Van Lanschot wast groener De banken zien in de subsidiepotten nu grote mogelijkheden om hun financiering van “groene" projecten af te dekken.Van een onzer trouwe lezers:

Al jaren volg ik Climategate.nl en de Groene Rekenkamer en gebruik ik regelmatig de artikelen om anderen te informeren in een poging de discussie op gang te houden en het denken te stimuleren.

Als cliënt van Van Lanschot bank stoor ik mij in toenemende mate aan de het kritiekloos omarmen van de milieukaart.

Uiteraard mogen zij het milieu zien als een aantrekkelijke positionering van hun maar ook van mijn bank, maar dan wel op basis van feiten en niet geleid door ideologie. Veel cliënten worden naar zogenaamde groene fondsen en aandelen geleid, zonder kennis van zaken maar wel met sentiment.

Ik stuur deze info als voorbeeld met de aantekening dat een paar dagen eerder bijvoorbeeld Exxon aanbevolen werd als voorkeursfonds. Kortom de bank doet mijn inziens aan greenwashing, voedt het sentiment en vergroot de verwarring rond het denken over duurzaamheid.

Het zou nuttig kunnen zijn om de banken met hun “groen” imago eens nader te bekijken. Zij beheren geldstromen, meestal gekoppeld aan subsidies, die komende ontwikkelingen in grote mate kunnen sturen. Ik denk terug aan de periode dat stroom en gas leveranciers nog kleurloze aanbieders waren en toen Groen als marketing omarmden en sindsdien vele miljoenen binnen harkten als subsidie voor het redden van de wereld.

De banken zien in de subsidiepotten nu ook die grote mogelijkheden om hun financiering van “groene” projecten af te dekken.

Bedankt voor je aandacht en ik denk nog terug aan bijeenkomsten in het verleden en ben dankbaar voor jullie werkzaamheden die een van de schaarse bronnen zijn die dwazen als ik helpen door te gaan in de hoop dat het tij nog eens zal keren.

Getekend,

Respondent.

***

Bijlage artikel van Van Lanschot.

HOME OPINIES STRATEGIE AANDELEN OBLIGATIES FONDSEN ALTERNATIEVEN INSPIRATIE

Follow the money: de financiering van klimaatontkenners.

Auteur: Maarten van der Pas (eindredacteur beleggingscommunicatie).

“Het past niet dat je als oliemaatschappij zegt iets tegen klimaatverandering te doen en tegelijkertijd meer olie en gas blijft produceren. Dat wringt.” Dat zegt Noami Oreskes, hoogleraar geschiedenis van de wetenschap aan de Harvard Universiteit, in de boeiende minidocumentaire op financiële website CNBC. Daarmee heeft ze een punt, later meer daarover.

Deze docu volgt de geldstromen achter de Amerikaanse klimaatontkenners. En hij gaat in op de kentering dat opwarming van de aarde door het verbranden van fossiele brandstoffen inmiddels geen voorspelling meer is, maar een feit waar politici en olie- en gasmaatschappijen niet langer omheen kunnen.

Van religie tot complottheorie tot vrije-markt-denken

Met name in de Verenigde Staten – maar niet alleen daar – zijn er politici die blijven volhouden dat klimaatverandering niet bestaat of de gevolgen ervan betwijfelen of bagatelliseren. Bekend zijn de potsierlijke televisiebeelden van voormalig president Donald “Climate change is a hoax” Trump en senatoren als Ted Cruz (uit de olierijke staat Texas) en Jim Inhofe (Oklahoma) die de opwarming van de aarde ontkennen of afdoen als bedrog of een broodje-aapverhaal. Inhofe stond eens met een sneeuwbal in de hand in de Senaat om te demonstreren dat het buiten koud was en er van opwarming van de aarde toch geen sprake kon zijn.

Van Lanschot wast groener De banken zien in de subsidiepotten nu grote mogelijkheden om hun financiering van “groene" projecten af te dekken.

Overweldigend bewijs van opwarming? Nee dus!

De documentairemakers vragen zich af waarom klimaatontkenning een typisch Amerikaans fenomeen is. De hoeveelheid wetenschappelijk bewijs dat de aarde opwarmt door het verbranden van olie, gas en steenkool is inmiddels overweldigend. En toch kunnen klimaatontkenners, de ‘deniers’, nog steeds de Amerikaanse politiek beïnvloeden. De docu onderzoekt ook waar het geld voor dit tegengeluid vandaan komt.

Voor ons in Nederland zijn klimaatontkenners in de Amerikaanse politiek een wat ver-ons-bed-verhaal, maar niettemin is het boeiend om te zien hoe dit mechanisme werkt. Dat de belangen (financieel, banen) groot zijn in het grootste olieproducerende land ter wereld is bekend.

Maar daarnaast zijn er in de VS allerlei conservatieve en libertarische stichtingen en think tanks die, vanuit hun geloof in een linkse, progressieve samenzwering (Deep State) of ideologie van zo veel mogelijk vrijheid voor het individu en zo min mogelijk overheidsbemoeienis, de klimaatverandering ontkennen en blijven ageren tegen maatregelen. Een fenomeen dat we in Europa minder kennen.

Voor wie meer wil weten over de beweegredenen van de klimaatsceptici en het debat over klimaatverandering wil volgen, raad ik het boek De Twijfelbrigade van Jan Paul van Soest aan. [Noot HL: Voor een kritiek daarop zie hier.]

36 miljard dollar voor een tegengeluid

Interessant en ontluisterend is het staatje dat de documentaire laat zien met organisaties, stichtingen en think tanks waaraan de Amerikaanse oliegigant ExxonMobil tussen 1998 en 2017 $ 36 miljard gaf en die klimaatveranderingen ontkennen of klimaatactie tegenwerken. En dit waren alleen nog maar openlijk te traceren geldstromen.

En zo zijn er nog meer stichtingen en rijke particulieren die klimaatontkenning financieren. De motieven variëren van beschermen van zakelijke belangen tot de energie-onafhankelijkheid van de VS. Klimaatontkenning is een miljoenenbusiness op zich.

Het mag geen verrassing zijn dat oliemaatschappijen ‘onderzoek’ en organisaties financieren die twijfel zaaien over de klimaatverandering en lobbyen om wet- en regelgeving tegen te houden die de uitstoot van CO2 moet verminderen. Oliemaatschappijen weten al decennia dat de verbranding van fossiele brandstoffen bijdraagt aan een schadelijke opwarming van de aarde. Alle grote namen komen voorbij: ExxonMobil, Chevron, Shell, Total en BP. Een parallel met tabaksfabrikanten is eenvoudig te trekken.

Tegelijk groen en zwart doen

Inmiddels ontkennen diverse oliemaatschappijen de opwarming van de aarde niet langer. Maar ze laten wel een tweeledig gezicht zien, aldus de documentairemakers van CNBC. Aan de ene kant vertellen Exxon Mobil en Chevron dat ze voor een belasting op CO2-uitstoot te zijn. Maar aan de andere kant steunen ze Amerikaanse politici die zo’n belasting proberen tegen te houden en die de subsidie op fossiele brandstoffen willen handhaven. De nieuwe Amerikaanse president Joe Biden wil een carbon tax invoeren.

Oliemaatschappijen geven in advertenties aan dat ze investeren in alternatieve energie zoals kweek van algen voor biobrandstof of windenergie. Maar wat ze investeren in schone energie is maar een fractie van wat ze investeren in het oppompen van olie en gas (zie onderstaande screenshot uit de docu).

Van Lanschot wast groener De banken zien in de subsidiepotten nu grote mogelijkheden om hun financiering van “groene" projecten af te dekken.

Investment in low-carbon energies (percent of capital expenditure)

Sinds het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 hebben ExxonMobil, Chevron, Shell, Total en BP volgens CNBC 1 miljard dollar aan klimaatadvertenties en klimaatlobby besteed. Een schijntje vergeleken met de belangen die op het spel staan.

Total, Shell en BP doen het iets beter

De Europese oliemaatschappijen Shell, Total en BP komen er in de documentaire relatief goed van af. Ze zitten minder in het klimaatontkennerskamp dan hun Amerikaanse branchegenoten. De reden is, dat de olie-industrie in Europa minder groot is dan in de VS. Het banenargument gaat voor Europa niet helemaal op, want de meeste olieproductiefaciliteiten van Shell, Total en BP bevinden zich buiten Europa.

Europese oliemaatschappijen investeren ook meer in schone energie dan ExxonMobil en Chevron.

In Europa accepteren burgers ook meer een rol van de overheid bij het tegengaan van de klimaatverandering dan in de VS. Maar met de opkomst van populistische partijen neemt ook in Europa de klimaatontkenning en ontkenning van de ernst van de opwarming van de aarde toe.

Opvallend is, is dat Shell en BP miljardenafschrijvingen op hun olie- en gasactiviteiten hebben gedaan vanwege een verwacht lagere olie- en gasprijs (als gevolg van een lagere vraag). In tegenstelling tot hun Amerikaanse sectorgenoten. Dat leidt tot vragen aan de Amerikaanse oliemaatschappijen waarom zij niet afschrijven?

Het tij keert

Niet alleen overheden komen met maatregelen om de CO2-uitstoot te verminderen, ook financiële markten reageren op de klimaatcrisis. Kredietbeoordelaar S&P verlaagde zijn credit rating voor Shell en Total vanwege de gevolgen van de energietransitie voor deze olie- en gasproducenten.

Wat kunnen beleggers doen? Ze kunnen olie- en gasproducenten volledig uitsluiten en er niet in beleggen. Maar voorlopig hebben we nog olie- en gas nodig, omdat de energietransitie nog maar net is begonnen. Er is nog onvoldoende schone energie om de vuile te vervangen. Het wringen de tussen groene woorden en vuile daden waarover Oreskes hoort er voorlopig nog bij.

Een belegger kan het zogenoemde best-in-class-principe hanteren en beleggen in die olie- en gasproducenten die het best scoren op duurzaamheid. Dat is het beleid van Van Lanschot Kempen. En als betrokken aandeelhouder de olie- en gasmaatschappijen kritisch aanspreken op hun duurzaamheidsbeleid (engagement).

Een andere manier om bij te dragen aan tegengaan van de klimaatverandering is beleggen in fondsen die investeren in bedrijven die zich met hun producten en diensten richten op het verminderen van onze impact op het milieu en op de gevolgen van klimaatverandering.

Langzaam in beweging

De documentaire The money behind climate change denial sluit af met rechtszaken van verontruste burgers en organisaties tegen oliemaatschappijen vanwege hun bijdrage aan de klimaatverandering. De inzet is dat de olieproducenten wisten van hun schadelijke bijdrage aan de opwarming van de aarde en nu een schadevergoeding moeten betalen. Wat eerder ook het geval was bij sigaretterenfabrikanten. Tot nu toe heeft het niet tot een veroordeling van de oliemaatschappijen geleid, maar als één zaak wordt gewonnen dan is dat een game changer.

In dit kader zijn ook de twee recente rechtszaken die Shell verloor over de vervuiling die het aanrichtte bij de oliewinning in Nigeria interessant.

Oliemaatschappijen komen langzaam in beweging. Ze moeten wel. Tegen de achtergrond van de energietransitie is het interessant om te volgen welke richting ze opgaan.

***

Naschrift van de redactie

Voor een kritiek op het – beneden alle peil, maar populair onder klimaatalarmisten – boek van Naomi Oreskes, Merchants of Doubt, zie hier.