De gewraakte stikstofverbindingen waar onze economie een jaar geleden in paniek voor werd platgegooid, zijn geen vervuiling en al helemaal geen gevaarlijke stoffen, maar meststoffen. Vaak zelfs letterlijk, als het verwaaide bemesting uit de landbouwgebieden in de buurt betreft.
En ook zonder de mens dalen er voortdurend stikstofverbindingen neer op de natuur, als gevolg van bliksems. Gelukkig maar, anders zou onze bodem uitgeput raken en zou er weinig meer op groeien. De natuur bloeit dus juist op door de stikstofemissies!
Waarom wordt er dan zo’n groot probleem van gemaakt dat de bouw wordt stilgegooid en een frontale aanval op onze boeren wordt ingezet? Dat heeft alles te maken met de persoonlijke voorkeuren van een groepje ecologen in onze overheidsinstituten dat buitensporig veel invloed heeft op het beleid in Den Haag.
Op donderdag 10 december aanstaande debatteert de Kamer ongetwijfeld weer hijgerig over die vreselijke stikstofcrisis. De hoogste tijd dus voor een genuanceerder oordeel over stikstof.
(Zie ook De Stikstofcrisis [2]: Wat is er mis met het stikstofbeleid?)
Biologie
Planten nemen CO2 en water op, en gebruiken licht om dit om te zetten in zuurstof en suikers, de zogenaamde fotosynthese. Hoe meer licht en CO2, hoe beter een plant in principe groeit. CO2 is de belangrijkste voedingsstof voor planten. De ruim toegenomen CO2-concentratie leidt dan ook wereldwijd tot een sterke vergroening en stijging van de voedselproductie.
Daarnaast hebben planten nog een aantal bouwstenen nodig, waaronder stikstof, fosfaat en kalium, die ze uit de bodem halen. Bij landbouw worden de gewassen en de landbouwproducten echter voortdurend afgevoerd, met daarin deze bouwstenen, waardoor de grond verarmt en tekorten krijgt aan deze elementen. Om de productie in stand te houden, moet er dus bemest worden. Dierlijke mest bevat alles wat planten nodig hebben. Ook kunstmest bevat als hoofdingrediënten stikstof, fosfaat en kalium.
De stikstofcyclus
Stikstof is dus (net als CO2) een onmisbare bouwsteen voor de plantengroei. Planten nemen geen zuivere stikstof op uit de lucht, maar kunnen alleen stikstofverbindingen opnemen uit de bodem.
Deze stikstofverbindingen worden vanuit de lucht in de bodem vastgelegd door speciale bacteriën in de grond. Via verschillende micro-organismen wordt de stikstof stapsgewijs omgezet in een vorm die bruikbaar is voor de plant, of soms juist naar een onbruikbare vorm waardoor de stikstof niet voor planten beschikbaar komt. Ook zijn er andere bacteriën die dit proces ongedaan maken en de stikstof weer uit de bodem terugbrengen in de atmosfeer.
Daarnaast speelt onweer een rol in het binden van stikstofmoleculen, die via de regen neerdalen en zo in de grond komen. Dat gebeurt door lokaal onweer, of door onweer boven zee, waarna de moleculen door zeewind worden aangevoerd. Maar de regen spoelt ook weer stikstofverbindingen uit de bodem en voert ze af naar zee.
De aanwezigheid van stikstofverbindingen in de bodem is dus een complex en dynamisch evenwicht, ook zonder menselijke invloed. Extra depositie van stikstof vertaalt zich niet zomaar in een evenredige toename van de voor planten bruikbare hoeveelheid.
Ecologie
In Nederland is eigenlijk geen oorspronkelijke ongerepte natuur: onze volledige omgeving is door mensen gemaakt, en alle natuur is aangelegd, of ontstaan uit door mensen gecreëerde omstandigheden, met andere woorden een cultuurlandschap. Een aanzienlijk deel van midden-Nederland is zelfs ontstaan door aanlanding van zand dat in de rivieren kwam door de ontbossing van de Duitse bergen door de mens, duizenden jaren geleden.
Veel bossen zijn aangelegd met een doel, zoals het Mastbos in Breda voor de scheepsbouw, of de bossen op de Veluwe voor houtproductie voor de mijnbouw in Limburg. En veel karakteristieke natuurgebieden zijn juist het gevolg van natuurvernietiging door de mens, zoals de vele plassen door het afgraven van turf, vóór de komst van fossiele brandstoffen, en de heidevelden.
De huidige Veluwe is ontstaan als gevolg van grote industrialisatie in de middeleeuwen: de dichte bossen werden gekapt voor houtskool ten behoeve van de ovens van de lokale zeer uitgebreide ijzerproductie, en intensieve landbouw verarmde de grond vervolgens zo sterk dat de bevolking het gebied zelfs moest verlaten. De huidige bossen zijn in de vorige eeuw aangeplant voor de houtproductie voor de mijnbouw. De Veluwe is in wezen een verlaten industrieterrein dat daarna gebruikt werd voor de mijnbouwindustrie.
De grondigste natuurvernietiging door de mens vond plaats in de gebieden waar we nu zandverstuivingen vinden. Dat waren sinds de ijstijd bosgebieden, maar die werden gekapt. Eeuwenlange intensieve landbouw en overbegrazing putten daarna de bodem uit, en de daaruit ontstane heidevelden werden afgeplagd voor gebruik in potstallen en het bouwen van plaggenhutten. Zo bleef een gebied over van (stuif)zand waar bijna niets meer op kon groeien.
Successie
De natuur laat deze gebieden niet lang bestaan. Een kale vlakte word als eerste begroeid door pionier-soorten met eigenschappen waardoor ze op kale, schrale vlakten kunnen groeien. De resten van deze planten en de mest van bezoekende dieren zorgen ervoor dat de bodem steeds voedselrijker wordt, waardoor er steeds grotere planten kunnen gaan groeien en er uiteindelijk een bos ontstaat; een proces dat “successie” genoemd wordt.
Een van de tussenfasen tijdens successie is heide, dat door samenwerking met een schimmel stikstof kan vrijmaken en de arme grond zo verder verrijkt. Het verdere verloop ervan hangt af van de aanwezigheid van de verschillende voedingsstoffen en de verhouding daartussen. Bij dit verloop kunnen ook periodes voorkomen met plantengroei die sommigen niet aantrekkelijk vinden, bijvoorbeeld bramenstruiken of brandnetels wanneer er een grote overmaat aan stikstof is.
Dat sommige mensen dit onaantrekkelijke natuur vinden (ik houd zelf wel van bramen trouwens) betekent niet dat dit ook slecht is voor de natuur. En omdat de voedingssituatie in de grond zich blijft ontwikkelen volgt hierop gewoon weer een volgende fase met andere planten.
Uiteraard gaat de uitbundige plantengroei op rijkere grond ten koste van de planten die zich alleen kunnen handhaven op zeer schrale grond. Maar dat is juist natuurlijk.
Later breidt de begroeiing zich verder uit en uiteindelijk ontstaat weer een vruchtbare bovenlaag met bosgebied, zoals ook na de ijstijd in relatief korte tijd het bosgebied in Nederland gevormd werd.
Invloed van de menselijke uitstoot
Hoe reageert het complexe stikstofsysteem in de grond op de extra stikstof-toevoer door de mens? Ontstaat er een vergiftigde grond waar niets meer op kan groeien, verandert er eigenlijk niets, of stelt zich een iets ander evenwicht in, dat mogelijk leidt tot een iets rijkere vegetatie?
In de meeste gevallen, zoals de bosgebieden, blijkt er niet veel te veranderen. In sommige gevallen (de sterk verarmde gronden) wordt het natuurherstel door de extra stikstof bevorderd. Maar nergens in de Natura 2000 gebieden wordt door stikstofdepositie de grond giftig of onvruchtbaar. En in de loop van de tijd herstellen de talloze processen in de bodem het stikstofevenwicht altijd weer.
In stand houden van vernietigde natuur
In Nederland zijn sommigen blijkbaar erg gesteld op deze restanten van grootschalige natuurvernietiging in ons recente verleden. Wanneer deze gebieden te uitbundige begroeiing beginnen te vertonen, kappen we de bomen en struiken, laten we ze begrazen door schapen, en als dat niet meer helpt, gaan we ze gewoon weer afplaggen, om de maximale schade aan de natuur terug te brengen. Dit “onderhoud” is noodzakelijk, ook als we geen extra stikstofdepositie zouden hebben vanuit de landbouw en andere menselijke bronnen. Het afplaggen moet regelmatig gebeuren en vindt op grote schaal plaats, ook machinaal, zo snel herstelt de natuur zich, als je niet uitkijkt.
Stikstofbeleid is dus net zo “natuurlijk” als het jaarlijks knotten van wilgen. In de natuur bestaat geen knotwilg, en in Nederland (buiten de duinen uiteraard) ook geen van nature sterk verarmde bovengrond. Dat is mensenwerk.
Het gaat bij het stikstofbeleid dus om landschapsbehoud, niet om natuurbehoud. Maar wanneer landschapsbehoud zo belangrijk is, zou dit ook zwaar moeten wegen bij de bouw van duizenden windmolens. Die overigens wel slecht zijn voor de natuur: jaarlijks worden door windmolens duizenden grote (roof)vogels en vleermuizen en miljoenen insecten gedood. Er is dus wel aantoonbaar een windmolencrisis. Stikstofneerslag werkt puur als bemesting, en doet de natuur alleen maar goed, en is dus moeilijk als een crisis te typeren.
Als we al een stikstofprobleem hebben, dan is het dus dat we met de extra stikstof te veel bijdragen aan het natuurherstel, en daarmee het “museum-beheer” van deze verarmde gronden wat moeilijker maken. Maar zeker niet dat we daarmee de natuur beschadigen of vergiftigen.
De stikstofcrisis opgelost!
Voor we het in deel [2] over concreet stikstofbeleid gaan hebben, kunnen we dus vaststellen dat het hier geen natuurbehoud betreft, maar behoud van cultuurlandschap, dat gepaard gaat met het in stand proberen te houden van natuurvernietiging uit het recente verleden.
Het kan uiteraard een keuze zijn om alle door ons extreem verarmde gronden, en de schaarse vegetatie daarop, te behouden. Maar het overschrijden van een boekhoudkundige drempelwaarde voor stikstofuitstoot houdt geen alarmfase in voor vergiftigde grond of onherstelbare natuurschade, die het stilleggen van onze economie en een bouwstop voor zeer noodzakelijke woningen rechtvaardigt. We kunnen immers op elk gewenst moment weer een stuk kerngezond bos kappen en de rijke bovengrond afgraven zodat er niets anders dan stuifzand meer overblijft. Effectief stikstofbeleid is heel eenvoudig en goedkoop als je een flinke bulldozer hebt.
Deze constatering ontneemt elke urgentie aan het huidige stikstofbeleid. Met het aanwijzen van een paar museum-zandverstuivingen en -heidegebieden, en het opstellen van een goed beheersplan daarvoor, is het stikstofprobleem opgelost.
(Morgen: deel [2] over het stikstofbeleid zelf)
Toegevoegd op 10 januari 2021: twee illustraties van Paul Bouwmeester bij overname van dit artikel in het blad Jacht & Beheer:
De stikstofcrisis bestaan alleen in Excel.
Helemaal eens. Ik had het niet beter onder woorden kunnen brengen
Interessant en informatief! Ben benieuwd naar Deel 2.
Het stikstofbeleid toont wederom de aversie die men heeft tegen elke verandering van de natuur, geboren uit angst. En bij niemand uit de besturende laag gaat een lampje branden dat verandering ook wel eens gunstige effecten kunnen hebben. En terecht geeft het artikel aan dat het om landschapsbehoud gaat en niet om natuurbehoud. Stikstofbeleid is snikstopbeleid.
Stop met deze onzin. Stem die onbenullen een keer weg.
Vooral de alfa’s zijn bang (politici). Ze snappen het niet en vrezen stemmenverlies. Dan leren ze tien moeilijke woorden uit een of ander jargon uit hun hoofd en gaan daar mee goochelen. Sommigen in zeven talen..
Terug naar de natuur. Zoals boven geschreven blijkt dat de natuur aan veranderingen onedrhevig is. Wanneer er geen duinen en dijken zijn zou Nederland voor 50 % onder water staan. Dat is wel natuur want door menselijk ingrijpen is Nederland veranderd. Dan de volgende vraag, terug naar de natuur ? Welk jaar of welke periode. Die van 1900, 1750 of 1320 ? Alles wat er gedaan wordt om de natuur te herstellen is geen natuur maar cultuur. Wij moeten zuinig zijn op wat wij hebben. Misschien moeten wij ons eerst realiseren dat terug naar de natuur ook de aantal inwoners van ons land “terug” moet. Naar bijvoorbeeld 10 miljoen.
F.W. Popma
Dat is heel eenvoudig. We willen veilig kunnen wonen, dus bouwen we dijken. De duinen zijn een natuurverschijnsel en die helpen we een handje door er versneld passende vegetatie op te zetten om erosie te vertragen of te beperken.
Waar je pretendeert natuur te vestigen of te “verbeteren” laat je die gewoon zijn gang gaan. Dat is het goedkoopst en voorkomt tuinieren. Terug naar de natuur is géén optie. Ook niet met 10 miljoen. Maak er in dat geval maar 1 miljoen van of minder. Want ook toen was er al een groot deel “ontgonnen”.
aanvulling: de bossen aangelegd op heide en stuifzanden hadden primair als doel om de grond weer te bedekken, waarmee de dorpen tegen verdere overstuiving werden behoed. Had in die tijd nog meer onderbouwing, namelijk dat schapen ( die zandvorming stimuleerden) niet meer nodig waren voor stalmest. er was ondertussen kunstmest beschikbaar. Verder kon als argument dienen dat hout een nuttige functie heeft. Niet uitsluitend voor mijnbouw. Maar het belangrijkste natuurontwikkelingsargument was toch wel dat met simpele bossystemen, net als de natuur zou doen, voorlopers voor rijkere bossystemen werden aangelegd. Die laatste kun je niet aanleggen. Die ontwikkelen zich over langere tijd. Productiebossen bestaan in die context dus niet. Weliswaar hebben allerlei modegrillen bij natuurbeheerders deze ontwikkeling afgeremd, want in feite zijn er veel vijanden van bossen onder, maar de factor tijd als positieve invloed is toch wel duidelijk zichtbaar in veel bosbeelden.
Informatief artikel, met veel plezier gelezen.
De huidige situatie is opnieuw een aanwijzing van anti-humaan beleid nastreven van een statische leefwijze.
Mooi opgeschreven. Nieuwe feiten voor mij over de Veluwe. Ben wel benieuwd naar die Haagse beïnvloeders!
CO2 en de stikstofverbindingen.
De vegetatie heeft ze nodig. Bovendien moeten er gewassen worden verbouwd om 8 miljard mensen te voeden.
Het is allemaal zo eenvoudig…
Mooi stuk. De waan van de dag viert hoogtij in Nederland.
Interessant en leerzaam stukje.
Het feit dat het gehalte ammoniak in de lucht wordt gemeten in microgrammen geeft te denken.
Dan lijkt het nog heel wat.
7 microgram b.v. zoals hier en daar gemeten .
Maar dat is hetzelfde als 0,00000001 gram per m3 lucht.
Ik vraag mij af wat er met het ammoniak gas bij de veehouderij gebeurt.
Dat gas heeft een lager s.g. dan lucht. Stijgt dat niet gewoon op.?
Net als een hete lucht ballon.
Ik kan mij voorstellen dat het tijdens een regenbui oplost in de regendruppels en neerslaat
Maar maar regent veel vaker niet dan wel.
Goed punt. Minieme concentraties ammoniak. Ik wil daar wat aan toevoegen.
1) Elk bos, jong en oud, divers of monocultuur, gedijt bij een extra jaarlijkse stikstofbemesting ter grootte van 35 kg per hectare. (Ruwweg een flinke zak per voetbalveld). Dat maakt alle bossen vitaler, zo hebben Wageningse ecologen niet zo lang geleden vastgesteld. Zelfs de oude, waar de groei uit is. De ondergroei profiteert ervan. Alle bossen, dus ook de (Hoge) Veluwe en Paleispark Het Loo. Dus, de nabijgelegen boeren zouden beloond moeten worden voor hun gratis ammoniak. Vooral de kippenboeren uit het westen, rond Barneveld. Met overwegend westenwind komt hun ammoniak gratis aangewaaid, en de modellenmakers hebben berekend dat het meestal binnen enkele tientallen kilometers verderop al neerslaat. Blijkbaar met positieve gevolgen. Ik heb als wandelaar in de Veluwse bossen nooit het idee gehad dat er sprake was van verschraling door overbemesting. Theoretisch is dat ook ondenkbaar, lijkt me, met die 35 kg grens. (Zoals zo vaak geldt ook hier: zijn die modellen wel gevalideerd? Toon dat aan. Eerst zien, dan geloven).
2) In de regenwolken (en in bodemwater) werkt ammoniak anders dan NOx. De stikstofionen trekken als het ware harder aan de watestofionen dan zuurstof. H20 wordt OH-, en NH3 wordt NH4 +. Dat is wat mij bijstaat uit mijn dictaat bodemkunde en bemestingsleer van 40 jaar geleden. De regen verzuurt dus niet, maar ontzuurt. Voorzover “zure regen” (ten gevolge van NOx) nog wordt geproblematiseerd moeten de veehouders dus ook beloond worden voor hun gratis bijdrage aan het verhelpen van dit probleem. Ik heb deze aspecten gemist in allerlei beschouwingen, dus ik ben benieuwd of er een kern van waarheid in schuilt.
Correctie.
Er moet staan 0,000007 gram per m3 lucht.
Met genoegen het leerzame artikel gelezen.
Mooi artikel, en leerzaam.
Koop wat NPK 20 20 20 en strooi er maar eens mee rond, goed spul.
Ik snap dat moeilijk geneuzel zo wie zo allemaal niet, ze willen eten op het bord en denken het met niets te verkrijgen in dit land.
Als ze zo graag de natuur van vroeger terug willen laat ze beginnen met de dijken om te stoten, zo kan de natuur weer zijn oorspronkelijke gang gaan, of is dit juist weer niet goed.
Moeilijk land dat Nederland, veel te dicht bevolkt, steeds meer mensen met rare ideeën.
Maar ik ben benieuwd naar het 2de deel.
Heel interessant!!! Paracelsius zei al: De hoeveelheid maakt het gif! Maar ja, wat kan je verwachten van kantoorklerken!
CO2 en stikstof zijn inert-gassen en gaan dus geen verbinding aan met andere stoffen.
Dit zegt genoeg zou ik zo denken.
Als stikstof geen verbinding met andere stoffen aan zou gaan, dan zou mest niet bestaan. Belangrijke elementen in mest zijn nitraat, fosfaat, kalium en magnesium. Nitraat is een stikstof verbinding. Dit zegt genoeg, zou ik zo denken.
Een hoge concentratie nitraat (NO3) in het grondwater en het oppervlaktewater kan een negatieve impact hebben op de drinkwaterkwaliteit. Samen met fosfaten veroorzaakt het toxische algenbloei. Stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) zijn luchtverontreinigende stoffen die ook bijdragen aan de vorming van fijnstof en ozon. Lachgas (N2O) is een krachtig broeikasgas.
Nitraat zonder fosfaten is dus geen probleem?
Je zegt: “Stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) zijn luchtverontreinigende stoffen”. Maar luchtverontreiniging was toch niet de bepalende factor bij de drempelwaarde van stikstofdepositie? Het ging toch om de zogenaamde gevolgen voor een Natura 2000-gebieden? Dat is waar dit artikel de focus legt.
Lees ook eens https://www.rd.nl/artikel/926481-stikstof-ernstige-bedreiging-voor-veluwse-natuur en bedenk: de natuur kan wel zonder mensen, maar de mens niet zonder natuur.
Overgenomen van https://nl.wikipedia.org/wiki/Ammoniak:
Ammoniak speelt in het milieu een dubbelrol. Enerzijds is ammoniak (NH3) opgelost in water basisch en wordt het in de lucht in regendruppels of mist omgezet in ammoniumionen (NH4+), waarbij zuur wordt geneutraliseerd. Een deel van het zwavelzuur en salpeterzuur dat in de lucht aanwezig is, wordt op deze wijze door ammoniak geneutraliseerd. Anderzijds kunnen ammoniak en ook ammoniumionen, eenmaal neergeslagen op de bodem, door bacteriën worden omgezet in salpeterzuur dat aan de verzuring juist weer bijdraagt.
Het nettoresultaat van deze twee processen blijkt verzuring (toename van H+) van de bodem op te leveren. In Nederland is ongeveer 30% van de verzuring van het milieu een gevolg van ammoniak.
Ammoniak leidt ook tot vermesting of eutrofiëring. Ammoniak, kan net als door het lozen van afvalwater met een teveel aan nitraat en fosfaat, in het oppervlaktewater een overmaat aan voedingsstoffen veroorzaken. De algengroei in het water kan explosief toenemen wat aan het einde van het groeiseizoen als de algen afsterven en gaan rotten weer tot hypoxie – het ontbreken van zuurstof – kan leiden. Aangezien algen alleen maar overdag zuurstof produceren en in het donker juist zuurstof verbruiken, kan deze situatie al optreden als te veel algen ’s nachts al het zuurstof aan het oppervlaktewater onttrekken. Deze eutrofiëring vindt ook plaats op het land. Planten die goed gedijen op mestrijke gronden, zoals brandnetels, krijgen de overhand terwijl planten die op schrale gronden groeien verdwijnen. Tot slot kan het uit ammoniak ontstane nitraat het grondwater vervuilen.
De huidige overmaat aan ammoniak in het milieu is voor 90 procent uit de agrarische sector (landbouw en veeteelt) afkomstig. De ammoniak ontsnapt uit de stallen of komt in de lucht terecht na bemesting van het land (emissie). Via de lucht komt het ammoniak in de bodem of het water terecht (depositie). Het effect van ammoniakuitstoot op de natuur kan onder andere worden gemeten aan de hand van de mate van aanwezigheid van bepaalde korstmossen.
Ammoniak opgelost in water (ammonia) is basisch. Echter, ten gevolge van (langzame) oxidatie door de lucht wordt ammoniak omgezet in stikstofmonoxide. Het ontstane stikstofmonoxide wordt met behulp van zuurstof en water omgezet in salpeterzuur; er ontstaat zure regen die de bodem verzuurt.
4 NH3 + 5 O2 -> 4 NO + 6 H2O
3 NO2 + H2O -> 2 HNO3 + NO
Een andere bron van verzuring en van eutrofiëring is de uitstoot van SO2 en NOx. NOx ontstaat als gevolg van een evenwichtsreactie tussen luchtstikstof (N2) en zuurstof (O2) tot NO2 als gevolg van de hoge temperatuur bij verbrandingsgassen zoals in verwarmingsketels en verbrandingsmotoren.
2 NO2 + H2O -> HNO2 + HNO3
———-
Voor diegenen die bij deze bijdrage een duimpje omlaag willen geven: wees moedig en kom met een wetenschappelijk onderbouwde reactie.
Lees hier wat er kan gebeuren als ammoniak en/of ammonium in oppervlaktewater of in rioolwater terechtkomen:
https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/2353390/strafrechtelijk-onderzoek-naar-eraspo-in-asten-vanwege-massale-vissterfte-in-aa en
https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/2546145/wat-is-ammonium-en-waarom-je-het-niet-in-je-drinkwater-wilt.
Het resultaat: massale vissterfte, beschadigde biologische zuivering en rivierwater dat niet geschikt is als drinkwater voor dieren, voor beregening en voor recreatie.