Een geldmachientje op je dak Het is hallucinerend om te zien, hoe ‘winst’ en afschrijving niet veranderen bij verschillende uitgangswaarden

Shutterstock.

Een gastbijdrage van van Paul Bouwmeester.

Om mijn ondoorzichtige energierekeningen van de afgelopen 5 jaar beter te begrijpen, ben ik ze maar eens gaan analyseren. Verwarrend hierbij is, dat sommige tarieven per 1 januari veranderen, maar mijn (5-jarig) contract ergens midden in het jaar begon. Om het overzichtelijk te houden heb ik alles teruggerekend naar een contract dat op 1 januari begint en verder heb ik het verbruik gecorrigeerd naar het verbruik van het gemiddelde huishouden, zijnde 3000 KWh elektriciteit en 1500 Kuub gas. Hieronder het resultaat voor het jaar 2020.

Een geldmachientje op je dak Het is hallucinerend om te zien, hoe ‘winst’ en afschrijving niet veranderen bij verschillende uitgangswaarden

Het eerste wat opvalt, is de post ‘Vermindering’ à € 525. Dat is mooi meegenomen, maar waar heb ik dat aan verdiend? Even zoeken op het net levert het antwoord van de rijksoverheid:

Het kabinet verhoogt de energiebelasting voor aardgas en verlaagt de energiebelasting voor elektriciteit. De overheid wil hiermee stimuleren dat huishoudens vaker kiezen voor elektrische warmteopties, zoals warmtepompen. Of voor duurzame warmteopties, zoals aardwarmte.

Dit is gebaseerd op de aanname, dat onze gascentrales slecht zijn voor het klimaat (in Duitsland schijnt dat anders te liggen).

De overheid gaat nog verder:

Wie in een jaar minder energiebelasting betaalt dan het bedrag van de belastingvermindering, krijgt toch de volledige belastingvermindering.

Dit laatste houdt het volgende in: als het lukt door te investeren in innovatieve maatregelen – zonnepanelen, isolatie, energieopslag, warmtepompen – precies in eigen behoefte te voorzien, zonder nog energie van het net op te nemen, dan spaar ik die € 390 uit en krijg nog €244 op mijn rekening gestort. Een beloning van € 634 voor mijn inspanningen om het klimaat te redden. Maar dat geld is wel hard nodig voor de nodige investeringen.

Die € 634 wordt betaald uit de belastingen, al of niet geïnd via de gasrekening. Die vermindering krijgen we allemaal en die betalen we dan ook (bijna) allemaal. Een sigaar uit eigen doos dus.

In onderstaande grafiek is het verloop van de jaarlijkse kosten weergegeven voor het standaard huishouden. De kosten behelzen: netbeheer, belasting en opslag (welke opslag?), drie posten die m.i. direct door de overheid bepaald worden, samen met de ‘vermindering’. Duidelijk is te zien hoe de elektriciteit bevoordeeld wordt ten koste van het gas. Hoe de relatie is met de werkelijke kosten gas/elektriciteit is een ander verhaal.

Een geldmachientje op je dak Het is hallucinerend om te zien, hoe ‘winst’ en afschrijving niet veranderen bij verschillende uitgangswaarden

 

Wat als ik nu eens 6 zonnepanelen op mijn dak laat plaatsen om de planeet te redden en er gelijk wat bij te verdienen? Van de opgewekte energie zal ik een gedeelte zelf gebruiken en de overmaat mag ik het net opsturen tegen een vergoeding van € 0,2114 per KWh (basistarief+opslag+belastingen). Dit wordt salderen genoemd. Die € 0,2114 is niet slecht voor een product, waarvoor mijn energieleverancier € 0,0601 vraagt, inclusief zijn winstmarge. Tel uit je winst! Dat ga ik even doen:

Zes zonnepanelen van 325Wp leveren per jaar in dit kikkerland 1657 KWh stroom.

De vraag is nu hoeveel ik hiervan zelf ga gebruiken. Aangezien de zon vooral in de zomer en in de middag schijnt, wanneer ik de minste energie nodig heb, lijkt me 30% voor eigen gebruik aan de ruime kant, dus 497 KWh. Dan hoef ik nog maar 2503 KWh van mijn leverancier op te nemen, om in mijn energiebehoefte van 3000 KWh te voorzien. Scheelt weer € 105. De 70% die ik over heb, dump ik op het net en dat levert mij € 245 op, zodat ik € 350 heb ‘verdiend’.

Een geldmachientje op je dak Het is hallucinerend om te zien, hoe ‘winst’ en afschrijving niet veranderen bij verschillende uitgangswaarden

Tot mijn verbazing blijkt dat het niet uitmaakt hoeveel procent van de opgewekte energie voor eigen gebruik is: de uitgespaarde energie wordt tegen hetzelfde tarief verrekend als de teruggeleverde, zodat de ‘winst’ altijd hetzelfde is. En samen zijn ze dus gelijk aan de jaarlijks geleverde KWh x 0,2114. De wasmachine kan dus gerust ’s avonds blijven draaien, wanneer de zon niet schijnt.

Althans, dit is waar, zolang alle teruggeleverde elektriciteit gesaldeerd mag worden.

Als de teruggeleverde energie A de opgenomen hoeveelheid B overstijgt, dan wordt slechts B kWh gesaldeerd. Voor de rest (B-A) kWh geeft de energieleverancier een terugleververgoeding, die uiteraard veel lager ligt.

Op internet kun je op verschillende plaatsen, zoals hier en hier, een advies inwinnen over te plaatsen panelen en een inschatting laten maken van de kosten en terugverdientijd. Het is nooit helemaal duidelijk hoe een en ander precies berekend wordt en van welke getallen men uitgaat, maar bij de schatting van de terugverdientijd wordt er wel van uitgegaan dat de saldering over de hele tijd 100% blijft.

Zo werden voor mijn huis door Centraalbeheer 12 panelen van 360Wp aanbevolen, die een besparing van € 790 per jaar zouden opleveren tegen een investering van ruim € 6.000, terug te verdienen in krap 8 jaar.

En daarna begint het grote verdienen: kilowatturen leveren tegen 3x de marktwaarde (zie hierboven) zonder bijdrage in de kosten (zie hieronder). Die overwaarde zal niet door de leverancier betaald worden, maar door ons allemaal. Ik had dan ook als titel van dit stuk “Parasieten op je dak” willen bezigen, maar vond dat wat grof tegenover al die aardige mensen die, aangemoedigd door de overheid, bereid zijn zich in de schulden te steken als bijdrage aan de redding van de planeet en daarna nog wat welverdiend inkomen hopen op te strijken voor de levering van ‘groene’ energie.

In mijn eigen berekening vond ik een lagere besparing, maar de orde van grootte klopt. Ik gebruikte hierbij het prijspeil van 2021. (N.B.: de besparing is sterk afhankelijk van de basisprijs per kWh.)

Een geldmachientje op je dak Het is hallucinerend om te zien, hoe ‘winst’ en afschrijving niet veranderen bij verschillende uitgangswaarden

 

De saldering zou vanaf 2018 afgebouwd gaan worden, maar dat is in ieder geval uitgesteld tot na 2022. Wat daarna gebeurt, is nog onduidelijk, maar ongetwijfeld zal de weerstand tegen afbouw flink toenemen. Want je zal maar voor 10 jaar op een bepaalde besparing gerekend hebben en die wordt elk jaar minder!

In onderstaande tabel heb ik een afbouw in 10 jaar verondersteld, uiteraard gebaseerd op bovenstaande getallen. NB: bij een hoger eigen gebruik of een lagere investering gaat het terugverdienen sneller. Geheel contra-intuïtief geldt dat ook voor een hogere basisprijs.

Een geldmachientje op je dak Het is hallucinerend om te zien, hoe ‘winst’ en afschrijving niet veranderen bij verschillende uitgangswaarden

Het is nogal hallucinerend om te zien, hoe ‘winst’ en afschrijving al of niet veranderen bij verschillende uitgangswaarden. Dit geeft aanbieders natuurlijk ruim de mogelijkheid de zaken enigszins rooskleurig voor te stellen – de werkelijkheid zal later dan mogelijk ietsje tegenvallen.

Maar er is meer …

  • Als de zon fel schijnt en het eigen gebruik laag is, wordt er maximale stroom het net op gestuurd. De kabels bij u in de straat moeten dat kunnen verwerken, wat zeker problematisch wordt wanneer al uw buren ook zonnepanelen hebben. Die kabels zijn niet op die piekstroom berekend en het systeem zal de teruglevering afknijpen, zodat u minder vergoed krijgt.
  • Bij voortschrijdende panelen op de daken moeten de leidingen in de straten dan ook verzwaard worden. En dat in bijna het hele land. En dat gaan we met zijn allen betalen, maar zou eigenlijk van de saldering afgetrokken moeten worden.

Dit gebeurt ook in het groot: sommige zonneparken zullen pas na een aanzienlijke netverzwaring aangesloten kunnen worden. Zie bijv. hier.

  • Zoals bekend kan de intensiteit van de zon zeer snel fluctueren en daarmee ook de hoeveelheid teruggeleverde stroom (ook wel ‘wiebelstroom’ genoemd). Om de spanning op het net constant te houden (dit is van levensbelang!) moeten andere centrales bliksemsnel bijregelen.
  • Hier komt bij, dat de overheid beslist heeft, dat zonne- en windenergie voorrang heeft op de energie uit de centrales: die mogen het gewiebel opvangen. Dit gaat altijd gepaard met verliezen (en dus meer CO2). Die kosten worden dus ook door de anderen gedragen, maar horen aan de debetzijde van de zonnepanelen te staan. (Dit geldt in het groot ook voor de zon- en windparken).
  • Omdat de zon ’s winters veel zwakker is en ’s nachts helemaal niet schijnt, moet er een volledige, traditionele backup klaar staan voor als de wind ook niet waait.
  • De stroom die u overdag het net opstuurt is dus minder waard dan de stroom die u er ’s nachts van afhaalt. Is die wel zo groen?
  • Bovengenoemde nadelen zouden enigszins verzacht kunnen worden door opslag van die energie, die niet onmiddellijk gebruikt kan worden. Op kleine schaal is dat mogelijk door een forse accu met omvormer in uw huis te plaatsen. (Kost wel iets.) Op grote schaal is dat héél verre toekomstmuziek.
  • Waterstof als opslagmedium (niet voor thuisgebruik!) is voorlopig een illusie. Verliezen tot 70%, afgezien van andere problemen.
  • Met een ‘intelligent grid’, een slim netwerk, kunnen fluctuaties enigszins gedempt worden. In feite is heel Europa al een intelligent grid. Nog meer slimme netwerken op kleinere schaal installeren, zal de fluctuaties op lokaal niveau ook weer een beetje dempen. Een beetje dus.

Ja maar…..

Ik lever toch wat groene stroom, dus uiteindelijk doe ik toch iets goeds?

  • Stel dat we allemaal 4000 kWh op ons dak produceren, genoeg voor ons huishoudelijk gebruik.
  • Stel dat ons land vol zonneweides wordt gelegd, die de rest produceren voor openbaar vervoer, straatverlichting, industrie, datacenters (al of niet van Microsoft of Google), enz. enz.
  • Stel dat op een lange koude winternacht de wind niet waait en de windmolens stil staan
  • Stel dat dat bij de buurlanden ook het geval is (niet onwaarschijnlijk in zo’n situatie)

Wil onze hoogontwikkelde maatschappij doorgaan, dan moet onze huidige capaciteit aan electriciteitscentrales op volle toeren draaien. Die hebben dan al die tijd standby gestaan op een bepaald percentage van hun vermogen – volgens sommigen 30%.

Hoe groen zijn we dan nog?

En het gas?

Een geldmachientje op je dak Het is hallucinerend om te zien, hoe ‘winst’ en afschrijving niet veranderen bij verschillende uitgangswaarden

Paul Bouwmeester.

Een kubieke meter gas heeft een calorische waarde van 9.77 kWh. Voor het gemak even 10 kWh. Als we dus bovengenoemde 1500 kuub door elektriciteit willen vervangen, zoals de overheid van ons verlangt, hebben we 15.000 kWu extra nodig. We gaan dus van 3.000 naar 18.000, een factor 6. Nu kan dat wat minder, door bijvoorbeeld de warmte ergens anders vandaan te halen (stadsverwarming, geothermie), maar niettemin zal er toch meer elektriciteit geleverd moeten worden met een nog grotere aanslag op het net. En die elektriciteit moet wel ’groen’ zijn.

In de bijlage een Excel-file, zie hieronder ‘Saldering’, die u kunt downloaden om uw eigen situatie, offertes van aanbieders of enthousiaste verhalen van vrienden na te rekenen.

+++

Bijlage: Saldering